15. De geit van lowie
DE GEIT VAN LOWIE Van 7/2/2000
En: 18/2/2000
Lowie man zei Pere op een zonnige dag, je hebt daar een mooi geitje staan
Ja 't is waar jongen Pere, ik heb dat beestje gisteren nog maar pas gekocht
Van iemand die er gairen vanaf wou en er mee naar de slager wou gaan
Allee zei Pere wat dadde gij zegt, 'k zal me maar een beetje bij jullie zetten
Het is hier altijd zo gezellig waar allemaal samen langs de kant van gracht
Wel! Zei Monten, 'k he daer ook al azo ne keer op dat beestje zitten letten
't Ziet er goe gezond uit vent Lowie, Het geeft waarschijnlijk nog veel melk
Da zou 'k geloven zei lowie 't is een speciale zulle, op zijn minst tien liters
Voor azo een heel groot huisgezin met tien kinderen is dat ne liter voor elk
Er werd natuurlijk luid en vrolijk om gelachen en Lowie lachte hartelijk mee
Jamaar, zei hij vlug daarna, ik heb toch niet gezegd op hoeveel dagen he
Maar het is een beestje die van 't noorden komt ginder van tegen de zee
Ik heb daar nog een oude kennis en die komt zo af en toe eens tot bij mij
Door hem ben ik dat dus heel toevallig van dat geitje te weten gekomen
En gisterenochtend brachten ze haar dan naar huis met spil en ketting erbij
Ze zijn wel van ver gekomen zei Monten, allee vent om een geit te verkopen
Van aan de zee vent, konden ze haar ginder niet kwijt geraken misschien
Hij verkocht ze liever zei Lowie, aan iemand die ze nog wat zou laten lopen
Anders moest ze wel naar de slager, maar dat deed hij eigenlijk liever niet
Ze was eigendom en opgekweekt door zo een heel oud kranig manneken
Een oud kereltje een echte dierenliefhebber die zijn beestjes heel graag ziet
En zie zelf ook, eigenlijk is dat geitje ook veel te wel om te worden geslacht
Ik ga er toch iemand trachten voor te zoeken die ze wil houden voor de melk
Maar ondertussen zet ik ze hier wat te grazen langs de kant van de gracht
Ze heeft ook wel een zeer nadelige gewoonte zoals velen van haar soort
Durf niet onoplettend te bukken met uw rug naar haar toe iets op te rapen
Of ze stompt meteen stevig tegen uw achterste geloof me op mijn woord
Monten lachte, 't es toch raer die beetjes staan altijd met dat kopje gereed
Ze zien er schattig lief braaf en tam uit, om ze zomaar achteloos te aaien
Maar hou ze goed in de gaten, want ze hebben u te pakken voor ge' t weet
Och zei Toon, zijde gulder zot zo' n klein beestje daar ben ik niet bang van
Ik grijp dat beestje bij haar horens en houd haar zolang ik wil in bedwang
Da zegde gij nui wel, riep Tistje uit, omdat ge goed weet ze aan u niet kan
Wadde! Riep Toon, niet durven! 'k zal ulder subiet ne keer wat laten zien
Ik houwe da geiteken bij de horens zie en ze kan geen zier meer bewegen
En Lowie mag op zijn dooie gemak tellen tot vijf, of nee, tel maer tot tien
Toon voegde meteen de daad bij het woord en greep de geit goed vast
Het beestje verroerde echter geen vin en snuffelde aan Toon zijn mouw
De hele groep keek gespannen toe en was eigenlijk een beetje verrast
En Lowie telde af, opzettelijk traag, heel erg traag, ja zelfs tergend traag
Maar er gebeurde helemaal niets, en de geit snuffelde nieuwsgierig voort
E kijk toch eens zei Pere, dat beest van een geit mag Toon precies graag
En eindelijk had Lowie hoe langzaam hij ook telde, toch tot aan tien geteld
Toon liet triomfantelijk de geit los, draaide zich om en zei heb je 't gezien
En juist op datzelfde ogenblik werd hij onverwachts als in een flits geveld
Hij wipte van de hevige schok met een kreet wel een halve meter omhoog
Klapwiekend met beide armen net alsof hij een eindje wou gaan vliegen
En beschreef toen in een meesterlijke duikvlucht een uiterst sierlijk boog
Toen verdween hij met een zucht in het hoge malse gras in de droge gracht
Iedereen tuurde geschrokken naar de plek waar Toon juist was verdwenen
Maar de jonge knaap sprong echter vlug en gezwind weer recht met kracht
Lieve mensen nu was hij kwaad. Toen moest de geit het vreselijk ontgelden
Toon liet zijn grote diepe verontwaardiging luid roepend uit volle borst horen
Om die lelijke stomme onnozele beeste van een geit de huid vol te schelden
Een onbedaarlijk gelach was natuurlijk het gevolg van dit komische tafereel
Die geit schaterde Lowie, heeft haar waarde reeds ruimschoots opgebracht
Zwijg Lowie jongen, schaterde Pere ik krijg geen lucht meer door mijn keel
Maar ook Monten zat luid schaterend op zijn billen te kletsen van 't plezier
Heb je hem zien klapwieken zeg, 't was precies ofdat hij wilde leren vliegen
Als je echt ne keer iets wilt beleven, lachte hij dan kom je maar naar hier
Tistje en Mantje van de Nolle rollebolden joelend in het gras en gierden luid
En natuurlijk moest Nolle zelf, voor die jonge lachebekken niet onderdoen
Hij hield met gekruiste armen zijnen buik vast en riep schei er toch mee uit
Een zotte joelend bende zowel jong als oud, eenvoudige vrolijke mensen
Zelfs Toon kon zich wrijvend op zijn achterwerk niet inhouden van lachen
Al zou hij dat scharminkel van een geit wel naar Afrika kunnen verwensen
Wel Toon vroeg Lowie, zijd ge er niet voor om zelf die mooie geit te kopen
Een geit? Vroeg Toon, dat is geen geit man, dat is gewoon een stormram
Gij kunt gij met uw stomme rotte beeste van een geit naar de maane lopen
Dat was natuurlijk, vers koren op de molen van de bende joelende mensen
Allee Toon jong riep Pere, van zo' n lief wit beestje zijde gij toch niet bang
En dan al die melk vent, een beter huisdiertje kunt ge u toch niet wensen
Zwijg Pere vent, zei Toon, 'k ga alleszins een ganse week niet kunnen zitten
Zeg, ge hebt u toch niet te veel pijn gedaan he jongen Toon? vroeg Monten
O, zei toon zo erg is het niet, 't zal wel over zijn na een goed nachtje pitten
Kijk zie zei Lowie, wie we daar hebben madam Sloeze is weer op de baan
Hoe is dat mogelijk, ze is zo rijk dat ze allicht zelf niet meer weet, hoe rijk
En ze loopt hier rond gelijk ne schooier, dat kan ik toch niet goed verstaan
Ik weet dat vrouwmens mens hier al de helft van mijn leven voorbij komen
Zo eenzaam met die zwarte pots op haar kop en die wandelstok in de hand
Met steeds diezelfde grauwe grijze versleten oude mantel zonder zomen
Sloffend en zoekend en turend, alsof ze ergens een schat hoopt te vinden
Ze is op weg zei Toon om de pacht van huizen en landerijen op te halen
Als ze langs hier komt voorbijkomt, dan gaat ze altijd naar de zeven linden
De boerderij van Stanske en boer Onkels, 't is altijd weer haar zelfde baan
Allee dat is toch zeker niet verstandig voor zo' n oude vrouw, zei Monten
Iedereen weet dat ze veel geld bij heeft, da zal nog ne keer verkeerd gaan
Jamaar pas op zei Lowie, ze is niet zo weerloos als ge misschien wel dacht
Stanske vroeg haar op een keer of ze niet bang was zo alleen met dat geld
Maar ze haalde ne ferme knuppel boven, wie had dat van haar verwacht
Jamaar vent zei Pere, diegenen die hebzuchtig op haar geld zouden loeren
Die gasten zullen er haar zeker niet eerst beleefd en vriendelijk om vragen
Ze zouden haar zonder pardon hardhandig en meedogenloos eerst vloeren
Maar zwijg nui toch vent Pere zei Toon, ik krijg er zowaar kiekkenvel van
't Is wel een sloeze en ietwat eigenaardig maar 't is toch een oude vrouw
Maar ik vind dat ze zou zich beter laten vergezellen van een stevig man
Die kan ze niet uitstaan, zei Lowie, sinds haar man haar had bedrogen
Met de waardin van zo' n loense café, ge weet wel hé, uit de grootstad
Maar hij is dan ook meteen met zijn klieken en klakken buiten gevlogen
Vroeger was ze zo niet. Maar van toen leid ze zo' n eigenaardig bestaan
Ze heeft in niemand nog vertrouwen ze leeft van dan gelijk ne kluizenaar
Ik he der toch compassie mee zei Toon alzo gans alleen langs de baan
Ja jong, ging Lowie verder, 't is toch raar hoe dat het soms kan verlopen
Die hadden nu eigenlijk eens alles wat een mens zich maar kan dromen
En dan zo' n stomme toeren doen, hoe valt daar een touw aan te knopen
Inmiddels was madam sloeze al langzaam sloffend tot bij hen gekomen
Ze bleef staan om hen allen te bekijken, onderzoekend en zeer uitgebreid
A de Lowie, Monten, Nolle en Pere, ge zijd gulder er eentje aan' t bomen
Ja madam zei Pere dat is hier zo' n beetje onze gewoonte moet je weten
Om als 't goe weer is na' t werk hier gezellig een boompje te keuvelen hé
We moeten ook een beetje rusten he, ne mens is al rap genoeg versleten
't Is waar jongen Pere, maar we kunnen het helaas niet meer omkeren
't Is allemaal veel te rap voorbij, en dat is nu juist het spijtige van de zaak
Nadat we eigenlijk toch zoveel in ons korte leven hebben kunnen bijleren
Och mensenlief kijk toch ne keer, zei ze daarna, wat een lief geitje daar
Ze slofte er op haar dooie gemak naartoe met een plukje gras inde hand
En lieve woordjes uitend streelde ze haar liefkozend over het witte haar
Jamaar madam, protesteerde Lowie vlug, blijf daar als' t u beliefd vandaan
Dat beest heeft de ongewenste lelijke gewoonte om iedereen te stompen
Zijd maar gerust hoor Lowie,' k ben gewend om met beesten om te gaan
Ze draaide zich achteloos om, boog neer en plukte nog een handje gras
Ze stond daar zo vlak voor die bokkige geit met haar achterwerk omhoog
Dat was om een stomp vragen!' t Was alsof het een afgesproken spel was
De geit boog ineens knikkend haar kop en deed twee drie stappen achteruit
Je zou gedacht echt hebben dat het was alsof ze eventjes stond te mikken
Toen schoot ze vervaarlijk snel als de bliksem met geitenkracht vooruit
Ingrijpen kon men niet meer en ze hoorde een gedempte en doffe dreun
Zwoem! Het bundeltje oude sloezige madam scheerde ijlings door de lucht
Aaaaaaacch! Met daarbij zo een ijzingwekkend en onheilspellend gekreun
Ze deed in scheervlucht een eersteklasse sierlijk buiklanding op de grond
Spartelend luid roepend en heftig armenzwaaiend van het danig verschot
't Was erg om zien, het gras uit haar hand vloog als een waaier in het rond
Ze schoof heel zeker met alle remmen toe, nog twee meter in' t gras vooruit
En sloeze hoeste, proeste, en spartelde verwoed om weer recht te komen
Toen werd het ineens stil, en lag ze daar, volledig onbeweeglijk en voluit
Iedereen hield de adem in! En geen enkel gelach werd ditmaal gehoord
Iedereen was deze keer geweldig uit het lood geslagen van 't verschieten
Ze waren te plots en stormachtig ruw in hun vredige vrolijkheid gestoord
Ze sprongen allemaal ineens tegelijk recht om madam sloeze bij te staan
Madam sloeze was echter uit hard hout gesneden, mager pezig maar taai
Maar in de goedmoedige Toon zijn ogen blonk een medelijdende traan
Mensen, mensen, mensen, zei ze plots, was me dat toch even schrikken
Dat had ik echt niet van dat beestje verwacht, maar 't is mijn eigen schuld
Hoe kon ik me eigenlijk toch zo verschrikkelijk dom door haar laten strikken
Toen zag ze Toon staan met die medelijdende tranen in zijn jongensogen
Hij boog zich heel rap naar haar toe en ondersteunde zachtjes haar hoofd
En binnen in zichzelf werd die slonzige vrouw ineens heel diep bewogen
Maar mens madam toch zei Pere verschrikt, hebt ge u geen pijn gedaan
Ach Pere jongen zo erg is 't nu ook weer niet hoor, onkruid vergaat niet he
Maar ik dank jullie lieve mensen dat ge allemaal zo met mij zijd begaan
Ik had dacht geheel niet dat iemand zich nog om mij zou bekommeren hoor
Maar madam toch! Zei Monten, allee wat voor nen dei vertelde gij daar nu
We moeten elkaar allemaal helpen, daar zijn we toch zeker mensen voor
Je hebt misschien gelijk jongen, maar ik heb toch al zoveel meegemaakt
Door de lange duur jong Monten durf je bijna niemand meer vertrouwen
Maar jullie gemeende hulpvaardigheid heeft een beetje mijn hart geraakt
Kom madam zei Lowie, kom wat binnen bij mij we laten de dokter komen
Nee nee hoor, dat is in' t geheel niet nodig, ik ben alleen wat geschrokken
Laat mij gewoon maar tien minuten rusten en ik klim alweer in de bomen
Die madam toch! zei Pere, en nu lachte iedereen weer blij en opgelucht
Lowie! Zei sloeze plots die geit is toch van u, dus is dit alles ook uw schuld
Oei, nu komt de kat op de koord zei Lowie in zichzelf, met een diepe zucht
Daar gaat ge voor boeten hoor manneken, dat zal je wat centjes kosten
Maar madam als' t u belieft, ge gaat me toch niet proberen pluimen hé
Allemensen had ik dat allemaal toch maar geweten, voor ze die geit losten
Nu zit ik er helaas mee op mijn kot en meteen ook heel diep in de puree
Luister zei sloeze, ik wil die stoute brok van u afkopen voor dubbel geld
En Monten gaat met mij naar huis en neemt die lelijke rosse subiet mee
Maar madam toch zei Lowie, ik heb beloofd die geit niet te laten slachten
Wie spreekt daar nu over slachten zei sloeze, ik ga ze weer manieren leren
Die beeste dood doen zeker, nee hoor dat komt nog niet in mijn gedachten
Ach gij toch madam, zei Lowie, je wilde me enkel ne keer op stang jagen
Dat hadden we inderdaad ook niet van u verwacht zulle, zeiden de anderen
En! Zei Madam Sloeze, ben ik er in geslaagd als ik het jullie mag vragen
Dat zou ik geloven, zei Lowie, mijn haren in mijn nek kwamen er van recht
Eigenlijk, zei Pere, hebben we u nu tenminste ietwat beter leren kennen
Je was wel een beetje een vreemde voor ons, maar je valt best mee, echt
Wel eerlijk gezegd, zei ze, ik vond dat eigenlijk van jullie ook een beetje
Maar ik ben zelf blij dat alles uiteindelijk zo is afgelopen met die rare geit
Ze gaf Toon een stukje brood, en zei, hier jongen geef ze eens dat sneetje
Gij mag ze mij als je wilt, alle dagen bij mij thuis komen helpen verzorgen
Ik heb je nodig en zou je er erg dankbaar voor zijn, en je er voor betalen
En als je hiermee akkoord gaat mag je zelfs al beginnen vanaf morgen
Maar madam meent ge dat echt, vroeg Toon met blijdschap in zijn stem
Maar natuurlijk jongen, vooruit breng ze nu maar vlug dat stukje brood
Toen Toon weg was, zei ze,' t is een goede jongen ik doe het voor hem
Sjonge Madam, zei Nolle, ik geloof dat we u nu maar pas leren kennen
Misschien wel zei ze, maar ik jullie ook geloof ik, gulder zijt goede mensen
Maar als ik nu nog eens voorbij kom, zullen jullie me niet meer herkennen
En ongeveer een week nadien, kwam een mooi koetsrijtuig aangereden
Op de bok een mooi uitgedoste koetsier met een prachtig paard ervoor
Achterin zat een deftig aangeklede oude dame met een speciale reden
Neen maar, zei Tistje, kijk ne keer, dat is sloeze en naast haar den Toon
Madam! Riep Mantje, wa zijde gij veranderd ge zijd precies een Barones
Dat is echt waar, zei Pere gemeend, en het staat bij u zo beeldig schoon
Madam lachte blij, ik kom jullie allemaal eens speciaal veel geluk wensen
En jullie hartelijk bedanken voor de ontvagen diepe oprechte genegenheid
Jullie brachten me daardoor gelukkig eindelijk weer bij de levende mensen
Den Toon zal om te beginnen eerst alleen voor de geit zorgen en dan bijleren
Langzamerhand zal hij meer mogen doen maar daar zal wat tijd over gaan
Eerst zal hij niet veel verdienen maar als hij zijn best doet zal het tij keren
Ik zal persoonlijk op zijn opleiding toezien, ik wil iemand van hem maken
Maar hij moet wel de goede jongen blijven die hij is, dat staat hem goed
En ik zal er zeker voor zorgen dat hij later nooit meer in armoe zal geraken
Madam zei Pere je bent een goed mens en Toon zal u niet teleurstellen
't Is wel een Poetsenbakker hoor, maar hij kan zelf ook tegen een grap
Maar 't is een doorgoede jongen dat zal iedereen u hier direct vertellen
Ik ben heel blij dat te horen zei madam, en nodig jullie allemaal samen uit
Zondag middag te komen eten, we gaan een feestje vieren onder elkaar
Er zal niets tekort zijn, en later is er nog koffie met veel gebak en ook fruit
Het kan gerust laat worden hoor, ik hoop dat jullie ook allemaal zult komen
En dat julie vrouwen er mee zullen instemmen ik wil hen ook leren kennen
Dat doen ze zeker zei Nolle daar zullen ze reeds op voorhand van dromen
Madam moest er hartelijk om lachen, allee dan mensen tot zondag dan
Salu madam riep iedereen nog, toen keerde het rijtuig om en reed heen
Mijn geit zei Lowie heeft meer opgebracht dan een mens zich inbeelden kan
Al begreep die geit daar zelf geen snars van ze zei beee en at gewoon gras
De vrouwtjes droomden heel de rest van de week van het komende feest
En toen het eindelijk zover kwam, was iedereen bijzonder
goed in zijn sas
Louis Victor.