25. Stantje slampers

03-12-2021

          Stantje Slampers 18/9/2001 19/9/2001

Het was een mooie dag, het zonnetje scheen heerlijk zacht over Stillegem
T' was niet heet maar zo aangenaam warm, zo gewoon goed wandelweer
Stantje Slampers een klein ventje, een arm kereltje, iedereen kende hem
Was weer maar eens op baan zijn steekkarretje duwend zo voor zich uit
Hier en daar stoppend om paardevijgen op te rapen, ja je leest goed hoor
Ja hoor! Paardevijgen! Het klinkt raar maar voor hem was dat een rijke buit
Hij had zelfs een speciale zelfgemaakte krabber en altijd een emmer mee
Geduldig krabde hij tussen de oude kasseistenen, want tijd had hij genoeg
Niemand keek daar raar van op, zo verdiende Stantje Slampers zijn pree
Dus veel mocht er eigenlijk niet van verloren gaan en hij deed ook zijn best
Om toch maar allemaal de hardgedroogde platgetrapte resten te vergaren
In zijn tuintje gebruikte hij daar een gedeelte van, en verkocht dan de rest
Kopers had hij genoeg, het was goede mest, en veel vroeg hij er niet voor
Maar zo had hij iets om handen, hij was ermee buiten en hij deed dat graag
Nee! Op de manier dat Stantje Slampers hier werkte ging er niet veel teloor
Hij passeerde juist wel heel toevallig hoor aan de boerderij van boer Onkels
En gluurde de omtrek af of hij de boerin soms niet ergens zag rondlopen
En reed dan ondertussen in afwachting ter plaatse zomaar wat in kronkels
Hij wist dat als ze hem zag, zij hem alleszins weer iets te eten zou geven
Daarom bleef hij in het ronde treuzelen, zo iets oprapend dat er niet was
Hij rekende een beetje op hen, ja ze waren al lang een steun in zijn leven
Boer Onkels had hem in de gaten gekregen en riep heel vlug zijn vrouw
En er verscheen een verholen glimlach om zijn mond, zie hem eens bezig
Stanske riep hij stil, kom eens kijken hoe Slampers op zoek is naar jouw
Hij draait daar al meer dan een kwartier zo met zijn karretje in het ronde
Stanske gluurde heimelijk door het raam naar buiten, ocharme dat mens
We laten hem niet langer meer wachten lachte ze, het is een echte zonde
'T is algelijk waar he lachte Onkels, roep de sukkelaar maar vlug binnen
Stanske liep vlug naar buiten en Slampers kreeg haar meteen in het oog
Ha boerin riep hij, wat toevallig zeg 'k ging juist aan die straat beginnen
Ah zo! Zei Stanske ik weet het jong Slampers je hebt het altijd zeer druk
Maar kunt ge u misschien toch vrijmaken voor een boterham met hesp
Voor mij en Onkels alléén is een gedroogde hesp toch zo een groot stuk
Maar natuurlijk dadde Stanske zei Slampers, zoveel tijd heb ik nog wel
Ze lachten allebei heel hartelijk want ze kenden elkaar ook al zoveel jaren
Jullie zijn goede mensen zei Slampers, ja gij en Onkels zijt een goed stel
Ja het is waar zei Stanske ik heb het met mijnen Onkels goed getroffen
En ik nog meer met mijn Stanske zei Onkels die het allemaal had gehoord
Echt zei Slampers ik meen wat ik zeg, jullie zijn een paar om op te boffen
Stanske en Onkels wisselden een blik en lachten dan gelukkig naar elkaar
Dat zeg ik niet om te vleien hoor zei Slampers, 't is waarlijk echt gemeend
Jullie zijn altijd gelijkgezind en content, jullie passen echt goed bij mekaar
Allee dan Slampers, zei Stanske, welk brood kies je rogge of tarwebrood
Als 't voor u gelijk is, zei Slampers, graag een stevige roggen boterham
Da es goed voor de darmen he jong Stanske, en daarvan wordt ge groot
Dan zijt gij algelijk toch niet veel van dat goed groei roggenbrood gewent
Want zie maar, je bent eigenlijk toch niet van de grootsten lachte Onkels
Och gekte Slampers terug, ik eet zowat alles en 'k benne 'k ik altijd content
Hier! Zei Stanske, een ferme schelle droge hesp daar groeide meer van
Slampers zette er meteen stevig zijn tanden in, hummmm zei hij, heerlijk
Ze gaf hem nog een verse hete dampende tas koffie en zei, tast toe man
En dat moest ze Slampers geen twee keren zeggen hoor, hij hapte toe
Hij genoot zienderogend van elke beet in zijn heerlijke hespenboterham
Mens dat kan algelijk goed smaken he, zoiets wordt een mens nooit moe
Net als bij zijn werk niets verloren ging, ging ook er hier niet veel verloren
Elk kruimeltje dat op de tafel viel, stopte Slampers dat weer in zijn mond
Onkels en Stanske sloegen hem glimlachend gade zonder hem te storen
Der zal der misschien nu nog wel eentje naar binnen kunnen zeker man
Want ééntje is geentje en twee is eigenlijk maar ééntje newaar zei Stanske
Ze lachte dan heimelijk naar Onkels en ze genoten er beiden stilletjes van
Awel ja! Zei Stanske zei Slampers, ik geloof wel dat het nog juist zal gaan
'K moet nog veel werk afleggen ziedde en dan kan ne mens wat verdragen
Da gelove 'k ik nogal vent Stant zei Onkels, ik voele dat zelf ook zo aan
En Slampers slurpte geneugdelijk aan zijn heerlijk potje koffie in zijn hand
Af en toe sloot hij zijn eens ogen en zei, hummm mensenlief dat smaakt
'K ben blije, zei hij, da' k justekens vandaege per toeval hier benne beland
Zie je mens, mee al da werk had ik toch geen tijd om eten gereed te doen
Ne mens es zo danig bezig mee da werk da ge nie op d' ure let niewaar
En azo est subiet later of da ge peinst he, e ja 't es tons direct achternoen
Azu est vent Slampers, zei Stanske, och 'k heb nui nog ne boterham over
En ook nog een schelle hespe zeg, nui gaat ge ze ook moeten opeten he
Awel ja hum zei Slampers, 'k krijge 'k ik da nog wel onder mijne pull-over
Ze lachten allen eens hartelijk, Slampers begreep wel dat het expres was
Maar hij liet het zich intussen smaken hij wist wel dat ze hem dit gunden
Och 't es waar, zei Stanske er staat hier nog een taloorken pap in de kas
Da mag zeker nie blijven staan want anders gaat da goed eten nog kapot
Als ge dat nog opeet Slampers, dan blijft ge misschien niet meer zo klein
Hij was klein van gestalte, maar eten kon hij als de grootsten en met genot
Maar allee zei Slampers, dat zoe te spijtig zijn om dat kapot te laten gaan
En als da nui zo vree goed es om te groeien mag ik dat zeker niet missen
Hij werd graag door hen geplaagd, want ze waren lichtjes in zijn bestaan
Dat heeft mij goed gedaan, zei Slampers, maar nu kan ik echt niet meer
'K moet zien dat ik niet te dik wordt 'k moet algelijk nog kunnen werken he
Zeker jong zei Stanske, en als ge nog ne keer passeert kom maar weer
Enne Stant, moet je nog een pulleken koffie mee hebben voor onderweg
Maar ja he ik heb nu gelijk alzo niets gepast jong om die koffie in te doen
'k Heb een pulleken in mijne zak, zei Slampers, dat moet wel lukken he zeg
Jamaer vent zei Onkels, 't es gemakkelijk als je van alles bij hebt nietwaar
A ja he zei Slampers, 'k was zo vroeg 'k ben er vergeten koffie in te doen
Tja zei Onkels, als ne mens vree haastig es bestaat natuurlijk dat gevaar
Maar kom ge weet het he wij hebben wij graag ne keer wat klappenanse
Zoveel mensen passeren er hier eigenlijk niet zo dichte tegen de bossen
Dus Slampers jong als gij hier voorbij komt dan hebben wij ne keer sjanse
En als gij hier dan toch toevallig zijt kande gij zowel meteen maar wat eten
E ja Azu hebben wij ook ne keer iemand om wat tegen te klappen newaar
En voor ui past da ook he, vooral als ge inderhaast uw eten zijt vergeten
Just vent Onkels. Allee 'k ben weg, zei Slampers, en bedankt he mensen
't Es gere gedaan vent Slampers, zei Stanske, en vergeet uwe koffie niet
Daar es geen keure op zei Slampers, salu he en nog mijn beste wensen
Dat zei hij altijd als hij hier vertrok, maar het was echt gemeend van hem
Stant hield veel van die mensen en het was niet alleen voor het eten hoor
Voor ik hier eten kreeg waren wij al goede vrienden, zei hij zelf met klem
Hij liep dat zo eens stil te bedenken ze weten 't wel ik heb het niet breed
Beschaamd ben ik er eigenlijk niet om ik doe wat ik kan om te overleven
Maar ze zijn natuurlijk een zegen voor mij en staan altijd met eten gereed
Ze weten heel goed dat ik maar scherts als ik zeg dat ik mijn eten vergeet
Of als zeg dat ik door de haast ben vergeten koffie in mijn pulletje te doen
Ze weten wel dat ik dit maar zeg om te lachen, maar ze lenigen mijn leed
Allee mijnen honger, want voor de rest ben ik gelukkig tochwel in het leven
En veel honger moet ik niet lijden. Onkels sleept zowat van alles naar mij
't Zijn lieve goede mensen en het doet deugt als mensen zo om je geven
Aan zijn pulleken koffie was Stantje Slampers toch heel bijzonder gehecht
Daar kan ik drie dagen van nippen zie, zei hij, en dan nog met veel plezier
Het smaakt nog zo goed omdat het van Onkels komt, zei hij dan oprecht
Pere was in zijnen hof aan 't werken toen hij Slampers voorbij zag gaan
Hei Slampers! Riep hij, ben je haastig vandaag? Je gaat gij gelijk zo rap
Ja jong Pere zei Slampers, de paarden hebben hier gelijk niet veel gedaan
Dat is zo eens met zijn dagen he vooral als er niet veel vervoer is he vent
Haja! Zei Pere, dan heb je tijd genoeg voor ne dreupel begrijp ik daar uit
Kom jong laten wij daar van profiteren nui daje ne keer niet haastg bent
Allee zei Slampers dat moet dan maar he Pere, als je 't mij zo mooi vraagt
Dat verkwikt ne mens he zei Pere, vooral als je gelijk gij moe gewerkt zijt
Wel jong zei Slampers dat valt nogal mee, mijnen dag is al goed geslaagd
En hij vertelde hoe goed hij juist gevaren had bij Onkels op de boerderij
Daar laten ze mij nooit gaan he zei hij, zonder een lekker pulleken koffie
En dat gebaar van hen waardeer ik zo he vent Pere echt dat maakt mij blij
Ja 't is waar zei Pere, 't zijn mensen uit de duizend ge vind er zo niet veel
Ze zijn als familie voor mij vent Pere, allee zo net een broer en een zuster
Moest hen iets overkomen zei hij, en hij kreeg er een krop door in de keel
Hier zei Pere, drink uwen dreupel uit dat verjaagd die zwarte gedachten
Jamaar zei Slampers ge weet noeit, ik zou ze niet graag kwijtraken Pere
Er is toch zoveel misere in de wereld ne mens kan van alles verwachten
Toe te toe vent Stant dat gebeurt niet, zei Pere, die mensen zijn gezond
Ze komen zo goed overeen en bovendien houden ze dolveel van elkaar
Leven doen ze van hun boerderij en ze kweken alles zelf op hunne grond
't Is waar zei Slampers ik moet dat van mij afzetten maar 't maakt mij triest
Ja der is wel veel onheil op de wereld zei Pere, dat is natuurlijk wel waar
Maar het is niet omdat ge goede vrienden hebt dat ge ze daarom verliest
Hier nog een dreupelken zie, ge moet 't leven aan de mooie kant bekijken
Ge hebt gelijk jongen Pere, zei Slampers, gij zijt toch altijd optimistisch he
Misschien wel zei Pere, ik loop niet steeds te denken aan doden en lijken
Ik neem het leven zoals het is en tracht er ook het mooiste van te maken
Een lachje op zijn tijd doet ne mens herleven he jong, en het is al zo kort
Al heb ik natuurlijk te doen, met iemand die een harde noot moet kraken
En ik zal zeker ook proberen ze te helpen, allee in de mate dan dat ik kan
Denk maar niet dat ik al de wereldproblemen kan oplossen he Slampers
'k Ben ook maar ne gewone schoenmaker he vent en zeker gene rijke man
Da weet ik wel Pere jong zei Slampers, maar daar komt het nu niet op aan
't Is de intentie die telt he jong Pere, hoe klein die hulp dan ook moge zijn
Als ze maar wat liefde ontvangen en weten dat ze er niet alleen voor staan
Juist zei Pere, Slampers jong je hebt heel goed begrepen wat ik wil zeggen
Maar 't is daarom algelijk toch niet dat we niet eens goed mogen lachen
En eens iemand zo goedbedoeld en onschuldig in de luren mogen leggen
Hahaha die Pere, lachte Slampers, daar voor zijt ge hier wel goed bekend
Vooral dat geval met dat kanariezaad in uwen pap, ach gij lelijke deugniet
Ik zie het gezichtje nog van je Fientje, want die was helemaal niet content
Hela hela, riep Fientje uit de keuken, hoor ik daar niet ergens mijnen naam
Ach Fientje! Lachte Slampers, ge moest uw gezichtje toen gezien hebben
Ja, vent Stant zei Fientje ik kom van alles tegen met mijnen wilde braam
Jamaar, zei Pere lachend het moet natuurlijk plezant zijn voor iedereen
Je mag zomaar niet opzettelijk mensen kwetsen of belachelijk maken he
Een grapje moet altijd plezierig zijn voor iedereen en zeker nooit gemeen
't Is waar vent Pere zei Slampers, ne keer goed lachen kan deugd doen
Och ja zeg Stantje 't is waar ook zei Pere, ik heb mest nodig voor mijn tuin
Dat spul van u is prima mest jong alles in mijn tuin staat zo fris en groen
Als je er soms een karretje kan missen peinst op mij he, ben ik je man hoor
Ik ben bijzonder content van dat spul, dat levert sterke en gezonde vruchten
Vergeet het niet he Slampers, ik betaal daar graag een goed prijsje voor
Natuurlijk jong Pere natuurlijk 't is nu nog niet gans vol maar wel zo subiet
Reken op mij, als ik straks terugkeer kom ik het zonder dralen bij u uitladen
Dat is afgesproken, zei Pere, roep maar eens luid als ge mij hier niet ziet
Ge moogt heel gerust zijn jong, zei Stantje Slampers, ik vind je straks wel
En hij dronk vlug een slokje van Onkels zijne koffie voor hij weer vertrok
Dat is van dienen goede echten zie Pere daarvan krijg je een strak dik vel
Ze lachten er om en Slampers draaide zijn pulletje in een dik bruin papier
En duwde het diep in een holletje in de warme dampende paardenmest
Kijk zie zei hij, daarin blijft die koffie altijd warm, wat zeg ik, ja heet schier
En vies moet je daarvan toch ook niet zijn, het zit schone proper ingepakt
't Ja! Zei Pere, 't is maar zoals je het beziet he, 't is azo elk zijn goesting
Allee 'k ben weg 't zal wat beter gaan nu, mijn eten is intussen wat gezakt
Tot straks dan he Pere 'k zalle mijn karretje nui ne keer rap gaan opvullen
Goed! Riep Pere nog, ik reken er op zulle en verwacht u subiet in 't keren
En Slampers vertrok weer welgezind met zijn steekkarretje en zijn spullen
Hij was content want voor zijn karretje mest wachten hem nieuwe centjes
En dan kon hij weer een tijdje verder want Slampers had niet zoveel nodig
Nee hij was er de man niet naar, voor veel tralalala luxe en complimentjes
Als hij maar genoeg had om te eten, zich te warmen en de nodige kleren
Kon de rest hem eigenlijk weinig schelen. Hij moest voor niemand zorgen
En om alleen voor zichzelf te zorgen moest hij zich niet zo erg hard weren
Iedereen kende hem hier ook en hij kreeg wat langs hier en wat langs daar
Stantje Slampers werd graag gezien in Stillegem en was met alles tevreden
En zo scharrelde hij al vele jaren zijn eenvoudig kostje makkelijk bij elkaar
't Kwam door omstandigheden eens een keer voor dat hij zonder eten zat
Maar dan draaide hij wel eens heel toevallig langs de boerderij van Onkels
Die begrepen dat zonder vragen, en eten moest hij absoluut van alles wat
Tot zij buikje gans rond stond als een tonnetje en voledig verzadigd was
Zo nu en dan stond er aan zijn deurtje een pakje met zowat van alles in
Eieren, kaas, boter, wat hesp of droge worst en zat dan weer goed bij kas
Soms kwam dat dan van Onkels en Stanske en ook soms van den Baard
Ook daar was hij ook steeds welgekomen was daar als vriend ten huize
Menigmaal zat hij ook daar dan ook met het gezin aan tafel aangeschaard
Meine en Riesse schepten dan nog vlug een hoopje schapenkeutels bijeen
En Slampers mengde dat met zijn paardenmest. Prima spul is dat zei hij
Zo vulde zijn karretje dan ook vlug aan, en ging hij bijzonder tevreden heen
In de winter als het koud was bleef hij natuurlijk liever in zijn huisje binnen
En ook als het erg waaide of regende was Slampers op straat niet te zien
Zo gek was hij niet want wat zou ik zulk weer op straat moeten beginnen
Dan zat hij liever lekker achter zijn stoofke lezend van verre reizen over zee
Of hij maakte mooie schilderijtjes waar hij verbazingwekkend goed in was
Ook zat hij wel eens stil door het raam te staren denkend over wel en wee
Maar hij was erg tevreden met zijn leven hij zou het echt niet anders willen
Hij had overal vrienden in 't dorp hij was eigenlijk zo een soort dorpsvriend
Had hij het ook al eens moeilijk zei hij tot zichzelf, niet te zwaar aan tillen
Maar vandaag had hij toch onverwachts een grote tegenslag te verduren
De school was pas gedaan en de kinderen hadden hem reeds zien komen
En ze bleven hem heel stilletjes verdoken vanachter een gevel begluren
Maar toen hij wat genaderd was kwamen ze vlug tevoorschijn gesprongen
Dan dansten ze wild roepend in hun jeugdige zotheid om Slampers heen
Terwijl ze zoiets als, Stantje de strontraper, wild en luid door elkaar zongen
Slampers greep meteen naar zijn klakke en dreigde om er mee te slaan
Ze stoven uit elkaar als een bende mussen maar kwamen even snel terug
Toen riep Slampers, wacht zie deugnieten en stoof er dreigend achteraan
Dat gebeurde niet de eerste keer hoor hij was dat al jaren lang zo gewoon
Eigenlijk was dat een wederkerend vriendenspelletje met de schoolkinderen
Maar ééntje deed nu iets in een domme opwelling, en dat was niet schoon
Hij liet het karretje onverwacht naar achteren omslaan met een harde klap
Het achterberd vloog stuk en een zijstuk vloog er met de hele inhoud uit
Slampers pulletje was plat en de inhoud veroorzaakte een vieze kaki pap
Eerst stond Stantje geschrokken te kijken en zette er zich toen stil bij neer
Mijn karretje, zei hij, 't is helemaal kapot ach mensen wat moet ik nu doen
Hij raapte zijn leeg pulletje op, mijn pulleke goede koffie zei hij keer op keer
Dat was hem nu teveel, hij verborg zijn gezicht achter zijn klakke en huilde
De kinderen waren luid lachend wegelopen want dat vonden ze grappig
Mantje en Tistje zagen wel hoe triestig Stantje achter zijn klakke schuilde
En ze liepen dan heel verbolgen achter de joelende bende kinderen aan
Hei! Riep Tistje, kom ne keer zeg we moeten jullie ne keer iets laten zien
Kom toe! Jullie zullen zeker heel fier zijn op wat jullie zojuist hebben gedaan
Nieuwsgierig als kinderen zijn waren zij bereid om een eind terug te komen
Daar zat Slampers op zijn knieën bij zijn kar, stil te snikken en te snotteren
Dat pakte hen heel erg en enkelen lieten ook hun tranen vrijuit stromen
Zie je zei Tistje, dat is geen grap meer, jullie zijn toch wat te ver gegaan
Stantje had dat karretje hard nodig om moeizaam zijn kostje te verdienen
Hoe moet dat arm ventje nu verder voorzien in het nodige voor zijn bestaan
Ze stonden daar beteuterd te kijken maar wisten daarop echter geen raad
Langzaam kwamen ze zich beteuterd rond Stantje en zijn karretje scharen
Standje, zei er eentje, dat was niet zo bedoeld het was een domme daad
Maar Stantje was niet te troosten dat had hij echt niet van hen verwacht
Laat mij maar alleen zei hij, ik dacht nog zo dat jullie mijn vriendjes waren
Toe ga maar weg jongens laat mij maar alleen dat had ik echt niet gedacht
De kinderen waren door die woorden erg geschokt en gingen droevig heen
Hun kindervriend hadden ze dit keer toch heel diep in de misere gestoken
En Stantje Slampers bleef achter met zijn gebroken karretje gans alleen
Tistje was ondertussen al zo vlug mogelijk naar zijn vader thuis gelopen
En vertelde aan Pere wat er met Slampers zijn steekkarretje was gebeurd
Hoe hij daar zat te huilen en veel te arm was om een nieuwe kar te kopen
Die onnadenkende kwajongens toch zei Pere, hoe konden ze dat nu doen
Dat zijn nu eenmaal kinderen he zei Fientje, dat zit vol met zotte streken
Goed en wel zei Pere, maar zo' n nieuw steekkarretje kost nogal wat poen
Allee kom Tistje neem daar die koorden mee we gaan ne keer gaan kijken
Tegelijkertijd met Mantje en Nolle kwamen zij bij het treurende Stantje aan
Stantje zat daar nog altijd op zijn knieën en wou van zijn karretje niet wijken
O wat moet ik nu doen, wat moet ik nu toch doen, klaagde het ventje triest
Kom jong Stant zei Nolle en trok het karretje recht, we zullen wij u helpen
We zetten alles een beetje op zijn plaats met touwen dat ge niets verliest
Hij was van plan om zijn kar bij mij te lossen, zei Pere, dus maar tot bij mij
Goed dan zei Nolle, en zette de gebroken stukken een beetje op hun plaats
Die kant is totaal afgebroken zie zei Nolle, glad af he, hier aan de rechter zij
Slampers zat alles stil en met lede ogen aan te staren maar zei geen woord
Hij volgde hen dan maar gedwee tot bij Pere waar alles vlug werd afgelost
Geen dank u, geen lachje, niets! Het ventje zijn leven was gans verstoord
Plots draaide hij zich om, liet alles achter, en ging met trage pas naar huis
Sjonge zei Nolle, het arme manneken heeft het deze keer zwaar te pakken
Tistje, zei Pere, ga gij het gebeurde maar eens uitvoerig vertellen aan Kluis
Dat is nu wel de geschiktste persoon om Stantje weer vlug wat op te beuren
Daar heeft hij verstand van, hij pakt dat zo op zijn eigen zachte manier aan
Ik weet zeker dat hij het verdrietige Stantje wel weer zal weten op te fleuren
Allee Mantje zei Nolle, loop maar ne keer met Tistje mee en niet treuzelen
En als hij niet thuis is loop dan maar eens naar de molen bij meester Piere
Pere bekeek het karretje en zei, hieraan zouden wij alleen tijd verbeuzelen
Dat kunnen wij niet herstellen, we gaan het best ne keer horen bij de Fiel
Ze reinigden rap het karretje grondig met water en vertrokken dan meteen
Die maakt dat wel in orde zei Nolle, aja 't is tenslotte toch ook zijnen stiel
Normaal gezien zou dat volgens mij een aardig centje moeten gaan kosten
Zeker maar helaas het ventje heeft daar geen geld voor antwoordde Pere
Ach maar jongens zei Nolle, 'k ben dat achterberd vergeten toen we losten
O zei Pere, dat geeft niet veel vent Nolle het was toch helemaal gebroken
Ik weet het wel, zei Nolle maar misschien kon het toch dienen als model
Had ik er wel bijtijds aan gedacht dan had ik het er toch nog bijgestoken
Fiel is ne goeie stielman hoor zei Pere, die steekt dat zo zonder wel ineen
Die heeft geen model nodig zulle die doet dat zelfs bijna met zijn ogen toe
Ha! Wie we daar hebben riep Fiel, Nolle en Pere wat brengt jullie hierheen
Wel! Zei Nolle, het is eigenlijk voor dat karretje het is helergans gebroken
En hij vertelde over het grote verdriet van Stantje, kortom het hele verhaal
Maar jongens toch zei Fiel, wat hebben die snotters nu weer uitgestoken
Hij bekeek het karretje nauwkeurig en liep er diep peinzend ne keer rond
Een gans nieuw achterberd en hierzie ook nog geheel die rechterkant en zo
'T ja en dan nog wat kleinigheden, ja hoor ik maak dat ding weer gezond
Prima! zei Pere, hoe vlugger hoe beter da ventje wordt er nog heel ziek van
'k Zal dat vooraf en vooral nemen newaar zei Fiel, 't is toch een noodgeval
Dank u vent Fiele zei Nolle, dat diene sukkelaar weer rap stront rapen kan
Ze lachten wel om die opmerking, maar toch voelden ze met Stantje mee
Da manneke zei Fiel, rijd al vanaf ik hem leerde kennen met diezelfde kar
't Is daarom dat hij daar zo aan gehecht is, 't is nogal een sentimentele pee
Maar een braaf mensje zei Nolle, een die nog geen vlieg kwaad zou doen
Ineens kwam een hele bende kinderen tergend traag het hof opgewandeld
Een beetje bangelijk en onzeker en met gezichten zo zuur als een citroen
Wel wel wel! Zei Fiel verwonderd, wat is dat kinderen? wat krijgen we nu?
Ze bleven staan en keken zo donker en schuldig van de een naar de ander
We zouden hakkelde er eentje heel onzeker, graag wat willen vragen aan u
Zo! Zei Fiel ik ben benieuwd, allee manneke vooruit vraag dan nu maar op
Awel wij hebben dat karretje gebroken het is dus ook allemaal onze schuld
Of u dat misschien zou willen maken, ging de knaap verder met rode kop
Stantje heeft daar nu geen geld voor, maar wij gaan daar hard voor werken
We gaan nu met ons allen alles doen om de nodige centjes bijeen te garen
Het lichtste werk voor de kleinsten en het zwaardere dan voor de sterken
Allee gij! Zei Fiel vol bewondering, dat vind ik nu van jullie een mooi gebaar
En vertel dan vooral aan de mensen dat het allemaal voor Stantje zijn kar is
Maar alleen licht werk he jongens, ge zijt te jong, maak het u niet te zwaar
Allee goed dan ik zal dat karretje herstellen maar jullie moeten mij betalen
En vergeet zijn nieuw pulletje niet he mannen en ook zijnen nieuwe emmer
Nee Fiel zeiden ze blij, van als we geld hebben gaan we die subiet halen
Allee goed dan zei Fiel, maar ik kan ook wel een paar mannen gebruiken
Om mijnen hof te wieden maar niet tussen mijn bloemen he, dat doe ik zelf
Maar ginder verder onkruid wieden tussen die grote planten en die struiken
Zijn er onder jullie slimme kerels die daar zo al een beetje iets van kennen
Enkelen riepen, ik! Want we moeten er thuis ook af en toe tussen werken
Allee zei Fiel, die twee daar, ge zult er dus maar wat moeten aan wennen
Ik heet Theo zei de een. Aha, zei Fiel, ne mooie naam, van Theofiel zeker
Ba neen gij, was het directe antwoordt, mijn vader zijne name es Armand
En ik heet Frans zei de ander, en ik benne 'k ik de zoon van den apotheker
Zo zo zei Fiel, en nu nog twee voor mijn werkplaats eens mooi op te vagen
De schavelingen al het zagemeel en natuurlijk ook het stof wat afdoen he
En het moet wel proper zijn he jongens zodat ik achteraf niet moet klagen
Ik kan der ook een stuk of vier van die sterke mannen gebruiken, zei Pere
Om al die paardenmest uit Stantje' s kar in mijnen hof wijd uit te strooien
Maar vandaag natuurlijk niet meer he 't is nu te laat kom morgen dus were
En ook een stuk of vier voor bij mij, zei Nolle, 'k heb ik ook werk genoeg
De afrastering moet worden hersteld en ik moet ook nog een voliere zetten
Mantje die er ook bij was keek heel verwonderd terwijl hij zijn ogen opsloeg
Een voliere vake? Vroeg hij opgewonden, een voliere? meende gij dat echt?
Maar natuurlijk zei Nolle, tenzij gij er absoluut geen wilt, dan natuurlijk niet
Jawel! Jawel! Riep Mantje luid, allee dat is 't liefste wat ik wil ja ja oprecht
Ziezo dat is dat zei Fiel, de rest moet nu maar in het dorp iets gaan vinden
Allee dan jongens tot morgen dan na de school, en alleszins niet vergeten
Jeeee riepen de kinderen verblijd en stoven dan uit elkaar naar alle winden
Kijk! Zei Fiel, ik zou dat karretje anders helemaal gratis hebben gemaakt
Maar hun eigen initiatief vind ik zo heel opvoedkundig uitermate geschikt
Zo leren ze hun verantwoordelijkheid. 't Is dus een teken dat het hen raakt
Daar heb je gelijk in, zei Nolle, maar ik weet niet of ze veel zullen vergaren
Want dat is een heel andere kwestie de mensen hier hebben zelf niet veel
Daar gaat het niet om zei Fiel, waar het om gaat is dat ze zo leren sparen
En ook respect leren opbrengen voor alles, en ook voor andermans goed
't Is toch dat ze er mee inzitten he zei Pere, anders doen ze er niets voor
Dat is juist zei Nolle, als kind hier zoiets komen voorstellen vergt wel moed
Hoe? Zei Nolle plots, zijde gulder nui nog niet weg, tegen Tistje en Mantje
Ha jamaar zei Mantje, we kwamen de bende tegen en ze wilden ons mee
Allee vooruit dan! Trap het ulder nu maar af en ga langs het binnenkantje
Na het ingewikkeld verhaal van de kinderen ging Kluis bij Stantje op bezoek
Binnen klonk het mat op het geklop en de roep, Stantje ik ben het he, Kluis
Stantje zat daar nogal triest en verslagen op een biezen stoel in een hoek
Awel Stant ge zijt zo stil, 'k heb van uwen tegenslag daar zojuist gehoord
Zo vreselijk erg is dat nu toch ook weer niet he om hier zo te zitten treuren
Jamaar het is een erfstuk van mijn vader, zei Stantje afwezig en gestoord
Het doet mij pijn dat ik dacht dat die kinderen mijn echte vriendjes waren
Maar nee hoor! Ze hebben zomaar opzettelijk mijn trouwe karretje vernield
Dat had ik echt niet gedacht zei hij, en zat toen weer voor zich uit te staren
Stant jong ge pakt dat veel te zwaar op, allee je weet toch hoe kinderen zijn
Dat is jong en onervaren vent en ziet niet altijd het gevolg van hun daden
Ze hebben dat absoluut niet echt opzettelijk gedaan dat ligt niet in hun lijn
Dat was gewoon een ondoordachte handeling met die ongelukkige afloop
Ik ben alles kwijt klaagde Stantje, mijn karretje en ook nog mijn vriendjes
Geen werk en geen inkomen, een donkere toekomst zonder enige hoop
En ook mijn heerlijke pulletje verse koffie kwijt, gekregen op de boerderij
Ik kon daar twee a drie dagen lang af en toe een paar slokken van drinken
Daar genoot ik zo van Kluis, omdat het van Onkels kwam dat maakt me blij
Maar helaas mijn goed pulletje is kapot, zo plat als een hard gedroogde vijg
En mijn heerlijke goede koffie ligt ginder verloren gestroomd langs de straat
Ik zie echt niet in hoe ik nog ooit geld voor zo een nieuwe kar bij elkaar krijg
Die kinderen speelden zij niet met mij, maar 't was echt spotten jong Kluis
Ik dacht nog wel altijd dat ze om mij gaven en dat het zo een spelletje was
Maar het was echt spotten Kluis, dat doet pijn en 't is in 't geheel niet pluis
Kluis had medelijden en ging op een stoel zitten, tegenover de trieste man
Slampers je slaat de bal toch volledig mis, de kinderen geven veel om jou
Ze lopen ginder in het dorp rond met een gezicht of de wereld zal vergaan
Omdat ze hun goede vriend misdaan hebben, ze voelen zich erg ontrouw
Ze zijn allemaal samen uw karretje met zijn allen nog eens komen bekijken
Met zeer bedrukt gezicht niet wetend wat te doen en met spijt in hun hart
Enkelen zag je zelfs heimelijk hete dikke tranen uit hun trieste ogen strijken
Je hebt het mis vent Stant, ik weet zelfs heel zeker dat ze veel om je geven
Is dat echt vent Kluis vroeg Stantje verwonderd, is dat echt allemaal waar
Maar natuurlijk zei Kluis, allee Slampers jij bent de dorpsvriend in hun leven
Ze zijn zo met u opgegroeid, met die vaste tijden dat ze u daar altijd zagen
Hun getrouwe spelletje dat je met hun speelde, daar zagen ze zo naar uit
Ze rekenden er steeds op dat je daar zou zijn op die vastgestelde dagen
Daar achter dezelfde gevel verstopten ze zich dan keer op keer altijd weer
Jij deed natuurlijk alsof je het niet wist, maar in jezelf rekende je er wel op
Nu zijn ze bang dat je niet meer zult komen, hun Stantje, en dat doet zeer
Ik weet heel zeker dat ze je na enige tijd zelf wel zullen komen opzoeken
Zoude gij dat denken vroeg Stantje, en zijn ogen begonnen weer te stralen
't Is te mooi om waar te zijn, jongen Kluis ge doet mij zeker in de doeken
Let op maar eens mijn woorden zei Kluis 't zal zelfs nog geen weken duren
E maar Allee Kluis! Zei Stantje, ge zijt gij daar precies gelijk zo zeker van
Ik ken toch onze kinderen zei Kluis, en niemand zal hen moeten sturen
Ze zijn te zeer gehecht aan hun speelkameraad en ze willen u niet missen
En als ze nu toch ne keer niet komen zei Stantje, dan sla je er mooi naast
Vergeet dat maar hoor zei Kluis, ik ken ze en zal me niet in hen vergissen
Dat wil ik eerst wel eens zien zei Stantje, en zakte dan weer op zijn stoel
En daarbij ik ben toch algelijk mijn karretje kwijt en zit nu dus zonder werk
Maar Stant toch laat de moed zo niet altijd zakken en trek niet zo'n smoel
Jamaar ja, Gij hebt gemakkelijk praten Kluis, gij komt gewillig aan de kost
Aan gewoon werk geraak ik hier niet, mijn karretje was het enige wat ik had
Dat is het einde van de wereld niet he Slampers dat geraakt wel opgelost
Maar weet je wat vent Stant, kom vanavond maar ne keer bij mij logeren
We kunnen dan samen onder ons nog wat verder uw toestand bespreken
Ik heb toch juist nog wat konijnenvlees staan met zoete gestoofde peren
't Is toch veel te veel voor mij alléén en we drinken dan een glaasje wijn
Ko...konijnenvlees met peren zei Stantje, met het water in al zijn mond
Hij geraakte haast uit zijn woorden niet. Ach jong zei hij maar dat is fijn
Met zoete gestoofde peren vroeg hij nog eens, zo lekker warm uit de pot
Ja zei Kluis, konijn zo zachtjes bruin gebakken en dan goed gaar gestoofd
Stantje verging haast van de goesting, en Kluis had dat gauw in het mot
Maar ja plaagde hij toen, als je nu teveel verdriet hebt kan ik dat verstaan
Dan moet ik vanavond maar alléén konijn met peren eten he en met wijn
Ik begrijp dat wel hoor Stantje. Allee dan zal ik maar weer ne keer gaan
Heu zei Stantje heu zeg Kluis, ik kan toch beter een nachtje bij u logeren
Zie je, na mijn tegenslag is het beter mijn zinnen ne keer te verzetten he
En dat konijnenvlees met zoete peren en die wijn, ik zal dat wel verteren
Allee! Zei Kluis, allee goed dan dat doet mij goed, het doet mij echt plezier
Stantje slikte van de grote goesting, he he he he lachte hij mij ook mij ook
En als er nog wat van over is zei Kluis geef ik de rest maar mee naar hier
Stantje likte aan zijn lippen en smekte, net alsof hij al aan het eten was
En! Vroeg hij, wanneer gade gij dan naar huis, 't is maar om te weten hoor
Kluis zag de honger in Stantje zijn ogen. A direct he zei hij en nam zijn tas
Of ten ware dat gij het nu nog te vroeg vind om dat konijnenvlees te eten
Och nee nee jong zei Stantje, voor mij moede gij u echt niet inhouden hoor
En daarbij he zeg vent Kluis, ik heb wel een ijzersterke maag moede weten
Allee zei Kluis, als het zo zit goed dan he, kom vent we zijn der mee weg
Maak je dan maar gereed he. A jamaar zei Stantje ik benne al gereed zulle
Ach! Goed zo zei Kluis, 't zal je smaken hoor man geloof maar wat ik zeg
Des anderendaags waren de kinderen na de schooluren druk in de weer
Boodschappen doen, fietsen kuisen, en enthousiast plankieren schuren
Ergens nen hof rakelen, de kleinsten wat minder de grootsten des te meer
Maar allen deden hun uiterste best want dat karretje moest worden betaald
Zo verdienden ze een kleinigheidje langs hier en ook een beetje langs daar
En na het werk werd het dan samengeteld hoeveel ze hadden opgehaald
Sommigen kregen bij hun geld nog een paar eieren wat boter of wat kaas
Maar alles was welkom, en 't was allemaal alléén maar voor hun Stantje
Ze werkten soms ook in groepjes samen maar niemand speelde de baas
Ach jong had Fiel tegen Nolle en Pere gezegd ik had hier niemand nodig
Alles ligt hier altijd redelijk proper, maar ik zoek wel wat werk voor ze uit
't Is allee maar om hen wat te kunnen helpen, maar 't is eigenlijk overbodig
Bij mij is 't juist hetzelfde zei Pere lachend mest uitstrooien is subiet gedaan
Ik doe het eigenlijk veel liever zelf, dan is het tenminste beter naar mijn zin
Want veel zullen ze er niet van terechtbrengen maar ik laat ze toch begaan
Dan zoek ik wat anders uit hoe ik ze aan bezigheid kan helpen voorlopig
Ze moeten het gevoel hebben dat ze zelf hun schulden kunnen inlossen
Ik had zo een compassie met hen he, ze keken toch zo triest en wanhopig
Ja zei Nolle ik moet nu wel een volière zetten, om ze wat bezig te houden
En ik laat ze wat krammen in de afsluiting slaan en dan wat hout stapelen
Verder zoek ik nog wel wat uit, want je zag wel hoe ze op ons vertrouwden
Ze lachten eens, maar Fiel zei, ze moeten dat schuldgevoel rap kwijtraken
't Is niet echt goed voor zulke jonge kinderen om daarmee rond te lopen
Als ze dan zelf alles kunnen betalen zullen ze alras hun triestheid staken
Dat zal omslaan in diepe vreugde en trots dat ze dit samen hebben gekund
En als ze genoeg ophalen zal ik hen zelfs echt met bewondering aankijken
Want in zulke arme werkmansbuurt is dat voor zulke knapen wel een stunt
Maar slechts drie dagen later toen het karretje intussen op en top klaar was
Stonden ze daar klaar om te betalen, in spanning of ze nu genoeg hadden
Hun ogen op Fiel gericht, het geld in de handen van de grootste van de klas
Fiel telde het geld met veel precisie traag na en trok toen een zuur gezicht
Jullie hebben wel goed jullie best gedaan maar dat kan ik niet aanvaarden
Grote teleurstelling alom, gemompel van wanhoop hun ogen op Fiel gericht
Weet je wel waarom zei Fiel met een ondeugende lach, het is veel te veel
Want jullie krijgen nog wat terug, genoeg voor een pulletje en een emmer
Luid gejuich, geroep en gedans van vreugde, want iedereen deed zijn deel
Fiele zei Nolle, gij lelijken ezel, ik zakte echt bijna door de grond van spijt
Pere trok Fiel zijn werkhoedje over zijn ogen, gij lelijke stomme dragonder
Als je mij ooit nog eens zoiets lapt wees er zeker van dat ik uw oren splijt
Fiel gierde het uit, en gijlie dan die altijd gereed staan om allerlei grappen
Jamaar lachte Pere die arme schaapjes hadden goesting om zo te bleiten
Dat is dan een wel achterbakse manier lachte Nolle om moppen te tappen
Maar Fiel sprong vlug in de ronde en danste hun wilde vreugdedans mee
Kom op jongens riep hij, we gaan zo subiet het karretje naar huis brengen
Loop snel bij Kolenman om een pulletje en een emmer allen samen allee
Gejuich! En weg waren ze, luidruchtig pratend en lachend van dol plezier
Fiele schreef nog een kort briefje en riep toen Tistje, pak ne keer mijne velo
En zorg dat je de kinderen voor bent he, en geef Kolenman snel dat papier
'k Ben al weg zie zei Tistje fier, om deze voor hem toch bijzonder opdracht
Bij Kolenman gekomen gaf hij het dan ook rap af, die het dan ook vlug las
Heel goed manneke zei deze ge hebt gij uw opdracht heel goed volbracht
Zeg Fiel wat heb je eigenlijk op dat briefje eigenlijk geschreven, vroeg Pere
Heel simpel zei Fiel, dat hij omwille van de kinderen hun blijde overwinning
Hij keek op stopte even, en zei tegen Tistje ha brave jongen ge zijt al were
En vervolgde toen, dat hij uit medegevoel die dingen niet gratis zou geven
Hij zou hun dat soms uit compassie geven om ze een beetje te helpen he
Maar voor al die jonge kinderen is dat de grote overwinning van hun leven
Kolenman is nu juist ook zo een goede ziel, maar hij zal dat wel begrijpen
En die kinderen lossen nu beter volledig op hun eigen manier hun schuld in
Daar moeten ze nu eindelijk van af, het zat hen al lang genoeg te knijpen
Fiel! Zei Nolle, je bent waarlijk een wijs man met een hart voor kinderen
Ik hou ook zielsveel van kinderen zei Fiel, en in het bijzonder van Kareltje
En ik doe wat ik kan om zoveel mogelijk miserie voor hen te verhinderen
Ja zeg vroeg Pere, hoe is het nu met Kareltje, we zien hem niet zo veel
Heel goed hoor zei Fiel, gezond is hij genoeg maar een beetje simpel he
Maar hij is gelukkig in zijn toestand en hij heeft een karakter als fluweel
Hij is echt uw lieveling he zei Nolle, ik zie hem hier dikwijls op 't hof bij jou
Ha ja zei Fiel, maar als je hem kent he dan moet je wel van hem houden
Echt zo' n heel lief kereltje, hij is trouwens ook de lieveling van mijn vrouw
Gelukkig voor hem zei Pere, hij heeft het gelukkig met jullie goed getroffen
Mocht er ooit iets met zijn ouders gebeuren dan heeft hij jullie toch nog
Betere ouders kan hij nergens vinden, en dat is niet om op jullie te boffen
Het is gewoon een feit, en de waarheid mag ook wel eens gezegd worden
Dank u vent Pere zei Fiel aangedaan, er zijn ook wel al regelingen getroffen
Zijn ouders hebben ons zelf gevraagd om in zulk geval, hem te adopteren
Ze zeggen zelf er kan ons ooit iets overkomen, en dan zijn we toch gerust
Als we weten dat hij een goede thuis zou hebben, 't leven kan lelijk keren
Alle papieren zijn reeds in orde, als er iets ernstig gebeurd komt hij bij ons
Sjonge zei Nolle wat een voorzorg voor dat lieve kereltje, twee paar ouders
Daaraan zie je uw wijsheid zei Pere en trok zijn voorhoofd dan in en frons
Zal hij altijd zo achter blijven bij de andere kinderen haalt hij dat nooit bij
De dokters zeggen dat het wel zal beteren als hij wat ouder wordt zei Fiel
Ik hoop dat dan ten zeerste voor dat manneke zei Pere, het maakt me blij
We hopen natuurlijk dat zijn ouders heel lang gezond mogen blijven leven
Want er is tenslotte niemand die een echte moeder of vader kan vervangen
Maar in zo een geval, zullen we hem als ons eigen kind al onze liefde geven
Dat vind ik een mooi gebaar Fiele, zo staat de toekomst voor hem zeker
Hoelala riep Fiel dan daar is de bende terug allee en nu op naar Stantje
Hierzie Fiel een nieuwe pul en een emmer riep de zoon van de apotheker
Dat is prima jongens zei Fiel en hij bond meteen een lang touw aan de kar
Jullie trekken allemaal te samen aan dat touw en ik neem wel het handvat
We gaan nu rap Stantje gaan verblijden want hij kijkt nog altijd triest en star
Pere en Nolle liepen lachend gewoon met de bende mee, en vrolijke groep
Monten, Kluis en de Champetter waren daar natuurlijk toevallig op bezoek
Om Slampers wat op te monteren he, zo zaten ze daar samen op de stoep
Plots keek Stant heel verwonderd naar de in de verte naderende kinderen
Kijk nui ze komen zij precies naar hier zei hij en ze lopen in zo' n lange rij
De Champetter zei, je bent zo triest, wil ik hen dat misschien verhinderen
Natuurlijk was dat om Slampers te plagen. Nee nee zei Slampers meteen
En daarbij jong, ze zullen zij misschien maar moeten passeren langs hier
Ze komen zij niet voor mij hoor ze laten zij diene strontraper liever alléén
Maar ze bleven komen, dichter en dichter en dichter naar Slampers huis
En ze lachten en waren natuurlijk vrolijk uitgelaten zeer luidruchtig en blij
Zie je zie Stantje, hoe uitgelaten ze zijn, ze komen weer spotten jong Kluis
Wat ben jij toch een zwartgallige vent zei Kluis wacht nu toch ne keer af
Zie nu ze trekken zij precies iets voort zei Slampers, aan een lange koorde
En toen ze dan plotseling vlak voor hem bleven staan stond hij geheel paf
Ze weken ineens wijd uiteen en bleven dan afwachtend stil voor hem staan
En wat stond daar toen voor hem? Zijn eigen vertrouwde herstelde karretje
Mijn ..m.. mijn karretje hakkelde Stantje, en zo mooi zei hij gans ontdaan
Daar stond zijn karretje inderdaad, als splinternieuw, geverfd in fris groen
Stantje draaide er gestatig rond en om en bekeek het van langs alle kanten
Hij raakte het telkens weer aan met tranen in de ogen en wist niet wat doen
Stantje zei de oudste van de klas, we hebben alles helemaal zelf betaald
We hebben er samen voor gewerkt en hier is uw nieuwe emmer en een pul
En hier zie we hebben wij ook nog wat eieren en boter en kaas opgehaald
Kijk er is zelfs nog wat geld over voor u en hij duwde het in Slampers hand
Maar Slampers zei eerst niets, hij stond daar maar met een krop in de keel
Dan kon hij zich niet echt meer inhouden en grote tranen vielen in het zand
De kinderen drongen rond hem aan, toe vent Stantje hou daar nu mee op
Allee toe alles is nu toch voorbij, en je hebt uw karretje mooi hersteld weer
Ja lachte Slampers toen door zijn tranen heen en knikte blij met zijn kop
Onkels en Stanske die door de Champetter op voorhand waren ingelicht
Stonden beiden stil achteraan alles gade te slaan, met tranen in de ogen
Hoe mooi he zei Onkels. Ja zei Stanske ze hebben schoon werk verricht
Door zo met eigen middelen en kracht te betalen, voor hun vriend Stantje
Hoe hebben jullie dat allemaal voor elkaar gekregen wilde Stantje weten
We hebben er voor gewerkt, maar het moest rap gaan he net op 't randje
Zo vertelden de kinderen dan, en de verbroedering kwam weer tot stand
Iedereen was weer blij. En Slampers zei nu kan ik toch ook weer werken
En ik heb zelfs weer wat voorraad, nu is er weer niets meer aan de hand
Ik dacht dan nog wel zei Slampers dat jullie mijn vriendjes niet meer waren
Maar allee Stant jong toch zeiden ze, ge weet toch wel dat we u al missen
Ach maar ja natuurlijk zei Stantje, maar ja he ik nu eenmaal zo ne raren
Maar ge zijt gij gene raren jong zei Tistje, ge zijt gij gewoon onze vriend
En ge doet gij bovendien nog een heel goed werk hier in ons eigen dorp
Gij houd gij de straten mooi proper, iets waarvoor gij onze achting verdient
En daarbij levert gij ook nog uistekende mest aan de mensen voor de tuin
Zelfs aan een vriendenprijsje, omdat ge zoveel van de mensen hier houd
En daarbij vent Stant brand gij zelf tijdens de zomer zo mooi gezond bruin
Sjonge sjonge zei Nolle, wat is dat mooi gezegd van zo een jonge knaap
E dat geloof ik nogal zei de Champetter, 'k zou het zelf niet beter kunnen
En 't is ook de waarheid zei Onkels, zonder te zoeken recht voor de raap
Pere zijn ogen blonken van pure trots en een brede lach tooide zijn mond
Maar de kinderen trokken zich dat allemaal niet aan, alles was weer goed
Hun vriend was weer blij, en dus dansten ze nu blij uitgelaten in het rond
Des anderendaags reeds vroeg was Slampers weer met de kar op stap
En fier als een pauw draaide hij vooreerst langs de boerderij van Onkels af
Zoals altijd werd hij weer heel vriendelijk uitgenodigd voor een stevige hap
Wel jong Slampers zei Onkels, uw kar is nu bijna te mooi he voor die mest
't Ja zei Slampers, eigenlijk durfde ik de eerste er echt haast niet in smijten
Maar ja ze dient er nu eenmaal voor en 't is al over, nu gaat het weer best
Wil je nu misschien ne keer wat verse koffie in uw nieuwe pulle proberen
Slampers zij ogen straalden. Eindelijk toch weer zijn lekker pulletje koffie
Daarmee zei hij overgelukkig lachend, kan ne mens nog zo goed presteren
Onkels en Stanske lachten mee, ja zei Onkels een slokje doet soms deugd
Tenminste als je er zo goed tegen kan newaar, zoals gij he vent Slampers
O ja zei Slampers, 't is heerlijke koffie, ik drink spaarzaam en met vreugd
Ge kunt der toch maar deugd van hebben vent Slampers zei Stanske blij
En zo kunnen wij ook nog eens een klapje doen newaar terwijl jij hier bent
Als ge uw werkronde doet komt gij hier toch zo nu en dan ne keer voorbij
Ha ja he jong zei Slampers, 'k moete 'k ik toch natuurlijk alle straten doen
Hij draaide zijn pulletje in bruin papier, en een splinternieuw he zei hij nog
En duwde het dan diep in de paardenmest, net als eerder al bij Pere toen
Daar blijft dat altijd lekker warm zie zei hij, zelfs menige dagen achtereen
Ha jamaar he zei Onkels da es normaal he vent die mest geeft veel hitte
Ha ge weet het toch zei Slampers, en azu profitere 'k ik daarvan meteen
Gelijk heb je vent Slampers, in dat bruin papier blijft dat toch altijd proper
Ha azu es dat zei Slampers, hoe zou ik dat anders warm moeten houden
De koffie blijft schone lekker warm en het kan bovendien niet goedkoper
Allee het beste he mensen bedankt he zeg en dan tot ene van de dagen
Salu Stant jongen zei Stanske en zorg maar goed voor uw karretje zulle
Da loopt wel goed hoor Stanske maar ik zal er alleszins zorg voor dragen
De school was juist uit toen Slampers zoals altijd daar langs passeerde
Dag Stant riepen de kinderen luid en zwaaiden dan vriendelijk goedendag
Slampers zwaaide terug maar was wel diep teleurgesteld toe hij omkeerde
Dat was nu zo al een paar weken lang achtereen steeds hetzelfde tafereel
En Stantje zat heel misnoegd aan de kant van de weg zo wat uit te rusten
Piere de meester overzag nu juist de plaats van op de molen in zijn geheel
Hij dacht Slampers zit daar precies gelijk zo stil zou hij misschien ziek zijn
Zo van ver te zien heeft hij volgens mij toch niet te veel zin om te lachen
Ik ga maar ne keer gaan horen, ha ja misschien heeft hij wel ergens pijn
Even later stond Piere naast Stantje Slampers aan de kant van de baan
Wat is dat met u jong Stant, allee ge trekt gij gelijk alzo een zuur gezicht
Ge zit daar precies alsof gij zo in uw eentje een gans leger moet verslaan
Ach zwijg vent Piere zei Slampers, de kinderen spelen niet meer met mij
't Is echt niet meer gelijk vroeger, ze zijn wel vriendelijk hoor dat is het niet
Maar 't is toch 't zelfde niet meer he, dat spontane spelletje maakte me blij
Jamaar Stant jong, ge moet dat toch begrijpen, ze zijn bang u te kwetsen
Ze zouden zij dolgraag weer luid zingend en roepend om u heen dansen
Maar ze denken dat je bang bent dat ze weer uw karretje zoude omkletsen
Zou je dat denken vroeg Stantje hoopvol, zou het ooit kunnen overgaan
Absoluut zei Piere, maar ge moet wat geduld hebben het zijn kinderen he
Allee dan zei Slampers, bedankt he Piere dat gesprek heeft deugt gedaan
Het is niets jong Slampers, we zijn wij hier toch maar om elkaar te helpen
Dat is waar jong Piere, waren alle mensen maar zoals gij, allee salu dan
Piere zwaaide hem nog na en zei zacht ik moet zijn miserie gaan stelpen
Hij draaide snel zich om en liep Vera met haar fiets bijna padoes omver
Oei mens toch riep hij geschrokken ik had je van ze leven niet zien komen
Zo diep in gepeins vroeg Vera, ge zit precies met uw gedachten op en ster
Ja kijk jong Vera, en hij begon de situatie met Stantje aan haar uit te leggen
En zo was ik me zo aan 't afvragen hoe ik die arme drommel kan helpen
En wou er van den achtermiddag iets van aan meester Bone over zeggen
Maar Kluis komt zo subiet en we hebben 't een en 't ander te doen vandaag
Ik denk sterk dat ik er vandaag echt niet meer aan toe zal kunnen komen
Zou je het heel erg vinden Vera als ik dat zaakje nu eens aan u overdraag
Maar nee Piere mens, graag gedaan zelfs ik moet daar toevallig passeren
Doet gij maar gerust uw werk mens, ge kunt gij ook niet overal te gelijk zijn
Ik verwittig meester Bone wel, en die zal zeker wel iets nuttigs uitproberen
Och dank u wel Vera, ik hoop dat ik voor u ook eens iets kan terug doen
Dat is niet nodig jong Piere, ge weet toch wel dat ik het doe met veel plezier
Maar nu moet ik verder hoor want het draait al stillekens aan rond den noen
Bone was heel content met het gesprek dat Vera nu met hem had gevoerd
Bedankt hoor Vera dat je mij hier in deze zo delicate zaak hebt betrokken
Ik ken die kinderen dan ook het best, ik weet het, ze voelen zich wat beroert
Na dat ongevalletje met die kar zijn ze natuurlijk wat voorzichtig geworden
Ze denken dat Stantje liever met rust gelaten word en daarom zijn nu kalm
Maar Stantje heeft echter liever dat ze rond hem dansen met hele horden
Ik zal dat rap ne keer recht zetten vanachtermiddag dan nog eerst en vooral
Dat dit stomme misverstand tussen hen uit de weg wordt geruimd voorgoed
Dat het nu eindelijk eens gedaan zou zijn met dat domme ongelukkig geval
Toen de kinderen na de middag allen rustig en oplettend in de school zaten
Wijde meester Bone heel speciaal uitgewijd uit over dat grote misverstand
Ge moet niets zeggen tegen Stantje zei hij, het is beter dat we dat zo laten
Doen jullie maar gewoon net als vroeger, daar zal Stantje gelukkig mee zijn
En wij ook riepen de kinderen luid we hebben ons toch zo moeten inhouden
Zoveel te beter dan lachte Meester Bone, jullie zitten weer op dezelfde lijn
De kinderen hieven een uitgelaten gejuich aan, eindelijk weer gans bevrijd
Eindelijk konden ze weer dansen en zingen en plezier maken met Stantje
Meteen maakten ze al plannen voor een nieuwe aanval, en heel toegewijd
Stantje dacht nog na over het gesprek met Piere reed nogmaals langs daar
Het kan geen kwaad al ben ik na de ochtendschool al langs daar geweest
Maar kom 't is hier veel werk ook he, en ik ben hier nog niet helemaal klaar
En het moest nu wel juist passen he vent, de namiddagschool was juist uit
Niets aan te doen hij moest daar juist voorbij hij kon niet anders, vandaar
Benieuwt als hij was wat er zou gebeuren. Maar hij zag gene levende puit
Hij wou teleurgesteld zijn karretje keren toen ze plots tevoorschijn sprongen
Van achter de gekende gevel, een luidruchtige bende joelende kinderen
Terwijl ze weer luid roepend hun liedje van Stantje de strondraper zongen
Verblijdt greep Slampers naar zijn klakke en dreigde ermee te zullen slaan
Wacht een beetje zie gulder lelijke deugnieten riep hij, juist zoals voorheen
Zijn hart sprong op van vreugde en net als vroeger stoof hij achter hen aan
Alles was weer net gelijk als vroeger en Stantje was weer een gelukkig man
Op geregelde tijden speelde dat mooie eigenaardige tafereeltje zich weer af
Niet alléén die jonge kinderen en Stantje maar heel het dorp genoot ervan
Pere, de Champetter, Nolle, Monten en Kluis zaten daar gezellig in Den Bok
Een kaartje te spelen en de gebeurtenissen van onlangs wat te bespreken
Af en toe eens lachend de kaarten delend en ook op tijd eens ne goeie slok
't Is echt niet te geloven mensen zei Fiel hoe diep dat ventje in de put zat
En dat niet alléén voor zijn karretje zulle maar ook omwille van de kinderen
Echt he jong hij zat in zak en as, dat manneke heeft het zeer zwaar gehad
Dat is waar zei Kluis, ik heb hem zelfs de eerste avond mee moeten doen
Ik heb hem toen nog kunnen paaien met konijn wijn en zoetgestoofde peren
Ha ja riepen de anderen we voelen ons ook niet goed we zien gans groen
Paai ons ook maar eens met konijn en zoete peren we eten dat ook geren
Kluis jong ne mens zou daar subiet ne keer een dag ziek voor willen zijn
Da geloof ik nogal zei Monten luid, ik zou me zelfs niet hard moeten weren
Er werd natuurlijk hartelijk gelachen. Toen was het weer tijd voor een slok
Gelukkig zei Kluis is alles uiteindelijk weer op zijn pootjes terechtgekomen
En wie zagen ze daar ineens voor de eerste keer binnenkomen in Den Bok
Jawel hoor, Stantje! Jongens zei hij ik kom jullie allemaal bedanken hoor
Ik dacht dat ik gans verloren was en wist niet dat ik zoveel vrienden had
Het heeft wel een tijdje geduurd, maar nu heb ik het eindelijk dan toch door
Allee Stantje zei Monten drinkt maar iets op mijn kosten, een koffie of bier
Ho ho dank u vent Monten, allee zeg dan maar zo een lekkere hete koffie
't Is nergens mooier leven zei Slampers blij dan in ons dorp Stillegem hier

Louis Victor.

© 2018-2021 Louis Victor. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin