21. Piere de beeste

01-12-2021

                                       Piere de beeste 

Piere de beeste zat kouwelijk ineengedoken vooraan op zijn kolenwagen
Een lege koolzak kunstig als een kap dubbelgevouwen zo over zijn kop
De ronde zat er bijna op hij moest nog enkele zakken kolen gaan afdragen
Het waren nog de laatste zakken en dan was het afgelopen voor vandaag
En eigenlijk was hij blij, alléén die ene laatste klant moest hij nog bestellen
't Was wel een vuil werk dat wel maar hij deed dat al zolang en ook graag
Eigenlijk heette hij Piere De Mulder, en niet zoals ze hier zeiden de beeste
Die naam kreeg hij omdat hij zoveel van dieren hield, niet kwaad bedoeld
En een bijnaam kreeg hij hier niet alléén, en ook zeker niet als de eerste
Men vond dat ook niet erg, ze waren dat hier in deze streken zo gewoon
Piere zelf? Nee hoor! Hij maakte zich daar ook niet de minste zorgen om
Het vleide hem zelfs, hij bezag de vriendschap van de dieren als zijn loon
Eigenlijk kreeg hij die naam niet alleen omdat hij zo een dierenvriend was
Maar ook vooral omdat hij zichzelf niet ontzag en zoveel en hard werkte
En daarbij was hij ook nooit traag maar deed zijn werk steeds in rasse pas
Hij hield wel van mensen, maar was altijd toch een stille eenzaat gebleven
Hij hield niet van tierlantijntjes de grote luxe, noch drinken of veel uitgaan
Maar hij hield wel heel veel van paarden en dat was zo al gans zijn leven
Zo ook van zijn eigen paard, Bella! Die voor het ogenblik aan de wagen lag
Hij verzorgde en koesterde dat beest gelijk alsof het een mensenkind was
'k Moet zeggen! Dat het ook een sterk en mooi dier is die er wezen mag
Piere hield nu eenmaal niet van de sier, maar was wel trots op zijn paard
En hij sprak nooit over zijn paard, maar met veel liefde over zijn Beeste
Die Beeste, zei hij zelf, en hij meende dat echt, die is mij mijn leven waard
Hij praatte dan ook altijd gewoon tegen zijn Bella alsof het een mens betrof
Ook schaamde hij zich niet dat iedereen dat hoorde, en hij hield zich niet in
Hij deed dat overal, zowel tijdens het werk langs de straat als thuis op 't hof
Ju Bella jong, zei Piere, de lucht ziet nogal grijs we gaan slecht were krijgen
Stapt gij maar ne keer een klein beetje deure jong, dan zijn we der rapper
Ik betrouw het niet ver 't zou precies gelijk naar sneeuwen beginnen neigen
Hij had als kussen enkele lege opgeplooide kolenzakken onder zich gelegd
En tegen de bijtende kou lei hij er nu ook nog zo een paar op zijn knieën
Zie je zei hij bedenkelijk, 't begint te sneeuwen, 'k heb het nog zo gezegd
Bella jong stop gij maar ne keer 'k legge zo subiet ook iets op uwen rug
En meer moest Piere niet zeggen het dier gehoorzaamde gewoon meteen
Piere lei er een soort dikke paardendeken over en dan vertrokken ze terug
Nog één klant mijn beste Bella en dan kunnen weer terug naar onze stal
Het dier stapte nog een eindje door, ging dan ineens aan de kant en stopte
Ziezo mijn beeste, zei Piere in zijn handen wrijvend wij zijn der alzo weeral
Hij was niet verwonderd, het dier wist door gewoonte heel vanzelf zijn baan
Bij elke klant stopte het zo uit ervaring zonder dat Piere iets moest zeggen
Ja wat wil je! Het had al die klanten immers wel al honderd keer gedaan
Ha! De Piere riep de klant meteen, hij had Piere al van verre zien komen
Ge brengt gij slecht were mee he jongen Piere, zie nu toch al die sneeuw
En 't deugt nu niet ook he om in die koude op die wagen te zitten dromen
Je hebt gelijk Victor jong maar weer of geen weer wij moeten er toch door
Het is toch juist als het zo koud is dat de mensen kolen nodig hebben hé
We moeten de mensen warm houden hé ,jong daar dienen wij toch voor
Zo nodig was het nu niet hoor zei Victor, we konden nog wel wat wachten
Da wel zei Piere, maar ge weet dat wel van mij hé, 'k kome gaarne op tijd
In al die jaren afleveren hé vent Victor, die krege 'k ik nog nooit klachten
Da kanne 'k ik goe geloven, zei Victor we worden wij altijd goed gediend
Voila! Zei Piere, een goede bedieninge he, 't is juist daar dat het hem zit
't Is maar deur goe ui uiterste best te doene da ge ui brood goed verdiend
Dat es waar jong zei Victor, ne mens moet er dikwijls nog vele voren doen
En ons dikke en goe kleden hé, zei Piere, en azo ne koolzak over den kop
Maar dan ook nog waar vent, kijk zie, zo een goei paar zware werkschoen
Aja gelijk dadde, zei Victor, stevige schoenen, da schild natuurlijk wel vele
Jaet vent! Zei Piere, en warme kousen anders houd ne mens da nie uit hé
En tons vooral ook nog hé, kijk zo ne ferme dikke warme sjaal rond ui kele
Inmiddels waren de kolen onder het sneeuwen en praten vlug afgeladen
Allee alleszins vree bedankt hé Victor, we zijn der vandeure, en tot later Hé
'k Zou nu toch maar naar huis gaan, zei Victor, verder rijden is af te raden
Jamaer zei Piere, da zijn we nui ook geschikt hoor, we gaan naar ons kot
Want 't begint van langsom meer en meer te sneeuwen, het verergert nog
En zulke vlokken, nee nee, daarin verder rijden is algelijk een beetje te zot
Allee salu dan hé Piere, wat een were, zijt toch maar voorzichtig riep Victor
't Wordt van nu af zere donker newaar, straks sneeuwt ge helegans onder
En hij stampte de sneeuw van zijn voeten en veegde ze van zijnen snor
Keer gij nui maar zere omme jong Bella zei Piere, en dan recht naar huis
En pas op draai mijne wagen daar niet per ongeluk tegen die grote bomen
Let een beetje op, anders rijden we hier nog een van onze wielen in gruis
Maar Bella was het jaren gewoon, ze kende hare draai hier maar al te goed
Daardoor verliep alles vlot, en Bella draaide zonder ook maar enig risico
Prima mijn beeste zei Piere, 't gaat da heel goed gelijk dadde gij dat doet
Een heel eind verliep alles nog redelijk naar wens naar omstandigheden
Toen schoof Bella plotseling een heel eind uit op de gladde verse sneeuw
Had ik da geweten flitste het door Piere zijn hoofd ik had niet uitgerereden
Pas op Bella jong riep Piere, ge doet gij mij nogal verschieten zulle mens
Wa zegge 'k ik nui, mens! Gromde hij maar 't maakt nie veel uit hé Bella
Gezond en wel thuiskomen is nu voor ons alletwee onze grootste wens
Allee zeg nui ineens zo geweldig sneeuwen, da he'k nui ook nie verwacht
Tegen dat we thuis zijn krijgen we nog een ferm pak sneeuw op ons lijf
Hopelijk komen we toch veilig thuis he Bella, da had ik echt niet gedacht
Hij had het nog maar gezegd, of daar gleed Bella weer onverwachts uit
Maar Bella meiske riep Piere verschrikt, pas toch een beetje op jongske
Ik verschiet me dood, 't slaat gewoon aan mijnen milteput en in mijn kuit
Had ik het nu geweten dat het ging sneeuwen, 'k had er iets aan gedaan
Dan had ik toch zonder aarzelen pinnen in uw hoefijzers gedraaid hé jong
Maar 't is nu niet zo, 'k Hoop dat het de rest van de weg toch goed zal gaan
Zijn woorden waren nog niet koud geworden, of 't was natuurlijk al te laat
Bella begon ineens ongecontroleerd te glijden te slieren en te struikelen
En donderde plots met een doffe slag op haar linkerzijde plat op de straat
Ze gleed op de sneeuw vooruit en schoof zijdelings in een diepe gracht
De wagen schoof er per ongeluk overheen en het dier zat meteen vast
Help help! Schreeuwde Piere luid, help! Maar het ging verloren in de nacht
Bella lag daar diep, totaal hulpeloos te schoppen en spartelen van angst
Met haar kop bijna geheel ondergedompeld in het stromend ijskoude water
Mijn beeste! Riep Pier, mijn brave beeste, voor haar was hij nog het bangst
Het paard spartelde echter als gek om met zijn kop boven water te komen
Piere wist zich geen raad en sleurde gelijk een zot aan die zware wagen
Maar die zat helaas muurvast tegen die dikke zware hoge eikenbomen
Wanhopig sprong hij in de gracht en sleurde wanhopig aan Bella haar kop
Hij trok uit alle macht de kop van het bange ongelukkige dier boven water
Ik hou je zo vast Bella zei hij, wees nu stil maar meiske ik geef u niet op
Het paard sloeg nog een paar keren met haar poten heel wild in 't rond
Het schreeuwde luid, en haar ogen draaiden van schrik naar alle kanten
Maar de stem van Piere kalmeerde haar, toen lag ze daar stil op de grond
Piere zat daar in een moeilijk positie gehurkt tegen de kant van de gracht
De paardenkop op zijn schoot en zijn beide voeten in het ijskoude water
Hij streelde op Bella haar kop en zei, mijn beeste wie had dat nu verwacht
En het bleef maar hevig sneeuwen terwijl zij daar zo zaten in grote nood
Het zal niet te lang meer mogen duren jong Bella zei Piere, 't is te koud
Als er hier niet gauw van ergens hulp komt opdagen gaan we allebei dood
Maar zolang ik leef jong zei hij, geef ik het niet op en hou ik u boven water
Ik beloof het u! We komen hier alle twee uit of we blijven er alle twee in
Blijf nu echter maar kalm jong Bella, en de rest zien we dan nog wel later
Het paard luisterde wel maar liet af en toe een klagend geschreeuw horen
Wees maar stil mijn beeste, zei Piere, en streelde liefkozend over haar nek
Toe wees maar stil Bella jong ik kan uw geschreeuw haast niet aanhoren
Help! Schreeuwde Piere, ten einde raad kan dan eigenlijk niemand helpen
En de stoere Piere huilde van onmacht, ach toch mijn brave beeste, zei hij
Mijn trouwe Bella, is er dan eigenlijk niemand die mijn verdriet kan stelpen
Maar niemand hoorde de verkleumde verdrietige klagende man in de nacht
En de sneeuw dwarrelde kil ongenadig en ongestoord en stil op hen neer
Piere klappertandde, met zijn voeten in het ijskoude water van de gracht
Zijn spieren werden langzaam stijf van de inspanning en de bijtende kou
Al vlug voelde Piere dat het door uitputting niet lang meer kon blijven duren
Meer kan ik helaas niet voor u doen Bella jong, hoeveel ik ook van je hou
Bella jong fluisterde hij bibberend, ik denk dat dit hier nu het einde zal zijn
Niemand is in dat weer nog op straat en tegen morgen is het al lang te laat
Maar allee we hebben het toch goed gehad he Bella, we hadden het fijn
De Coureur ploeterde met moeite in de koude door de sneeuw met zij fiets
Allee vent dat het nu nog juist moest beginnen sneeuwen ook foeterde hij
Het houdt maar niet op, met die sneeuw in de ogen ziet ne mens bijna niets
Nog ne jonge pezige man vol energie, zo iets van voor in de twintig jaar
Hij had in Stillegem al enige keren meegedaan aan wat koersen in 't dorp
Niet zo erg veel hoor! Misschien zo een vijf of zestal keer allemaal te gaar
Daarom was men hem hier gewoon de Coureur van Stillegem gaan heten
Hij was nu toevallig eens naar een vriend in Luidegem op bezoek geweest
En zoals dat al zo dikwijls gaat bij mensen, een beetje te lang weggezeten
Tegen dat hij het in de gaten had dat het ging sneeuwen was het al te laat
En ja he! Nu moest maar door de sneeuwvlagen rijden met of tegen zijn zin
Zo heel toevallig vond hij plots dat wagenspoor daar in de sneeuw op straat
Ha! Zei hij bij zichzelf dat moet ik volgen het gaat beter in dat wagenspoor
Ik zal me wel een beetje moeten haasten of het sneeuwt nog volledig toe
En met die gedachte in het hoofd, gaf Coureur nog een ferm trapje door
Hij volgde met veel moeite het spoor in de klaarte van zijne kabure licht
Sjonge, 't moet nog wat rapper gaan zei hij, of dat spoor gaat hier verloren
Allee jong Coureur een beetje rapper of het spoor sneeuwt helemaal dicht
Hij moest zijn ogen danig inspannen om het insneeuwende spoor te volgen
Hij deed dan ook zijn uiterste best en week er geen enkel moment van af
Kon dat sneeuwen nu eindelijk toch maar eens ophouden, zei hij verbolgen
Hé dacht hij plots, ik zie ginder ver precies gelijk een schijnsel van licht
Maar het zo vermeende verre schijnsel was helemaal niet ver integendeel
Het was de lantaren aan zijkant van de wagen en het was zelfs heel dicht
Bij zijn laatste klant had Piere die nog vlug doen branden en opgehangen
Nu hing hij juist aan de tegenovergestelde kant van waar Coureur kwam
Die zag dus alleen een flauw licht en liet zich daardoor gewillig vangen
Toen het spoor wat schuin afweek naar de kant, volgde hij gewoon mee
Meteen knalde hij met een schok tegen een achterwiel van de wagen aan
En uitte van de verrassing en schrik alleen maar een zacht gesmoord hee
Hij vloog holderdebolder over zijn fiets en maakte een salto door de lucht
Een ogenblik later lag hij in de sneeuw tussen de koolzakken te spartelen
'k Heb me gelukkig toch geen zere gedaan geloof ik dacht hij opgelucht
Ik had nochtans verwacht van zo meteen tegen de straatstenen te knallen
Hij lag daar heel verwonderd op zijn rug verwart wat in het rond te kijken
Hoe is dat nu mogelijk allee, ik benne gelijk precies naar omhoog gevallen
En ja hoor! Lach niet, eigenlijk was dat toch ook een heel klein beetje waar
Al klinkt dat op het eerste ogenblik onmogelijk, zelfs heel onwaarschijnlijk
Of al vind je dat nu ook zeer onnatuurlijk of tegennatuurlijk of zelfs raar
Want hij lag immers niet op de begane grond maar boven op de wagen
Waar hij wat versuft een tijdje van zijn onverwachte salto moest bekomen
Met in zijn hoofd, een heleboel donkere en duistere onbeantwoorde vragen
Langzaam werden zijn wijd open verschrikte ogen aan het duister gewend
Toen drong het door en begreep hij waar hij zo onverwacht was beland
Mensenlief! Zo 'n schrik! Zei hij bij zichzelf, dat heb ik nog nooit gekend
Hij kroop heel onwennig van de wagen om rap zijn fiets te gaan bekijken
Maar die stond daar doodgewoon zo maar recht tegen de wagen te staan
Alsof niets gebeurd was, met perfect brandend licht stond hij daar te prijken
Alleen zijn stuur, ja dat stond, begrijp je wel, een beetje schots en scheef
Coureur zette zich scherlewiep op het voorwiel en trok hup, het stuur recht
Allee vent toch! Dat Is de eerste keer, dacht hij, dat ik zoiets stoms beleef
Hé! Bedacht hij zich ineens, wat staat die wagen hier eigenlijk zo te doen
En plots hoorde hij het onrustig onregelmatig snuiven van Bella het paard
Hij schrok geweldig van dat geluid maar hield zich toch nog redelijk koen
Een paar minuten bleef hij daar zo luisterend heel stil en roerloos staan
Wa was dadde daar zeg, da was precies zo gelijk, gelijk van een beeste
Azo een vreemd raar geluid zeg, mens toch! En waar kwam dat vandaan
Hij keek een beetje bang en behoedzaam om de hoek van de wagen heen
En knipperde eerst heel even met de ogen tegen de klaarte van de lantaren
Toen zag hij onverwachts in het schijnsel beweging van een paardenbeen
Zijn hart bonsde! Eerst wilde hij het op een lopen zetten maar hield zich in
Hij nam stil de lantaren van de wagen en lichte behoedzaam in het rond
Toen werd hij toch stilaan weer een beetje moediger dan heel in het begin
Dan zag hij het paard op haar zij liggen half op de kant en half in de gracht
Toen pas vond hij Piere daar, gehurkt met de paardenkop op zijn knieën
Ondergesneeuwd, bewegingloos, bleek en stijf, dat had hij niet verwacht
Met een ruk zette hij verschrikt de lantaren op de grond en greep zijn fiets
Help! Schreeuwde hij luid, help! De Piere is dood, Piere de Beeste is dood
Hij sprong heel wild op zijn fiets en was niet meer te stoppen, door niets
Help! Riep hij, help! Hij es dood! Morsdood! Zo wreed had hij verschoten
En al lag de sneeuw hier nog zo dik, Coureur schoot als een pijl vooruit
Zijn keel snoerde toe van 't verschot en schrik maar hij trapte onverdroten
In volle vaart reed hij het stille nachtelijke vredige Stillegem dorp binnen
Recht door de Langestraat en roef! In een ruk het hele dorpsplein over
En boemberdeboem! Meteen met fiets en al Den Bok in om tijd te winnen
De waard dook van 't danig verschieten meteen weg achter zijnen toog
Twee kaarters veerden geschrokken recht en hun bier viel op de grond
Toen kwam de waard alweer voorzichtig even bovenpiepen met één oog
De aangedane jongeman kon de eerste momenten geen woord spreken
Toen hakkelde de waard zelf maar, Coureur jongen, pas toch eens wat op
Al dat geweld! Mee nog een beetje gade gij mijn deure nog kapot breken
Piere! Piere de Beeste! Schreeuwde de jongeman luid, Piere! Hij es dood
Hij zit ginder verre langs de bane in de gracht, in 't water onder de sneeuw
Dat bericht sloeg in als een bom! Onze Piere? En de verwarring was groot
Toe rap de Champetter, riep de waard, zeg dat hij nui subiet moet komen
Ach mens toch! Toe mensen kom, wij gaan alvast maar al eens gaan kijken
Ginder driehonderd meter buiten 't dorp riep Coureur, tussen de bomen
Bij de Champetter thuis waren de vrienden gezellig kaart aan het spelen
Mientje had voor de gelegenheid een taart gebakken en verse koffie gezet
Nee hoor in de warmte waren ze zich hier in 't geheel niet aan het vervelen
Pere snoof genoegzaam de taartlucht op en zei, wat ruikt dat hier goed
Mientje lachte blij en een beetje fier zei, laat het jullie dan maar smaken
Allee, zei Monten lachend, 't is wel tegen mijn goesting maar als 't moet
Iedereen moest daar natuurlijk om lachen, en elk nam een ferm stuk taart
O gij lelijken deugniet toch lachte Mientje en gaf Monten meteen een por
Op datzelfde ogenblik kwam Coureur aangereden in een wilde volle vaart
Hij smeet zijn fiets aan de kant en begon meteen op de deur te bonken
De Champetter beet van 't verschot in zijn vinger in plaats van in het gebak
Zo verschieten! Zei Pere, mensenlief 'k was bijna in mijne koffie verdronken
Champetter, Champetter, riep de Coureur, allee Pere de Beeste es dood
De Champetter trok zijn deur open en vroeg, wa zegde gij daar manneke?
En zijn paard ook! Riep Coureur, in de gracht, 't ligt ginder in groten nood
Ginder? Ginder? Vroeg de Champetter waar moet dat dan ergens zijn?
Awel daar! Driehonderd meter buiten 't dorp langs de weg naar Luidegem
Hij zit daar in de gracht helemaal ineengedoken juist gelijk een ziek konijn
De mannen stonden al gereed, rap hun warme dikke kleren aangetrokken
Ze vertrokken dan ook meteen om de zaak nu eens grondig uit te zoeken
Wij blijven hier hoor, zeiden de vrouwen, ze waren te zeer geschrokken
Toen ze er kwamen, waren enkele mensen aan de wagen aan 't trekken
Ze waren met te weinig het zware gevaarte verroerde nog geen centimeter
Dat verroerd niet zeiden ze, al zouden we er ons allemaal aan verrekken
Pere riep, Piere! Piere man! Wat is hier gebeurd, allee toe zeg iets man
Hij schudde aan Piere en zei, allee Piere jong ge gaat toch nie opgeven hé
Toen klonk heel stil en moeizaam, Pere help toch mijn beeste als 't kan
Monten zette intussen zijn forse rug tegen de achterkant van de wagen
Greep hem van onderen vast, pas op, zei hij, hij moet van die boom weg
Toen hief hij de achterkant op zonder zich zelfs echt te moeten schragen
Met één enkele vlugge beweging zette hij de wagen van de eikeboom weg
Toen sprong hij zonder aarzelen in de gracht en zei, nu hef ik hem hier op
En jullie moeten dan allemaal samen achteruit duwen, wacht tot ik het zeg
Jamaar Monten, zei de Champetter, de wagen weegt veel meer van voor
De Champetter zei, zouden ik en Pere niet beter wat helpen heffen jongen?
Ge moet geen schrik hebben jong Champetter, ik schiet er heus niet door
Gij allen tezamen moeten er alleen maar tegen duwen meer vraag ik niet
En iemand moet Piere natuurlijk goed ondersteunen voordat hij neervalt
Want ik denk als de wagen eenmaal weg is, het paard meteen rechtschiet
Toen zette Monten zijn schouder onder de wagen en hief het gevaarte op
Nu! Riep hij kort en krachtig, en de ganse groep stak uit alle macht mee
De wagen schoot dan ook opeens achteruit en de Champetter riep, stop!
Monten werd zelfs een klein eindje meegetrokken en schoof op zijn rug
De Champetter en Nolle schrokken er geweldig van en wilden toespringen
Maar Monten mankeerde gelukkig niets en was daar ogenblikkelijk terug
Uit de weg mensen pas op toe riep hij, want het paard grabbelt al recht
En maakte met een vlugge beweging het bange paard van de wagen los
En het paard sprong met wilde bewegingen op, zoals Monten had gezegd
Hij had het goed doorzien met de leidsels al stevig en strak in zijn handen
Het verschrikte dier was nu recht en wou er meteen in angst vandoor gaan
Maar Monten liet het niet zomaar begaan en hield het stevig aan banden
Hou Bella meiske, riep hij, hou mijn beeste, hou riep hij met kalme stem
Hou Bella 't is voorbij, stil nou maar Bella, kalm kalm Allee toe Meiske toe
Bella snoof nog een paar heel keer luid, maar luisterde toch naar hem
De Coureur moest onderwijl Piere vasthouden of hij viel zo in het water
Toe rap! Riep Nolle der mee naar den dokter ofwel direct recht naar Kluis
Naar Kluis zei Pere, dat is veel dichterbij de dokter komt dan ook wel later
Piere kon uit zichzelf niet rechtkomen, hij was stijf en stram van de kou
Monten lei hem voorzichtig op zijn zij op de wagen en dekte hem onder
Die arme kerel toch zei hij, hij ziet er nogal uit, helemaal grijs en grauw
't Zijn wel maar kolenzakken en een paardendeken om hem te dekken
Maar beter dan niets hé jong, en hij spande Bella toen vlug voor de wagen
Ju Bella jong vooruit voor uwen baas, 't is nu hoog tijd om te vertrekken
Wacht fluisterde Piere schor, Monten! Haar poten! Doe er lappen onder
Anders slaat ze misschien nog opnieuw omver zorg goed voor mijn beeste
Allee riep Monten! Allemaal helpen! Anders slaat ze weer op haren donder
Met vier man voorzichtig elk aan een poot, was het werkje rap geklaard
En nu rap vooruit zulle zei Monten, of Piere gaat hier nog zijne kikkel laten
Allee ju Bella ju jong, zet nui maar aan en zijt maar een beetje bedaard
De rit door de koude verse sneeuw naar Kluis verliep verder bijzonder goed
Want zonder ongelukken kwamen ze eindelijk aan de vaart bij Kluis aan
Allee toe jongen Coureur, ze Pere, zeg ne keer tegen Kluis dat hij opendoet
Coureur repte zich en klopte op Kluis zijn deur en riep, vlug Kluis doe open
Kluis kwam opendoen en vroeg, awel jong Coureur is er iets aan de hand
BeJa! Zei Coureur, der is iets vreselijk met Piere de Beeste misgelopen
Ze droegen Piere subiet naar binnen en legden hem op een oude deken
Toe vent Kluis hij is helemaal stijf van de kou, zei Nolle, en van uitputting
Is hij buiten bewustzijn? Vroeg Kluis geschrokken of kan hij nog spreken?
Nolle zei, hij vroeg daarstraks nog of we goed voor zijn Bella wilden zorgen
Aha dat is toch alleszins al een goed sein zei Kluis, maak zij bovenlijf bloot
De dokter moet standepede komen we mogen niet wachten tot morgen
En snijden jullie zijn broekspijpen maar helemaal af tot tegen zijn spriet
Want hij ligt daar in een zeer moeilijke gehurkte en verkrampte houding
Zijn broek uittrekken zou hem te veel forceren, dat gaat dus alleszins niet
Vlug Nolle geef me daar ne keer die grote bruine fles met kruidenolie eens
Ik moet zijn spieren zien los te vrijven, dat hij uit die houding ontkrampt
Het zal wel een tijdje duren hoor, zulke dingen gaan zomaar niet ineens
Pere vroeg, zeg zou ne goeie dreupel hem soms vanbinnen wat verwarmen
Allee als ge Ne dreupel drinkt geeft toch altijd een warm gevoel van binnen
Neen nu vooral niet zei Kluis, hier vrijf ook maar wat olie over zijn armen
In zijnen toestand zeker, hij zou zich daarin wel eens kunnen verslikken
Denk toch na jongen hij kan met veel moeite amper een woord fluisteren
Neen dat gaat niet, in zijn geval zou hij er wel eens kunnen in verstikken
Allee toe pak aan jong Nolle, wil jij intussen zijn benen eens goed invrijven
Maar mens toch! Hoe is hij eigenlijk in zo 'n verkrampte houding gekomen
Nolle zei, hij zat daar met de kop van zijn paard op zijn schoot te verstijven
Hij doet alles voor Bella, anders was het arme dier zonder twijfel verdronken
Het lag vast onder de wagen gans vastgeklemd met zijn kop in het water
Piere gaf er bijna zijn leven voor, anders was het met zijn Bella geklonken
Ja ja allemaal goed en wel keef Kluis, maar zie, nu is hij er zelf haast aan
Piere man toch man toch, ik weet wel dat je zoveel van Bella houd zulle
Maar in zulke uiterste gevallen moet je tenslotte toch voor jezelf instaan
Ik kom er met Bella uit fluisterde Piere heel moeizaam of ik blijf er zelf in
Allee heb je van je leven nu al ooit zo ne stomme praat gehoord keef Kluis
Piere hoe is dat mogelijk wa zijde gij toch nen koppige eigenzinnige pin
't Is toch genen mens hé Piere, 't is een beest! 't Is toch maar een paard
Da je der goed voor zorgt, ja Piere! Maar ge moet er toch niet voor sterven
Voor mijn Bella wel! Fluisterde Piere, mijn beeste is mij mijn leven waard
Ge moet realistisch blijven Piere, zei Kluis, ne mens staat boven het dier
Dat verstaat ge toch ook wel hé. Uw eigen leven is het kostbaarste bezit
En wat is ne mens? Vandaag zijt ge gezond, en morgen al naar den Pier
Uw gezondheid is alles, de mensen hebben het er al moelijk genoeg mee
Piere begon ineens te kuchen en te proesten in een poging om te lachen
Maar Kluis jongen fluisterde hij hees, den Pier dat benne 'k ik toch zelf hé
O gij lelijke stommerik, keef Kluis verontwaardigd ge zijt een echte beeste
Ja da zeggen ze hier toch al heel mijn leven lang hé, zei Piere moeizaam
Maar azu rechtstreeks tegen mij, meneer den dokteur ge zijt gij den eeste
Maar 'k bedoelde 'k ik da nui azu niet hé zei Kluis, allee zeg jongen Piere
'k Wildige daar alleen maar mee zeggen dat gij te hard zijt voor ui eigen
Anders zou ik zoiets nooit nie zeggen, wat peisde gij! Ge ziet da van hiere
Piere deed nog eens een lachpoging en zei, Kluis vent kwete 'k ik da wel
Maar 't was algelijk een mooie gelegenheid om ui ne keer te doen gaan
We moeten allemaal niet zo ernstig doen, 't komt wel in orde mee da spel
Wadde? Riep Kluis kwaad, hoe durfde? Op zo 'n moment, gij lelijke beeste
Meteen hield hij zich vlug in en lei geschrokken zijn hand op zijnen mond
Stommerik! Zei hij dan luid tegen zichzelf, nu spreek ik nog als de meeste
Maar 't was nu helaas te laat om zich in te houden 't lag er weer eens uit
Het werkte op Piere zijn lachspieren en hij lachte luid ondanks zijn miserie
Hou toch op keef Kluis, allee is dat daar nu het moment voor stomme guit
Haaa haaa haaa, oei auw haaa haa ha lachte Piere auw aie da doet pijn
En hij greep meteen naar zijn kaken en zijn kop, ha hahaaa, eie oeioeije
Haaa haha haaaa je zou der echt auw auw wel eens ziek voor willen zijn
Kijk nu! Riep Nolle verrast, allee zie, hij beweegt zijn armen en zijn benen
Zo kort na zo'n vreselijke gebeurtenis, en tons nog lachen lijk ne zot allee
Edde da nui al oeit meegemaakt, de meesten waren in zo'n geval henen
Die man is zo sterk als een...als een? Als een beeste vulde Piere rap aan
Maar ba nee vent zei Nolle, als een ...heu..dinges ....allee als een Paard
Piere begon weeral te lachen. Piere! Riep Nolle, 't zal zeker haast gaan!
We sloven ons hier allemaal doodsbang uit om meneer er door te halen
En meneerke zelf ligt ons daar lekker op zijn gemak vierkant uit te lachen
Ha ha haaa, gierde Piere, auw aie mens toch die stekende pijnlijke stralen
't Is welbesteed zei Kluis kwaad, ons uitlachen ge moest beschaamt zijn
Maar hij trok ondertussen vlug een heimelijke knipoog naar de vrienden
Hij komt er al door jongens zei hij, geef hem een glas warme kruidenwijn
De Dokter komt er aan, de Dokter komt, riep Coureur van ginder buiten
Ga ne keer een beetje bijlichten zei Kluis tegen Monten, voor den Dokter
Van als Pruike gehoord had van het gebeurde, was hij niet meer te stuiten
Puffend en blazend stond hij aan de wegel die schuin naar beneden liep
Gans boven stond de Coureur hem ook al met een lantaren bij te lichten
Pruike betrad het wegeltje en zijn benen gleden onder hem uit in een zwiep
Boem op zij zitvlak en in volle vaart schoof hij hobbelend naar beneden
How how how, riep Pruike, how how how, maar dat hielp echter geen zier
How how how, riep hij weer en zo kwam hij snel naar omlaag gegleden
How how how, Monten help toe Monten, riep hij al glijdend naar omlaag
How houw, bleef hij maar roepen da water how stop how houw de vaart
Maar op het looppad beneden greep Monten hem al lachend bij de kraag
Dokter zei hij dan plagend, gaat gij in de winter altijd zo op ziekenbezoek
Monten, Monten, Monten, zuchtte de Dokter, maar toch bedankt hé man
't Is niets zei Monten 't is graag gedaan, maar 't is slechter voor uw broek
De Dokter maakte nog een verwijtend gebaar en schudde eens zijn hoofd
Die onverbeterlijke Monten zei hij, maar gelukkig dat hij er deze keer was
'k He nog sjanse, anders was mijn kaarsken misschien ook nog uitgedoofd
Monten kon natuurlijk de parmantige glijpartij van de Dokter niet verzwijgen
Moede gij dat hier nu echt met zoveel kleur en geur vertellen, riep Pruike
En Piere moest weer lachen, heel moeizaam tot hij ervan moest hijgen
Watte! Riep Pruike, moe 'k ik daarvoren alzo door de sneeuw ploeteren
Voor hier door iedereen uitgelachen te worden, en gij dan ook nog Piere
Terwijl ge daar bijna haldood ligt, en de Dokter bleef maar luidop foeteren
De anderen durfden de Dokter nu niet meer uit te lachen waar hij het zag
En ze beten dan ook op hun lip om de eer van de Dokter niet aan te tasten
Allee toe jongens zei Pruike, lach toch door, ge weet toch wel dat het mag
Toen konden ze zich niet meer houdenen hun gelach klonk door de nacht
A maar mensen je kent me nu toch allemaal al lang genoeg he, zei Pruike
Wat denken jullie eigenlijk wel, ge weet dat ik dit van ulder had verwacht
Dat reclameren is toch allemaal maar voor de lol, ik lach toch ook graag
Het is toch zo gezond, zolang we er allemaal maar plezier aan hebben
Als ik thuis aan 't foeteren ben, lacht mijn vrouw, jij lieverd van een zaag
Pruike luisterde heel aandachtig eens naar Piere zijn longen en zijn hart
Die kerel, zei hij, is zo sterk als een...een....een. Beeste! Vulde Piere aan
Maar nee beeste....heu...heu...Piere, maak mij ne keer niet zo verwart
Piere lachte hartelijk, oei aie auw dat doet zere, hou toch op, hou toch op
Da zal ui leren mensen zo uitlachen zei Pruike, da es ui verdiende straffe
En hou der nu maar mee op he gij ezel want ge zit al mee ne rooie kop
Allee zij stille en strekt ui arms ne keer en doe de vingers eens verroeren
Goed zo zei Pruike, en nui uw tenen, eerst uine linkse voet en nui rechts
Prima zo! Zei hij ge gaat gij in ui leven nog veel kolen kunnen uitvoeren
Tenminste als ge eerst genoeg rust neemt he en medicamenten inpakt
En tenminste veertien dagen warm binnenblijven hoor en zonder werken
Kijk ge moet drei keren van die flasche nemen mee da briefken opgeplakt
Had je Kluis niet gehad hé manneken, ge was gij al lang naar pierenland
Maar meneer den Dokteur, zei Piere, 'k benne 'k ik daar al heel mijn leven
Ja natuurlijk zei Pruike met een knipoog, meneerke doet weeral plezant
Allee toe ziekelijken, beweeg nui ook maar ne keer ui oren he, allee komaf
Maar meneer de Dokteur zei Piere, hoe kanne 'k ik nui mijn oren verroeren
Zie je nui ziede ze bewegen niet zei Pruike, ja man dan vallen die zeker af
Toen hij Piere zijn verwonderd gezicht zag schaterde hij het heel luid uit
Gij lelijken nieweert riep Piere, nui heb je mij algelijk nogal schone liggen
Hij wou onverwacht rechtkrabbelen maar riep meteen, auw auw mijn kuit
Vanzelfsprekend hadden de anderen allemaal mee gelachen met Pruike
Stop daar maar mee jongen Piere zei Pruike, dat is echt nog wat te vroeg
't Is waar meneer den Dokteur, zei Piere, voor da 'k op mijn bakhuis stuike
Ge blijft trouwens vanacht hier zei Pruike en zelfs misschien ook morgen
Kluis moet u nog verder de spieren van uw armen en benen loswerken
En u natuurlijk ook nog een tijdje verder met zijn zalf en kruiden verzorgen
Maar iedereen kan nu gerust naar huis gaan het ergste is gelukkig voorbij
Je hebt alles aan die mannen te danken vent Piere je hebt geluk gehad
Denk daar aan, Ik ga ook naar huis maar de Coureur gaat mee tot bij mij
Ik weet dat heel goed zei Piere, misschien kan ik ooit iets voor hen doen
Maar dat is niet nodig jong zei Nolle, elkaar helpen is toch heel normaal
Dat doe je niet om er iets voor te krijgen en ook zeker niet voor de poen
We hebben elkaar allemaal gewoon hard nodig, en dat is maar goed ook
Anders vallen al die oude gezellige gemeenschappen zomaar uit elkaar
En verdwijnen al die mooie vriendschappen in Stillegem meteen in rook
Goe gesproken Nolle zei de Champetter, 't is een waarheid als een koe
Wil er nu iemand voor Bella zorgen vroeg Piere, voor mijn brave beeste
Ik zou het liever zelf doen hoor, maar het gaat niet ik voel me nu zo moe
Zeker zei Pere, we gaan dat beestjen eens rap in zijnen stal gaan zetten
We zullen ze eten en drinken geven ze zal absoluut niets te kort hebben
En al de tijd dat jijzelf het niet kunt zullen wij gezamenlijk op haar letten
Dank ulder hartelijk mannen zei Piere gepakt, nee dat vergede 'k ik niet
't Is echt waar hé mensen, maar da beest betekent toch zovele voor mij
Dat ik ze nui allene moe laten newaar, dat doet mij toch zoveel verdriet
Kom kom Piere zei Nolle, ik en Monten kennen toch iets van paarden hé
We hebben er hier al genoeg mee gewerkt bij de boeren hier in de streke
En de Monten bewerkt er nog alle jaren het land mee van Baaske Kadé
Allee goed hoor zei Piere, ik ben nui tenminste toch goed gerustgesteld
Houd ze goed in de gaten he gasten, ze heeft lang in de sneeuw gelegen
Mijn goeie beeste kan er natuurlijk nog altijd ziek worden he of ongesteld
We houden u alleszins wel goed op de hoogte zei Monten, slaap nu maar
Allee zeg tot morgen allemaal, we komen wij dan nog wel ne keer terug
Toen vertrokken ze, maar de vrienden bleven voorlopig nog wat tegaar
Ze borgen de wagen op en deden Bella op stal om haar goed te verzorgen
Ze gaven haar eten en drinken en wreven haar ook nog eens goed droog
Ziezo zei Monten, nui kan dat beest tenminste weeral voort tegen morgen
Op de derde dag na het ongeval, was Piere nog steeds thuis bij de Kluis
Toen de vrienden echter met de mededeling kwamen. Uw paard is ziek!
Was Piere niet meer te houden en zei, wat! Bella ziek! Ik moet naar huis
De twee eerste dagen zei Nolle, was er met haar nog niets aan de hand
Ze vertoonde geen ziekte, at en dronk goed en ze leek zij goed gezond
We waren wij heel content he er was met Bella geen vuiltje aan de wand
Maar deze morgen was het anders, ze at niets en ze trilde zo met pozen
Tegen de middag echter ging ze ineens neerliggen en ze had hoge koorts
Ik ben al ne keer weest kijken zei Kluis en heb ook wat kruiden uitgekozen
We hebben ons best gedaan en alles geprobeerd om ze haar op te gieten
Maar ze weigerde heel halsstarrig elke medewerking om iets in te nemen
Dat ze dan nog zieker zal worden, daar zou ik eigenlijk niet in verschieten
Ik moet direct naar huis zei Piere, anders ga ik nog mijn beeste verliezen
Mij kent ze veel beter he mensen, ik zal ze dat goedje wel kunnen geven
Allee dan goed zei Kluis, maar luister eens goed Piere, gij hebt te kiezen
Ofwel wikkelt ge u voor je naar buiten gaat die warme deken om je heen
En met uwen kop en al der in en zonder commentaar of anders blijf je hier
En binden we u hier op dat bed met een ferme dikke koorde rond uw been
Goed! Goed! Goed! Zei Piere, als ik nui maar vlug naar Bella kan gaan
Dat wisten we wel al op voorhand zei Nolle, gelukkig is de sneeuw al weg
't Heeft goed geregend, der ligt nog wel een restje maar niet op de baan
En we hebben daarom maar eens de sjees van boer Mette gaan lenen
Allee duffel u dus maar volledig goed in en we voeren u dan zo naar huis
Het is veel te ver om te lopen voor u he jong, 't zit nog teveel in uw benen
Da 'k ulder nie hadde in zulke moeilijkheden zei Piere, 'k ware te beklagen
Toe te toe Kom zei Pere, we helpen wij u nu wel naar omhoog op den dijk
Monten stond ginder al te wachten en riep, moe 'k hem komen dragen?
't Is nie nodig jongen Monten zei Piere, 'k trekke 'k ik hier wel mijn plan
'k He 'k ik hier al meer dan hulp genoeg ziedde van die twee ferme kerels
Zo ziek benne 'k ik nui ook nie meer zulle, ge ziet toch wel da 'k het kan
Allee dan! Zoveel te beter jongen Piere zei Monten, 't kan maar goed zijn
'k Voele 'k ik mij redelijk goed zei Piere, zelfs al est nui stijl naar omhoge
Alleen mijnen nekke jong die es nog wat stijf en die doet een beetje pijn
Da komt wel goed jong zei Monten, he nog een weeksken of twee geduld
En ge rijd gij alwere mee uwen wagen en ui trouwe Bella in het dorp rond
Ach Monten zei Piere, was da maar waar, dan was mijnen wens vervuld
Maar ja he vent, mijn arme beeste ligt daar nui helaas doodziek in de stal
En hoe moet dat nui met mijn klanten, die mensen zitten daar te wachten
'k Benne nui al drie dagen achteruit, en mee die kouwe 'k moet nog overal
Weet ge wat vent zei Pere, we zullen wij zelf wel uw kolen gaan uitvoeren
Ik en Nolle en Monten, geen zorg we maken wij wel wat van onzen tijd vrij
En in de winter is er nu toch niet veel werk he voor het paard bij de boeren
Ik ben er zeker van overtuigd dat we boer Mette zijn paard mogen lenen
Es dat echt! Vroeg Piere verrast, zoude gulder dat voor mij willen doen
Gelijk dadde gulder zijt he mannen, awel azu kenne 'k ik der genen enen
Maar! Zei Monten, dan moet ge ondertussen wel goed op uzelve passen
Dat ge niet hervalt he vent Piere en gij dan weer opnieuw doodziek word
't Zou dan wel kunnen gebeuren dat ge dan algelijk nog gaat verkassen
Nee nee Monten jong 'k versta dadde, ik ga zo subiet naar Bella haar kot
Voor ze wat te helpen verzorgen newaar, 't es daar toch warm in 't stroot
Allee 'k ga mij vaneigens goe verzorgen zeg, 'k benne 'k ik ook nie zot
Voila zei Nolle, we zijn er al, ge wilt zeker eerst en vooral naar ui paard
Als 't u belieft mensen zei Piere, 'k he mijn beeste al in dagen nie gezien
'k Ga der ne keer voren zorgen zie dat ze die kruiden subiet aanvaard
Kluis was Bella ondertussen aan het verzorgen en trok de staldeur open
Hij liet hen rap binnenkomen en zei, tot nu toe nog geen verbetering jong
Als we haar die kruiden niet kunnen opgieten, gaat het hier slecht aflopen
Piere kwam binnen en zei, wacht 'k zalle 'k ik da ne keer subiet proberen
Bella hief ineens haar kop op en hinnikte toen ze Piere zijn stem hoorde
Ja ja Bella jong de Piere es ter were, kom we gaan ons nui ne keer weren
Binnen de kortste keren had Bella de kruiden zonder moeite naar binnen
Edde van ze leven! Zou je daar geen appelflauwte van krijgen zei Kluis
Met ons weigerde ze mee te werken we konden daar niets mee beginnen
Da beest es heel naar mijn hand gekweekt he zei Piere, wat zou je willen
'k Benne 'k ik daar alle dagen mee bezig newaar, die beeste rekent op mij
Aja voor 't roskammen voor strooisel verzorging en hare honger te stillen
Ze heeft het wat op de longen zei Kluis, maar kom laat ons 't beste hopen
Ze heeft toch nog kans hé Kluis? Vroeg Piere bezorgd, mijn brave beeste
'k Heb geen zekerheid jong Piere, we zullen wel zien hoe het zal verlopen
Ik ga der vanacht alleszins blijven bij waken, zei Piere, 't is hier toch warm
Ja dat kan gerust hoor zei Kluis, 't is hier binnen inderdaad warm genoeg
Ik slaap hier toch ook in 't stro, als er iets is dan slaat ge maar subiet alarm
'k Heb hier al ne keer een beetje geslapen 't is hier zo warm als in een bed
In dat malse stro hier en onder zo een van die oude dekens daar, dat kan
Der liggen er hier toch genoeg hoor jongens, 'k heb er al eerder op gelet
Dus Piere jongen, ge weet het nu he, vanacht zijt ge dan zeker niet alléén
Kluis vent zei Piere verzuchtend, ge komt gij nogal wat tegen met mij hé
Ge zit gij hier tegenwoordig mee Piere, als gelijk mee ne blok aan ui been
Jamaar allee Piere jongen, alzo moogde gij dat nui ook niet zien hé man
Als ik het nu eens moeilijk zou hebben, en da kan toch ook gemakkelijk he
'k Ben der zeker van dat jij in dit geval mij ook zou helpen zoveel als je kan
Aaa ja dat es waar zei Piere echt gemeend, want ik kanne geen leed zien
Alhoewel Kluis! Voor mijn eigen lijf kanne 'k ik nogal veel verdragen zulle
Maar als ik iemand anders zie lijden hé, dan zie 'k er zelf van af bovendien
Allee dan he Piere zeiden de vrienden, wij moeten nu alleszins weer weg
Maar morgen komen ik en Monten eerst kolen uitvoeren, dat is beloofd
En vooral niet vergeten een lijstje te maken van waar en hoeveel hé zeg
Ge kunt er op rekenen! Riep Piere nog content, en bedankt op voorhand
Dat zijn toch algelijk goeie kerels hé zei Piere, en ze willen er niets voor
Nee! Zei Kluis, maar juist zulke dingen smeden een goede vriendenband
Aan mij hebben ze er nui zeker ene zulle zei Piere, voor gans het leven
Al kenden wij elkaar van tevoren ook allemaal toch wel al redelijk goed
Maar wat ze mij nui allemaal zomaar onbaatzuchtig en spontaan geven
Dat es echte zuivere pure vriendschap he Kluis, en dat es niet te betalen
En 't es just 't zelfde mee ui, ge wilt er ook al niets voor, voor al ui moeite
'k Heb nooit kunnen denken dat ik hier zoveel vriendschap kon behalen
Piere vent zei Kluis, ge zijt een ruwe bolster, maar je hebt een goed hart
En we voelen dat allemaal aan, ook al geef je dat zelf niet erg graag toe
Ik heu...ikke...nou och Kluis dat doet er niet toe, zei Piere nu wat verwart
Kom laten wij liever in huis gaan en meteen ne keer voor wat eten zorgen
Prima idee zei Kluis, ik zal dat voor vandaag wel ne keer zelf klaarmaken
Inmiddels kunde gij dan al een lijstje maken voor de mannen voor morgen
Maar Kluis! Zei Piere diep nadenkend, daarstraks was jij toch nog thuis?
En als we hier zo pas aankwamen, kwam jij al meteen uit de paardenstal
Zo heel moeilijk is dat nu toch niet te begrijpen hé vent Piere, lachte Kluis
Want eigenlijk zijn we naaste geburen, alleen gescheiden door een bos
Maar als ge met de wagen de straten neemt moet ge helemaal omrijden
Ik loop echter dwars door het bos en ben er subiet, ik rijd met geen ros
Het lijkt wel ver, maar dat komt omdat we elkaar niet kunnen zien wonen
Hja ge kunt mij alleszins niet zien wonen he Piere daar onder dienen dijk
Maar ja 'k wille maar zeggen he, ik zal u wel ne keer de naaste weg tonen
Ja 't is eigenlijk wel waar zei Piere, maar ik heb er nog nooit bij stilgestaan
Ne mens is altijd met ander dingen bezig he, om de klanten te bedienen
Voor te wandelen heb ik eigelijk nooit tijd gehad en zo om tevoet te gaan
Aja he zei Piere, ik ben altijd met de wagen en dus lijkt dat ver lans hier
Je zou eens door 't bos moeten lopen zei kluis, het zal de moeite lonen
Je ruikt de gezonde boslucht en ziet en hoort vogels en dat geeft plezier
Geen slecht gedacht zei Piere, ik kom je dan meteen ook eens opzoeken
Daar houd ik je aan hoor zei Kluis, en dan drinken we heel gezellig koffie
En als je me op tijd verwittigt, dan bak ik meteen maar eens pannekoeken
Holalaaa lachte Piere, nu mag je me zeker en vast ne keer verwachten
't Is geleden van dat moeder nog leefde dat ik Pannekoeken heb gegeten
Maar allee zei Kluis, is dat echt? Dat was het verste van mijn gedachten
A ja jong zei Piere, voor eten te maken heb ik eigenlijk niet zo erg veel tijd
'k Benne 'k ik alle dagen op de bane en 'k eet ik normaal nogal veel stuten
Allee boterhammen zegde gulder zeker he? 't Is 't zelfde als ge der in bijt
Bij mij komt mijn eten nogal veel uit de vrije zuivere wilde natuur, zei kluis
Vooral in de zomer en de nazomer he kunt ge veel oogsten voor de winter
Dan verwerk ik natuurlijk een groot gedeelte als reserve voor later, thuis
Zoals kruiden, bessen, wortels, wilde appels, paddestoelen en zo meer
Ik zou zo gewoon alleen kunnen leven met wat de wilde natuur me geeft
Maar ik ben niet fanatiek hoor Piere, ik eet ook een gewone appel of peer
En heerlijk bruin brood en verse aardappelen versmaad ik zeker ook niet
Of al eens een goed stuksken van de koe, varken, konijn of kiekenvlees
En zeg Piere jong, als het me past eet ik ook wel eens een teljoortje friet
Ja zeg Kluis vent, 't is al goed hé, 't water komt al zo van in mijnen mond
Ik he nie veel tijd om eten gereed te maken, 'k he teveel werk he vent Kluis
Maar taetsespap dan doe'k dikkels gereed, dat es bovendien nog gezond
Kluis moest er luid om lachen, eten! Ja eten maken! Zei hij, is een kunst
Ik geniet er al van, van als ik alles begin gereed te leggen om te bereiden
In ons leven van al dat heerlijks te mogen gebruiken is een ware gunst
Kijk zie Piere ons potje is al klaar, allee laat het u maar smaken hé man
Dat is konijn die ik gekregen heb van boer Mette, ook echte brave mensen
Hummmm! Zei Piere, mens toch 't is waar! Dat es kunst als ge dat zo kan
Vroeg in de morgen werd Kluis wakker gemaakt door een droevig gesnik
Piere zat daar in de stal op zijn knieën bij zijn trouwe Bella en huilde stil
Wat scheelt er met Bella dacht Kluis verschrikt, Piere is niet in zijn schik
Hij wou omwille van Piere nu niet laten zien dat hij hem had horen wenen
Daarom geeuwde en gaapte hij eens luidruchtig alsof hij pas wakker werd
En strekte een paar keer met opzet en veel lawaai in het stro, zijn benen
Piere kuiste nog heel snel zijn tranen af en zei, Kluis jongen ze gaat dood
Ze ligt daar toch zo vreselijk stil en kijkt me zo af en toe gelijk triestig aan
Volgens mij is ze ver gezet jong, zie zelf maar ze verkeert in grote nood
Kluis krabbelde nu recht en kwam vlug kijken en luisterde naar haar hart
Hij wreef onderzoekend over gans haar lichaam en keek dan in haar ogen
Piere jongen zei hij, ze is alleen rustig geworden, 't is dat die u zo verward
Maar ik kan u ten stelligste verzekeren, Bella is gelukkig aan de beterhand
Piere hield even zijn adem in, Kluis zei hij opgewonden es dat echt waar?
Absoluut, zei Kluis, de ziekte is gekeerd, Bella is in een betere fase beland
Piere hield onbeholpen zijn handen voor zijn ogen om geen tranen te tonen
En Kluis gebaarde dat hij het niet zag en rommelde onderwijl wat in zijn tas
Piere herstelde zich vlug en zei, o vent kon ik u maar ergens mee belonen
O maar dat kunt ge heel goed doen hoor, door eens op bezoek te komen
Es dat al? Vroeg Piere, dat es nie vele, komen doe ik toch alleszins hoor
Meer heb ik niet nodig zei Kluis, ne keer een babbeltje tussen de bomen
Maar! Ik reken er dan ook wel stellig op hé, maar eerst volledig genezen
En 'k heb daar ook nog zo ne hele schonen boek liggen over de paarden
Mee schone prenten in hoor, en er staat daar veel over paarden in te lezen
Allee gij! Zei Piere, awel ziedde da zou ik nu echt gairen ne keer willen zien
Haja! Dan komde gij maar ne keer af hé zei Kluis, ik heb altijd tijd genoeg
'k Heb er eigenlijk meer over paarden zulle, misschien wel zo 'n stuk of tien
Pas maar op mee al ui boeken zei Piere, of ge geraakt mij niet meer kwijt
Da es mijn liefhebberij hé vent Kluis, 'k heb altijd mee paarden gewerkt
En als ik daarover beginne hé, dan krijgde gij daarvan misschien nog spijt
De staldeur werd geopend en de Monten en Pere kwamen binnengestapt
En hoe staat het hier? Vroeg Pere, is het nu al een beetje beter mee Bella?
't Is gelukkig beter zei Kluis, en we hebben wij wat over de paarden geklapt
Haha! Dat es goe nieuws zei Monten, en Piere? Es ui lijstje nui al gereed?
Ja zulle zei Piere, en hoe est? Hebt ge ergens een paard kunnen lenen?
Bij boer Mette zei Pere, we legden wij hem dat uit in 't lang en in 't breed
Dienen mens was bijzonder blije dat hij alzo zijn steentje kon bijdragen
Ge weet toch hoe boeren zij hé, als het over hun koeien of paarden gaat
En ze hadden daar veel compassie met u, dat moet ge toch niet vragen
Haja 'k ga daar ook mee kolen hé zei Piere, die mensen kennen mij goed
Mette en Gusta zijn brave mensen, 't es spijtig dat ze geen kinders hebben
Ja! Zei Pere, he gij wel gelijk maar zij leven zij zonder ook op goede voet
Zeker! Zei Piere da wel, maar 'k wete dat ze toch zo graag kinderen zien
Da moeten er daarvoor geen hele bende zijn hé Pere, maar geen es geen
Ééntje was misschien al genoeg, nie iedereen wilt zo een bende van tien
Goed zo zei Monten, we gaan dan maar beter subiet laden en vertrekken
Want da paard ginder buiten begint al stillekens wat ongeduldig te worden
Ze wil zeker eens een goede wandeling om haar benen eens te strekken
Zo ongeveer een goed uur later waren Pere en Monten dan ook op weg
't Is nog een schoon toerken he zeg Monten zei Pere, dat we moeten doen
Da gaat zei Monten, kijk ne keer onze laatste klant is bij Meemieken zeg
Maar dat is daar vlak achter zijn huis, ge kunt het zo van daar zien staan
Ze staat er laatst op dus gaan we ze dan ook maar laatst doen, zei Pere
Piere doet dan anders alleen, dus zal da mee ons getween rapper gaan
Ieder heeft zijn eigen gewoonten, dat zal bij Piere allicht ook wel zo zijn
Maar 't es nogal ne taaie kerel he, en je hij es het ook gewend da sleuren
En toch achter azu nen dag sleuren en dragen he thij soms ook wel pijn
Pere zei Monten, zet gij de zakken gewoon maar aan, 'k zal ik wel dragen
Gelijk da ge wild jong Monten, ge moet het maar zeggen als ge moe zijt
'k Zal het u ook wel op tijd helpen onthouden en zelf af en toe eens vragen
Moe? Vroeg Monten verwonderd, van wadde? Van die zakskes zeker Pere
Goed goed zei Pere, 'k weet het wel dat ge daar niet te veel last van hebt
Maar pas op he, ge loopt toch ondertussen ook altijd maar over en 't were
Och vent Pere wat houd dat in, van daar te zitten word ge alleen maar stijf
Da wel zei Pere, maar dat is algelijk een werkje dat we niet gewoon zijn
't Es iets heel anders, na zo' n dag zakken dragen hangt dat toch in uw lijf
Ach kom! Zei Monten we hebben maar een uurke gewerkt, om ze te laden
Amaar ja! Lachte Pere, mee zo' n schepkarretje gaat dat wel gemakkelijk
Van op die laadkaai thuis rijdt ge op de wagen, maar hier zijn geen kaden
En zo onder elkaar lachend en pratend, werkten ze hun ronde verder af
Pere moest er echt krachtig op staan om zelf ook eens te mogen dragen
't Is mijnen toer! Anders leg ik u zelf aan de wagen zei Pere, voor uw straf
Dan kan dat paard hier best zelf maar op de wagen naast mij komen zitten
Allee allee 't es al goed zei Monten, maar alleen voor dienen enen keer hé
'k Moet iets om handen hebben jong Pere, anders lig ik hier straks te pitten
En zo al gekscherend waren zij al vlug bij hun laatste klant aangekomen
Dat heeft nog rap gegaan he zei Monten, allee vent we hebben al gedaan
Dat kan ik nogal geloven zei Pere, kunt ge nog ne betere drager dromen
Monten lachte er vrolijk om, da zou nog een schoon werkske zijn voor mij
Een schoon werkske riep Pere, Monten jongen we zijn zo zwart als ne mol
Da 'k ik ne schoenmaker ben he, wel beste man da maakt mij bijzonder blij
Die Pere toch lachte Monten, allee jong 't es toch maar een beetje zwart
Wacht maar zei Pere tot ge thuiskomt manneken, je mag niet eens in huis
Daar zit ik niet mee in hoor zei Monten, dan pak ik in 't kot een bad apart
Gij zijt toch ook ne specialen hé zei Pere, maar Trientje laat dat niet toe
Ze zit veel te zot van u, maar ze zal zich algelijk wel ne keer laten horen
Mijn Trientje hé zei Monten trots, die es altijd maar bezig en nooit nie moe
En ja hoor! Ze zal reclameren! Zo van hoe kunt ge u toch zo vuil maken
En als ik dan zou zeggen, allee 'k zou dan beter niet meer gaan helpen
Dan est van, e maar Monten toch hoe zou die mens er dan doorgeraken
Dat zijn vrouwen hé zei Pere, en ja he in de keuken wordt ge niet zo vuil
Maar wij mannen! Haja he we moeten wij zo dikwijls vuil werk opknappen
Ge werkt in den hof, ge moet mest uitvoeren of ge maakt ne keer ne kuil
Want als je dan het niet zou doen hé jong, 't zou hen ook niet aanstaan
Dan zouden ze lopen pruttelen van, 't wordt tijd dat den hof wordt gekuist
Of straks zitten we nog zonder groenten, en dat onkruit blijft hier staan
Maar! Zei Monten, er staat nooit onkruit in uwen hof van zolang ik weet
En je hebt groenten staan met hopen, ge kunt gij er zelfs nog verkopen
Da wel zei Pere, 'k doe da graag omdat ik zelf ook gaarne groenten eet
't Is maar om te zeggen dat vrouwen zo bij pozen graag ne keer zagen
Ze zijn zij zo, en ze hebben zij soms van die schieters hé jongen Monten
Maar meestal zijn ze lief hé, en daarbij ze mogen zij wel ne keer klagen
Ach vent Pere wij zijn ook geen zantjes he, we hebben wij ook ons kuren
Daar hedde volledig gelijk in vent Monten we zijn inderdaad geen prentjes
We mogen wij toch ook ne keer zagen he maar 't mag niet te lange duren
Nee te lang mag het niet duren lachte Monten, anders beginnen zij weer
A ge weet het gekscheerde Pere terug, en zij houden het veel langer uit
Dat zijn nu vrouwen he zei Monten, hun tong trekt gairen ne keer van leer
Meemieken stak de deur open en riep, e maar mens toch Monten en Pere
Ge zijt gulder daar ook ne keer, 'k hei ulder al lang ne keer verwacht zulle
Allee 't komt er dan toch van, azo zie 'k ulder eindelijk nog ne keer were
Aja we moesten kolen lossen zei Monten, 't is daarvoren dat we komen
Piere he 't hij een ongeluksken gehad newaar, en daarom komen wij nui
De rest hebben wij al gelost he, en ui hebben wij voor het laatst genomen
Een ongelukske ? Oeijejoeijejoei riep Meemieke, Pere ten es toch nie erg?
Wel! Zei Pere, 't was eerst wel nogal erg maar hij is nu toch al veel beter
Hij heeft ne zak kolen op zijn kop gehad, zei Monten, hij es nui ne dwerg
En hij gierde het dan meteen luidkeels uit om zijn eigen zottige prietpraat
Hij es van 't gewicht heel ineengezakt, hij es maar ne meter hoge meer
Zijn Bella moe ne bril dragen om hem te ziene als hij der mee weg gaat
Och Here toch! Riep Meemieke, allee Monten wat dadde gij nu zegt man
Monten zat daar waarlijk te schokken van het lachen boven op de wagen
Maar Monten toch, zei Meemieken, allee dat gij daar nog mee lachen kan
Maar! Mens Zei Pere, Monten hangt de zotskap uit ge kent hem toch wel
Meemieke toch! Monten is ne kluitspeler en zegt dat om te lachen zulle
Hij meent hij dat allemaal niet he, dat is toch maar gewoon een lachespel
Jamaar zei Meemieke, he 't hij niets erg es da wel waar wa dadde gij zegt
Allee wie moete 'k ik nui geloven den enen zegt dit de ander zegt weer dat
He 't hij nui een ongeluk gehad of niet, zijt nui ne keer alletweeje oprecht
Meemieke jong zei Monten, 'k lach 'k ik maar ne keer, Piere es 't hij goed
Och mensen zei Meemieke, dat es toch algelijk ne pak van mijn herte zulle
Als hij op 't plankier komt hé, herkenne 'k ik direct de stap van zijne voet
'k Heb zelf gene zoon hé Pere maar Piere es ter voor mij wel tiene waard
Hij zegt hij geen Meemieke tegen mij zulle, maar Mieke oftewel Mamieke
Naar buiten toe schijnt hij voor veel mensen nogal stuurs he of vervaard
Maar dat es schijn, hij es de liefste en bezorgste mens voor mij dat ik ken
'k Woon hier al jaren in een huisje van hem hé, maar moet niets betalen
Driemaal in de week komt hij kijken of ik nog wel helemaal gezond ben
Kijk zie! Alle dagen doe ik om acht uur smorgens mijn venster daar open
Van bij hem thuis zit hij daar op te waken en houd hij dat goed in de gaten
En benne 'k ik ne keer een beetje te laat, dan komt hij al subiet afgelopen
't Is ne heel nairstige mens die werkt van smorgens vroeg tot savonds laat
Hij heeft niet alle dagen de tijd om te komen, anders deed hij dat zeker
En als hij dan zelf ne keer niet kan komen, dan stuurt hij Hermien Verstraat
Kolen krijg ik altijd voor niets, en mijn geitje en konijntjes zijn ook van hem
Diene jongen zorgt al jaren voor mij, 't es precies alsof ik zijn moeder ben
Voor mij hé mensen, awel dat es den braafste mens van gans Stillegem
'k Moe niets van eten kopen zulle, hij komt alle stappen mee van alles af
Bovendien betaalt hij zelfs nog den Dokteur, als ik azo ne keer ziek ben
En als hij mij ne keer hoort niezen, haalt hij al den Dokteur op een draf
Ik heb niet veel en ben wellicht wel de armste weduwe uit heel de buurt
Maar door diene lieve Piere hé, heb ik nog nimmer iets tekort gekomen
En dat es al veel jaren zo hoor, sinds ik dat huisje aan hem heb gehuurd
'k Heb mee pijn in mijn herte, wel al over Pere de Beeste horen spreken
Maar dat es grove taal, echt he Monten dat es de liefste mens die ik ken
Die kwaadsprekers zouden veel beter hunnen bek in ulder pluimen steken
Jamaar Meemieken menske zei Pere, je mag dat niet verkeerd begrijpen
Dat es gewoon maar ne bijnaam, de mensen bedoelen dat niet slecht hoor
Der is echt niemand van heel Stillegem die onze Piere de kele wil toenijpen
De mensen zeggen dat maar omdat Piere zo ne vreselijke harde werker is
Je hebt dat gezegde toch al gehoord hé, die kan werken gelijk een beeste
En 't is toch waar ook hé, wat dat werken betreft hebben ze het niet mis
En ne bijnaam hebben is nui niet zo erg, hij is hij hier den eerst niet waar
Ze zijn niet te tellen in Stillegem de die die nen bijnaam hen 't es toch zo
De mensen kijken daar nie van op, ze vinden zij dat hoegenaamd nie raar
Ge hebt gij zelfs ook veel mensen die echt hovaardig zijn op hun bijnaam
Kijk gij maar ne keer naar den Coureur, den dienen is zo fier als ne pauw
Voor hem is die bijnaam zelfs een grote eer en hoegenaamd geen blaam
En als Piere over zijn paard Bella spreekt, zegt hij ook altijd mijn beeste
En ja he jong, daardoor is dat zo stillekens aan zijnen bijnaam geworden
En azo kennen velen hem hier, ja ik durf gerust zeggen zelfs de meeste
Ik heb persoonlijk al veel mensen met respect over hem horen spreken
En geloof me maar he Meemieke, dat is hier nie alleen in Stillegem zulle
'k Heb ik dat zelfs elders ook al meermaals gehoord hier in de omstreken
Och! Zei Meemieken, Pere jongen ik ben zo blije dat doet mij echt deugd
Ik meendige dat ze gewoon maar wilden zeggen dat hij een beeste was
O mens toch ik kanne nie zeggen he hoevele dat dit mijn herte verheugd
Hij zei onlangs nog eens tegen mij dat hij zou willen stoppen met de kolen
Hoe Stoppen Zei Pere, mee wat en hoe gaat hij dan anders verder doen?
Op zijn goed leven zei Meemieke hij droomt al zo lang van ne windmolen
Hij heeft 't hij eigendommen genoeg newaar en nogal wat geërfd van thuis
't Leven zei hij, heeft nog wat anders te bieden dan altijd werken alleen
Hij zei dat hij liever meer over de natuur wou leren zo een beetje gelijk Kluis
Maar ja 't Is rapper gezegd dan gedaan hé, we zullen dat wel zien later
Voorlopig doet hij nog altijd voort, want hij weet het nog niet heel zeker
Hij wordt ook wat ouder hé, den tijd stroomt door uw handen gelijk water
Allee zie Meemieke zei Monten, de kolen zijn gelost we zijn wij weer weg
Dat es goed mannekes, och wacht nog ne keer, 'k heb hier iets voor Piere
Even later ze kwam met een pikzwart hondje af, dat es voor Piere zie zeg
Der was maar één hele zwarte bij en ne zwarte hond dat past goed bij hem
Pere en Monten moesten er om lachen, dat is juist gezien van ui, zei Pere
Dat zal hem opkikkeren, hij zal er alleszins blije mee zijn zei ze met klem
En Piere was er ook blij mee, is dat echt? Vroeg hij gaf ze dat voor mij?
Toen ze hem het hondje gaven. 'k Had het ginder al gezien daar bij haar
'k Had het wel gairen gehad, maar ze sprak er zelf zo fier over en zo blij
Ik wou er dan niet om vragen, aja he omdat ze het zelf gelijk zo graag zag
Maar Piere jongen, zei Pere, ze gaat zij van de vier maar ééntje behouden
Omdat dat veel te veel is voor haar he maar niet omdat ze hen niet mag
Met haar Sproetje daar dan ook nog bij, zouden ze haar wel omver lopen
Ze heeft zij der trouwens ook al eentje aan Henrie de schipper gegeven
'k Ben der wree blije mee zei Piere, 'k ga der wel een bandje voor kopen
Wat later toen de vrienden eens allemaal gezellig samen waren bij Kluis
Bespraken ze wat Meemieken eigenlijk allemaal over Piere had verteld
Hoe hij over Meemieke en haar welzijn waakte en ook zo over haar huis
Sjonge zei Nolle, Wie zou dat nu van zo een ruwe man hebben gedacht
Ha ja naar 't schijnt zei Pere, zou hij toch zo graag ne windmolen hebben
Hij zit daar al altijd zot van he, zo gewoon voor de schoonte en de pracht
Hij zou er zelfs aan denken om binnenkort met de kolenhandel te stoppen
Meemieken zegt dat hij meer dan eigendom genoeg heeft om van te leven
Maar Allee vent zei de Champetter, waar komt gij nu mee op de proppen?
Als dat echt azo is he gasten dan geve 'k ik Piere meer den groot gelijk
'k Moe zeggen, diene mens heeft vele en hard en dag en nacht gewerkt
En hij heeft daarbij nog een schone erfenis gehad, hij is wel redelijk rijk
Pere zei, haja 't is waar, 'k kunne 'k ik Piere absoluut geen ongelijk geven
Da gelove 'k ik nogal, vielen de anderen hem in koor bij, hij he ferm gelijk
Da 'k in zijn plaatse moest zijn zei Nolle, 'k profiteerde goed van 't leven
Maar allee zeg alzo ne goeie mens zei Pere, dat wist ik algelijk toch niet
We hebben hem altijd zo een beetje aanzien als ne ruwe eerlijke werker
't Is toch raar he zeg hoe dat men soms van sommige mensen verschiet
Ik moet eerlijk zeggen zei Kluis, dat ik dat eigenlijk ook niet had verwacht
Maar we wisten wij allemaal wel dat hij niet zo ruw was als hij overkwam
Ja dat is ook waar zei Pere, we hebben wij dat al lang voordien gedacht
Allee iemand die zoveel van dieren houd, kan toch geen slecht mens zijn
En nooit heeft hij iemand bedrogen of onheus behandeld, zover ik weet
Hij deed altijd heel getrouw zijn ronde, zowel bij regen als bij zonneschijn
Maar! Zei Nolle, we wisten wel dat hij soms een zak kolen aan armen gaf
Al zei hij dan tegen hen dat ze het moesten zwijgen, hij is nu eenmaal zo
Als weldoener bekent staan zei Kluis, is iets dat niet goed in zijn lijn lag
Hij is altijd zo een eenzaat geweest die graag een beetje ruw overkwam
De mensen begrepen dat ook wel hoor en ze lieten hem gewoon met rust
Maar ja he, met dat ongeluk nu van Piere is natuurlijk het hek van de dam
Iedereen heeft medelijden met hem, en de tongen komen nu allemaal los
Overal hoor je vertellen wat voor goede dingen hij allemaal heeft gedaan
En hoe goed hij voor Meemieke zorgt, die daar woont aan het grote bos
Ja! Zei Nolle, Piere zal er echter vanaf heden wel mee moeten leren leven
De mensen hebben het nu ook allemaal door, dat hij een klein hartje heeft
En ze zullen dat nu ook willen laten merken hoeveel ze om hem geven
Och, zei de Champetter, da komt wel goed jong, als hij maar rap geneest
Hij is wel altijd graag alleen geweest maar gaat toch vlot met mensen om
Ik denk dat hij eigenlijk alleen maar een beetje de te grote drukte vreest
Maar niet de mensen zelf, als hij maar gewoon zijn eigen leventje kan gaan
Zo is dat ongeveer zei de Champetter, hij is erg gehecht aan zijne privé
Dat is toch normaal he zei Kluis, elkeen leidt graag zo zijn eigen bestaan
Maar allee zei Pere, hij heeft ons nu toch alleszins als vrienden aanvaardt
Ja! Zei Kluis, en jullie zitten diep in zijn hart hoor, want hij is heel oprecht
Hij is vol lof voor wat jullie voor hem deden en natuurlijk voor zijn paard
Dat is mooi zei Monten aangedaan, hoe meer vrienden hoe meer vreugd
En 't is tenslotte toch daarom he mensen dat het ons hier allemaal gaat
We hebben er weer een goede vriend bij, en echt he, dat doet mij deugd
Ongeveer een maand en een half nadien reed een wagen door Stillegem
Bella het paard, nu weer gezond en wel, deed haar werk net zoals weleer
Piere zat glunderend op de wagen, en! Raad eens! Wie zat daar naast hem
Moorke! Piere zijnen hond natuurlijk, die zat daar op zijne flok rond te kijken
Af en toe loerde hij eens content naar Piere en kwispelde met zijn staart
En Piere kon het dan niet laten hem eens liefdevol over zijn kop te strijken
Hei Piere! Riep Coureur, Moorke zit daar zo schoon te kijken op zijne flok
Ha ja jong zei Piere, hij zit hier graag op zijn achterwerk zo rond te kijken
Kom je eerst ne keer mee zeg Piere, naar Den Bok achter ne frisse slok
Nee jongen Coureur, ik moet nu eerst nog mijn levering afwerken he man
Allee goed dan, riep Coureur, 't zal dan wel op nen ander keer passen he
Zeker! Riep Piere, en onthoud het maar goed he Coureur ik traktere dan
'k Zal het zeker niet vergeten zulle Piere, allee dag he 'k ben der mee weg
En zo zette Piere tevreden zijn weg voort, en bediende trouw zijn klanten
Toen at hij eerst wat, en Moorke! Die kreeg ook boterhammen met beleg
Onafscheidelijk waren die twee. Waar Piere was daar was ook die hond
En Piere was gelukkiger dan ooit met zijn twee beesten, Moorke en Bella
Hij zelf was nu gelukkig weer volledig hersteld en weer helemaal gezond
Kom Bella meiske draai maar af langs de mulder en dan weer naar huis
En Bella deed dan simpelweg wat van haar werd verwacht zoals gewoon
Hei molenaar! Riep Piere, ge zijt gelijk zo druk bezig, ben je aan de kuis?
Wel ja toch een beetje hé jong Piere, 't moet ook ne keer gebeuren hé man
Maar 'k weet niet! 't Steekt mij eigenlijk een beetje tegen, zei de molenaar
'k Zou veel liever wat anders doen, ik hou hier eigenlijk niet zo veel van
Zeg Piere 't is toch eigenaardig hé, gij zijt ne kolenman en heet De Mulder
Raar he! En ik ben een mulder en mijn naam is nu wel toevallig Kolenman
Vent Piere, ik zou eigenlijk veel liever zo de baan doen, allee gelijk gulder
'k Ben 'k ik nog zo jong en te veel alléén en ik ben zo graag langs de baan
Had ik maar zo' n werk gelijk gij jongen Piere dat is iets dat mij meer past
Maar 'k zit hier vast he, mee die ne stenen windmolen zal dat moeilijk gaan
Ik heb dat geërfd van mijn vader, maar dat werk past mij eigenlijk zo niet
'k Ben mijn vader wel dankbaar hoor, dat ik dat allemaal heb gekregen
't Heeft wel een zekere waarde, en alles is nog in goede staat zoals ge ziet
Maar ik doe dat werk enkel voort tot ik een andere betere oplossing vind
Tot ik zogezegd een andere stiel heb gevonden, dan verkoop ik dat hier
Maar ja Piere, niet iedereen is gesteld op die draaiende wieken in de wind
Och vent zei Piere, ik heb er zelf ook al een tijdje gedacht van te stoppen
Ik word al een dagje ouder he jong Mulder, en wil eigenlijk iets rustigers
Rustig is het wel zei Kolenman, veel komen er niet meer op de proppen
Mijn vader is er ook niet rijk van geworden, Stillegem is daarvoor te klein
We zouden eigenlijk moeten ruilen jong Piere, zei de molenaar lachend
Dan ben ik eindelijk op de baan en gij zit hier rustig met een glaasje wijn
Piere zat de man zo wat zwijgend te bekijken, dacht even na en zei, goed!
Goed? Vroeg de ander verwonderd, Goed? Wat wil je daarmee zeggen?
Awel! Zei Piere, je wilde toch met mij ruilen! Wel zeg dan of je het nu doet!
Piere vent zei de ander lachend, ge maakt gij natuurlijk een goed grapje
Nee! Zei Piere, ik droom reeds van die molen van toen ik een kind was
Daar geloof ik geen sikkepit van Piere, gij houd mij gewoon voor 't lapje
Nee hoor Kolenman! Zei Piere, ik wil mijn doening ruilen voor die van jouw
Ik neem gewoon uwe mulderstiel over en gij dan de kolenhandel van mij
En als ge het meent moet ge het nu zeggen he, dus beslis nu maar gauw
Natuurlijk vent! Natuurlijk zou ik dat willen zei Kolenman, nogal onzeker
Ik alleszins! 't Is maar de kwestie of dat gij wel zou willen ruilen met mij
Dan is de ruil nu al gesloten zei Piere, kom daarop drinken we een beker
Maar Piere vent! Zei Kolenman, weet je dat zeker? Weet je wat je doet?
Zeker Kolenman zeker jong zei Piere, of schrikt het u zelf af misschien?
Nee absoluut niet Piere jongen mij niet! Maar besef je het zelf wel goed?
Ge moet weten der is in 't geheel niet veel werk meer voor deze molen
'k Wil het u niet verzwijgen he Piere jongen, want je bent mijn beste buur
En jij verdiend goed en hebt een bloeiende zaak vent Piere met uw kolen
Kijk Kolenman! Zei Piere bedaart, onze doeninge is omtrent even groot
Maar 't gaat mij alléén om die molen jong, niet om geld, dat is mijn droom
Ik weet hoe ik van de vele vroegere bezoekjes aan de molen zo genoot
Ik word wat ouder en kan gemakkelijk leven van mijn andere boerderijen
Door ze te verpachten kan ik daar heel goed van leven zonder probleem
Dankzij mijn erfdeel van vader en moeder kan ik mij daar nu mee verblijen
Ik wil nog een beetje malen voor mij en mijn vrienden dat natuurlijk wel
Maar 't gaat mij niet meer om de grote verdiensten, ik heb genoeg gewerkt
Dat mulder spelen is voor mij alleen nog voor t' plezier een bijkomstig spel
Allee Piere jong dan ben ik akkoord! 't Is voor mij de slag van mijn leven
Veel op de baan zijn en dan nog een bloeiende zaak als kolenhandelaar
Maar! Er is echter wel één ding dat ik absoluut niet uit handen wil geven
Hoe? Vroeg Piere verwonderd, wat is er dan nog zo belangrijk aan de zaak
Wel! Zei Kolenman vastberaden mijn paard en mijn wagen wil ik behouden
Mijn paird es azo een beetje gelijk ne kameraad ze deed altijd haar taak
A jamaar vent Kolenman, Da gelove 'k ik riep Piere, daarin geef ik ui gelijk
Ik en mijn Bella zijn ook zo op mekaar afgestemd he ze kent overal de weg
Ze trok de wagen door weer en wind en sleurde hem zelfs deur het slijk
Ge verstaat trouwens, ik houd zelf ook mijn wagen en mijn trouwe beeste
Maar voor de rest es de zaak geklonken en voor ons beiden geen probleem
Piere jongen zei Kolenman blij, ik voele mij als uitgenodigd op een feeste
Maar 'k gelove mijn eigen oren en ogen niet jong dat zoiets kan bestaan
Willen we maar direct alles gaan regelen en nui subiet op papier zetten
Want ik ben voorzeker aan het dromen, willen we naar de Notaris gaan?
Piere moest luid lachen, ach! Zei hij, je twijfelt nog altijd of ik het wel meen
Eerlijk gezegd ja! Zei Kolenman, 't is eigenlijk te schone om waar te zijn
Vooruit dan maar he zei Piere, geen twijfels meer we gaan er direct heen
Kolenman stormde als een gek naar Piere zijn wagen en sprong er rap op
Allee allee we zijn weg zei hij, anders verander je toch nog van gedachten
Allee toe Piere jong een beetje rapper, voor mijn part mag het in galop
Kalm jong kalm! Zei Piere, ik verander heus niet meer van gedachten hoor
Tenzij dan!? Zei Piere. Zie je wel! Riep Kolenman, je maakte een grapje
Piere schaterde, ik wou je even laten schrikken, maar de ruil gaat door
Bij de Notaris verliep alles heel vlotjes, en kort nadien was alles een feit
Piere was werkelijk dolblij met zijn molen, en de ander dan met zijn kolen
En in zijn zottige jonkheid maakte Kolenman, bokkesprongen als een geit
Vanzelfsprekend was dat die week een verhuizen en gesleur van die twee
Ze waren allebei dol enthousiast en het kon maar niet vlug genoeg gaan
En zoals ge zou verwachten, hielpen natuurlijk al de vrienden ook mee
Kluis kwam als goed buur! Heel normaal! Ook ne keer een kijkje nemen
Ge zijt gij nogal ne gelukzak Piere zei hij, om daar op uw goed te leven
Da gelove 'k ik, schertste Piere, 'k kan van hier haast kijken tot in Bremen
Maar nu ne keer heel serieus hé Kluis, 'k zou u graag ne keer wat vragen
'k Zou die ne molen speciaal willen inrichten als een studie en werkruimte
Voor alles wat met de natuur te maken heeft, ik loop met dat idee al dagen
Als droogruimte voor kruiden, en ook om leren over allerlei soorten stenen
Voor de studie over vlinders allerlei insecten en de zoveel soorten vogels
Bloemen drogen tussen een pers en zalf maken tegen wonden en kenen
En tegen van alles en....en...Kluis zou je mij dat als 't u belieft willen leren?
Is dat echt? Riep Kluis uit, wil je dat echt allemaal doen? In uwen molen
Als 't u belieft toe vent Kluis! Wil je? Er is niets dat ik meer kan begeren
En dan werken we daar zo heel gezellig samen in de molen met ons twee
Of we zitten samen naar de vogels te loeren, kijk daar vanop de buitenloop
We zitten dan daar dan hoog en droog, en breng Oma Kruid dan ook mee
Jongen Piere! Riep Kluis, je maakt van mij de gelukkigste mens op aarde
Mijn hele lijf tintelt al om er aan te beginnen en wel liefst zo vlug mogelijk
Och Dank u vent Kluis zei Piere, uw hulp is mij van onschatbare waarde
En! Vroeg Kluis stralend, mag ik echt in uw molen zo van alles doen nu
Dat is toch alleszins de bedoeling zei Piere, en dan nog iets heel anders
We richten één etage speciaal voor u in Kluis, gans alléén maar voor u
Piere vent zei Kluis gepakt, je verwezenlijkt een speciale droom van mij
Tons kannek van hier boven over Stillegem uitkijken, vent wat een zicht
Hohohoho dat ik da nog mag meemaken mens toch hoho wat ben ik blij
En waarlijk he, van die dag af waren die twee onafscheidelijke kornuiten
Ze werkten, of beter gezegd, ze amuseerden zich vol overgave in de molen
En zaten dikwijls druk pratend over alles te genieten op de loop daarbuiten
Of ze werkten ook menigmaal samen aan en met van alles bij Kluis thuis
Ze schuimden de vaart de bossen en ook de velden af, ja gans de natuur
En Piere leerde over alles, van vlinder tot zelfs over de kleine vledermuis
Ja ze genoten allebei met volle teugen, blij en vrij van het heerlijke leven
En waarlijk! Weldra ontpopte Piere zich als een volwaardig natuurmens
Dit! Zei hij toen, dat zou ik voor geen geld ter wereld nog willen opgeven
En op warme zomeravonden zaten ze daar dikwijls hoog op de buitenloop
Te genieten van een heerlijk fris pintje bier of ze dronken een glaasje wijn
Zo'n leven he jong zei Piere tegen Kluis, dat es voor geen geld te koop
Nu bezoek ik ook alle dagen Meemieke, e ja he ik heb nu tenminste tijd
Ik woon nu nog een beetje dichter en van hier op de molen zie ik daar alles
Ik heb nu nog een veel rustiger gevoel, dat es ook iets dat mij zo verblijd
Ja! Piere had nu eindelijk zijn roeping en ook het ware geluk gevonden
Vreugdevol en vol energie werkte hij samen met zijn leraar en collega Kluis
En ze voelden zich als natuurmensen, heel sterk met Oma Kruid verbonden
Die nu ook telkens ze in Stillegem was, hen meermaals kwam bezoeken
Dan gingen ze samen wandelen, langs de velden de bossen en de heide
Alert speurend in de omstreken van Stillegem in alle kanten en hoeken
De drie onderzoekers stonden weldra als drie natuurspecialisten bekent
Daardoor kregen ze dan ook dikwijls zeer leergierige mensen op bezoek
Maar er kwamen ook veel kinderen, en dat stelden hen ten zeerste content
Vaak haalden ze er ook nog Nolle bij op hun tochten op om mee te gaan
Omdat ook hij een leerling was van Kluis, die zeer veel van kruiden wist
Maar niet zoveel tijd had als zij omdat hij moest werken voor zijn bestaan
Piere maalde nog wel wat, zo een beetje voor zichzelf en voor zijn vrienden
En om de molen eens te kunnen laten werken of soms gewoon zo maar
Voor zijn plezier en ook omdat hij vond dat de vrienden dat wel verdienden
En hij bleef voortdurend ten zeerste toenemen in de kennis van de natuur
Die man! Zei kluis, is erg intelligent en heeft een wonderbaarlijk verstand
Hij snapt alles meteen! Let op! Hij wordt nog schoolmeester op den duur
Maar Piere was er de man niet naar om te vertoeven tussen vier muren
Ik hou heel veel van kinderen zei hij, en ik ga ook heel graag met hen om
Maar zo opgesloten! Neen! Dat is teveel mensen, ik zou dat niet verduren
En toch werd hij op een bijzonder slimme manier tot lesgeven overgehaald
Allee goed dan zei hij, maar dan in de vrije natuur he ofwel bij mij thuis
Maar ik wil helemaal vrij blijven en wil niet dat ge me er iets voor betaald
Elke week een dag, allee eigenlijk nen halve dag ne voor of achtermiddag
Volgens dat het past, en natuurlijk als 't were daarvoor een beetje meevalt
En natuurlijk samen met Kluis hé mensen, zei hij nog vlug met een lach
Echt! Vroegen ze, zou Kluis willen? Iedereen was dolblij met deze regeling
Natuurlijk deed Kluis graag mee, zelfs heel enthousiast en met veel vuur
Dat! Mensen, Zei hij, is voor iedereen hier in Stillegem een ware zegening
De kinderen hunkerden gewoon naar hun wekelijkse lessen zo vrij buiten
En weldra werd Piere geliefd, en iedereen noemde hem Piere de meester
En Piere en Kluis waren dolgelukkig met al hun leergierige jonge spruiten
Tijdens de perioden dat Oma Kruit in Stillegem bij Joostje op bezoek was
Deed ze natuurlijk enthousiast en ijverig mee aan het onderwijzingwerk
Ze vertelde over van alles, over de vogels de vlinders en zelfs over 't gras
Ook Fridda en Mandie, leerden vlijtig over de Lijster de Akelei en de Berk
Al waren ze natuurlijk veel bij Oma Kruit, en waren ze wat in het voordeel
Ze schreven ook veel op ze bezagen dat zo een beetje als hun huiswerk
En spoedig was ze voor iedereen, zowel groot als klein, hun Oma Kruid
Een klein jongetje vroeg haar, je bent toch ook een beetje mijn Oma hé?
Ze wreef liefdevol over zijn hoofd en zei, natuurlijk mijn kleine blonde guit
Joostje, Lisa en August, waren op hun Oma Kruid zo fier als een pauw
De kleine Joost liep dikwijls vrolijk en blij, speels huppelend aan haar hand
Zeg Oma dit en dan Oma dat, en het verwarmde het hart van de vrouw
Hier in dat mooie gezinnetje voelde zich werkelijk familie geliefd en thuis
Ze voelde aan dat ze hier heel erg verlangden naar haar jaarlijks bezoek
Ze had hier nu ook vele leergrage vrienden en haar beste Collega Kluis
Op een mooie dag was Oma Kruid op het erf gewoon aan het wandelen
Lisa Kwam buiten, wenkte haar toe en riep, moeder ge moet komen eten
Oma Kruid haar gemoed kwam vol, en ze wist niet meer hoe te handelen
Zwijgzaam kwam ze binnen ging zitten en begon dan schokkend te huilen
Moeder! Zei Lisa verschrikt, ben je ziek! Hebt ge u misschien pijn gedaan
Oma kon niet meteen antwoorden en ging achter haar handen schuilen
Ze huilde alleen maar zachtjes en haar schouders schokten op en neer
Maar Moeder zei August geschokt, zeg ons als 't u belieft wat er scheelt
Hebt ge u ergens pijn gedaan moeder, toe zeg het ons vroeg Lisa weer
Oma Kruid sloeg haar armen om Lisa heen, mijn lieve dochter zei ze toen
Och mijn lieve dochter, zei ze, aanzie je mij waarlijk als je moeder dan?
Ja moeder! Zei Lisa en ik zie geen reden waarom ik dat nu niet zou doen
Je bent als een moeder voor ons, en wij zijn gelukkig met u als moeder
Ge zijt ons toch zo duurbaar geworden, je hoort hier nu gewoon bij ons
En Joostje droomt van u, je bent voor hem gewoon zijn allerliefste hoeder
Je zit in zijn hartje, voor hem zal je altijd zijn allerliefste Oma Kruid blijven
Maar voor mij en August zijt ge waarlijk de allerliefste moeder die ik ken
En dat zal nog groeien, zo zullen we u voor altijd diep in ons hart schrijven
Ik en August hebben geen ouders meer maar we hebben u nu gevonden
We hebben weer een moeder om ons geluk te delen en naartoe te gaan
Iemand die ons liefheeft en waarmee we zo innig en diep zijn verbonden
Oma Kruid weende en lachte tegelijk en omarmde hen dan een voor een
Nu heb ik eindelijk weer een echt gezin zei ze, al zal ik hier niet altijd zijn
Maar waar ik ook tijdens mijn leven ben, ik voel me nu nooit meer alléén
Ik denk niet dat jullie het volledig beseffen hoe gelukkig jullie mij maken
En met welk vreugdevol blij gevoel ik elk jaar weer naar hier zal komen
En het zal me telkens maar meer moeite kosten om weer weg te geraken
Moeder zei August, reis gerust zoveel als je wilt, maar hier ben je thuis
En als je ooit eens het trekken moe moest worden, kom dan bij ons wonen
Je maakte hier inmiddels vele vrienden en je hebt ook je beste collega Kluis
Dank jullie mijn kinderen weende Oma Kruid dankbaar ik zal er aan denken
Ze omarmde hen toen en kuste hen teder en weende en lachte door elkaar
Jullie diepe liefde is het mooiste wat je me ooit hadden kunnen schenken
Ja! Oma kruit was gelukkig in het gezin Bomelaere in het dorp Stillegem
En bovendien erg Fier op haar jonge beschermeling Joostje Bomelaere
Zelfs tijdens de school natuurlessen buiten lette ze altijd speciaal op hem
Maar ook de andere kinderen kregen natuurlijk haar volledige aandacht
Maar het waren niet alleen schoolkinderen hoor die kwamen om te leren
Ook wel volwassenen die hun nog jonge kinderen hadden meegebracht
Heel Stillegem genoot met plezier met het drietal van de prachtige natuur
En klein noch groot, niemand wou de lessen over de natuur graag missen
Ze drongen er zelfs heel sterk op aan, ook al was het weer soms wat guur
Het drietal werd zowel door groten of de kinderen op de handen gedragen
Ja ze werden hier in he mooie dorp Stillegem door elk gekend en geliefd
Of Oma, Kluis, en Piere daar nu gelukkig mee waren, moet ge niet vragen
Op een zondag namiddag zaten de vrienden gezellig bij een pint in 't Café
Ze zaten wat te kaarten en een beetje het leven van de dag te bespreken
Toen Piere heel onverwacht binnenkwam, hij had natuurlijk Moorke mee
Vrienden! Zei Piere nadrukkelijk, ik kom jullie in het openbaar bedanken
Omdat ik vind dat iedereen hier in ons mooie Stillegem het moet weten
Zonder mijn vrienden, deze mensen hier, zat ik al lang tussen vier planken
Maar zij hebben mij zonder eigenbelang uit de klauwen van de dood gered
En zolang ik in de misere zat, sprongen zij spontaan voor mij in de bres
Weken lang hebben zij zich gans belangloos voor Piere de Beeste ingezet
Mijn gelukkig leven van nu, verkreeg ik alleen door de hulp deze vrienden
Pere, Nolle, Monten, de Champetter en natuurlijk mijn beste collega Kluis
Ik vind dat iedereen dat moest weten, en ik vind dat ze dit ook verdienden
Lang leve de vrienden en lang leve Piere de Meester, riepen de mensen
De vrienden waren verrast en ontroerd en lachten onbeholpen maar blij
Ja! Zei Piere diep gemeend, betere vrienden als die kan ik mij niet wensen
En wat dacht je? De vrouwtjes waren vanzelfsprekend heel fier op hun man
Ze sloegen dan ook vlug en een beetje bezitterig hun arm om die van hen
Om te laten zien dat die van hen was. En de mannen genoten daarvan
En van toen af aan werd de naam, Piere de Beeste, nooit meer genoemd
De mensen hadden daarvoor reeds te veel respect voor Piere gekregen
Maar als Piere de Meester, werd hij in Stillegem en omstreken beroemd

Louis Victor

© 2018-2021 Louis Victor. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin