28 Sies en Frieda
SIES EN FRIEDA
Sies Vondeling stond tevreden zijn loslopend varken te
bekijken in den hof
Het beest was best in zijn sas en wroette met zijn neus in de mulle grond
Het beest is het varken he en niet Sies, maar goed het varken vond dat tof
Een mooi beestje dacht hij bij zichzelf, zo' n honderdtwintig kilo en niet vet
't Wordt zo stilaan slachtrijp 'k zal de slachter bespreken tegen maandag
De helft verkopen voor wat geld te hebben de rest wordt in de pekel gezet
Maar ik ga natuurlijk ook hooflakke maken en van die lekkere droge worst
't Es algelijk geestig os ge azu een goe zwijntje voor ui eigen kan kweken
En hovaardig over zijn goede prestatie en zette hij dan ook een hoge borst
Hei Sies riep den Baard, ge staat daar gelijk mee ne lach op uwen mond
Jaek vent Eduard 'k ben mijn zwijntje ne keer aan 't keuren op mijn gemak
Olala vent, zei de Baard da es een schoon beestje, zo vast en zo gezond
En 't zit goe in 't vlees zulle man zei Sies, ge moet daar ne keer aan voelen
En hij duwde meteen eens stevig op het varken zijn rug, voel maar ne keer
Kneuf, zei het varken toen het weer werd betast en keek naar hun smoelen
Één keer vond het blijkbaar meer dan voldoende het keek heel verstoord
Hoe zou je zelf zijn als ne wildvreemde baardman op uw rug kwam wrijven
't Staat haar precies nie aan lachte de Baard, ze vindt het gelijk ongehoord
Maandag zal ze het nog ongehoorder vinden zei Sies, ze wordt geslacht
Zeg dat maar niet te luid lachte de Baard, straks gaat ze er nog vandoor
A ja, zei Sies we zijn niet zot zulle we pakken ze als ze het niet verwacht
Ze lachten er beiden hartelijk om en het varken neusde verder in de grond
Wat heb ik daar gehoord Sies dat ge zaterdagavond een kaarting geeft
Ja zeker vent Eduard, ge komt toch ook he zeg en vertel het maar wa rond
Vraag ne keer aan Meine en Riesse of ze ook komen hoe meer hoe liever
'k Kanne da ne keer proberen he Sies, maar wat is er dan eigenlijk te winnen
Wel Kolenman geeft als reclame een bijle, een grote schone ne houtkliever
Da es den eersten prijs, den tweeden es ne schone haan zo ne grijze dok
En den derden es een konijn, en tons nog wa kleine prijzen he ge weet wel
Zeg Eduard, moeste nog in 't dorp zijn, zeg vertel het ook eens in Den Bok
Ja zei den Baard, ik peize dat de waard daar nie erg mee gediend zou zijn
Maer be je doet zei Sies, we kennen elkaar goed zo onaardig es 't hij niet
En daarbij o de kaartinge gedaan es, komen we nog om een glaasje wijn
Allee goed zei Eduard, maar o thij kwaad wordt he Sies es da ui schuld
Maer die wordt niet kwaad vent, en daarbij he vraag het hem eerst ne keer
A da es een beter gedacht zei den Baard, en 't es iemand mee veel geduld
Da zegge 'k ik ui toch just zei Sies, dan komen er misschien meer mensen
Mee hoe meer volk dat we zijn, hoe meer leude dat ter ook es he Eduard
Voor ne kleine inleg ne helen avond amusement wa keunde meer wensen
't Is al goed vent Sies zei den Baard, 'k zal hem daar ne keer over spreken
Maar ok 'k ik daar zo buitenvliege, est da ui schuld he Sies vergeet da niet
Ge zijt te schui vent Eduard, peisde gij misschien dat hij ui benen ga breken
Ja zeg Sies ge geeft gij mij nogal goeie courage 'k zou 'k ik nog rap belen
Kom kom Eduard wa peisde gij, 't es maar bij wijze van spreken newaar
Allee toe vent peist liever op zaterdag als ge lekker de kaarten kan delen
Omdat gij het zijt zulle Sies, maar voor iemand anders zoe 'k da niet doen
Luistert Eduard als ter veel volk komt kunnen de prijzen wat groter zijn
Dan wordt den tweeden prijs inplaats van nen haan ne schone kalkoen
Daar benne 'k ik vet mee zei de Baard azu ne slechte kaarter da 'k ik ben
Ge moet naar den dienen ne keer luisteren zei Sies, ge kaart gij heel goed
In Den Bok he je verleden jaar den tweede gehad, peinsde da 'k ui nie ken
Jamaar zei de Baard, de hele goeie kaarters waren daar tons juste niet
Ja ja zei Sies, we zullen het maar geloven, ge zijt gij te nederig of te slim
En vraag het ook maar ne keer aan Kluis he zeg als ge hem toevallig ziet
Allee goed dan zei den Baard, tot later dan he Sies nu moet ik weer voort
Ik kwam alleen maar eens voorbij om te luisteren omwille van de kaarting
'k Hobe just als ik van die kaartinge klabbe dat de waard mij nie vermoord
Dat zei hij lachend want hij kende de goedmoedige waard uit Den Bok wel
Voor die prijzen deed Eduard niet mee, al die dingen had hij immers al zelf
Ja, zo af en toe een kaartje spelen deed hij graag maar alleen voor het spel
Sies stond den Baard even na te staren en dacht 't is toch ne goeie vent
Hij doet hij da goed mee zijn schapen hij he thij niets tekort laat maar zijn
En niet gierig op de koop toe, dat weten arme stakkers direct, dat is evident
Maar als hij zelf ne keer iemand nodig heeft, staan ze al met tienen klaar
Ja hij is hier geliefd, maar da verdient hij dan ook meer dan dubbel en dik
Ne groet kan er voor iedereen af en voor elk heeft hij een vriendelijk gebaar
Sies krabde aan zijn oor en zei, brave
es een gave en een zwijn kan 't zijn
Dat bedoelde hij niet slecht hoor, maar het was hier een algemeen gezegde
En zonder nog verdere aandacht aan den Baard ging hij in zijn magazijn
Hij moest hier nog wat in orde brengen, ja werk had hij hier wel genoeg
Sies zelve was ook gene rare hoor, maar het was nogal een vinnig type
Die zich wel hard moest werken voor zijn gezin hoor, maar toch nooit kloeg
Hij kon niet verdragen dat ze op zijn tenen trapten of dat ze hem uitlachten
En vooral niet als hij een pintje gedronken had, al moest hij niet zat zijn
Zelfs als hij er een paar binnen had en ze hem uit zijn evenwicht brachten
Kon hij soms heel onverwachte dingen doen waar hij dan later spijt van had
Niet dat iemand dat moedwillig deed, eens luid lachen was soms al genoeg
Of dat pratende mensen naar hem keken, dacht hij ze zeggen over mij wat
Dan kon hij nogal eens fel uithalen, maar meestal liep dat met en sisser af
Men kende hem en dan gingen ze hem uit de weg om de vrede te bewaren
Als ze dan wegbleven leed hij daaronder, dat was voor hem de ergste straf
Dan zat er voor hem niet anders op dan zelf zoete broodjes te gaan bakken
Hij was nu eenmaal zo een nijdig manneken, maar met een hart van goud
Maar een ijverig man voor zijn brood en hij liet niet gauw de moed zakken
Hij had vier kleine kinderen, zijn vrouw was over een groot jaar gestorven
Ja hij had het er erg moeilijk mee, doch hij klaagde niet en deed wat hij kon
Nu juist door zijn strijd voor zijn gezin, had hij een goede naam verworven
Voor vier kleine gasten zorgen, waarvan het jongste veertien maanden was
En brood op tafel brengen voor zijn gezin, neen gemakkelijk had hij het niet
Maar het lukte hem, zijn kinderen groeiden als gras, een beetje wild gras
Sies was veertig een zwartharig vroeg kalende man met grote zwarte snor
Slank gebouwd energiek en zorgzaam, maar hij voelde zich erg eenzaam
Ondanks dat hij vier kinderen had en dan nog dat zwijn met haar geknor
Maar 't was savonds he als de kleinen naar bed waren, dan was hij alléén
Dan zat hij daar te dromen van vroeger tijden maar ja die waren nu voorbij
Maar goed hij deed wat hij kon en sloeg er zich wat moeizaam doorheen
Daarom hield hij die kaarting, 't was geen Café maar dan verkocht hij bier
't Hielp zijn eenzaamheid te verdrijven en 't bracht ook nog een beetje op
Door al zijn werk, misten de kinderen hem en maakten hun eigen plezier
Zo ook op een avond toen Sies bij de buren iets aan het repareren was
Gingen ze boemelamiela spelen, iets dat ze gezien hadden van anderen
Daarbij kwam een gewone grote vaatdoek en een pollepel goed van pas
Ze bonden handig de vaatdoek met twee overhoekse punten aan elkaar
Daar ging er eentje instaan en trok die tot halverwege de benen omhoog
Daartussen staken ze de pollepel, dat spelletje was niet zonder gevaar
Toen draaiden ze giechelend de pollepel drie slagen achterwaarts rond
Als de knaap zijn benen zijwaarts spreidde, wipte de pollepel naar omhoog
Daarvoor hielden ze het deksel van een kastrol, en zongen uit volle mond
Ik spele nog veel liever op mijn boemelamiela boemelamiela boemelamiela
Telkens als er boemelamiela gezongen werd, spreidde hij de benen, boem
Zo tegen het kastrolledeksel, boemelamiela boemelamiela boemelamiela
En ik spele nog veel liever op mijne boemelamiela, eerst even adem halen
Boemelamie boemelamielaaaaa, dat was voor hen natuurlijk heel plezant
En 't was van boemelamiela en boem boem boem boem zonder te dralen
Toen trok de dekselhouder zich plots weg en de pollepel draaide fors door
Na drie vlugge toeren kwam hij vrij en schoot van tussen de vaatdoek weg
Draaide zwiepend door de lucht en baf, tegen de tweede jongste zijn oor
't Was nogal een ferme klap en de knaap zetten da ook ferm zijn keel open
De tweede oudste huilde van 't verschot en liep vader halen bij de buren
Vaedrui huilde hij 't was boemelamiela tegen zijn kop en ik ben gaan lopen
Sies vloog naar huis alsof de duivel hem op de hielen zat, wat nu weer
Als ter hem maar gene erg pijn gedaan heeft, da es wadde ok weg benne
De kleine stond met zijn hand aan zijn oor en Sies vroeg doet het nog zeer
Nie meer zei de ander, 't es nie plezant ne boemela tegen uw oor krijgen
Boemela hoe? Wat es da hier mee diene boemela, wa voor ne dei es dat
Ze begonnen allen door elkaar uitleg te geven, Sies riep allemaal zwijgen
Allee snotneuzen we hedde eigenlijk uitgericht, vertel da nui eens precies
Maar niemand durfde zich nog te roeren, geen woord kwam uit hun mond
Wat es da nui, hoor ik hier nog wadde, allee spreek op schreeuwde Sies
Maar vaedrui zei de tweede jongste we moeten zwijgen en algelijk spreken
Deur de langen duur weten we niemeer wa da we wilder nui moeten doen
Zwijgen gij snotneus zei Sies en vooruit vertel op subiet en zonder streken
De kleine wist niet wat te doen, maar na enige aarzeling kwam het verhaal
Hoe keunde toch zo stom zijn riep Sies, allee mens azu een gevaarlijk spel
'k Verlieze nog al mijn haar mee ulder, straks wordt ik nog helemaal kaal
Allee al dienen boel weg en weer op zijn plaatse en schei daar nui mee uit
Maar dat was al een poosje geleden en niemand dacht daar nu nog aan
En hun jongensstreken beperkten zich tot het trekken van een lelijke snuit
Jongens zei Sies, 't is zaterdagmiddag ik ga wat rusten en hou ulder wa stil
't Kan laat worden vanavond mee de kaarting en dan ga ik nog eens weg
We gaan nog eens naar Den Bok, hou uw manieren en zijt van goede wil
Hij zette een grote waterkuip gereed, Rik en Rob in 't bad hedde 't verstaan
En niet te vel morsen he want ge moet het zelf weer proper opkuisen zulle
En achter uw oren wassen he ge zijt verwittigd of 't zal ulder slecht vergaan
In het achterkamertje waar Sies altijd sliep, was het nogal kil om te slapen
Sies had niet beters gevonden dan een muts voor op zijn knikker te maken
Da steekt zo nauw niet dacht hij, 't is toch maar om alleen te liggen gapen
Hij sneed het onderbeen van een lange witte onderbroek af, voila een muts
Het smalle uiteinde bond hij toe en knoopte er toen met moeite een tros aan
Het wijdste stuk trok hij over zijn hoofd en stond daar te kijken gelijk ne
duts
Inmiddels zaten twee jongeren en op een na van oudste te samen in 't bad
De Rob had zich ingezeept en nu vroeg de andere, allee waar is de zeep
In de kuipe zei Rob ondeugend ze moet hier ergens zijn zoek gij maar wat
Na wat tasten en zoeken voelde Rik wat en zette er meteen zijn klauw in
Het preste tussen zijn vingers door en haalde het verwonderd naar boven
Zijn gezicht betrok, want wat hij gevonden had bleek allerminst naar zijn zin
Vaedrui vaedrui schreeuwde hij walgend, onze Rob heeft in ons bad gekakt
De vuile beeste en stinken dat da doet, vaedrui vaedrui kom ne keer kijken
Rik was zo kwaad dat hij de boel meteen in Rob zijn gezicht had gekwakt
En toen Sies door dat lawaai gestoord, uit de slaapkamer kwam gevlogen
Was daar een ferm kakgevecht aan de gang, Sies kreeg er haast wat van
Tierend deelde hij wat getemperde oorvegen uit, niet te hard en overwogen
Gulder lelijke brefels schreeuwde hij, keunde gulder gene minuut alene zijn
Kijkt ulder daar toch ne keer zitten edde gulder misschien geen verstand
Gulder smerige vuile beesten van kinders, ge stinkt nog meer dan ons zwijn
Sies raasde maar door, roepend en druk zwaaiend met het hoofd en armen
O je nie rap proper gewassen zijt, steke' k ulder allemaele in 't zwijnskot
Ge gaat mij nog ziek maken gulder, 't slaat echt gewoon al in mijn darmen
Plots werd Sies groen van kolere omdat die twee zaten te lachen in dat bad
Wadde! Tierde hij, mij uitlachen ook, de klappen kwamen wat harder aan
Ze lachten nog luider en Sies ontplofte bijna hij kreeg werkelijk haast wat
En het ergste van al stond de oudste hem uit te lachen aan de keukendeur
Wadde! Tierde Sies gaede gij nui ook beginnen meedoen lelijke nietdeuger
Edde da hier al ne keer gezien en geroken es da nui nie vies azu een geur
Reclamerend van weg passeerde hij voorbij de grote spiegel aan de muur
En hij zag zijn grote muts met rode tros over en weer zwiepen op zijnen kop
Hij bekeek zichzelf en dacht, ik ben juste ne groten kabouter met het zuur
Ineens begreep hij waarom de kinderen niet met lachen konden stoppen
Prompt barste hij in een luide schaterlach uit en zijn grote kolere was over
Allee vooruit keef hij, vers water en herwassen of ge krijgt nog wa kloppen
Op dat ogenblik kwam Frieda Sanders binnen, maar mensen wat is dat hier
Ze trok haar neus op heeft ter hier misschien iemand in zijn broek gedaan
Frieda mens zei Sies 'k ben echt beschaamd, want 't es hier geen plezier
Ze hebben were wat uitgericht 'k zoe ze beter in het zwijnskot opsluiten
In een rapke had Sies zijn mutse afgetrokken en achter zijn rug gefoefeld
Dat ze hem mee die slaapmutse zou zien zou hem tegen de borst stuiten
Allee zei Frieda vooruit allemaal naar buiten en subiet vers water in de kuip
Vooruit waar es de zebe we gaan der hier ne keer goed in gaan borstelen
En den eerste die tegensparteld zal meteen den eersten zijn die ik verzuip
Maar de kinderen sprongen voor Frieda, ze waren gewoon gek op haar
En op korte tijd blonken ze weer en was de wanorde weer netjes opgekuist
Ziezo zei Frieda zo lang duurt dadde ziede, alles is weer netjes en klaar
Dat we ui nie moesten hebben Frieda zei Sies we zouden te beklagen zijn
Och zei Frieda ge weet da' k gairen mee die kinders bezig benne he Sies
'k Zoe ze keunnen verongelukken zei Sies, Rob es nog 't grootste venijn
Dadde da aan iemand moest vertellen ze zoen het noeit kunnen geloven
Allee bedenk dan toch ne keer allee, wie kan hem nui azo iets voorstellen
Best dat da anders niemand ziet wat hier gebeurd 'k meuge mij nog beloven
Der zoe nogal gelachen worden zeker 't es eigenlijk t' erg om waar te zijn
K schame mij dood he
mens, en dat da were bij ons moe gebeuren he
Zijn da nui mensenmanieren allee Frieda ze zijn nog slechter dan mijn zwijn
Hij schudde zijn hoofd, en daar moe ne mens tons nog redelijk mee blijven
Odde da niet zelve ziet keunde da nie geloven he, allee wie geloofd da nui
Als da oeit iemand te weten komt he, dan zal hij daar zeker over schrijven
kom Sies jongen wees
maar kalm zei Frieda en lei haar hand op zijn arm
Zijn hart smolt als sneeuw voor de zon. En ze lachte hem zeemzoet toe
Ahum kuchte Sies ietwat verlegen en hij werd vanbinnen helemaal warm
Als je moest weten wat er alles in de wereld gebeurd zou je anders spreken
Zei ze troostend, er
gebeuren al anderse stommiteiten dan dit hier hoor Sies
da was een domme kinderstreek he, je moet daarover uw hoofd niet breken
Sies mocht nog zo
woedend zijn, als Frieda naar hem lachte werd hij stil
Ja Frieda had een heel speciaal plekje in zijn hart maar hij gaf het niet toe
Maar hij kon het echt niet helpen het kwam zo gewoon buiten zijn eigen wil
Frieda was een gewone burgervrouw, ze was niet arm en ze was niet rijk
Ze was niet mager of niet dik en niet groot maar dan ook weer niet klein
Met donkerblond haar en mooi gezichtje. Ze woonde wat verder in de wijk
Ze was vijf en dertig jaar en sinds kindsbeen een vriendin van zijn vrouw
Allee eigenlijk een vriendin des huizes zoals men dat hier in de streek zegt
Toen Sies zijn vrouw stierf, bleef Frieda als vriendin het gezin verder trouw
Ze had medelijden met de kinderen en was er dol op, en zij ook op haar
Iedere dag kwam ze wel eens binnenwippen om een handje toe te steken
En orde op zaken te stellen. Het kwam vanzelf en niemand vond dat raar
Frieda was nooit getrouwd, ze lachte ik heb de ware nog niet gevonden
Kans had ze overigens genoeg, als de ware komt zei ze voel ik dat wel
En dat was zo gebleven tot nu toe. En daardoor was Frieda niet gebonden
Allee in de huwelijken staat dan he. En zo had ze zich altijd goed gevoeld
De laatste tijd was dat veranderd, ze voelde zich erg tot Sies aangetrokken
Het was plots gekomen, toen hij haar recht in de ogen keek, zo onbedoeld
Maar zijn blik had haar getroffen, en ze wist wel dat hij haar bewonderde
Of het echter verder ging wist ze niet en ze wachtte dat dan maar verder af
Maar hij keek haar steeds vaker aan, 't was dat die haar zo overdonderde
Ze was verliefd en ze begreep zelf eigenlijk niet goed wat haar overkwam
Dat gevoel had ze nog nooit gekend en 't maakte haar een beetje verward
Als hij haar onbedoeld en toevallig aanraakte werden haar handen klam
Ja ze had het deze keer te pakken. Maar hoe stond Sies tegenover haar
Hij stond haar zo stilletjes te bekijken hoe handig ze met de kinderen was
En hoe zij zo zonder morren haar bevelen uitvoerden en opzagen ernaar
Hoe ze kon werken maar ook vooral hoe ze alles met zoveel liefde deed
Ja zij was de mooie ware vrouw voor hem, zijn hart klopte hem in de keel
Maar hij bedwong zijn gevoelens en vond dat hij haar het beste vermeed
Ze was veel te jong vond hij ik ben vijf jaar ouder en zij is zo bijzonder mooi
Ik ben zo ne nijdigaard en zij is zo goed en ik heb haast geen haar meer
Nee zo' n mooie vrouw zou mij nooit willen dat is werkelijk een te hoge gooi
Frieda kwam naar hem toe lei haar hand op zijn arm en zei allee tot morgen
Sies zijn adem stokte, en hij besloot plots het nu toch maar uit te spreken
Fre Frie Fried stamelde hij en stokte, heu bedankt he zeg voor uw zorgen
Ze neep ne keer in zijnen arm en zei 't is niets jong Sies 't is graag gedaan
En ze was weg met kloppend hart, nu wist ze dat hij iets voor haar voelde
Och zei ze tot zichzelf, waarom stopte hij, waarom is hij niet doorgegaan
Ze keerde op haar stappen terug en zei ik ga de kleine eens verschonen
Ze nam het kleintje op drukte het tegen zich aan en kuste het op de wang
Kom mijn kind zei ze, een ander doekje, ge moest gij bij een moeder wonen
Het kleintje keek haar aan lachte blij stak haar armpjes uit en zei mama
Tranen van ontroering rolden over Frieda's wangen, o mijn klein schaapje
Mijn zoetje zei ze hoe ben je daarop gekomen, uw moeder wat een drama
Frieda weende, en was toch blij dat het kleintje haar voor moeder aanzag
Hoe komt het toch dat zij mama tegen me zegt ik heb het haar niet geleerd
Wij zei de oudste, wij spreken over u tegen haar als over mama elke dag
Wij zeggen mama is daar en waar is mama, zus heeft een mama nodig
En wij ook Frieda gij zijt als onze mama, mogen wij mama tegen u zeggen
Frieda kon niet antwoorden ze was te geroerd, woorden waren overbodig
Ze lei het kindje in zijn bedje kuste het en zei, tot morgen lieve kinderen
Ze zou voor die kinderen zorgen ze waren een deel van haar geworden
Haar voornemen stond vast en niets of niemand kan mij dat verhinderen
Sies stond als aan de grond genageld, de kleine zei mama stammelde hij
Ja lachte Frieda door haar tranen ja dat kleine schatje heeft mama gezegd
En dan nog tegen mij zei ze ontroerd, Sies dat schatje zei mama tegen mij
Frieda zei hij wil je met mij, en weer stokte hij heu vanavond hier schenken
Maar natuurlijk Sies zei ze als jij dat zo graag wilt help ik met veel plezier
Ik spring graag in als het nodig is, zijt gerust ik bedien ze op hun wenken
Ge kunt beter blijven eten Frieda, ge zijt hier nu toch en er is genoeg eten
Awel Sies als ge dat wilt dan moet ik niemeer naar huis en dan weerkeren
't Is just dadde zei Sies en 't zoe spijtig zijn moeste da per ongeluk vergeten
O nee zulle zei ze dat zou ik niet vergeten daarvoren ben ik hier te graag
Oei dacht ze ik heb mijn mond wat voorbij gepraat en werd helemaal rood
Sies gebaarde dat hij niets merkte, maar zijn vertrouwen groeide gestaag
Zou ze dan toch iets voor mij voelen dacht hij en meteen keek hij haar aan
Maar ze vermeed zijn blik. Allee zei ze 'k zal maar al aan 't eten beginnen
Een goed gedacht Friedatje zei Sies en toen had hij zelf een foutje begaan
Frieda merkte dat maar al te graag op dat hij zo lief Friedatje tegen haar zei
Maar ook zij gebaarde echter van krommen haas, maar haar hart gloeide
En dromend tuurde ze door het venster en liet haar blik dwalen over de wei
Ahum ahum zei Sies om niet te moeten laten merken hoe verlegen hij was
Even later zaten ze allemaal rond de tafel geschaard, bijna als een gezin
Sies loerde onder het eten van tijd naar Frieda en hij was echt in zijn sas
Mama zei de tweede jongste, kan ik misschien nog een boterham krijgen
Frieda vertrok geen spier, maar zeker ventje zei ze hierzie pak maar aan
Sies zijn mond zakte open van verbazing maar bleef toch maar stil zwijgen
Papa ging de kleine voort 't is toch plezant he, we hebben weer een gezin
Nen papa en vier kinderen en nu ook weer een mama, vind je dat niet fijn
Nu kan mama mij weer in 't bed stoppen he, he papa net zoals in het begin
Ja ja heu ja juist hakkelde Sies natuurlijk is dat mooi ventje, zelfs heel mooi
Meen je dat Sies vroeg Frieda, vind je het fijn als ik bij jullie aan tafel zit
Uit de grond van mijn hart zei hij en om zijn mond kwam een zalige plooi
Frieda boog verlegen haar hoofd at zwijgend verder en keek niet meer op
En wanneer gaan jullie nu eigenlijk trouwen flapte de kleine er plots uit
Maar de oudste zei Sielske toch, gade zwijgen ja hou nu toch even je kop
Ja, zei Rob ik vind dat ook da ze moeten trouwen, dan kan Frieda blijven
Zijde gulder nie beschaamd zei de oudste, dat zijn grote mensen zaken
Maar Sies en Frieda zwegen terwijl de kleinen onder elkaar zaten te kijven
Ze zaten daar alletwee met een hele rode kop en aten stilzwijgend voort
De spanning dreef het bloed door hun aderen maar geen woord werd geuit
Toen werd het weer stil, een stilte dat een tijdlang door niets werd gestoord
Dan alleen door het tafelen die duurde tot eindelijk iedereen was voldaan
Ziezo zei Sies tenslotte het heeft mij gesmaakt, we gaan de boel afwassen
't Wordt nu stilaan tijd voor de kaarters, straks zullen ze hier gaan staan
En Sies had gelijk, de afwas was nog maar pas gedaan of ze kwamen toe
't Zal een lange avond worden denk ik jong Frieda ik verwacht veel volk
Doe het maar wat kalm aan met de bediening, maak je maar niet te moe
Sies sleurde rap tafels en stoelen uit het magazijn en stelde die in huis op
Weldra zat het hele huis vol met blije lachende en druk pratende mensen
Veel volk lachte Sies, Baard heeft zijn best gedaan 't huis staat op zijn kop
Frieda deed haar best de klanten te bestellen en 't werd een gezellige boel
En dan werden de kaarters uitgeloot en het spel kon uiteindelijk beginnen
Daar waren ze tenslotte voor gekomen, een kaartje slaan dat was het doel
Pere won de eerste prijs en kreeg daarom de grote bijl, 'k had sjanse zei hij
Maar ik heb er al een. En hij gaf ze aan Raf Scherens, die wou ze graag
't Ontbrak aan centen om er een te kopen. Dank u Pere zei hij ik ben zo blij
En de rest van de prijzen gingen naar andere dorpelingen zo hier en daar
Toen trokken ze gezamenlijk naar Den Bok om nog een wijntje te drinken
Ook om nog wat na te praten over de kaarting zo gezellig allemaal tegaar
Sies jong zei Juul Verstrinhge, ik wedde tegen u voor de staart van ui zwijn
Dat ik ui in 't kaarten onder de tafel speel, ik ben zeker de helft beter dan
gij
Wadde! Riep Sies, 't es goed maar o 'k ik winne geefde gij mij een konijn
Laat mij nie lachen he ventje zei Sies, ik kaarte al vanaf dat ik vijf jaar was
Als ik al mijn eerste kaartinge won ventje, dan waarde gij nog nie geboren
Mee al mijn ervaring in 't kaarten heje geen kans dat is zo helder als glas
Maar we gaan da spel bij mij thuis gaan spelen, 't wordt anders veel te laat
En 'k moet thuis zijn voor de kinderen, 'k mag ze niet te lang allene laten
't Es mij gelijk zei Juul maar ge moe nie peizen Sieske vent dat het ui baat
Dat he ter niets mee te maken zei Sies, maar ik moet bij mijn kinders zijn
Allee mannen riep Juul komt allemaal mee om te zien wie den besten es
En als ik win da trektere 'k ik ulder allemaelle nog mee een goed glaas wijn
Wachte! Riep Amedee de waard, 'k ga sluiten, dat wil ik toch ook beleven
'k Wille 'k ik ook zien wie van de twee de beste is, en hij sloot rap zijn deur
Da gaat een kamp worden, want ze gaan nu allerbeste van zichzelf geven
Meteen trok de hele bende mee om die bijzondere tweekamp bij te wonen
Sies werd nijdig omdat Juul luidruchtig zoveel zekerheid tentoon spreidde
Maar toch was hij content dat Juul de ganse bende volk nog kon meetronen
Dat brengt wat geld op dacht hij en 'k zal dat kereltje eens wat laten zien
Wat denkt ie wel diene snotneus, maar 'k moet toch oppassen hij is gekend
Maar 'k geve mij niet voor azu ne grote stoeffer, zelfs nog niet voor azu tien
Hoe meer Sies aan die grootspraak dacht hoe nijdiger hij vanbinnen werd
'k Moet winnen zei hij bij zichzelf, 'k ben tweemaal zo oud als die snotneus
Hij wond zichzelf op en ademde zwaar met de neusgaten wijd opengesperd
Weldra vulde het huis zich met belangstellenden tot het helemaal vol was
Erg benieuwd om te zien hoe de wedstrijd tussen Sies en Juul zou verlopen
Frieda had dat niet meer verwacht en zei verbaast, hé al da volk dat es kras
He zeg Sies jongen wat es dat, wat staat er hier eigenlijk nog te gebeuren
Och zei Sies, de Juul daagt mij uit tot een persoonlijk duel mee de kaarten
Maar da manneken zal hier al rap bleekjes onder zijnen neus gaan kleuren
Zo subiet speel ik hem hier zonder veel moeite de kleren van zijn stom lijf
Dat zulle we dan ne keer zien zei Juul ge zult hier rap anders gaan piepen
Deel maar de kaarten Sies, we beginnen maar direct aan het eerste bedrijf
Drei spellen zei Sies, wie der eerst tweeie van wint es natuurlijk de winnaar
Maar da staat al vaste hoor, Frieda meiske zet gij de wijn maar al gereed
Ja riep Sies zet de wijn maar gereed en Juul kijkt er maar ne keer goe naar
Naar diene wijn, want hij zal in de fles blijven want gij verliest hier beslist
Hahahaha lachte Juul schamper 't spijt mij da' k ui beschaamt moe maken
Ge speelt tegen een kampioen vent en zeg achteraf niet dat ge het niet wist
Luister ne keer naar dien zeveraar zei Sies, zou je hem geen kwartje geven
Hij zit daar te huilebalken gelijk een klein kientje dat zijn moedertje kwijt
es
Die pandoering vent zei Juul, vergete nooit meer voor de rest van ui leven
Zo ging de tweestrijd door, en Juul jutte Sies opzettelijk zoveel mogelijk op
Om hem uit zijn evenwicht te brengen en Sies liep zo regelrecht in de val
Want Sies sloeg van langsom harder de kaarten op tafel met een rode kop
En hoe hard Sies ook met de kaarten sloeg, hij verloor toch het eerste spel
Ge hebt gewoon sjanse gehad vent riep Sies, dat kan iedereen gebeuren
Maar maak u geen illusies Juuleke want die andere twee spellen win ik wel
Hedde da gezien vent Sieske spotte Juul, dat zwijnskoddeken es al van mij
O ja riep Sies, ge zult hier zo direct gaan ondervinden zie wa da kaarten es
Ge meugt ui konijntje al laten halen ventje ui leute es hier zo subiet voorbij
Zo subiet zie zei Juul, ga 'k ik in 't dorp gaan vertellen dat ik kampioen ben
Wadde riep Sies, kampioen! Kampioen!, Kampioen van de verliezers zeker
Toe hitste Juul Sies op, eerlijk gezegd ge zijt de slechtste kaarter die ik ken
Lelijken niewaird van ne snotneuze riep Sies, en sprong van woede recht
A zie je! Riep Juul, als ge niet kunt winnen, begint ge subiet ruzie te maken
Wadde riep Sies ik ruzie maken, kijk ne keer ventje wie speelt er hier slecht
Hij wierp de kaarten op tafel, ge zijt da spel hier verloren gij lelijk klein
kind
Juul keek beteuterd maar zette meteen zijn getreiter onverminderd voort
Och jongske 'k wille ui nie belachelijk maken, 'k wille da je ook ne keer wint
'k Zoe nie gairen hebben da je hier heel den avond zit te tuiten en te huilen
'k He 'k ik nog wa compassie mee ui Sieske 'k meene 'k ik da goe mee ui
Odde gij nie op ui woorden let Juul, klobbe 'k ik ui hier nog een paar builen
Ziedet riep Juul 't es hier weeral 't zelfde, de Sies kan niet tegen zijn verlies
Wadde riep Sies, ik niet tegen mijn verlies keunnen, nog veel beter dan gij
Dat zullen we tons ne keer zien he zei Juul want straks spele 'k ik ui pies
Pies spelen vroeg Piere in stilte aan Pere, wa wil dat nui eigenlijk zeggen
Dat wil zeggen zei Pere dat ge gans verloren hebt, allee blut gespeeld zijt
Dat ge totaal geen kant meer op kan, je mag uw kaarten op tafel leggen
Allee totaal verloren zei Piere, nu heb ik het begrepen wat een raar woord
Onderwijl ging de strijd voort, met over en weer verwijten tussen die twee
Maar Juul had maar één doel, dat Sies in zijn concentratie werd verstoord
Het lukte hem. In zijn nijdigheid maakte Sies een foutje en het spel was uit
Juul gierde het uit, wat heb ik u gezegd Sieske ventje, wat heb ik ui gezegd
Ge zij gij just maar goed genoeg om te spelen tegen ne stomme boerekluit
Wadde riep Sies, he gij juste grote sjanse gehad vent nie meer of nie min
En mijn zwijnekoddeken nie vergeten he lachte Juul, allee Frieda nu de wijn
Bij Sies, die al een beetje beschonken, was dat helemaal niet naar zijn zin
Kom Sies ge meugt ook meedrinken om ui schande en verdriet te vergeten
Met een zuur gezicht en vreselijk tegen zijn zin dronk Sies zijn glaasje uit
Geef maar toe Sieske lachte Juul, dat je grandioos in het zand he gebeten
Verdrink uw schande lachte Juul de kampioen der kampioenen staat hier
Nog eentje voor iedereen riep Juul ik heb het er met veel plezier voor over
Azu ne ijzerbijter en slechte verliezer verslaan, dat doet mij enorm plezier
Mensen riep Juul de Sies heeft hier het koddeken van zijn zwijn verspeeld
En ui aan ui woord houden he Sies, dat ik het aan heel Stillegem kan tonen
Azu ne slechten verliezer, houd ge wel uw woord daar zit ik mee verveeld
Dan kan ik niet laten zien aan de mensen hoe da je verloren hebt he Sies
't Es just daarvoren da 'k ik da gedaan heb he, om te keunnen laten zien
Wel Sieske vent de leude es 't er gelijk af, ge kijkt gij precies zo vriend
vies
Ach! Riep Sies ziedend, ge peist da 'k mijn woord ga breken lelijke beeste
Sies werd wit van woede door het aanhoudend getreiter en door de drank
Gij wilt uw zwijnekodde he, wel ge krijgt ze subiet, daarom gaat ui 't meeste
Sies verdween meteen in het achterhuis en Juul lachte uitgelaten en luid
Het was hem echter niet om die zwiinskodde te doen hij wou gewoon winnen
Als het hem om die zwijnskodde te doen was, was het maar een magere buit
Hij kan der niet meer tegen mensen riep hij, 't is zo wel genoeg geweest nu
We hebben eens keunnen lachen, we stoppen, Sies es ne allerbeste vent
Als ge hem te veel ophitst wordt hij echter kwaad en slaat meteen paraplu
Plots hoorde men in de zwijnenstal, gestommel en luid getier van het zwijn
Jonge jonge zei Juul wat es da in da zwijnskot mee da zwijn azo tieren zeg
Maar ze lachten er eens om ze waren allemaal vrolijk gezind door de wijn
Een ogenblik later stormde Sies binnen en riep met erg trillende luide stem
Ik ging mijn woord breken he Juul, Sies ging zijn schuld niet afbetalen he
Gij wilde toch zo rap mogelijk uw zwijnekodde he, wel hier hedde gij hem
En Sies gooide woest een krullende en bloedende zwijnnekodde op tafel
Voor de verbijsterde ogen van de aanwezigen. Ik heb mijn schuld afbetaald
En nu moet het gedaan zijn Juul nog één woord he en ik sla op uinen wafel
Sies was uitzinnig van woede, gans van streek en door de drank beneveld
Maar allee Sies riep Juul vent toch wa hedde gij nui mee ui zwijn gedaan
Rap mensen riep Juul subiet een koorde rond da zwijn zijn poot gekneveld
We moeten het nui direct slachten of 't bloed nog dood vanzelfs allee kom
Zo' n kostelijk beest, dat mag niet verloren gaan kom mensen voor de Sies
Frieda rap een groot mes en zorg voor Sies bekommerd gij u daar maar om
Ieder sprong om te helpen en het varken tierde dat het ver te horen was
Maar 't was rap gevloerd Juul wist wat hij deed en liet het goed uitbloeden
Loop om de slachter riep hij en breng vlug wat stro dat komt goed van pas
We gaan het haar nog afbranden en schrepen tegen dan is de slachter hier
Dat was natuurlijk heel ongewoon voor al die mensen een zwijn slachten
Maar allee kom 't was voor Sies he en ze deden het dan ook met plezier
De reste es dan voor hem he, rap toe mensen een kuibe mee veel water
En Juul regelde daar alles totdat de slachter eindelijk aangelopen kwam
Ach Juul jong zei hij dat heb je heel goed gedaan, aja jong ik ben wat later
Ik had al een noodslachting, en nu hier weer, en nog zo laat wat een dag
Ja zei Juul 't is eigenlijk een beetje mijn schuld, ik heb Sies teveel gepest
Hij had wat gedronken, en Sies kan niet tegen pesterijen hij was van slag
Goed bedankt he Juul ik neem dat nu wel over je hebt echt uw best gedaan
Sies zat verslagen voor zich uit te staren en zijn roes begon uit te werken
Juul kwam bij hem en zei, Het spijt mij Jong Sies maar ik ben te ver gegaan
Ik wilde absoluut winnen en wist dat dit niet kon als je klaar nuchter bent
Je bent de helft beter dan ik, dus moest ik u ergens van uw stuk brengen
Daarom probeerde ik u op te jutten, dan ben je minder goed dat is bekend
En het is mij gelukt, maar ik heb er spijt van want het is zoveel niet waard
Sies zijn gezicht klaarde op, oef zei hij ik dacht dat ik een vriend kwijt was
Ik heb mij als een onnozelaar gedragen en het ging allemaal zo' n vaart
Maar wat je gedaan hebt met mijn zwijn, dat was het werk van een vriend
Je wou absoluut niet dat het verloren ging, je wist wel hoe nodig ik het had
Dat deed je voor mij Juul, je bent toch een kampioen je hebt het verdiend
En Sies drukte Juul stevig de hand, en! Zei hij ik heb weer wat bijgeleerd
Ik mag alleszins niet zoveel drinken en mij zeker niet meer zo laten opjutten
Als ik een goede kaarter wil zijn, want juist daardoor loopt alles verkeerd
Je bent een slimme kerel voor uw ouderdom Juul, dat je dit al had gezien
Wel zei Juul als het langs de ene kant niet gaat probeer ik het maar anders
Als iemand er vatbaar voor is, 't is een simpele truc maar hij telt voor tien
Achteraf trakteer ik dan wel eens hoor, 't is tenslotte toch maar een spel
Dan zijn we weer goede vrienden, maar ik ga het niet meer zo ver opdrijven
Maar om van u te kunnen winnen moest dat, iedereen begreep dat hier wel
Ze weten hier zelfs allemaal heel goed Sies hoeveel beter je bent dan mij
Maar zij doorzagen mijn truc zo direct, gij had er echter een paar teveel op
Je hebt mij een goed les geleerd Juul, nu begrijp ik het pas en ik ben blij
Dat gebeurt mij nooit meer Juul, je hebt ongewild mijn ogen open gedaan
Ik drink anders nooit zoveel da was mijnen ondergang, maar nooit meer
Hoe kon ik toch eigenlijk zo dom zijn allee zeg hoe keunde da nui verstaan
Sies vent zei Juul luister eens naar mij, vraag Frieda om met u te trouwen
Ziede gij dat niet, ze is stapelgek op jou en hier is een goede vrouw nodig
Grijpt dat nu toch aan, het is een goed mens ge zult u dat nooit berouwen
Maar Juul vent dat durve 'k ik niet wa peisde gij, zo' n lieve mooie vrouw
Sies je bent gek ze geeft om jou, allee ze kan het u toch niet zelf vragen
Je moet dat doen jong Sies, wacht niet te lang vent doet het maar gauw
'k Zit er zu zot van of nen top Juul, maar da meiske is te schone voor mij
En ik he maar den helft meer van mijn haar niemeer, ze zou mij niet willen
Ook nog vent, ze es vijf jaar jonger dan mij en mee al mijn kinders daarbij
Nee nee ik wil da meiske da nie aan doen al zitte 'k ik daar nog zu zot van
Ge zijt nen ezel Sies, ze is heel verstandig en weet heel goed wat ze doet
Zoe 'k ik dat echt durven Juul, en als ze dan van neen zegt vent wadde dan
Wie niet waagt wie niet wint Sies, vragen staat vrij en refuseren staat erbij
Ze kan zich alleen maar gevleid voelen dat een man haar heeft gevraagd
Als ze daar nu geen goesting voor heeft, dan blijft ze toch gewoon maar vrij
Vent Juul 'k zoe da gairen vragen zulle maar mijn herte klopt in mijn keel
Nee nee dat gaat niet jong, ik ben veel te oud voor azu een schone vrouw
Sies, Frieda es dol op uw kinderen want die betekenen voor haar heel veel
Dat es waar zei Sies, maar 't es daarom nog niet dat ze mij ook gairen ziet
Hoe es da meugelijk Sies, dadde gij peist dat Frieda ui nie gairen kan zien
Ne man wordt niet minder man omdat hij wa minder haar heeft, domme piet
Terwijl het gesprek tussen Juul en Sies aan de gang was hoorde Frieda dat
Ze wilde hen niet afluisteren, maar wou wel weten hoe Sies over haar dacht
Haar hart klopte van vreugde toen ze hoorde hoe ze zijn hart veroverd had
De andere kaarters kwamen nu ook weer binnen en dronken er nog een
Die bebloede zwijnekodde lag nog tussen de kaarten midden op de tafel
Ze schudden meewarrig hun hoofd en stilaan dromden ze rond Sies heen
Sies zeiden ze, doe nooit meer zo' n stommiteit, waar zijn uw gedachten
Juul meende dat zo niet, dat is toch allemaal maar kaarterspraat newaar
't Is waar zei Sies 't was dom, zoiets moede nie meer van mij verwachten
Ik heb mijn lesje gehad en 't es best dat Juul onmiddellijk ingegrepen heeft
Hoe es 't meugelijk da 'k ik mij azu heb laten gaan 'k versta het zelf niet
Azu een onnozele streek dat vergeet een mens niet meer zolang hij leeft
Kom kom zei Juul 'k ben wat te ver gegaan en dan nog wat drank daarbij
Maar we zijn weer goede vrienden he Sies, we hebben het al bijgelegd
Natuurlijk zei Sies je hebt daar juist getoond dat je een vriend bent van mij
Laten wij dus over geen ruzie meer spreken maar over een misverstand
Ik heb mij in mijn eigen nijdigheid laten vangen, dat gebeurt nooit meer
Sies vent peist ter nie meer op zeiden ze der es niets meer aan de hand
Inmiddels werd het laat en langzamerhand ging ieder naar zijn eigen huis
En als laatste kwam ook Frieda afscheid nemen, de kinderen slapen zei ze
Wat heb ik nu toch uitgestoken Frieda, 'k voel mij gelijk een nutteloze luis
Maar allee Sies vent toch zei ze, 't es nui algelijk geen doodgaan ook hee
Da komt wel goed, Je was wat nijdig en je had teveel gedronken dat es al
't Was nie slim maar ge moet daar nui ook geen drama van maken allee
Ze lei haar hand op zijn schouder en zei luister eens naar uw Frieda Sies
Ge zijt gij een goede man die altijd goed voor ons kinderen hebt gezorgd
Ge moogt daar fier op zijn, vooruit sta op en kijk nui toch nie meer zu vies
Ze kuste hem op zijn voorhoofd en een ogenblik later was ze verdwenen
Sies voelde zijn haar tintelen van 't verschot en het zweet brak hem uit
Een eigenaardige rilling liep vanuit zijn haar tot in de toppen van zijn tenen
Me mij mijn Frieda lispelde hij verward, onze kinderen en dan nog een kus
Ze maakt mij nog zotter dan ik al ben, zou ze daarmee soms willen zeggen
Dat ik haar toch maar durfde vragen, mensen toch wat een vreselijke klus
De volgende dag wandelden Kluis en Pere daar toch wel toevallig voorbij
Dag Sies riep Pere hoe es' t mee ui jongen is dat varkentje al aan de kant
Nog niet Pere, 't hangt gescheet om op te stijven, kom even binnen bij mij
'k Ben eigenlijk blije da' k ulder zie, ik zou gairen iets met jullie bespreken
Ge kent Frieda alle twee he, 'k zegge eerlijk 'k zit er zu zot van of nen top
Zu een lief schoon jong vrouwmens, hedde dat al eens mee mij vergeleken
Wa peisde gulder daarvan, ge zijt twee volwassen en verstandige mensen
Denkte da Frieda op azu ne lelijkaerd gelijk te 'k ike verliefd zou worden
Allee azu een vrouw als Frieda zou zich toch ne schoonderen vent wensen
Vooreerst zei Pere, Sies ge zijt gij helemaal niet lelijk ge denkt gij da maar
Ge moet uzelf zo niet bekritiseren, ieder heeft wat, niemand es volmaakt
Jamaar Pere he gij schoon klappen, maar zie eens ik heb haast geen haar
Sies ik heb al heel wat mannen gezien die nog minder haar hadden dan gij
En toch waren ze gelukkig getrouwd, en hun vrouwen waren niet lelijk hoor
Dus vroeg Sies hoopvol, peisde da ze zou kunnen verliefd worden op mij
Ik weet niet zei Pere, waarom dat gij geen mooie vrouw zou kunnen krijgen
En Sies jong, zijde gij blind, hedde gij da nui nog niet gezien allee vent toe
Frieda zit zo zot van u dat ze er rood van wordt, hoe kunt gij nog zwijgen
'k Durve het niet in te zien zei Sies, allee Pere azu een schone jonge vrouw
Es de grote verantwoordelijkheid van mijn groot gezin, niet teveel voor haar
Maar Sies zei Kluis ze zorgt nu toch ook voor de kinderen en ook voor jouw
Dat es waar Kluis maar ja he vent, dat es veel te schone om waar te zijn
Luister Sies zei Pere, als ge ne keer met een ander zoe trouwen, wat dan
Frieda verliest die kinderen en jouw, denk eens goed aan al haar hartepijn
Zu he 'k ik da nog nie bekeken zei Sies, mee een ander trouwen! Dat niet!
Awel Sies vent zei Pere, geen uitstel niemeer, dat is schonen tijd verloren
Kijk ze in de ogen, neem haar hand vast en vraag het, van als ge haar ziet
Het zweet parelde op Sies zijn voorhoofd en hij keek hulpeloos naar Kluis
Die stak zijn vinger op en zei streng, laat ze niet langer in onzekerheid he
Vraag haar meteen tot vrouw Sies en haal met haar het geluk in uw huis
Wat ben ik blij zei Sies dat jullie zijn langsgekomen, ik wist me geen raad
Maar het dringt nu toch langzaam tot me door dat dit werkelijk het beste is
Denk er aan he zei Kluis van als ge haar ziet, en geen uitstel meer he maat
Jamaar zei Sies ik... Niks te ikken stopte Kluis hem af ge moet het vragen
Voor Frieda is dat ook niet geestig he om met zo' n twijfels te moeten leven
Zo iemand laat je niet wachten, ge zout ze op uw handen moeten dragen
Allee Sies beloof mij nu dat ge het haar vraagt direct van als ge haar ziet
Heu heu, awel ja! Riep hij plots enthousiast, echt he mannen ik ga het doen
Laat u door niets weerhouden he Sies zei Kluis, door niets of niemand niet
Ik beloof het u Kluis, van als ik haar zie vraag ik haar om met mij te trouwen
't Mag zijn waar het wil, ik hou mij niet meer in, deze keer moet ik het weten
Ik mag die kans niet laten liggen, ze is werkelijk de mooiste aller vrouwen
Als gij uw woord niet houdt zei Kluis verwijtend zijt gij de grootste aller
ezels
Kom dan nooit meer raad vragen he, we doen dat alleen om u te helpen
Als je er niet mans genoeg voor zijt, zijt ge ook nog de grootste der wezels
Wadde riep Sies, ik ne bange wezel ge zult ne keer wa gaan zien zie man
Ze zal geen kans krijgen om goeiendag te zeggen of we zijn al getrouwd
Pere en Kluis schoten in een lach. Allee goed zei Pere volvoerd dat dan
Frieda kwam van ver met de fiets aangereden en Pere zei 't es het moment
Heu dinges hakkelde Sies bleekjes 'k moe eerst nog ne keer naar dinges
Maar Frieda sloeg af en reed een zijstraatje in, oef verzuchte Sies content
Zo zei Kluis, je sloeg op de vlucht, je wil geen wezel zijn maar je vlucht weg
Wadde riep Sies vernederd ik wegvluchten, wacht maar tot ze subiet komt
Ik aarzel geen moment vent Kluis 't zal 't eerste zijn dat ik tegen haar zeg
Vertel aan de kaarters die hier zijn geweest dat ik hen vanavond trekteer
Ze hebben zij allemaal ulder beste gedaan om te helpen aan mijn zwijntje
Ik ben die mensen heel dankbaar en daaromme doe ik gairen iets weer
Allee goed dan zei Pere, tot vanavond he vent Sies, en nog ne goeien dag
Salu mannen riep Sies en vree bedankt he zeg voor ulderen goede raad
En ui aan ui woord houden he Sies riep Kluis waar dat het ook wezen mag
Maar Frieda had het waarschijnlijk heel druk want ze liet zich niet meer zien
En het werd avond en de kaarters kwamen op de uitnodiging van Sies af
Nolle en Monten en de Champetter met hun vrouw en Pere met zijn Fien
Ook Kluis en Piere. Het werd er gezellig, en er werd een kaartje getrokken
Sies had het lastig om de klanten te bedienen, ze riepen langs alle kanten
Op dat ogenblik kwam Frieda binnen, Sies keek op en was geschrokken
Hij keek naar Kluis en Pere, hij moest woord houden nu, ik kan niet terug
Hij stapte resoluut op Frieda af nam haar hand en keek haar in de ogen
Fr Frie Frieda hakkelde hij, wil je heu, wil je met mij trouwen vroeg hij vlug
Het lawaai was zo groot en Sies vroeg het zo stil dat ze het niet verstond
Wat zeg je Sies vroeg ze verwonderd, spreek luider ik heb je niet verstaan
Hij keek haar vertwijfeld aan en zakte van aandoening haast door de grond
Gans van zijn stuk maakte hij aanstalten om zijn intieme vraag te herhalen
De mensen zagen hen zo bijeen staan en alles viel eensklaps stil heel stil
Wil je met mij trouwen zei Sies luid, ik zou je zo graag in mijn huisje halen
Door de plotse stilte klonk dat heel luid, en de bende riep enthousiast Jaaa!
Frieda en Sies werden erdoor verrast en ieder lachte blij en geamuseerd
Ik dacht dat je het nooit zou vragen zei Frieda, ik wacht al zolang, weljaa
Vaneigens wil ik met je trouwen mijn lieve Sies, waarom zolang gewacht
Ik durfde niet zei Sies je bent zo mooi en zo lief ik wist niet of je mij wou
Ik meende dat ik te oud voor u was. Wel Sies dan heb je verkeerd gedacht
De menigte riep allee Sies geef haar en kus, allee geef haar nu een zoen
Sies keek heel schuchter in het rond en zag die olijke lachende gezichten
Toen keek hij in haar twinkelende ogen en wist echt niet meer wat te doen
Maar ze verloste de twijfelaar uit zijn lijden en greep hem plots bij zijn hand
Gij gaat niet meer twijfelen manneken riep ze, kom naar de burgemeester
Ze trok hem mee, we gaan nu aangifte doen voor onze toekomstige band
Zo laat stammelde Sies, het gemeentehuis is toch al lang gesloten schat
Dat wel zei Frieda, maar we gaan wij recht naar de burgemeester zijn huis
't Is een noodsituatie lachte ze, voor ene keer dat ge eindelijk de moed had
Ik laat je niet meer schieten hoor mijn lieve Sies, nooit meer van mijn leven
Daarom vragen we nu direct de trouwdatum aan; kom Sies ik hou van jou
Sies liet zich overhalen. Voor jou Frieda zei hij verlegen zou ik alles geven
De menigte joelde en applaudisseerde enthousiast aanhoudend en luid
Frieda weende van geluk en Sies moest slikken om zelf niet mee te huilen
Mijn lieve lieve Frieda fluisterde hij stil, weldra ben je mijn mooie lieve
bruid
Eindelijk was het probleem opgelost en de kinderen kwamen het te weten
Ze snelden vlug naar hen toe en namen Frieda en Sies blij in de armen
Eindelijk een mama riep de tweede jongste nu blijft Frieda altijd bij ons eten
De omstanders lachten geamuseerd en Frieda vroeg Fientje vlug naderbij
Wil je op de kinderen passen Fientje, ik kan ze zeker niet alléén achterlaten
Wees maar gerust Frieda zei Fientje ik zorg voor hen als waren ze van mij
We zullen niet lang weg blijven hoor maar ik wil deze keer zeker spelen
Straks denkt hij weer dat hij niet goed genoeg is voor mij en trekt zich terug
Dat wil ik alleszins vermijden voortaan gaan we samen ons liedje kwelen
De mensen lachten er hartelijk om maar stemden daar toch volledig mee in
Hij heeft een hart van koekebrood voor u Frieda riep Juul haar lachend toe
Gelukkig lachte zij, kom Sies jongen ons leven maakt nu een nieuw begin
Ze loste Sies zijn hand niet en trok hem mee, allee vooruit vent meekomen
Maar Sies kwam niet alléén mee hoor, de helft van de kaarters volgde hen
Ze wilden zien of Sies bang zou worden en af zou zien van zijn dromen
Maar dat was het minste van zijn gedacht, hij hield teveel van deze vrouw
En hand in hand liepen ze met hun tweetjes met de joelende bende mee
Frieda fluisterde hij zijn geliefde lachend toe, ik blijf u mijn hele leven
trouw
De Burgemeester schrok zich haast een aap toen hij zijn deur opentrok
Lieve mensen riep hij uit wat is er hier aan de hand is er soms een opstand
Dat zei hij al lachend, maar toch zag je duidelijk dat de man eventjes schrok
Nee lachte Frieda, ze willen getuige zijn dat we onze trouwaangifte doen
Want ge kent gij de Sies ook he ik moet het ijzer smeden terwijl het heet is
Hoe? Zei de burgemeester, heeft hij het durven vragen, de domme hoen
Sies hoe is dat mogelijk vent van zolang te wachten, Frieda zit zot van u
Iedereen wist het, alléén gij scheen dat niet in te zien ben je soms blind
Ze is zo mooi en lief zei Sies en ik durfde niet, maar 'k ben dolgelukkig nu
Allee goed zei de burgemeester ik neem er hier en nu nota van he mensen
Maar als het gemeentehuis open is moet ge terugkomen he, dat is officiëler
Sies jongen en Frieda proficiat met jullie voornemen en de beste wensen
Dank u Burgermeester zeiden ze als 't gemeentehuis open is zijn we terug
De burgemeester moest er om lachen, niet uitstellen of Sies wordt bang
Daar is geen kans meer op zei Sies, nu wil ik trouwen en dan wel heel vlug
Dat is spreken zei de burgemeester, dat is praat gelijk van nen echte man
Mans genoeg is hij zei Frieda, maar alléén een klein beetje bang van mij
Niet bang van u Friedatje zei Sies, maar bang dat je met mij niet leven kan
Maar dat is voorbij, nu ik weet dat je zoveel van mij houd voel ik mij goed
Ik was eigenlijk bang u te verliezen als ik u zou vragen met mij te trouwen
Je moest daar niet bang voor zijn zei ze het vergde alleen een beetje moed
't Is waar zei Sies, allee dan gaan we maar weer terug naar huis he schat
Na wederzijdse groeten togen ze blij naar huis en de bende kwam mee
Mens zei Sies mee zo' n bende een trouw aangeven, die schrok nogal wat
Jamaar zeiden de anderen we moesten weten of je het wel echt ging doen
We wilden niet dat ge u terug ging trekken uw gezin heeft een vrouw nodig
Ja, zei Sies niet ik alleen, maar ook de kinderen vooral de kleinst kapoen
'k Heb dikwijls bang gevreesd zei Frieda dat je iemand anders zou vinden
Ik werd er soms ongemakkelijk van als ik dacht die kinderen te verliezen
Vooral als ge u dan soms aan een van die liefdeloze karakters zou binden
Daar was geen kans toe Frieda zei Sies, als ik u niet kon krijgen bleef ik vrij
Je zat diep in mijn hart verborgen en ik dacht nooit aan een andere vrouw
Hoe? Zei Frieda, dacht je daar al lang over na, hield je al die tijd al van mij
O ja zei Sies, in 't begin was mijn hart leeg en het was lange tijd bezwaard
Het verlies van mijn vrouw was een slag, ik moest door voor de kinderen
Dat hield mij op de been en met uw hulp en steun werd mijn leven geklaard
Je veroverde mij hart voor ik het door had maar her was een heerlijk gevoel
Ik droomde soms wel eens van jouw maar je was zo mooi en jong en lief
In mijn binnenste hoopte ik wie weet misschien ooit, ik had weer een doel
Echt vroeg Frieda heb je echt van mij gedroomd, wat lief van jouw Sies
Maar ik moet bekennen dat ik eigenlijk ook wel eens van u droomde hoor
We wandelden langs de heide met de kinderen en er was een zachte bries
't Was heerlijk wij zo allemaal samen en nu wordt mijn droom werkelijkheid
We zullen het goed hebben samen Sies 't wordt een mooie tijd voor ons
Ik voel het in mijn hart, en we zullen er samen aan werken met veel beleid
De felicitaties waren natuurlijk niet van de lucht toen ze weer thuis kwamen
Ze zijn echt naar de burgemeester gegaan getuigden de anderen echt waar
Nog wat geduld he zei Sies tegen Frieda en dan zijn we voor altijd samen
En zo werd het laat en langzaamaan ging eenieder naar zijn eigen haard
Frieda nam afscheid van Sies en weende bij het afscheid, tot morgen Sies
Tot morgen mijn lieve schat en denk er aan lieveling jij bent mij alles waard
En ze gingen elk naar hun eigen bed, om heel mooi van elkaar te dromen
De tijd verliep voor Sies en Frieda toch zo traag tot de tijd van trouwen
Maar uiteindelijk dan was toch die langverwachte schone dag gekomen
Sies was gans die tijd bezig geweest zijn huis en zijn hof schoon te maken
En de dag voor de trouw was Frieda verhuisd naar het eigen huis van Sies
Alleen haar bed stond nog in haar huis, maar dat zou wel bij Sies geraken
Ze moest ginder nog kunnen slapen, maar vanaf nu hoefde dat niet meer
Het was de grote dag Voor Frieda en Sies, de kaarters waren op het appel
Ze waren gevraagd om te eten, en daarna
rozijne en koekebrood en meer
't Zou een gezellig burgersfeestje worden zonder overdreven luxe en praal
Maar gewoon zoals het hier in Stillegem en Luidegem de gewoonte was
Sies zijn magazijn was voor de gelegenheid opgesmukt tot een mooie zaal
En nu zaten ze eindelijk voor de burgemeester in het oude gemeentehuis
Het was natuurlijk een heuglijke dag voor Sies en Frieda en 't was goe weer
Maar ook de genodigden waren er graag bij en er was daar nogal wat geruis
De burgemeester stond gezwind op om een mooie redevoering af te steken
Die door Sies en Frieda aandachtig werd gevolgd en ook door de anderen
Behalve door Peerke, een oud kaalhoofdig ventje, hield het voor bekeken
En viel stilletjes in slaap op zijn stoel, en niemand schonk er aandacht aan
Behalve Fons die helemaal werd geobsedeerd door die blinkende kletskop
Hij kreeg een inval, Toon zei hij dat is koud als daar geen haren op staan
Wachte ziede zei hij we gaan straks lachen, wachte ik komme subiet weer
En stilletjes sloop hij naar buiten en zocht en vond een hoopje paardevijgen
Hij raapte zo een vijgje op en trok naar binnen. Dat zei hij is voor onze Peer
Hij sloop stil tussen de rijen door en nam zijn plaats achter Peerke weer in
Heel behoedzaam en zacht lei hij het paardevijgje op Peerke zijn kale kop
Neeje vent fluisterde den Toon wa doedde gij nu, gij onnozele stomme pin
Het kwaad was geschied, met de dampende paardevijg sliep Peerke door
Niemand zag wat Peerke zo overkwam, hun ogen waren naar voren gericht
Fons zei tegen Toon dat is Peerke paardevijg, hij fluisterde het in zijn oor
De twee moesten op hun tanden bijten om niet luid in een lach te schieten
Toon hield met zijn hand zijn mond hard dicht om zich in te kunnen houden
En fluisterde tegen Fons, zijde gij niet beschaamd vent, gij stomme wieten
De burgemeester was in zijn beste doen vandaag omdat er zoveel volk was
Hij zette zijn beste beentje voor om zijn redevoering nog kracht bij te zetten
Het zal niet altijd zonneschijn zijn zei hij, daarom komt geduld goed van pas
Er zal een tijd zijn voor vreugde en tijd voor verdriet, en wachtte toen even
Maar jullie liefde moet deze moeilijkheden kunnen trotseren en overwinnen
Jullie moeten sterk zijn en door die sterkte en liefde zul je alles overleven
Maar 't is niet allemaal kommer en kwel, meestal is het leven hier heerlijk
Vooral als twee mensen om elkaar geven en hun liefde laten openbloeien
Als ze in plaats van altijd te nemen, leren geven want dat is onontbeerlijk
Ja er komt en tijd van wenen en een tijd van lachen, en hij keek in de zaal
En weer wachtte hij wat om zijn woorden kracht bij te zetten bij de hoorders
Zijn viel blik op de dampende paardevijg op dat blinkend kopken zo kaal
Dat werkte zo hard op zijn lachspieren dat hij niet meer serieus kon blijven
Hahaha gierde hij plots hahahaha dat is paardestrond en hij gierde het uit
Hahah hoehoe hahahaa kraaide hij hohohoho waar gaan we da schrijven
Wadde! Zei Sies verontwaardigd is al uwe raad maar gelijk paardestront
Nu was de burgemeester boven zijn toeren en zakte gierend op zijn stoel
Ba neeje riep hij ba neeje Sies jong, hahahaha maar kijk toch ne keer rond
En hij wees lachend met de tranen in zijn ogen naar het slapende Peerke
Iedereen volgde de aangewezen richting en toen pas barste het tumult los
Het was daar een gelach en gejoel van jewelste om het slapende heerke
Die door het gelach de ogen opentrok en slaperig in het rond zat te kijken
Hij zat daar stilletjes en dat gelach prikkelde hem en hij lachte vrolijk mee
Dat ventje met die paardevijg op zijn kop, kon het gelach niet laten wijken
Peerke knikte hen vriendlijk toe en de paardevijg viel ongemerkt in zijn pet
Hij wist wel niet waarom ze zo allemaal zaten te lachen en naar hem keken
Allicht omdat hij even indutte dacht hij en hij lachte maar mee met de pret
Dat zorgde voor nog meer gejoel en het gelach druiste vrolijk door de lucht
Monten zat daar op zijn billen te kletsen en werd zo rood als een rode pioen
De voorbijgangers kwamen verwonderd binnengluren door het luid gerucht
Nolle viel van zijn stoel van het lachen en de Champetter was in ademnood
't Was daar natuurlijk een gejoel van jewelste en het gelach bleef maar duren
Pere durfde niet meer kijken van 't zeer in zijnen buik, dat wordt mijn dood
Kluis en Piere schaterden het uit en Kluis riep wat gaan we nu nog beleven
Plots kreeg hij de gierende Monten in de gaten en hij porde Piere even aan
Kijk naar Monten riep hij bezorgd, hij gaat wat krijgen die gaat het begeven
Nolle en Pere hadden het ook plots gezien en schoten rap naar Monten toe
Schei uit kieken riep Nolle, gaat ge weer beginnen ja, wacht ik roep Trientje
Monten reageerde prompt op die bedreiging, nee hijgde hij, wat ben ik moe
De rust keerde dra weer in het gemeentehuis en de burgemeester herbegon
Eerst met wat heel luidruchtig te kuchen om zijn lachesmoel weg te werken
Het koste hem veel moeite om ernstig te blijven maar deed toch wat hij kon
Er zal een tijd komen van wenen en van lachen en hij keek weer in de zaal
Zijn blik werd onhoudbaar getrokken naar het blinkende kopken van Peerke
En zei hij hihi heu hihi haha en hij barste weer los en ze volgden allemaal
Sies en Frieda lachen dat ze schokten, trouwen is toch geestig he zei Sies
Jach gierde Frieda vooral als de raad van de burgemeester paardestrond is
Hahahaaa krijste Sies hees, zwijg toch Frieda ik krijg er pijn van in mijn lies
Maar na geruime tijd was de plechtigheid voorbij en men ging naar buiten
Elk hield Peerke in 't oog om te zien wat met de paardevijg ging gebeuren
Het ventje wist van niets en was naarstig bezig zijnen neus aan het snuiten
Buitenkomend kreeg zijn hoofd koud en hij zette prompt zijn pet op zijn kop
Dat was het sein voor een nieuwe onbedaarlijke lachbui bij de genodigden
Mens toch riep Frieda lachend laat dat toch ophouden ik ben gans doodop
Ja riep Sies trouwen kan wel geestig zijn maar 't kan algelijk ook lastig zijn
De nieuwsgierigen er omheen hadden nog nooit zo een trouwerij gezien
Ze lachten gewoon maar mee en zeiden die zaten zeker goed aan de wijn
Een luid gierend paar en de genodigden die zich bijna uit de kleren lachten
Ze waren nog meer verwonderd toen ze de burgemeester zo zagen staan
Aja die moest zich toch deftig gedragen wie zou dat van hem verwachten
Niet dat hij nooit ne keer mocht lachen maar allee zoveel uitbundig plezier
En dan nog tijdens een trouwerij zeg, ze waren er wel heel verwonderd van
Nen burgemeester die zo stond te roepen, ik lach mij zo dood als een pier
De burgemeester bedoelde duidelijk nen dode pier he ge verstaat dat wel
Want ge begrijpt natuurlijk wel dat er nog levende pieren zijn ook he vent
Ge weet wel wat ne pier is, dat is zo' n langgerekt beest in zijn naakte vel
Goed! Na veel gelach en vrolijk gepraat, kwam de stoet bij Sies thuis aan
Waar enkele goedwillige buren de tafels met vlijt in gereedheid brachten
Iedereen keek gretig naar de goede spijzen en Sies zei dat is mooi gedaan
En Frieda prees oprecht haar buren voor de heerlijk geurende gerechten
Iedereen schoof dan spoedig aan, want zoiets lieten ze zich niet ontkomen
Je zag dat ze van plan waren eens tegen al die heerlijkheden te vechten
Symbolisch he. Mensen riep Sies bedankt voor uw komst en smakelijk eten
En meer moest dat niet zijn voor Sies en niet voor Frieda of de genodigden
't Waren al eenvoudige werkmensen die niet van prietpraat moesten weten
Ze hadden hier hun eigen manier van leven en hun eigen gewoonten ook
Maar alles was heel wettig hoor het waren hier geen wilden, verre van dat
De regels lagen wat anders, ze waren vriendelijk en niet gauw van de kook
Het waren buitendorpen die aan hun eigen rustige leefwijze waren gehecht
Ze gingen wel graag eens naar de stad, maar alleen eens op en weer weg
Wat anderen deden deerde hen niet, maar zelf waren ze eerlijk en oprecht
Maar gezellig tafelen dat was hier wel een favoriete gewoonte in Stillegem
Ze aten niet gulzig maar heel op 't gemak pratend en lachend en genietend
Sies en Frieda zagen dat lachend aan, een mooi tafereel zei ze tegen hem
Ja zei Sies, ik heb echt nog nooit zo een mooi gezellig feest meegemaakt
Ik ook niet zei Frieda, het begin van ons nieuw leven zet alleszins goed op
't Is te hopen zei Sies dat al dat heerlijke smakelijke goede eten op geraakt
Zeg Fiel vroeg Peerke, waarom lachten wij in het gemeentehuis allemaal
Ik zag iedereen lachen en dat deed mij ook lachen maar waarom eigenlijk
Nie kwaad worden he Peerke zei Fiel en vertelde het hem alles in klare taal
Ach gulder lelijke deugnieten riep Peerke uit en lachte zich zelf haast krom
Hihi hohoho hoehoehoe gulder niewairs hahaha hoe durf je zoiets uithalen
Hihihi hahaha en ik maar meelachen zeg hahahahaaa mens toch hoe stom
Stop vent Peerke zei Fiel ge gaat u ziek lachen gij, houd daar maar mee op
Hahahaa gierde Peerke ik zie het zo voor mijn ogen hahahaa jongens toch
'k Zie mezelf daar al zitten hahahaha mee een paardevijg op mijn pletsekop
Het ventje lachte werkelijk zo hard dat de rest weldra weer volop meedeed
Monten zat alweer op zijn billen te kletsen en het lachespelletje herbegon
Frieda jong lachte Sies dat is echt het vrolijkste feest waarvan ik ooit weet
Het duurde een hele tijd eer de rust weerkeerde en elk aan het eten was
Tot ze allen verzadigd waren en nu alleen nog gezellig bijeen keuvelden
Sies vroeg Juul mogen we ondertussen kaarten komt dat niet ten onpas
Ha nee zei Sies, dat komt goed van pas om ons eten te laten zakken man
En als het dan zover is drinken we koffie met rozijnen brood en ook taart
En ook koekebrood jullie mogen kiezen of van alles wat volgens dat je kan
Een spontaan applaus was het antwoord, en het werd een gezellige boel
Frieda en Sies liepen van de een naar de ander om een praatje te slaan
En Peerke moe van het lachen viel weer langzaam in slaap op zijn stoel
Fons was bezig de pet van Peerke met een vochtige zakdoek uit te kuisen
Niet dat ze echt vuil was maar Fons vond toch dat het eigenlijk nodig was
Peerke merkte er niets van hij zat daar op zijn stoel ineengezakt te ruisen
Maar de Champetter ambtswege steeds alert merkte dat gedoe nu juist wel
Ha! Riep hij luid mensen hier we hebben de geheimzinnige dader te pakken
Hij keert terug naar zijn misdaad de veroorzaker van al de kommer en kwel
Spreek op zei hij lachend, wat heeft u tot deze vreselijke daad gedreven
Je hoeft het niet af te strijden manneken je bent hier op heterdaad betrapt
Heb je dan niet nagedacht, die daad koste sommige lachers bijna het leven
Wel repliceerde Fons zonder nadenken, ik dacht zie Peerken wordt oud
Ik zag zijn blinkend pletsekopje en kreeg danig medelijden met dat ventje
En ik dacht zo' n kaal kopken, dat manneken heeft het zeker en vast koud
Medelijden sloeg me rond het hart in mijn nieren tot zelfs in mijn darmen
Daarom sloop ik stilletjes naar buiten om een warme paardevijg te halen
Ik heb ze liefdevol op zijn kletskopken gelegd om dat ventje op te warmen
Fons zijn wederwoord sloeg in bij het volk en een gelach was het resultaat
Ge zijt ook niet rap op uw mondje gevallen he lachte de Champetter vrolijk
Ge weet u nog allicht uit de slag te trekken met uw lachebekkers gepraat
Peerke schoot er van wakker en voelde meteen met zijn hand op zijn hoofd
Dat lokte natuurlijk nog meer gelach uit en Peerke lachte goedmoedig mee
Jamaar zei hij toen vrolijk jullie hebben mij al eens zo' n peerke gestoofd
Dat was de klap op de vuurpijl en weer barste een geweldig rumoer los
In al dat gewoel zocht Sies een gelegenheid om met Frieda alleen te zijn
Hij trachtte met haar weg te komen en probeerde slim te zijn als een vos
Wat een feest zei hij stil tegen zijn Frieda, ik moet u iets tonen, kom mee
Frieda volgde hem in de keuken en Sies nam haar heel teder in zijn armen
En kuste haar heel zachtjes op haar mond, hei! Klonk het, gij stiekeme pee
Gans de bende was stil naderbij geslopen en keek dan glimlachend toe
Sies en Frieda moesten er hartelijk om lachen, lelijke deugnieten! Zei hij
Gade gulder mij misschien de rest van mij leven volgen bij alles wat ik doe
Jaaaaah was het lachende antwoord en iedereen trok weer naar de zaal
Plots ging de buitendeur zacht open en een onbekende kwam naar binnen
Geschenk van Juul zei de man, en opende een grote doos met één haal
De echt unieke inhoud ontlokte een bewonderend ooooch van iedereen
Het was een heel mooi kleurig versierde taart een beeldwerk haast gelijk
Och zo mooi zei Frieda, maar jongens, en straks snijden we dat vaneen
De taart zelf stelde een tafel met een groot tafelkleed tot op de grond voor
Tegenover elkaar tegen de taart aan, zaten twee kaarters van marsepein
En dwars op de tafel tussen hen krulde een marsepeinen zwijnekodde door
Wat een prachtstuk Riep Sies verrukt, ik wou echt dat ik dit kon bewaren
Deze niet zei Juul maar die andere wel en een tweede doos werd geopend
Iedereen keek vol bewondering toe en bleef maar naar de inhoud staren
De ene zei Juul is voor op te eten, maar ik was verrukt van het resultaat
Daarom liet ik ze meteen bijmaken in boetseerklei, kleuren en hardbakken
En dat is dus het glanzend evenbeeld dat hier op de tafel voor jullie staat
't Heeft wat achtergeloop en moeite gekost, maar 't was de moeite waard
Ik kon anders niets bedenken om jullie een plezier te doen daarom dus dat
Maar mensenlief riep Frieda uit 't zelfs is nog mooier dan die heerlijke taart
Sies gaf Juul een hand, dank u Juul je hebt u ons een groot plezier gedaan
En liefkozend wreef hij met zijn vingers over het kleurig blinkend tafereeltje
Maar lachte Juul, ik was jaloers jongen Sies, ik heb er thuis ook een staan
Echt! Lachte Sies, 'k ben blij dat is een mooie herinnering voor jou en mij
Dat dacht ik ook zei Juul, 't zal mij altijd aan onze vriendschap herinneren
Bedankt he Juul zei Frieda ik vind dat heel heel erg mooi ik ben erg blij
Mensen riep Sies sluit uw spel af, de koffie en lekkernijen komen er aan
En je hoeft niet te sparen hoor, doe maar jullie best het geraakt niet al op
Eet op jullie gemak geniet ervan, daarna gaan we nog een kaartje slaan
Dat viel in goede aarde want de genodigden lieten een luid applaus horen
Peerke zat juist naast Fons en zat daar zo smakelijk en stukje taart te eten
Geef mij ne keer ne slok koffie zei hij tegen Fons als ik u even mag storen
Als 't maar dat is zei Fons, nee dat stoort mij niet ge moogt dat weten hoor
En als ik iemand kan helpen dan sta ik altijd klaar ik heb nog jonge benen
Ook nog jonge armen en handen daarbij en waar dienen die anders voor
Hij nam een slok koffie in zijn mond en spuwde die in Peerke zijn koffietas
Voila zie zei hij, ge hebt een slok koffie gevraagd wel dat is een slok koffie
't Is waar ook zei Peerke, alsof dat de normaalste zaak van de wereld was
Meteen wou hij de slok opdrinken. Maar Fons hield hem bij zijn arm tegen
E maar Peerke toch zei hij, ge zout gij da nog opdrinken ook gelove 'k ik
'k Benne 'k ik nie vies van u manneke, der is daar toch niets aan gelegen
Nee nee Peerke dat gaat niet, dat was alleen maar bedoeld als ne grap
'k Ga u subiet een propere tas halen ziede Peerke, wacht maar een beetje
Geef uw vuile tas maar mee met mij, 'k ben direct were 't is maar ne stap
Fons ging een andere tas halen en was daar al vliegensvlug mee terug
Hierzie Peerke een propere verse tas, uw koffie zal u nog zo goed smaken
Ge zijt gij een braaf manneke zei Peerke en klopte eens op Fons zijn rug
En er ontspon zich een warm gesprek tussen die twee die heel lang duurde
Een hechte vriendschap ontstond weldra tussen de jongen en de oude man
Hoe dat ge mee mij wilt klappen zei Peerke wijl hij in Fons zijn ogen tuurde
Ne mens is ne mens zei Fons, ne jonge is nie meer mens dan nen ouden
Dat wel zei Peerke, maar de meesten laten ouden toch meestal links liggen
Dat zijn stommeriken ze Fons, 't is dwaasheid dat ze niet van Jullie houden
Voor mij zijn ze allemaal gelijk, ik hou heel veel van mijn oma en bompa
Maar ook wel van mijn jonge vriendjes, voor mij speelt ouderdom geen rol
'k Hoor evengraag een verhaal van een vriend als mijn bompa' s hoempa
Je weet wel he Peerke zo' n groot koperen blaasinstrument dat grof klinkt
Maar opa is daar erg fier op en soms speelt hij speciaal een liedje voor mij
't Is heerlijk als hij daar zo zit te spelen en zijn instrument in de zon
blinkt
Waarom kom je me niet eens opzoeken Fons, dan leer ik je hoe te vissen
Es dat echt vent Peerke, ik he dat wel al gezien maar nog nooit zelf gedaan
Als je dat wil leren zei Peerke kom dan maar af je moet dat zelf beslissen
Ik kom zeker vent Peerke, maar ik daar helaas geen gepast materiaal voor
Da speelt geen rol manneke, ge hebt da niet nodig komt gij gerust maar af
Maak u maar geen zorgen daarover jongen ik heb visgerief genoeg hoor
En zo ontstond een vriendschap tussen die twee dat nog jaren zou duren
Ondertussen zocht Fientje de bruid op om eens een vlug praatje te slaan
Ja jong Frieda, zo hebt u in ene keer wel een groot gezin om te besturen
Frieda moest er om lachen, och Fientje ik deed dat van tevoren toch ook al
Dat is waar ook Frieda, maar ik wilde jullie eigenlijk eens een voorstel doen
En ik denk dat ik uw en ook onze kinderen daarmee groot plezier doen zal
We zouden uw kinderen graag eens een weekje op vakantie willen nemen
Een paar dagen bij mij om bij Tistje te spelen we hebben plaats genoeg
En een paar dagen bij Maartje ook anders zit Mantje daarover te zemen
Zo is Tistje content en Mantje eveneens en jullie hebben enige dagen rust
Een fantastisch gedacht zeiden Sies en Frieda, dank u Fientje en Maartje
Alléén het kleinste houd ik bij mij zei Frieda anders voel ik mij niet gerust
Maar ik zal dat niet vergeten hoor dat jullie dat voor ons hebben gedaan
Wees gerust Frieda, we letten er goed op ze zullen zich goed amuseren
De kinderen hadden dat ook gehoord en riepen, wanneer mogen we gaan
Ze hadden voor deze ene grote gelegenheid eens lang mogen opblijven
Nog wat geduld hoor jongens zei Sies, we roepen jullie wel als het zover is
De jongens dansten rond, op vakantie! Hun vreugde was niet te beschrijven
Kluis stond recht en zei, Sies en Frieda ik mag jullie ook nog iets aanbieden
Van een iemand die onbekend wil blijven en op dezelfde dag is getrouwd
Hij kent jullie huisje goed en weet dat er werken moeten aan geschieden
Hij heeft hier met zijn vrouw uren doorgebracht en dat was een mooie tijd
Het is een idyllisch plekje voor hen, ze willen graag dat het wordt hersteld
Ze leerden elkaar hier kennen en willen dat ge het verval ervan vermijdt
Om die herinnering te behouden wil hij dat jullie het huis gans restaureren
Enkele kamers langs achter bijbouwen, maar de voorkant moet wel blijven
Hij betaalt alles. Zoek echter niet uit wie het is, je mag dat nooit proberen
Je zou het trouwens nooit te weten komen. Hij vraagt doe me dat plezier
Bouw uw huisje tot een droomhuisje, spaar niet want geld speelt geen rol
Want mijn lieve trouwe droomvrouw en geluk vond ik jaren geleden hier
Denk als 't u beliefd niet dat het van mij komt zei Kluis, ik ben niet getrouwd
De omstanders moesten er hartelijk om lachen, die Kluis toch zeiden ze
Hij heeft mij deze opdracht gegeven omdat hij mij kent en volledig betrouwd
Wel! Wat zeggen jullie daar op, gaan jullie met deze voorwaarden akkoord
Maar Sies en Frieda stonden perplex. Ze stonden stil naar elkaar te kijken
Ik droom toch niet he zei Sies, heeft de drank soms mijn denken verstoord
Nee nee zei Kluis je bent klaar wakker, maak die man toch gelukkig Sies
Gelukkig die man riep Sies, wij vent, wij zijn hier de gelukkigen jongen Kluis
Maar ik kan het nog niet goed geloven, het is zoals in een sprookje precies
Zeg da nog ne keer, ik mag mijn huis laten opknappen en moet niet betalen
Precies zei Kluis, en die man smeekt u of dat u hem dat plezier wilt doen
Sies schudde ongelovig zijn kop. Waar kan men nu zo' n goed mens halen
Maar Frieda vloog Sies om de hals, Sies jongen alles begint toch zo mooi
Ze weende we zullen het goed hebben met de kinderen samen ik voel het
Dat een rijk mens zo goed kan zijn zei Sies, voor mensen van ons allooi
Simpel zei Kluis, eens was hij ook straatarm, hij weet heel goed wat het is
Toevallig was het geluk hem gunstig en is de armoede van hem geweken
Hij wil dat ge u gelukkig voelt als een gezonde vis in 't water tussen het lis
Maar ik moet wel weten of ge er nu eigenlijk mee instemt of niet he mensen
Of ik daarmee akkoord ga riep Sies, vent Kluis dat es gewoon mijn droom
Natuurlijk wil ik dat, heel graag zelfs, allee wat kan ik me nog meer wensen
Ik heb vier gezonde kinderen en vanaf vandaag een heel lieve mooie vrouw
En nu krijg ik er nog zo' n geschenk bovenop, vent Kluis dat is toch zo mooi
Sies stond daar met tranen in zijn ogen, en Frieda kuste hem lief en gauw
Kluis zei Sies, bedank die man uit onze naam, uit het diepste van ons hart
Woorden om uit te leggen hoe diep gelukkig we zijn he vent, die zijn er niet
Zeg hem gewoon hartelijk dank, dat zijn grote goedheid ons heeft verward
We zullen ook zijn wil om onbekend te blijven trouw en volledig respecteren
Neen we zullen niet de minste moeite doen, om dat ooit te weten te komen
We zullen hem daar altijd dankbaar voor zijn, en zijn grote goedheid eren
Dat zal hem alleszins gelukkig maken zei Kluis, ik laat hem dat zeker weten
En ik meen echt wat ik zeg, hij zal er nog gelukkiger mee zijn dan jullie zelf
Dan zal hij vreselijk blij moeten zijn zei Sies, we zullen dat nooit vergeten
Och ja zei Maartje zolang de verbouwingen eens aan uw huis bezig zijn
Kunnen de kinderen bij mij en Fientje komen slapen dat is geen probleem
Je hoeft ze 's avonds maar te brengen, onze kinderen vinden dat vast fijn
Sies greep zijn vrouw ineens vast en danste met haar vrolijk in het rond
Wat een vrienden riep hij, ik moet dat eventjes uitwerken met een dansje
Is dat nu niet schoon Frieda, het antwoord was een lief kusje op zijn mond
Sies was een klein beetje van zijn stuk en keek verlegen naar zijn gasten
Kijk toch niet zo verlegen riep Juul, gij domkop het is toch je eigen vrouw
Jullie zijn een mooi koppel vent ik wist dat jullie goed bij elkaar pasten
Nu lachte Frieda verlegen en het schaamrood steeg haar naar de wangen
Ik ben dolgelukkig met mijn mooie Frieda lachte Sies, mijn lief vrouwtje
Hij sloeg zijn arm om haar, ik heb er lang genoeg moeten naar verlangen
Maar mijn mooie droom is dan eindelijk toch uitgekomen nietwaar schat
Frieda zei niets ze glimlachte alleen en haar gezicht werd nog wat roder
Fientje kneep in Frieda' s hand en knipoogde, en dat kalmeerde haar wat
't Wordt stilaan laat zei Fientje, maak de kinderen klaar we gaan naar huis
Bedankt voor de uitnodiging en al het goede eten 't was werkelijk perfect
Ja 't word laat ik ben dat ook niet gewoon, ik zet ook maar aan zei Kluis
En weldra waren Fientje en de kinderen van Sies en Pere huiswaarts toe
Toen vertrokken de ook rest stilaan en waren de trouwers gans alléén
Sies bekeek zijn bruid en lachte blij, 't was mooi zei hij 'k ben wel wat moe
Ik ook zei ze lachend, sluit gij maar alles af dan gaan we maar naar bed
En Sies haastte zich zo snel hij kon en sloot heel content zijn deurke dicht
Eindelijk had hij zijn mooie vrouwtje waar hij zo zijn zinnen op had gezet
Des anderendaags waren alle vrienden bij Florre samen voor een verslag
Want 't was natuurlijk Florre die op dezelfde datum als Sies getrouwd was
Samen hadden ze dat plannetje beraamd en hij vroeg hoe het ginder lag
Florre vent ge moest ginder geweest hen he vent, waarom kwam je niet
Nee nee zei Florre wij zijn nie voor al da lawaai we houden meer van rust
Kom vertel op, waren ze blij Pere, jongens ik ben benieuwd zoals ge ziet
Blij zei Pere, dat is zacht uitgedrukt, hij greep Frieda vast en danste rond
Gelijk een kind dat een doos bonbons krijgt, en Frieda tons he vent Florre
Die weende van blijdschap, ze wisten echt niet meer waar hun kop stond
Zijn vrouw vloog rond zijn nek en kuste hem de verrassing was zo groot
Ze verhaalden de gehele gebeurtenis, en Florre bloosde van pure blijdschap
Zie je vrienden zei hij daarvoor is die schat goed, en voor mensen in nood
Ze hen de schenker heel diepgemeend bedankt ook al was die onbekend
Ze konden er niet genoeg van krijgen hem te danken ze waren overdonderd
Ja zeiden de anderen en wij hebben genoeg, je bent een barmhartige vent
Op datzelfde ogenblik liep Sies met grote afgemeten passen rond zijn huis
Geen gras over laten groeien zei hij, als ik de man er een plezier mee doe
En 'k mag niet sparen dus maak ik er iets mooi van, 't is de raad van Kluis
Weet je wat ik ga doen zei hij tot zichzelf, ik ga een kijkje nemen bij Florre
Frieda hoorde hem tegen zichzelf praten en vroeg, welke Florre bedoel je
Sies nam haar in zijn armen met een kus, e die in de bossen met die torre
Ach zei Frieda die met al zijn duiven, wat is daar nu te zien wat ons betreft
Wel zei Sies hij is ook aan het verbouwen, en eens kijken kan geen kwaad
Raad is duur, ne mens doet soms domme dingen zonder dat hij het beseft
Fientje kwam net aangewandeld en zei lachend de kinderen vragen om zus
Ze missen zus en zouden haar graag vandaag bij hen hebben ze smeekten
Wat kon ik anders doen dan op hun vurige wens ingaan, en hier ben ik dus
Ik breng haar dan vanavond wel weer naar huis, ze beleven een mooie dag
Allee zei Frieda als het je niet te veel moeite is ik ga ze maar halen he dan
Dank u Frieda, ze zagen mijn oren af, 'k ben blij dat ik ze meenemen mag
Frieda gaf het kleintje een reeks liefkozingen en gaf ze mee met Fientje
Fientje glimlachte geamuseerd, 't valt u moeilijk he zei ze om mee te geven
Jaaa zei Frieda 't is het kleinste he. Fientje zei ik zorg goed voor uw kiendje
Tot vanavend dan riep Sies haar na en Fientje zwaaide hen nog eens toe
Dat is echt een goed mens he zei Frieda, alzo expres om de kleine komen
Om aan die veeleisende knapen tegemoet te komen, ze is niet gauw moe
Zeg Sies mag ik mee gaan, ik zou da ook graag ne keer willen zien, zijn huis
Mogen! Zei Sies, schat gij moet mee ik ga nergens meer naartoe zonder u
Ze kuste hem en zei, nu zit ik als een plaag op uw vel, als een dikke luis
Maar dan als een heerlijk lief plaagje zei Sies, ik ben zo gelukkig met jouw
Ze vleide zich tegen hem, en ik met u zei ze en kuste hem zachtjes weer
Kom zei ze we gaan dan meteen, geen tijd verliezen en trok aan zijn mauw
En arm in arm gingen ze op stap om Florre zijn huis van dichtbij te bekijken
Af en toe bleven ze even staan voor een vlug zoentje en dan weer verder
Ze hing heel stevig aan zijn arm en was niet van plan om vandaar te wijken
De vrienden waren toen al vertrokken als Sies en Frieda daar aankwamen
Florre zag hen en verschoot nogal, Berta riep hij Sies en Frieda zijn daar
Och zei Berta zouden zij het toch weten, we zullen horen wat ze uitkramen
Florre liep hen ongerust tegemoet, wat brengt de pasgetrouwden naar hier
Wel zei Sies ik heb gehoord dat ge al een tijdje bezig zijt met verbouwen
We dachten, misschien mogen we kijken, doe ons als 't u belieft dat plezier
Van verbouwing hebben we niet veel verstand en bouwen kost veel poen
Ik verspil eigenlijk niet graag onnodig geld, al speelt geld nu wel geen rol
Ach zei Florre opgelucht met genoegen, gaet ge ook aan verbouwen doen
Ja zei Sies opgewekt, een mooie droom van mij of ons, gaat in vervulling
'k Ga u ne keer iets vertellen he, dat uw oren zal doen tuiten, wonderbaar
En hij vertelde hun wedervaren, vent Florre het was een echte onthulling
Ik ging bijna door mijn dak van vreugde en mijn vrouwtje weende van geluk
Florre's gezicht straalde van blijdschap, maar hij bewaarde het stilzwijgen
Ge moet toch maer sjanse hebben zei hij, jullie hebben het nu zeker druk
Ja zei Frieda we gaan een droomhuisje bouwen, de voorgevel blijft staan
We zijn daar zeer aan gehecht en ons huisje moet goed herkenbaar blijven
We hopen daar voor altijd te blijven wonen, daar willen we nooit weg gaan
Sies bedacht dat je aan het verbouwen was en we kwamen zo eens kijken
Dan kan ne mens zich een beter gedacht geven, door elders eens te zien
Want 't is natuurlijk maar als het al lang te laat is dat later de fouten
blijken
Ha zei Florre ons huis is net af, alléén de keuken is gans 't zelfde gebleven
Onze slaapkamer is ook wat vergroot maar al de rest is grondig veranderd
Ge zijt beter dat ge het van den eerste keer goed doet, 't is voor uw leven
Er staen nu nog geen nieuwe meubels in, die zijn wel in de maek bij Fiel
Maer kom mensen ik leid jullie eens rond, kijk dat is hier ons achterhuis
Fiel gaet rekken brengen van de week, ja
't is diene mens ook zijnen stiel
Hummm zei Frieda gerieflijk en schone ingedeeld en met een groot raam
En hier ne slaapkamer zei Florre en hiernaest ook nog enen als reserve he
Met de onze erbij hebben wij er nui drei, mee de oude en de nieuwe saam
We hen er wel geen dreie nodig maer ja he mijn Berta wou dat toch graag
En dat es hier de kelder kijk maer ne keer zalle groot en gans gewit en fris
't Es hier altijd koele he voor de boter en de melk, die koelte blijft gestaag
Het eten bewaerd veel beter he vent en 't es ook vree goed voor het fruit
En hier zo een kamerke waar Berta een haar bijzondere spullen bewaerd
Dingen waeraan ze erg gehecht es, en da haeld ze zo af en toe ne keer uit
En dat hier es dan een kamerke voor mij, hier bewaere 'k ik zu van alles wat
Mensen mensen mensen, wat een schoon en groot gerieflijk huis zei Sies
Ne grode keuken en veel slaapkamers mensenlief toch, he hier plaatse zat
'k Ben der echt jaloers van, allee bij manier van spreken natuurlijk he mens
Maar zo' n mooi huis 't es nie te geloven, zoiets zou ik nui ook willen ziede
Ja zei Frieda dat is een echt droomhuis, zoiets dat is mijne grootste wens
Awel zei Florre da es simpel, bouw der dan ook zo een da mocht toch man
Jamaar zei Sies zo groot, ik weet echt niet of die man wel zoiets bedoelde
Hij zei toch dat je naer geen geld moest kijken zei Florre, wel Sies dat kan
Ge moest er uw droomhuisje van maeken, doe het dat is jullie grote kans
Dienen mens zal daer gelukkig mee zijn, stel die nu als 't u belieft nie teleur
Vooruit vent Sies geen half werk vent, werk uw droomhuis nu af met glans
Denk je dat hij dat zo bedoelde vroeg Sies, azu een prachtig gerieflijk huis
Zeker zei Florre, waervoren zei hij dat anders van dat geld speelt geen rol
Zu he je mij toch verteld he Sies en azu luidden toch de woorden van Kluis
E ja 't es waar zei Sies, 'k zal ne keer horen wat dat Kluis daarover zegt
't Zoe natuurlijk geestig zijn he mee ons groot gezin, zo mee al die kamers
Jaja vanals ik Kluis zie ga ik hem dat uitleggen, ik ga dat vragen oprecht
Als dat mag dan bouw ik juist hetzelfde, allee Florre als dat voor u gelijk is
Maer natuurlijk zei Florre, allee Sies jong wa speelt da nui voor een rolle
Dank ui vent Florre, jongens toch wat een schoon huis dat is zeker niet mis
Daarbij ons huizen zullen toch verschillen 't zijn andere voorgevels he vent
Ik zie wel dat ge de uwe voorgevel ook hebt bewaard, net zoals ik ga doen
Ja zei Florre da moest blijven ik heb dat huis heel mijn leven zo gekend
't Is bij mij juist hetzelfde Florre, ne mens raakt daaraan gehecht newaar
Maar al de rest moet voledig veranderen en zeker met geen kleine vensters
Geen reuzenramen hoor maar groot genoeg voor plaatsen vol licht en klaar
Frieda stond op de achtergrond stilletjes te wenen en hoorde zwijgend toe
Berta lei beschermend haar arm om Frieda haar schouder en knipoogde
Wat scheelt er meiske, voelt ge u niet goed of maakte dat feesten u moe
O neen 't is dat niet, zeg Sies gaan wij nu echt zo een schoon huis hebben
Ja zei Sies wulder gaan doen wat Florre zegt, hij heeft waarlijk gelijk Frieda
Elkeen bouwt naar zijn natuur zei Berta just gelijk de spinnen hun webben
Juist Berta zei Sies, he gelijk, je moet het zo doen dat ge er u blij in voelt
Dat es gesproken ziede zei Florre, bouw jullie paradijshuisje en wees blij
Ik weet heel zeker dat degene die u dat geschenk geeft het echt zo bedoelt
Wat benne 'k ik blije zei Sies dat ik ne keer tot aan hier gekomen ben man
Ge hebt mij echt opgebouwd he 'k wist eigenlijk nie hoe dat aan te pakken
Dank u he Florre en Berta, ik heb der al goede moed op ik droom er al van
Allee zet ulder een beetje zei Florre, we gaen een glaezeke wijn drinken
Zeg Sies mag ik af en toe eens komen kijken hoe dat de werken vorderen
'k Ben echt nieuwsgierig vent om ook bij jullie de truwelen te horen klinken
Ik zie gairen soortgelijke werken, vooral omdat het 't zelfde zal zijn van mij
Vaneigens Florre, hoe meer ge komt hoe liever hou da maar in de gaten
'k He dan nog wat steun aan ui, altijd welkom Florre 'k benne zelfs heel blij
Allee tons azu afgesproken he zei Florre, ge zult mij daer af en toe wel zien
Ik moe natuurlijk eerst mijn werk doen heja ge kent dat he mee de beesten
Maar vree laede zal het ook nie zijn hoor, allichte zo rond een uur of tien
Wanneer gaede daeraan beginnen Sies edde daer al ne keer aan gedacht
't Ja zei Sies, ik ga dat vragen aan Kluis wanneer ik da eigenlijk mag doen
Dat es te zienne wa dat Kluis zegt en wat die man daar heeft van verwacht
Zo rap mogelijk zeker, de lente zit in de lucht en 't wordt straks zomer waar
Als ik vroeg begin zit ik misschien onder dak tegen de volgende winter he
Hoe bedoel je Sies, ge gaet da toch nie zelve metsen, ge geraakt nie klaar
Jamaar zei Sies 'k peize niet dat die man de metsers ook zal gaan betalen
Ik krijg wel al 't materiaal dat daar nodig es om heel mijn huis te verbouwen
Misschien mag ik ui paard en kar ne keer gebruiken om alles te gaan halen
Zeker zei Florre da es geen probleem, ge
moet maer komen als het moet
Allee Florre en Berta nog ne keer bedankt he zeg, en kom maar af zulle
Daer keunde op rekenen zei Florre, en Sies vent doe het maer ineens goed
'k Zal der op peizen Florre, salu he Berta. En Sies en Frieda keerden
terug
Ventje zei Frieda azu een groot huis zoude gij dat werkelijk kunnen maken
Het zal veel werk vragen zulle, ge pakt misschien teveel werk op uw rug
Als ik tijd genoeg he, ja! Zei Sies 'k he al voor hetere vuren gestaan hoor
't Es juste de kwestie van 't were om tegen de winter gereed te geraken
Als dat tegenslaat es ter niets aan te doen, dan gaat er natuurlijk tijd teloor
k Zal morgen het best eerst en vooral ne keer bij Kluis gaan aankloppen
'k Zoe der natuurlijk zu rap mogelijk willen aan beginnen waar Frieda jonk
Want als ik te laat begin of 't were valt tegen, da ga ik mijn eigen foppen
Maar vandaag doen we niets, we gaan wandelen en van de liefde leven
Ze pakte hem bij de arm en lachte hem schalks ondeugend in 't gezicht
Hedde gij daar wel tijd voor ventje en he je tijd om mij een zoentje te geven
Daarvoor Frieda zei Sies daarvoren pak ik tijd vooraf dat moet voor gaan
Schatje, er zijn geen woorden genoeg om
te zeggen hoe gairen ik ui zie
Zo is het en zo blijft het, mijn diepe liefde voor u zal altijd blijven gestaan
Hij nam haar hoofd tussen zijn handen en kuste haar teder op de mond
Ze nam hem bij de hand en pratend over hun nieuwe huis liepen ze verder
Plan na plan smedend over de toekomst en hun huisje op hunne grond
Florre was intussen
op weg om Kluis zo vlug mogelijk te pakken te krijgen
Hij moest hem inlichten over het plan van Sies om zijn huis
zelf te metsen
Dat krijgt hij nooit tijdig klaar op zo' n tijd. En hij liep van de haast te
hijgen
Er moet een ganse
ploeg aan het werk, en wel subiet, 't moet wat rap gaen
Die mens moet zich niet kreupel werken, dat es nie nodig 't kan
anders ook
Sies en Frieda moeten met hun dagelijkse leventje keunnen voortbestaen
Even
later
waren Kluis en Florre de zaak al uitgebreid aan het uitzoeken
We moeten hem met
alles voor zijn zei Florre anders begint
hij er zelf aan
Zo gaan we dat doen besloten ze uiteindelijk en nu sluiten
we de boeken
Dat was natuurlijk spreekwoordelijk, maar de zaak was netjes voor mekaar
De volgende morgen werden
Sies en Frieda gewekt door luid gerammel
Maar mens toch schrok Frieda zo' n lawaai op 't hof wat
gebeurt er daar
Sies vloog in zijn broek grabbelde zijn vest en liet vliegensvlug naar buiten
Hij kon zij eigen
ogen niet geloven, zijn hof stond vol karren met materiaal
Ha! Riep degene die de leiding had, hoor, de vogelkens zijn al aan 't fluiten
Wat is hier aan de hand vroeg Sies, ge zijt gulder aan het verkeerd adres
Ge zijt gij toch Sies Vondeling? We komen onze materialen gereed zetten
Hoe vroeg Sies, wa gereed zetten, 'k versta der niets van 'k zegge lijk het es
't Es zo simpel of pompwater zei de Chef, maandag komen we hier metsen
Metsen riep Sies der moe eerst een deel afgebroken worden en tons nog
Wie gaat ulder daguren betalen, allee vent wa stade gij hier toch te kletsen
Da es in orde vent Sies, da kost ui niets, ge moet just maar commanderen
Wa damme eerst moeten doen maar 't werk is voor ons gij moet just kijken
't Es toch geen waar zeker zei Sies, ik moe dat eerst een beetje verteren
En al mijn meubels tons vent, en ook nog waar moet ik ondertussen wonen
Ook dadde es al in orde manneke, kijk daar es kluis al vraag het hem maar
Hij heeft alles geregeld en waar gij naartoe moet zal hij u subiet wel tonen
Sies was gans verward, maar kluis vent wat gebeurd er hier toch allemaal
Kalm jongen Sies alles komt goed, ge moogt zelf kiezen wat ge gaat doen
Als die mensen hier niet rap aan de slag kunnen gaan ze weer aan de haal
Ze moeten hun brood verdienen, dat begrijp je natuurlijk ook wel he Sies
Ze gaan er zo met de hele ploeg op los, en gij trekt eventjes elders in waar
Allee tot het werk gedaan is he, of ge blijft hier en dan gaat het traag, kies!
Zo erg is dat nu toch ook niet he Sies een korte tijd ergens anders wonen
't Is ne keer ietwat anders he jong, anders gaat dat hier veel te lang duren
Maar als het rap moet gaan kunt ge in Piere zijn huis zo lang gaan tronen
Met meubels en al, Piere trekt dan in zijn molen hij wou dat graag ne keer
Door de komende werken aan uw huis, gebeurd dat nu een beetje rapper
't Is niet van moeten, maar rap werken dat spreekt voor zichzelf loont meer
Ik denk dat dit het beste is dan zit ge op het eind van de zomer weer thuis
En wie gaat al die werkers betalen vent kluis, zoveel geld heb ik niet zulle
Hebben ze het u niet verteld? Dat is al geregeld dat kost u niets zei Kluis
Ik kon dat niet geloven vent Kluis, ze begonnen subiet mijn huis af te meten
Sjonge sjonge dat moet ik vlug gaan vertellen aan mijn
Frieda zulle vent
Azu een sjanse dat
wulder hen, mensen zoiets heb ik nog nooit geweten
Kluis lachte hartelijk, niets afslaan dan vliegen vent Sies alles meepakken
Vijf minuten later kwam Frieda buiten gelopen. Echt! Riep ze tegen Kluis
Moeten we helemaal niets betalen en vertrekken met pakken en zakken
Ja natuurlijk zei Kluis als ge dat verkiest, natuurlijk is het niet van moeten
En moet Sies er zelfs niet aan meehelpen, en moet hij alleen maar kijken
Dat is heel juist zei Kluis, bij die stielmannen lopen wij maar voor de voeten
'k Ben gisteren langs geweest bij Florre, je was daar op bezoek geweest
Hij zei dat je zo over was van zijn huis en dat je zo graag hetzelfde wou
Ik heb deze ploeg gehuurd, goede werkers en de Chef is ook geen beest
Hij gaat gemakkelijk met zijn mannen om en zij werken graag voor hem
't Is echt een goede ploeg, 't zijn ook zij die Florre zijn huis hebben gezet
Daarom weten zij precies wat te doen, ze werken meestal buiten Stillegem
Hier is te weinig werk voor hen, 'k heb mij moeten haasten om ze te krijgen
Alles met de gemeente heb ik al geregeld, maak u verder dus geen zorgen
Awel zei Kluis wat is uw antwoord, ge staat daar maar stilletjes te zwijgen
'k Weet ik niet wat te zeggen stotterde Frieda 't is te mooi om waar te zijn
Sies stond ook al raar te kijken, allee kluis zei hij dat is toch niet te
geloven
En toch is het waar vent Sies, maar als ge wilt zeg ik het u eens in het latijn
Nee nee danke lachte Sies alweer, allee goed dan pakken we onze biezen
We gaan maar beginnen verhuizen, maar eerst een glazeken wijn he Kluis
Dat sla ik niet af zei Kluis, een wijntje loopt altijd nog goed achter de
kiezen
En wat dat verhuizen betreft wacht maar dat moet je maandag maar doen
Ze hebben hier nogal wat voorbereidend werk en metingen te verrichten
Pak het maandag in, dinsdag zullen zij u dan voledig verhuizen na de noen
Dat is al voorzien. Maar deze week hebben jullie nog gans voor jullie alléén
Neem jullie vakantie in alle rust en laat voorlopig maar gans de boel betijen
Want de volgende week raast hier en storm van werkers over jullie heen
Maar waarom doe je dat toch allemaal voor ons vroeg Sies verwonderd
Dat is in opdracht van een vriend zei Kluis en omdat ik jullie zelf graag mag
Dank u Kluis zei Frieda we vergeten dat niet, maar we zijn wel overdonderd
Gelukkig he Friedatje zei Sies, nu zal onze droom sneller in vervulling gaan
Mensen wa nen schonen dag he zeg, 'k zou kunnen over de tafel springen
Doe 't maar niet zei Kluis, als ge hapert gaat mijn lekker glaasje wijn er aan
De mensen buiten hadden al afgeladen en de Chef riep, allee tot maandag
Wacht even riep Sies, kom eerst een glaasje wijn drinken ter kennismaking
Allee voor één keer, mannen riep hij een pintje de baas betaalt het gelag
Dat moest hij geen tweemaal herhalen en elk zat algauw achter zijn glas
't Werd een gezellige bespreking en een tweede glaasje werd geschonken
Dank u wel baas zei de Chef zo' n glaasje lekkere wijn kwam goed van pas
Maar als we aan 't werken gaan mag dat niet meer, maar wel een kop soep
Allee als ge graag iets wil geven, ze moeten helder van geest zijn op 't werk
Bedankt he tot maandag zei de Chef en stak zijn hand omhoog op de stoep
Kluis zei Frieda als ge onze weldoener ziet, bedank hem dan in onze naam
Zoveel voor ons doen is ongelooflijk, dat moet werkelijk een goed mens zijn
Wees gerust zei Kluis, hij is zelf even gelukkig dat past precies in zijn kraam
Omdat hij op dezelfde datum is getrouwd en zijn vrouw hier heeft gevonden
Wil hij dat ge even gelukkig met elkander zijt, als zij getwee met hun beitjes
Daarom acht hij het speciaal nodig die zaak op deze manier af te ronden
Gelukkig voor ons zei Sies, nu heb ik echt alles wat mijn hart verlangen kan
Ik heb een mooie lieve vrouw, gezonde kinderen, en straks een mooi huis
Leg mij eens uit Kluis wat kan er nu eigenlijk nog mooier zijn voor een man
Alles wat het leven heerlijk maakt wordt mij zomaar in de schoot geworpen
Wie heeft zoveel geluk als ik en mijn lieve Frieda, Kluis kijk gij maar ne keer
Geen uren in 't rond is zo iemand te vinden, zoek in de omringende dorpen
Zoveel te beter zei Kluis, jullie zijn diepgelukkig en de opdrachtgever ook
Maar ik moet er weer eens vandoor, allee Sies en Frieda 'k ben er mee weg
Salu Kluis riepen ze hem na, en Frieda zei ik ben helemaal van de kook
Wat zijn wij gelukkige sloebers juichte Sies, en hij greep zijn Frieda vast
Kuste haar en danste met haar wild en zot in 't rond als blije jonge kinderen
Gelukkig in hun prille huwelijk, en dat grote geschenk kwam nu juist gepast
Laten wij het nieuws aan de kinderen gaan vertellen zei Frieda blijgezind
Nee zei Sies ze zijn zo al gelukkig met hun vakantie, we storen hen niet
We genieten van onze vakantie, laten we wandelen in de zachte lentewind
Louis Victor