30. Wel en wee
Wel en wee
Toon was volop zijn duivekot aan 't kuisen en zijn duiven aan het keuren
Of ze nog wel goed gezond waren en hun veren nog heel schone blonken
De mest afschrobben van het kot wit kalken en hier en daar wat versleuren
Ja toon wist uit ervaring welke koppels geschikt waren om samen steken
Hij was fier op zijnen kweek en menig vriendje kwam er een kijkje nemen
Daarom moest het duivenhok netjes blijven hij kuiste het dan ook alle weken
Het ging allemaal zo goed dat hij er af en toe een deel moest van verkopen
Dat geld bestede hij dan aan eten en benodigdheden voor op zijn duivenkot
Maar zijn heel eerste paartje deed hij nooit weg, die mochten blijven lopen
Allee vliegen eigenlijk of lopen en vliegen, kom hij wou ze gewoon niet kwijt
Hij bekeek ze eens met een glimlach en dacht wat heb ik voor jullie gedaan
Hij had er door die slijkbuis voor gekropen maar daarvan had hij geen spijt
Nee dat koppeltje die gingen nooit weg die bleven zo lang ze zouden leven
Ze waren de eerstelingen van zijn kot, en ze zaten zelfs dikwijls op zijn kop
Hij wou ze niet weg doen al zouden ze hem er een nieuwe fiets voor geven
Aan die twee beestjes was hij gehecht het waren zijn grootste lievelingen
Het waren ook altijd de eersten die hij keurde als op inspectie was op 't kot
Hij was er die dag zo graag bij dat hij al werkend stilletjes begon te zingen
Toon! Riep zijn moeder, eeeten! Direct he dat het niet koud staat te worden
Ze wachtte op een antwoord, en daar dat niet subiet kwam riep ze weer
Hebt ge het gehoord! Direct he! Want staat al uitgeschept op de borden
Ja moeder ik kom, ik moet eerst mijnen zandvolder nog in zijn kot steken!
Zandvolder zandvolder wat is da voor iets zei Nelly, die malle jongen toch
Ze lachte eens en zei tegen Remon, die kan nogal over zijn duiven spreken
Ne zandvolder zoals ze dat noemen zei Remon dat is een gekleurde duif
Zo' n beetje het kleur tussen bruin en zandkleur met een beetje oranje bij
't Is nogal moeilijk te beschrijven, er ligt hier een prentje van in de schuif
Hij haalde de afbeelding boven en toonde die aan zijn vrouw. Kijk zo een
Ach dadde zei Nelly, ik heb ze hier al zien rondvliegen, ne zandvolder dus
Rare namen zeg, ne blauwe geschelpte van welke soort heeft hij er geen
Ja liefje zei Remon, hij amuseert zich daarmee, 't is beter als bier drinken
Nelly schrok er van en zag in gedachten al
wat de gevolgen konden zijn
Da zou ik nogal geloven Remon, dan zouden we hier mooi zitten blinken
Gelukkig zei Remon interesseert hij zich daar niet aan, 't is ne brave gast
Hij haalt wel eens een kattestreekje uit maar het blijft altijd heel onschuldig
Ja zei Nelly, ik heb geluk gehad met Toon hij gedraagt zich altijd gepast
Ik heb altijd veel steun aan hem gehad in de tijd dat ik alleen met hem was
Ze glimlachte als ze daaraan dacht, mijn Toon was goed voor zijn moeder
Hij heeft zich nooit misdragen al had hij geen vader, en dat kwam van pas
Nu heeft hij u als zijn beste vriend, hij heeft zo dikwijls over u gesproken
Wat voor nen brave en werkzame en liefdevolle man jij eigenlijk wel was
Hij deed alles om ons samen te brengen, hij heeft aan de kar gestoken
Remon lachte er om, gelukkig maar, ik zal er hem altijd dankbaar voor zijn
Ik durfde u mijn liefde niet verklaren, maar hij wist ons samen te brengen
Want nu ben je mijn liefste vrouwtje mijn schat mijn allerkostbaarste robijn
Remon en Nelly waren zonder tamtam stilletjes in intieme kring getrouwd
Ze hielden niet zo van tralala en hielden het liever gewoon en eenvoudig
Toon had zijn moeder met vreugde aan zijn allerbeste vriend toevertrouwd
En of ze gelukkig waren, het contentement straalde zo af van hun gezicht
Of Toon daar ook blij mee was, daar hoef je geen moment aan te twijfelen
De vriendschap tussen hem en Remon werd nog hechter, dus viel dat licht
Remon stelde zich niet boven Toon maar beschouwde hem als zijn vriend
En Toon ook, ze konden elkaar niet missen en overlegden alles met elkaar
Nelly was Remon daar zeer dankbaar voor en was daar zeer mee gediend
Toon kwam wat later aan tafel aanschuiven, humm wat riekt dat hier goed
Die heerlijke reuk slaat zo subiet in mijnen neus he, en ik heb honger ook
Het riekt niet alleen goed zei Remon het is iets dat je meteen proeven moet
Want het smaakt erg lekker en het ziet er bovendien zeer appetijtelijk uit
Het doet ne mens gewoon het water in de mond komen van de goestinge
Ja en of, zei Toon, en 't is heel voedzaam en daarbij ook zo heerlijk gekruid
Hou toch op jongens lachte Nelly of ik begin nog te zweven van hovaardij
Mee nog een beetje ga ik denken dat ik de beste kokkin ben van de streek
Mij zo overdreven ophemelen met mijn kookkunst, mouwvegers zei ze blij
Nee moeder zei Toon 't is nie om te stoeffen het water komt mij in de mond
Daarbij het mag eens gezegd worden dat ge goed kunt koken, he Remon
Vaneigens zei Remon 't is een echte kermis, alles is puur natuur en gezond
Ach ja! Zei Nelly, Mantje is hier geweest, of ge naar zijn volière komt kijken
Ze is af en hij zou er graag uw gedacht over horen, die jongen is er trots op
O ja, zei Toon, maar natuurlijk 'k ben benieuwd of het een grote zal blijken
Dat hoeft niet zo groot te zijn zei Remon, een kleinere is toch even goed
Ik heb vroeger ook vogels gehouden en mijn vogelkooi was ook niet groot
Ja, zei Toon, hoe groter de volière hoe meer vogels en hoe meer broed
Gij denkt aan niets anders dan duiven en vogels kweken he lachte Remon
Ik hoor je van niets anders klappen, van duiven vogels en van dat kweken
Vent Remon Ik doe dat graag he zei Toon ik zou alles kweken als ik kon
Maar ja dat kost geld he en er kruipt ook veel tijd in maar 't is wel plezierig
Ge moet u de beste dieren kunnen aanschaffen om goed geld te verdienen
Als ge u niet specialiseert kan je er niet van leven de opbrengst is armtierig
Maar ik kan er toch goed ander eten van kopen en ik heb nog wat over ook
Niet veel, 't spreekwoord zegt die het kleine niet geert is 't grote niet weert
Spaar het zei Nelly want 't leven is kostelijk en het geld verdwijnt als rook
Maar gij spaart goed zei Remon tegen haar, we hebben toch al iets in kas
Zijn onze inkomsten niet groot gij weet toch nog iets aan de kant te steken
Toch hebben we niets tekort in 't leven, zo' n vrouwtje komt goed van pas
Nelly gaf Remon een kus, dank u ventje zei ze maar gij brengt ze binnen
Het meeste van de centjes komen van u, ik verdien maar een habbekrats
Remon sloeg zijn armen om haar heen, wat zou ik toch zonder u beginnen
Toon zat het glimlachend aan te kijken, hij was blij dat ze zo gelukkig waren
De eenzaamheid was van moeder geweken, eindelijk lachte ze weer blij
Wat is er vroeg Nelly, je zit ons precies zo breed lachend aan te staren
Ja zei Toon, het maakt mij echt gelukkig dat je niet meer zo alleen bent
Ik hoef mij om u zo geen zorgen meer te maken, dat je zo zit te treuren
En mijnen beste vriend Remon is na lang treuzelen blijkbaar ook content
Remon klopte Toon op de schouder, dank u jong ge zijt een echte vriend
Ik was nogal bang dat je een huwelijk met uw moeder niet erg zag zitten
Toon glimlachte, ik vind dat je een goede vrouw
als mijn moeder verdient
Anders had ik je nooit of nooit mijn lieve moeder zo gewillig toevertrouwt
Ik ken je echter door en door en weet dat mijn moeder gelukkig zal maken
Ge zijt een goed mens Remon en daardoor zijn jullie nu gelukkig getrouwd
Nelly pinkte een traantje weg en streelde liefkozend door Toon zij haar
Je hebt altijd voor je moeder geschermd he jongen, ik hou zo veel van jou
Dat is nu mijn zoon zei ze. En mijn vriend zei Remon dat is zonneklaar
Ik laat jullie nu alleen zei Toon ik heb goed gegeten maar ik moet nu weg
Mantje zal al wachten en ik wil hem niet teleurstellen 't is een brave jongen
'k Ben benieuwd naar zijn vogelkooi, ik doe ze de groeten van jullie he zeg
Ja zeker zei Remon en met zijn arm om Nelly zijn vrouw keken zij hem na
Met een gelukkige glimlach zei Remon we hebben het getroffen met hem
Die jongen houd van u zei Nelly en hij vertrouwt op u als was je zijn pa
Dat ondervind ik steeds beter Nelly en ik ben daar zo blij om als een kind
Ik ben tenslotte een indringer in jullie wereldje, ik ben blij en tegelijk trots
Want het is heerlijk als je van zo een goede jongen erkenning ondervindt
Nelly kuste Remon en zei we hebben het toch goed getroffen met elkaar
Al heeft het wat lang geduurd voor we beseften dat we bij mekaar hoorden
Ja mijn lieve Nelly glimlachte Remon we zijn toch een heel gelukkig paar
Mantje had Toon al van ver zien aankomen en liep hem een eind tegemoet
Ge zijt daar, ik dacht al dat je niet meer ging komen, maar ge zijt daar toch
Moet je eens zien vent Toone, wat vind je er van zeg, is mijn volière goed
Toon antwoordde niet direct en monsterde de volière met een kennersoog
Hij liep keurend rond heel het bouwsel, van voor naar achter en anders om
Awel awel! Riep Mantje ongeduldig, ge ziet nu he manneke dat ik niet loog
'k Had het je gezegd dat ik een volière aan 't maken was met klasgenoten
Der was veel werk aan vent maar we werkten er niet gans alleen aan hoor
Met mijn pa natuurlijk en Fiele, en zie ne keer nu staat ze op haar poten
Sjonge sjonge zei Toon, Mantje vent dat is een schone volière en zo groot
Daarin gaat ge nu vogels kunnen kweken, vent vent da had ik niet verwacht
Mantje zijn ogen straalden, schoon he Toon. Je zag zo dat hij ervan genoot
Ja Mantje 't is echt een hele schone, ik mag er toch wel eens ingaan zeker
Dan heb ik ze tenminste gans van binnen en van buiten kunnen bekijken
Natuurlijk, volgende week krijg ik een koppel kanarietjes van de apotheker
Allee van zijn zoon, die heeft een schone volière man, en veel vogels ook
Kanarietjes en parkieten, gele groene en blauwe dat zou je moeten zien
O ja vroeg Toon, zoiets zou ik ook wel willen ik ben helemaal van de kook
Al die mooie vogeltjes in zo een grote kooi, dat moet toch geestig zijn zeg
Echt vent Mantje 'k ha nie verwacht da ze zo groot ging zijn jonge jonge
Ge zijt ne echten gelukzak vent en ze staat hier schone lang de hage weg
Awel vent zet er u ook ene, ik zal komen helpen zo moeilijk is dat niet hoor
Mijn vriendjes hebben ook allemaal geholpen, en mijn pa en Fiel natuurlijk
'k Zou wel willen maar 'k heb al een duivekot veel geld heb ik er niet voor
't Ja zei Mantje 't is mijn pa die alles heeft betaald, aja ikzelf had geen
geld
Pa had nogal wat gerief liggen van vroeger en de rest kocht hij dan bij Fiel
Ach zei Toon met mijn duiven ben ik ook blij, ik wil dat niet met alle geweld
Ja zei Mantje ne mens heeft niet al wat hij wil, kijk naar Boerke Dankaard
Anders is hij er altijd zo graag bij als ge hem tegenkomt, maar nu niet meer
Da ventje zit in de misere, hij moet zijn land werken en hij zit zonder paard
Hoedadde vroeg Toon waar is zijn paard, hij heeft er toch zelf een gehad
Van al de tijd dat ik hem ken reed hij altijd met zijn eigen paard zijn land om
Da wel Toon, 't is te oud het kan niet meer trekken, Boerke krijgt haast wat
Hij kan er toch een kopen, der zijn toch paarden genoeg, of er een lenen
Ja Toon dat is een arm keuterboerke he, hij heeft juist genoeg om te leven
Zoveel geld heeft da ventje niet jong 'k zag hem gisteren van misere wenen
Da manneke is alleen en wil zijn oud paard niet kwijt, hij is er aan gehecht
Hij praat daar tegen alsof het zijn beste vriend is, en eigenlijk is het ook zo
Lenen in die tijd van 't jaar, de boeren hebben ze zelf nodig dat past slecht
Ik heb compassie met hem Mantje, had ik 't geld ik kocht er hem zelf een
Dat da manneken zit te wenen, daar kanne 'k ik niet tegen ik vind dat erg
Ja vent we zijn maar kinderen, maar toch werkt dat op mijnen groten teen
Hoi Monten riepen de jongens toen Monten kwam aangereden, op uw toer
Ja zei Monten, ik doe nog graag eens een toerke mee de fiets zo op zijn tijd
Monten zei Toon, heb je 't al gehoord? 't Is toch erg he van die ouden boer
Hoe vroeg Monten, is er hem iets overkomen, een ongeluk klein of groot
Is hij soms ziek, allee jongens vertel eens wat scheelt da boerke eigenlijk
Een soort ongeluk zou je kunnen zeggen zei Toon, dat ventje zit in nood
En waardoor wel vroeg Monten nog een keer, kom vertel dat geval ne keer
Ge weet jongens als ik ergens kan helpen dat ik dat zeker niet zal laten he
Ik heb graag dat iedereen gelukkig is en kan genieten van het mooie weer
Awel, hij zit zonder paard en zijn land moet gewerkt worden, de sukkelaar
Hij weet met zijn eigen geen blijf en zit echt tot over zijn oren in de misere
Zijn paard is te oud om nog te trekken, en er een kopen kan hij niet newaar
Da manneken heeft absoluut geen geld en hij wil zijn oud paard niet kwijt
Hij staat er tegen te parlesanten alsof het ne mens is, da doet hij niet weg
Hij is daar zo erg aan gehecht, hij zei nog, verkopen, nee! Of mijn hart splijt
Boerke Dankaard is de wanhoop nabij, maar ja we kunnen hem niet helpen
Ik zei net tegen Toon dat ik hem heb zien bleten omdat hij in de misere zit
Toon was uit zijn lood geslagen, kon ik dat ventje zijn leed maar stelpen
'k Zal zien of ik een paard voor hem kan vinden zei Monten, wacht wat af
De jongens hun ogen lichten op en een sprankeltje hoop verlichte hun hart
Echt Monten riep Mantje, als ge dat eens zou kunnen wel dat vind ik straf
Het is nog te zien he mannekens of der nog iemand een paard kan missen
We weten zeker als gij zoekt Monten dat het u zal lukken riepen ze in koor
De jongens waren vol vertrouwen in Monten ze zouden zich niet vergissen
En Monten was weg, recht naar Pere om dat rare geval eens te bespreken
Daar wist ik niets van zei Pere, daar moeten we een oplossing voor vinden
Ik denk Monten dat we daar beter eens met zijn allen het hoofd over breken
Er is een paardenkoopman in Luidegem, maar we roepen beter de anderen
Pere reed om de Champetter en Nolle en Monten ging Piere en Kluis halen
Zo kwamen de vrienden bij Florre om Dankaard zijn situatie te veranderen
De jongens wezen ons daarop zei Monten ze zouden moeten meespelen
Zonder te weten wat wij stilletjes achter de schermen aan 't bedisselen zijn
Dat is een prachtige gedachte Monten, klonk het enthousiast uit alle kelen
Maar hoe leggen we dat aan boord zei de Champetter dat is dan de vraag
Allee hoe brengen we ze nu met een paard en boerke Dankaard in verband
Indien iemand daar een antwoord op weet, zeg op, want dat hoor ik graag
Gewoon een paard kopen en aan dankaard geven is natuurlijk rap gedaan
Zo' n gulle vrijgevigheid zal veel aandacht trekken en elkeen zal het horen
Dan is natuurlijk het hek van de dam en iedereen zou hier voor iets staan
Nee jongens zei Florre zo niet, we moeten iets beters weten te verzinnen
Het mag geen werk van barmhartigheid lijken maar zo alsof hij het verdient
Allee mannen zei Piere we zijn met zovelen valt nu niemand iets te binnen
'k Weet nie juste zei Monten ik peins iets maar het klinkt misschien te dom
En 't es nog vree ingewikkeld ook maar ik weet anders ook niet beters zulle
Allee Monten gene zever, alles is nu welkom allee voor de dag ermee kom
Diene koopman he Pere waar je over sprak, ik denk dat ik diene mens ken
't Is wat geleden dat ik hem zag maar hij zal zeker wel met ons meewerken
Hij he ne Schonen hond waar hij stapelgek op is, ik peis dat ik niet mis ben
We proberen zijnen hond te lenen voor de driedubbele prijs van een paard
Als we heel gul zijn zal hij het niet weigeren, geld opent vele mogelijkheden
Slechts voor één week en dat es veel geld en het es hem wel zoveel waard
Wij maken die hond vast op Dankaard zijn boerderij zonder dat hij dat weet
We moeten opletten dat hij ons daar niet betrapt of ons plan valt in duigen
We doen alsof de hond daar verstrikt es, hij vindt hem en wij hebben beet
Dat versta ik niet goed zulle zei Nolle, wat hebben we daar mee gewonnen
Dat dienen hond daar op Dankaard zijn hof staat, nui ben ik toch nie mee
Wacht een beetje Nolle 'k he nog nie gedaan 'k ben nog maar begonnen
Als de koopman zijn hond terug vind voor de week uit is krijgt hij zijn geld
We zorgen natuurlijk dat dit vlotjes verloopt en dat hij de hond zeker vind
De vinder geeft hij een paard als beloning en 't es opgelost zonder geweld
Hij ontvangt dan het geld van drie paarden en hoeft er maar één te geven
Zijn hond heeft hij weer gezond terug en de som winst van twee paarden
Dankaard krijgt dan het paard als beloning en het ventje kan gelukkig leven
De anderen keken elkaar verbijsterd aan en Piere zei hoe kom jij daarop
't is een heel verhaal vent, maar een prachtig plan die goed in elkaar zit
't Is bijna om een boek over ter schrijven en gij haalt dat zo uit uwen kop
Wat ingewikkeld maar prachtig idee vielen de anderen ook enthousiast bij
Monten toch schudde Kluis met het hoofd, vent gij blijft mij echt verbazen
'k Ben jaloers vent lachte de Champetter dat het geen gedacht is van mij
De vrienden lachten vrolijk onder elkaar en Berta zette nog en potje thee
Wie koffie wil zegt het maar zulle want ik daar op gerekend ge kunt kiezen
Maar zei Kluis opeens, op welke manier werken die kinderen hieraan mee
Dat es simpel zei Monten, als Dankaard die hond vindt weet hij van niets
Hij neemt dat dier met de verwachting dat er wel zal om gevraagd worden
Vanwaar? Of van de beloning, noch van 't een of van 't ander weet hij iets
We zeggen de kindere dat er een beloning wordt gegeven voor nen hond
Dat de eigenaar veel van zijnen hond houd en een grote beloning uitlooft
Aan wie hem in 't bezit heeft en sturen ze naar de boerderijen in het rond
Eerst naar de boerderij van Dankaard natuurlijk en zo vertellen zij hem dat
Niemand zal enige achterdocht hebben want Dankaard woont dichtst bij
Dankaard krijgt zijn paard en de jongens zijn ook blij 't es zu simpel als wat
De anderen stonden perplex, Monten zei Piere hoelang weet je dat alles al
Monten keek heel verwonderd naar Piere en had die vraag niet verwacht
Wadde vroeg hij, over wat heb je het, heb je het nu over dat paardegeval
Maar vaneigens he Monten, over wat zou ik het nu anders hebben allee
We zijn altijd over Dankaard aan 't klappen en nu kom je met zo' n vraag
A zei Monten, awel een paar uren he de twee kinderen begonnen er mee
En gij klopt hier gewoon dat ingewikkeld plan uit uw mouw zei Piere weer
Ge schijnt er niet veel moeite voor te moeten doen, alsof je het afleest vent
Monten vent ik sta echt versteld he, gij verbaast mij werkelijk keer op keer
Zoiets steek ik nog niet in een maand in elkaar en gij flapt er dat hier zo uit
Hoe we de kinderen moeten inschakelen, precies alsof het niets voorstelt
Och Piere zei Monten 't is toch simpel he en trok meteen een scheve snuit
De anderen moesten er hartelijk om lachen, die vrolijke Monten he zei Kluis
Scheve smoelen trekken en kwinkslagen slaan, waar blijft hij het toch halen
Als die bij de bende is zit ge goed want dan is er leute en plezier in huis
Zeg Pere, wilt gij en Piere samen die zaak gaan bespreken in Luidegem
Tracht de man met alle middelen te overreden om dat plan door te voeren
En als hij akkoord gaat brengt dan die hond meteen mee naar Stillegem
Ik ga boerke Dankaard wat moed inspreken hij heeft het al lastig genoeg
Ik zal hem wat opbeuren zonder dat hij argwaan krijgt, hij kent mij goed
Inmiddels voeren we stil ons plan uit en weldra staat hij achter de ploeg
Pere en Piere sprongen dan op hun fiets en reden rustig babbelend heen
Wij hebben alles al geregeld zei Pere maar de koopman weet nog van niets
Ik hoop dat alles vlot verloopt Piere, anders hebben we het aan ons been
Die hapt wel toe jongen Pere, allee voor de driedubbele prijs van een paard
Hij moet hem niet verkopen he 't is maar lenen, ik denk dat hij dat zal doen
Dat is nog te ziene vent Piere, volgens Monten is die hond hem veel waard
't Es wel ne koopman he zei Pere en o thij in ene keer zoveel verdienen kan
Dan zal 't hij daar wel ne keer over nadenken peisek, 't es toch veel geld he
We zullen zien he Pere, wil hij niet, dan verzinnen we maar een ander plan
Pere lachte er om, ja nog ingewikkelder zeker, maar waarom eigenlijk niet
We zitten om geen plan verlegen, daar maken wij ons geen zorgen over
Simpel he Piere, we vragen het gewoon aan Monten die doet da subiet
Wie zou dat van Monten gedacht hebben he Pere, die kerel is niet dom
'k He der van verschoten, azu kende ik hem nog niet, wa ne fijne kerel zeg
't Is wel nen echte kluitspeler Piere, maar dom? Nee 't is eerder andersom
Men zou dat denken omdat hij overal als ne vrolijke lolligaard bekend is
Monten lacht graag en maakt graag plezier en is vriendelijk tegen iedereen
Maar als iemand denkt met hem te kunnen sollen, die heeft het lelijk mis
Zo lachend en pratend doden zij de tijd en kwamen zo bij de koopman aan
Ze zagen hem over zijn erf lopen en Pere zei, hij is toch thuis dat valt mee
Kom zei Piere, we laten er geen gras over groeien we zullen er op af gaan
Na een vriendelijke begroeting werd de zaak bij een dreupelke uitgelegd
Pere sprak overtuigend en scheen dan uiteindelijk het pleit te zullen winnen
Ik krijg mijn hond gezond terug he zei de man dat hebben jullie toch gezegd
Absoluut zei Pere, daar staan we borg voor, 't is toch gemakkelijk verdiend
Ge gaat van uw leven nooit zo gemakkelijk zoveel geld verdiend hebben
Dadde wel zei de man maar 'k weet nie goed da beest in mijn beste vriend
Dat daar iets moest overkomen, ik zou het mezelf nooit kunnen vergeven
Da beest is altijd bij mij, 'k moe zeggen 'k ben der altijd tegen aan 't
klappen
Er gebeurd hem niets vent zei Pere, 't is veel geld en het duurt maar even
Kijk hier is de helft van de betaling en de rest na de levering van het paard
Hij spreidde het geld breed op de tafel uit om de koopman zo over te halen
Die bekeek het geld, 't is goed maar ziet dat ge mijnen hond goed bewaart
We nemen de hond meteen mee zei Pere, of we moeten nog terug keren
En we moeten nog veel regelingen treffen, we mogen geen tijd verspelen
Dat gaat niet zei de koopman, da beest zou niet meewillen en zich weren
Maar ik breng het dier zelf nog wel met mijn sjees, zeg waar ik moet zijn
't Is beter dat ik de hond zelf breng, dan is het beest geruster en ik zelf ook
Dat is niet moeilijk zei Piere want van hier tot Stillegem is het in rechte
lijn
Vraag in het dorp naar Monten iedereen kent hem, lever de hond daar af
Die zorgt voor uw hond als geen andere hij is dol op dieren, wees gerust
Monten zei de man, is dat die reus, dat is nog wel toevallig zeg dat is straf
Ik liep gisteren nog aan hem te denken, ik ken hem ik ben er nog geweest
Je hoeft mij al niet meer der weg te wijzen ik weet precies waar ik moet zijn
Ik weet hem wonen een goede kerel, ik ontmoete hem eens op een feest
Ge gaat toch uw woord houden he zei Pere anders zitten wij met een strop
Dan moeten wij met een nieuw plan beginnen en de tijd begint te dringen
Mijn hand erop zei de koopman en stak zijn hand uit en Piere klapte er op
Stak dan zelf zijn hand vooruit, en de koopman kletste op Piere zijn hand
De hond zat er met zijn kop schuin naar te kijken en begreep er niets van
Dan stak de koopman weer zijn hand uit en Piere kletste terug. Wel plezant
Maar 't was niet voor 't plezier, zo sloot de koopman een overeenkomst af
Piere kende dat gebruik heel goed en wist dat het een serieuze zaak was
Zo zei de man nu weet je zeker dat ik mijn woord niet breek, ik ben niet laf
Maar ik wil dat ge dat geld terug meeneemt tot ik de hond heb gebracht
Dat is een eerlijke overeenkomst en ik kan daar gerust zolang op wachten
Ik zal redelijk vroeg zijn zulle ik ga vroeg slapen ik moet nog weg vannacht
Het geld zal ik vragen aan Monten ik zou ook geen geld op voorhand geven
Ge kunt niet genoeg oppassen mensen er loopt van allerlei schorem rond
Niet iedereen is eerlijk wij komen zo een beetje van alles tegen in het leven
Nog iets zei Pere, dat plan is niet van ons hoor, maar van een andere man
't Is geen weddenschap, hij wou zien of je moeite je voor uw hond zou doen
Hij wou nu weten of ge uw hond zo graag ziet en hem vlug terugvinden kan
Zelf wil hij onbekend blijven en zoals ge ziet hij had daar wat geld voor over
Nu kan je werkelijk bewijzen of je wel zoveel van je hond houd als men zegt
Ah zei de man ik vroeg mij af waarom zoveel geld, ik voel mij als een rover
Ik zal trachten het te verdienen door mijn hond zo snel mogelijk te vinden
Niet midden in een bos gaan steken he zeg, het moet in de woonzone zijn
Laat hem ook niet zo loslopen mannen ge moet hem maar ergens binden
Dat zijn we dus afgesproken zei Pere, de persoon in kwestie weet van niets
Hij mag ook nooit iets van de zaak weten, alleen dat hij een beloning krijgt
We zochten iemand uit, 't is de kwestie, hoe vlug doe jij voor uw hond iets
Kijk zei Piere, we binden aan de halsband een koorde met een ijzeren haak
Die achter de hond sleept, het minst opstakel zal het dier subiet afstoppen
We laten hem op de juiste plek los zodat het direct vastzit, dan is het raak
De hond houden we voor de zekerheid
zolang vast met een lang touw hoor
We moeten wel zorgen dat de gepaste persoon hem vindt als hij vastraakt
Dan maken we vlug het touw los, en de vinder krijgt er de beloning voor
We houden alles wel in de gaten dat het beest daar niet te lang blijft staan
We halen wel het een of ander trucje uit om de gepaste persoon te lokken
En grijpen natuurlijk in als het toevallig om een verkeerd persoon zou gaan
Dus zoek in Stillegem, ge moogt zeker zijn dat het alléén om Stillegem gaat
Want het moet natuurlijk mogelijk voor u blijven om uw hond terug te vinden
Die man wil zien of ge moeite voor uw hond doet en als ge voor hem staat
Dat is een mooie zaak zei de koopman, je zal zien ik vind mijn beest snel
Als ik jullie niet echt vertrouwde zou ik het niet doen ook niet voor dat geld
Ik en mijn hond weten elkaar gelijk waar te vinden we zijn een goed stel
Goed zei Pere afgesproken, wij gaan er dan maar vandoor, allee tot later
Moest er toch iets tussenkomen dan verwittigen wij u wel in zeven haasten
Zoveel geld dacht de man om te weten of ik mijn hond zoek, ne rare pater
En hij riep hen na, vanaf morgenachtermiddag begin ik aan mijn zoektocht
Der is haast bij zei Piere, we zijn nog niet weg en hij spreekt al van zoeken
Dat zal hem niet gemakkelijk vallen zeg Pere, hoe weet hij nu waar gezocht
Och zei Pere we zullen wij hem wel een hint geven zonder dat hij dat weet
Het moet al wat vlug gaan want boerke Dankaard moet zijn land bewerken
We sturen de Champetter wel zo toevallig langs en dan heeft hij subiet beet
Als de hond dan werd afgeleverd zei de man, morgen begin ik te zoeken
Dat beest zal mij missen en ik stel dat liefst niet te lang uit, ge zijt
verwittigd
Ik vind mijn hond, ik sla geen huis of boerderij over ik zoek in alle hoeken
Als ik ook ergens in de nabijheid kom zal mijn beest zich direct laten horen
Hij zal blaffen en janken tot ik hem streel, 't is dan ook mijn lievelingshond
't Zal nog geen dag duren mannen, ik heb jullie gewaarschuwd van tevoren
Ge hebt wel gezien dat ik thuis nog honden heb, maar deze is mijn vriend
Een trouwer beest is er niet, aanhankelijk en verstandig en hij is altijd bij
mij
Hij liep als klein pummeltje altijd achter mij aan en ik was daarmee gediend
't Is daardoor dat we zulke goede vrienden zijn geworden en zijn gebleven
En ik zal mijn uiterste best doen om hem zo vlug mogelijk terug te vinden
Leg maar ulder centjes gereed jongens want je zal ze vlug af mogen geven
We zullen wel zien lachte Monten, hoelang je dat zoeken zal uithouden hee
Stillegem is groot om een hond te vinden, we zien hoelang je zal zoeken
Tot ik hem vind Monten, ik wordt goed betaald en ik werk voor mijnen pree
Die avond kwam Remon thuis van zijn werk met een zeer donker gezicht
Alhoewel hij zijn vrouw hartelijk kuste en lief voor haar was, scheelde er iets
Nelly zag het direct, wat scheelt er vroeg ze, ge torst precies zo' n gewicht
Slecht nieuws Nelly, de zaak waar ik werk wordt plots voorgoed stilgelegd
We wisten niet wat we hoorden, zo ineens, iedereen was erg geschrokken
Ze stoppen, iedereen zit daardoor zonder werk, ook ik ben dus opgezegd
Mens toch zei Nelly geschrokken, maar gij kunt daar toch niets aan doen
't Is uw schuld niet dat ze stoppen ventje, ge moet dat niet zo op u nemen
Nee Nelly, maar we hebben geen inkomen en straks zitten we zonder poen
Ik verdien ook wat bij Sloeze zei Toon al is het niet zoveel als van Remon
Haja een beetje voor de geit zorgen, madam leert mij eigenlijk nog maar op
Dat is waar jongen zei Remon, maar ik wil liever rap weer werken als ik kon
't Is toch altijd iets in ne mens zijn leven he zei Nelly, der scheelt altijd
wat
Ne mens denkt zo, we gaan wat kunnen sparen en nu komen we dat tegen
We hadden het nu goed, scheelt er niets met de hond dan is' t met de kat
't Is waar zei Remon, maar spreekwoorden helpen ons ook niet aan werk
En waar is hier in de omtrek nu nog werk te vinden, waar moet ik zoeken
Kom zei Nelly niet wanhopen he zeg we zijn allemaal nog gezond en sterk
Dat wel Nelly maar 't is toch ne tegenslag en dat komt onverwacht hart aan
Het was gemakkelijk werken dicht bij huis, waar moet ik nu ergens naartoe
Kom zei Nelly laten we nu eten, we zullen er ons tezamen wel doorslaan
Des anderendaags op weg naar school ontmoetten Tistje en Mantje, Toon
Ha mannen riep hij hoe gaat het met Bone, en met de rest van ulder klas
En al pratend weg liet Toon zich ontvallen, Remon zit nu ook zonder loon
Hoe bedoel je vroeg Tistje, gewoon zei Toon, hij zit zonder werk he jongen
Overal is hij weest om werk vragen, maar er is hier geen werk voorhanden
Hij zit daar nogal mee in, geen inkomen hij weet niet meer wat gezongen
't Ja Toon zei Mantje, het is niet gemakkelijk om hier aan werk te geraken
Der zijn der wel die naar 't buitenland gaan werken, maar geestig is dat niet
Ja dat is waar zei Toon, en als werkman zijn dat harde noten om te kraken
Allee jongens salu, ik moet bij madam Sloeze de beesten gaan verzorgen
Ge weet wel he de geit en de ganzen en de kippen zo een beetje van alles
Ja salu riepen ze hem na, we zien je hier waarschijnlijk wel weer morgen
He riep Piere toen ze hem voorbij liepen, is er iemand dood ge zijt zo stil
Ge zijt anders altijd zo druk aan 't babbelen en jullie zagen mij niet komen
Nee nee zei Mantje, Toon vertelde dat Remon zonder werk zit tegen zijn wil
We vinden dat vervelend want Toon is onze vriend en Remon is nogal triest
Toon verdient nog niet te veel, hij moet er natuurlijk ook niet veel voor doen
Dat moet toch erg zijn he Piere, als ge zo ineens uw nodig inkomen verliest
Ja dat is erg jongens, 't zijn slechte tijden newaar en dat geld voor iedereen
Wij gaan nu nog naar school zei Tistje, misschien zaten wij ook zonder werk
Piere moest er om lachen. Allee ik moet nu verder en laat jullie weer alleen
Zonder werk, zei Piere bij zichzelf, dat moet hard aankomen bij die mensen
Wist ik maar iemand die een goede werkkracht zou kunnen gebruiken zeg
'k Zal het ne keer bespreken mee Pere, zoiets zou ik niemand toewensen
Misschien weet die waar ergens een baantje vrij is die komt immers overal
Die fietst gans het dorp rond met een paar of twee schoenen op zijnen velo
En weldra begroete hij Pere in zijnen hof en vertelde hem over dat geval
Dat komt goed uit riep Pere, ik zoek iemand om mijn winkel open te houden
Hoe is 't mogelijk zeg, ik loop hier over te praktiseren wie best zou passen
We hadden wel enkelen in gedachten, maar geen die we echt vertrouwden
Ik ga er direct naartoe, zo gewoon onopvallend he, ik lok ze wel uit hun tent
Piere zijn gezicht klaarde op en een blijde lach verscheen om zijn mond
Sjonge Pere, dat is een meevaller echt he vent ik ben opgelucht en content
Zoveel te beter lachte Pere, en! Mee nog een uurtje zetten we de hond uit
Ge kunt hem beter al gaan ophalen bij Monten dat we niet te laat komen
Goed goed riep Piere, ga maar snel naar die twee trieste mensen vooruit
Pere sprong op de fiets en was weg om even later bij Remon af te stappen
Hij zette zijn fiets schuin tegen de haag en kreeg meteen Remon in het oog
Die was buiten op 't hof en Pere riep, ha Remon ge zijt hout aan het kappen
Ha ja jong Pere 't is goe were he en ik kan niet stil zitten ik moet bezig zijn
En in 't bijzonder mee zo' n schoon zacht zonnetje en een licht zuchtje wind
Wat brengt u naar hier, kom binnen dan drinken we samen een glaasje wijn
Da sla ik niet af Remon, ik kwam voor niets speciaal ik passeerde gewoon
Ik fiets wat af, ik ben graag op de baan en bij de mensen, zo kwam ik hier
En dacht laat ik eens goedendag zeggen tegen Nelly, Remon, en den Toon
Ha zei Remon dat is vriendelijk 'k ben blij want er komt hier niet veel bezoek
't Is zelden als we hier ne keer iemand zien passeren, maar rustig is het wel
Dat is zo he Pere we wonen buiten het dorp, een beetje in een buitenhoek
En hoe gaan de zaken anders zei Pere zo onschuldig langs zijn neus weg
't Leven is kostelijk he en de tijden zijn moeilijk, maar ja 't leven gaat door
Nelly kwam binnen en riep uit, hei wie we daar hebben welgekomen zeg
Ja zei Pere, ik passeerde en ik dacht 'k zal maar een glas wijn gaan halen
Da zijn rijke mensen en een glas wijn meer of minder maakt geen verschil
Ze moesten er hartelijk om lachen, pas op zei Nelly of we doen u betalen
Toen lachte Pere ook mee, en zei dan 'k was eigenlijk naar iemand op zoek
Al enige dagen eigenlijk, ik wordt er een beetje hopeloos van, 't is moeilijk
Maar ja een geschikte man die betrouwbaar is vindt je niet zo om de hoek
Hij moet verstand hebben van in de winkel te staan en van timmeren ook
Niet dat ik zo kieskeurig ben, maar ik schep ook niet de eerste de beste op
Der zijn mensen genoeg maar niet geschikt, ik zoek gelijk achter een spook
Nergens, maar ook nergens vind ik iemand die iets van schoenen afweet
Ander werkmensen genoeg he, maar daar kan ik weinig mee doen newaar
Maar 'k geef het niet op, de een of andere dag lukt het toch en heb ik beet
Ik heb het huis naast het mijne gekocht en 'k wil het nu binnenin ombouwen
De muren niet, maar ge weet wel he, ik wil daar een mooie zaak van maken
Voor een schoenwinkel, en ik zoek een verkoper die ik echt kan vertrouwen
En die een beetje kan timmeren, want hij moet de winkel gans zelf inrichten
Ik ben niet zo timmerachtig aangelegd,
ik laat dat aan iemand anders over
Een goede kracht is erg moeilijk te vinden, al zou het mijn zorgen verlichten
Allee timmeren is veel gezegd, want ik laat alles wel maken door de Fiel
Hij moet ook zijn brood verdienen en ik ken hem goed 't is meer een vriend
't is ne goeie vent, niet heel duur en daarbij zulke zaken zijn ook zijnen stiel
Ik bedoel dat ik iemand zoek die zijn plan kan trekken bij het plaatsen dan
En inzicht heeft in het ordenen ervan, zonder dat ik mij daar mee bemoei
Die zegt hier moeten die rekken komen, en die zelf een winkel inrichten kan
Zo ne gast die ik de stad kan insturen om schoenwinkels te gaan bekijken
Die oog heeft voor bijzonderheden en alles goed in zijn hoofd kan prenten
En ook in staat is mijn winkel op zo ne schonen uit de stad te doen lijken
Maar ja he zulke mensen lopen er dun 'k heb er tot nu toe geen gevonden
'k Zal uit noodzaak en tegen mijn zin ene van buiten Stillegem moet zoeken
Nelly keek Remon aan maar zij durfden niets vragen terwijl zij daar stonden
Hun hart klopte fel in hun lijf van verlangen om Pere om dat werk te vragen
Ze hadden dat geld toch hard nodig en het was in hun eigen dorp nogwel
Maar Remon noch Nelly durfde, en de spanning was haast niet te dragen
Pere merkte het wel op en deed zijn best
om hen uit die spanning te halen
Hij deed alsof hij dat niet merkte en hoopte dat zij toch zouden reageren
Als ik iemand vind vervolgde hij, zal ik hem 't zelfde als in de stad betalen
Een goede wekman is zijn loon waard he Remon wat peinsde gij daarvan
Remon schrok van die vraag en moest even slikken, en knikte eens van ja
Toen deed hij toch een poging om te antwoorden, ja ja dadde ja ja dat kan
Ze vroegen niets, ze durfden niet, maar het verlangen brandde in hun lijf
Zo een schoon werk en hier bij de deur en toch bleven zij stilzwijgend staan
Remon dacht bij zichzelf als ik daar kon werken, maar hield het been stijf
Pere besloot het anders aan te pakken, hij begreep hen en vroeg dan maar
En Remon jong! Hoe is' t nog altijd op het werk een dagje congé vandaag
Was 't maar dadde Pere, kwam Remon nu los, werkte ik nu nog maar daar
Hoe? Werkte! Vroeg Pere, zijt ge dan van werk veranderd de laatste tijd
Ik wist er niets van jong dat ge ginder bij uwen laatste baas vertrokken was
Ja be nee zei Remon, ik zit zonder werk, ge kunt denken hoe dat mij spijt
't Is geen waar zeker zei Pere, allee zo ne werker gelijk gij ze zijn zeker zot
Hoe gaan ze de boel draaiend houden als ze hun beste kracht wegzenden
Dat is de oorzaak niet vent Pere, ze stoppen de zaak, ik ben er van kapot
Gij werkte toch in een magazijn vroeg Pere, als ik juist ben, een jaar of vijf
Remon kon zijn teleurstelling niet meer verbergen en deed zijn beklacht
Juist vent Pere, maar wegens ouderdom stopt de zaak, 't zit nog in mijn lijf
De man had geen opvolger en geen interesse meer en ik zit dus op straat
Zonder verwittiging, boem! Op straat, zonder zich om ons te bekommeren
Wat deed je voordat je daar werkte zei Pere, niet dat het mij wat aangaat
Daar is niets aan gelegen Pere ik werkte als schoenmaker in de grote stad
In een mooie schoenwinkel, ik heb daar ongeveer een jaar of tien gewerkt
En ik deed dat graag ik was mijn eigen baas ik heb een mooie tijd gehad
De laatste jaren werkte ik in een schoenmagazijn, die mensen werden oud
Dat zag ik wel aankomen en wat ik al lang vreesde, werd ook bewaarheid
De winkel werd toen gesloten, als ik daaraan denk he krijg ik het nog koud
Zo' n schoon werk en dan stoppen zij zomaar van de een op de andere dag
Remon keek nog terneergeslagen als hij aan die tijd terugdacht, hoe spijtig
'k Had het er lastig mee, al verstond ik wel dat het aan hun ouderdom lag
Ja he die mensen konden het ook niet helpen, iedereen wordt oud newaar
Het doet pijn zulle Pere als ge na zo' n lange tijd zo' n mooie baan verliest
't Is geen waar zeker zei Pere zijde gij schoenmaker geweest? Echt waar
Ja zei Remon ik deed dat met heel mijn hart, schoenen van eerste kwaliteit
Ik wil niet op mezelf stoeffen, bijlange niet, maar mijn schoenen waren goed
Dat zeiden de klanten toch allemaal! Ik deed mijn werk ook met veel beleid
Jamaar! Zei Pere als ge geen werk hebt, waarom werk je dan niet voor mij
Er ging een schok van vreugde en verrassing door Nelly heen, dan toch!
Er schoten plots tranen in haar ogen, meen je dat echt Pere vroeg ze blij
En of zei Pere zo ne werker en een stielman, allee Remon wat zeg je man
Ge gaat er geen spijt van hebben hoor, een vaste baan voor gans uw leven
Remon haalde diep adem, 'k ben zo blij Pere da 'k er niet van spreken kan
Dus ge gaat akkoord zei Pere, wat ben ik blij, ne goede werkman van hier
Fientje zal in de wolken zijn omdat ze u zo goed kent, wat een meevaller
Na zolang zoeken vind ik dan nog u, vent Remon wat doet mij dat plezier
Nelly was zenuwachtig en druk met haar zakdoek bezig en snotterde zacht
Moest ze lachen of huilen ze wist het eigenlijk niet en deed van allebei wat
Ze trok aan Remon zijn arm, sjanse he Remon, allee wie had dat gedacht
Remon gaf Pere een hand, dat vergeet ik niet ge zult het u niet beklagen
Pere zag dat Remon zo gepakt was en zich moest weren om niet te wenen
Kom kom vent zei Pere vlug, is er anders reden om hierover iets te vragen
Nee geen enkele zei Remon ik ken u Pere, ik weet dat alles goed zal zijn
Ik stel mijn vertrouwen in u en weet zeker dat ge dat niet zult beschamen
Pas op he vent zei Pere, ik ben een echte vrek en een achterbaks venijn
Remon en Nelly moesten er om lachen, Pere jong ge zijt een goed mens
Elk in Stillegem weet dat, een grappenmaker maar een man met een hart
En voor u te mogen werken verheugt mij, het is voor mij een mooie wens
Ik ga u iets in vertrouwen vertellen zei Pere, en het moet onder ons blijven
We moeten in de toekomst op elkaar kunnen rekenen daarom vertel ik dat
Die winkel heb ik niet nodig, ik heb geluk gehad ik ga dat niet beschrijven
't Komt er op neer dat ik geld genoeg heb, niet in huis uiteraard, op de bank
Alles moet top geheim blijven en ik moet volledig op jullie kunnen rekenen
Werk voor mij en geef mij uw vertrouwen dan ontvang je van mij veel dank
Voor mij is het een zaak, een mooie schoenwinkel te hebben in de straat
Dat is altijd al mijn droom, nu heb ik de kans en ik wil dat verwezenlijken
Ik vertrouw de zaak aan u toe, zorg ervoor dat alles mooi en netjes staat
Kijk naar geen kosten of moeite, zonder tierlantijntjes, wel deftig en degelijk
Gij weet goed wat ik bedoel he, je hebt lang genoeg in dat milieu verkeerd
Ga met uw vrouw een paar keer naar de stad, op mijn kosten ik ben redelijk
Bekijk de schoenwinkels, ga iets gaan eten, en verder winkels gaan bezien
Haast u niet loer alles op ui gemak af en prent het heel goed in uwen kop
Als je er veel hebt gezien wil ik de tenminste mooiste van de mooiste tien
Wees niet krenterig he want ik betaal alles, kies ne heel mooie winkel uit
Ga binnen en kijk de zaak goed af om een indruk te krijgen hoe het moet
Koop iets voor u en uw vrouw en Toon maar gebaar van den domme tuit
Spied heimelijk naar de belangrijkste details en prent ze in uw geheugen
Ik reken te zeerste op u, want zelf in de stad gaan neuzen dat doe ik niet
En toch wil ik mij hier in Stillegem in de mooiste schoenwinkel verheugen
Koop iets degelijks, geen goedkoop spulletje omdat je denkt dat ik betaal
Ge doet mij wel een plezier als ge goede spullen koopt, dus geen gespaar
Alles is op mijn kosten, en neem den Toon mee, einde van mijn verhaal
Of nee nog niet, wat het werk betreft ik leg dat even uit, laat mij uitspreken
Dan weet je toch wat ik in gedachten heb, dan we verstaan elkaar beter
Ben je toch ergens niet mee akkoord geef mij dan gerust maar een teken
Ten eerste ik wil niet, dat je meer dan acht uur per dag werkt dat is genoeg
Als de mensen zo nodig schoenen willen, zullen ze heus wel op tijd komen
Doe uren die u passen, smorgens vier en na de middag vier, laat of vroeg
Of smorgens vijf en na de middag drie of omgekeerd je moet dat zelf weten
Kortom ge regelt uw uren en tijden maar zelf, voor mij maakt dat niet uit
Je neemt op de middag een pauze en gaat op uw gemakske naar huis eten
Ge neemt elke week twee vrije dagen, de zaterdag en de zondag of anders
Ik laat u daar volledig vrij in vent Remon, je doet maar zoals het u best past
't Is mij gelijk zelfs midden in de week. Nelly hou op met die waterlanders
Ik zie niet graag een vrouw huilen, straks haal ik ook mijn zakdoek boven
Dat is toch geen gezicht he, hou dus maar vlug op en lach liever weer blij
Nelly lachte door haar tranen, ik kan me niet inhouden 't is niet te geloven
Toet toet zei Pere, ik wil geen slaaf maar iemand die zich met plezier inzet
Als iemand vreugde vindt in zijn werk kan hij goede dingen verwezenlijken
Dat kan niet met gedwongen werk, 't gaat mij niet om geld maar om de pret
En ik wil dat jullie ook in die pret delen door met plezier uw werk te doen
Ik kom op zijn tijd wel goedendag zeggen en een kopje koffie drinken hoor
Run die winkel alsof die van u is, doe het met overleg, houd uw hoofd koen
En geen gevlieg of gedraaf om te werken, ik word heel zenuwachtig dan
Werk rustig op uw gemak, je hebt al de tijd van de wereld, niemand wacht
Verkoop je veel of weinig dat speelt geen rol, ik lig daar niet wakker van
Ge moet just mijn droom waarmaken, een mooie schoenwinkel in de straat
Daar zijt gij volledig je eigen baas en niemand zal je op de vingers kijken
Je hebt altijd vast werk, want 't is alleen die mooie winkel waar het om gaat
Toen zweeg Pere en keek hen vragend aan, kunt gij er mee akkoord gaan
Nelly stond er vertwijfeld bij en begon stil aan een grap van Pere te denken
Remon stond paf, Pere! Zei hij het is toch geen spel he waar we voor staan
Hoe een spel vroeg Pere verwonderd, Remon jongen waarom denk je dat
Remon aarzelde met zijn antwoord maar hij moest weten of dat ernst was
'k Weet niet goed zei hij, die wijn is toch niet te straf he je bent toch niet
zat
Ik zat? Zei Pere, van een glaasje wijn, nu weet ik niet waar je naartoe wilt
Kom leg ne keer uit wat er op uwe lever ligt, is er ergens een misverstand
Zo'n voorstel vent Pere, je kunt toch denken dat een mens daarvan verstilt
Hoe? Vroeg Pere verlang ik teveel van u, ik meen het nochtans heel goed
Nelly wist echt niet meer wat ze van de situatie moest denken en zweeg stil
Te veel zei Remon, Pere jong dat is werk voor een heer met nen hoge hoed
Dat is geen werk Pere dat is spelen, allee vent meen je dat allemaal echt
Het lijkt op een sprookje, 't is haast niet te geloven, we twijfelen een beetje
Natuurlijk meen ik dat zei Pere, Remon jongen ik was nog nooit zo oprecht
Nelly nam Remon in haar armen 't is lijk een droom he Remon zei ze toen
Dikke tranen liepen langs haar wangen, tranen van verlichting en vreugde
Onze tegenslag is al over ventje 't geluk lacht ons toe en gaf hem een zoen
Remon stond met een krop in de keel en keek Pere toch nog vragend aan
Hij kende Pere de speelvogel, en hoopte, nu niet he, dat is veel te ernstig
't Is echt he Pere, het is haast niet te geloven je laat ons toch niet afgaan
Je bent wel moeilijk te overtuigen he lachte Pere, Remon dat is geen grap
Remon liet een zucht van verlichting, en schudde nog ongelovig het hoofd
Dat is zo mooi he Pere dat het haast niet kan, allee jong alles in één klap
Ik heb toevallig wat geld bij mij zei Pere ik heb juist een paar zaken gedaan
Je bent vanaf dit ogenblik bij mij in dienst, en ik wil dat meteen bezegelen
Hierzie uw eerste loon en nog iets voor een paar keer naar de stad te gaan
Voor te eten en wat kleren te kopen dan weet ge zeker dat ik het echt meen
Zonder verdere poespas stopte Pere geld in de verblufte Nelly haar handen
Nelly stond met het geld in haar handen en zei schud mij ne keer dooreen
Waarom schatje vroeg Remon verwonderd, allee wat is dat nu voor praat
Ze keek hem met grote ogen aan, Waarom! Vraag je dat nu nog, zie toch
'k Heb nog nooit zoveel geld gezien, kijk toch ne keer om hoeveel het gaat
Ja zei Remon ik zie het heel goed ben je wel zeker vent Pere 't is veel geld
Je moet het uitgeven zei Pere het hoort bij je job, het betekent niet zoveel
Misschien voor u zei Pere maar voor mij niet, 't is mijne werknemer die telt
Je gaat je toch niet terugtrekken he Remon jongen ik reken op je ten zeerst
Absoluut niet vent Pere dat is de zaak van ons leven voor mij en mijn vrouw
Ik laat dat nooit schieten Pere wat denk je, zo' n baan heb ik voor het eerst
Wil je vrouw je soms in de winkel gezelschap houden zei Pere, goed hoor
Is 't echt vroeg Nelly blij. Natuurlijk zei Pere en hij wende zich tot Remon
Dan verveel je u niet, en heb je een dag vakantie nodig dan gaat dat door
En wat Fientje betreft die zal er zelfs op aandringen breng Nelly eens mee
Om eens een koek en taart babbeltjes te houden ge weet hoe vrouwen zijn
Dan kunnen ze eens gezellig keuvelen onder elkaar bij koffie of een thee
Bij Fientje uitgenodigd worden, Nelly haar ogen fonkelden bij dat gedacht
Zou je denken Pere vroeg ze vol verlangen, zou Remon zijn bazin dat doen
Maar Nelly zei Pere zo beziet Fientje dat niet, allee wat had je nu gedacht
Jullie waren toch vriendinnen! En zo zal dat ook blijven, Fientje is een schat
Zeg nooit bazin tegen haar, ze zou zeer teleurgesteld zijn en ontgoocheld
Ze zou dat aanvoelen of ze een vriendin verliest, Nelly meiske onthoud dat
Er verandert juist niets tussen jullie, mijn Fientje denkt daar nog niet aan
Ze zal heel blij verrast zijn dat Remon voor ons komt werken dat is zeker
Nelly lachte, ik ben daar zo blij voor, ze pinkte een traan en was aangedaan
Ik was altijd al graag bij Fientje, en ik zou niet graag zo' n vriendin
verliezen
Ze zou als bazin natuurlijk ook nog steeds mijn vriendin zijn dat is het niet
Wees gerust jong Nelly, Fientje is niet zo, zit er maar niet over te kniezen
Ze heeft dat recht he Pere zei Nelly, aja Remon is tenslotte toch de knecht
Ik zou haar met respect als onze bazin aanzien, maar ook als een vriendin
Neen! Nelly zei Pere, Fientje ziet hem niet als knecht, ze wil dat niet, echt!
Noem hem nooit zo als ze dat hoort, voor haar is Remon alleen onze vriend
En jij haar trouwe vriendin en dat verandert niet dat blijft net zo als altijd
al
Dat hij voor ons komt werken zoveel te beter ze is daar zeker mee gediend
Ik ben erg blij zei Nelly dat jullie er zo over denken jullie zijn echte
vrienden
Ze haalde opnieuw haar zakdoek boven en droogde vlug haar tranen weg
Ze lachte opgelucht en zei ik weet niet waar wij zulke vrienden verdienden
Maar Nelly zei Pere dat zouden ik en Fientje toch evengoed kunnen zeggen
Jullie zijn ook altijd trouwe vrienden van ons geweest hoe verdienen wij dat
Ik weet niet de minste reden waarom iemand dat zou kunnen weerleggen
Maar kom we praten er niet meer over we blijven gewoon vrienden als toen
Dat is doodgewoon een overeenkomst tussen ons en al de rest blijft gelijk
Ik zie geen enkele reden waarom we nu plots zo simpel zouden gaan doen
Dus Remon gij trekt dan met de winkel uw plan en spaart kosten noch geld
Ik moei mij nergens mee en ik reken volkomen op u dat het iets mooi wordt
Je krijgt zoveel tijd als nodig, dus geen jagen en jachten en geen geweld
Je ziet dat het me niet om het geld maar alleen om een mooie winkel gaat
Remon kon zijn oren bijna niet geloven en Nelly was helemaal overdonderd
Sjonge Pere jong wat een goede job, je bent de beste baas die er bestaat
Dat doet pijn zei Pere, dat gaat door heel mijn lijf en steekt door mijnen kop
Nee dat wil ik niet zulle ik ben dat niet gewend en we beginnen er niet aan
Dat gaat niet door hoor Remon, bedenk iets anders hou der maar mee op
Remon verschoot zich haast groen en Nelly hield haar hart vast van schrik
Nee! Flitste het door haar hoofd was het dan toch een grap een wrede grap
Ze keek Remon ontgoocheld aan en met een zeer diep teleurgestelde blik
Zie je wel zei deze, 't was te mooi, je hebt ons liggen, hoe kon je dat doen
We hadden al zulke hoge verwachtingen, en nu valt alles weer in het water
Hoe watte vroeg Pere verwonderd, allee hoe heb ik jullie liggen zei hij toen
Je zegt toch zelf dat het niet doorgaat Pere, vent ik ben er het hart van in
Plots begreep Pere het misverstand, en lachte hen aanmoedigend blij toe
Ik spreek van de zaak om mij baas te gaan noemen Remon, gij domme pin
Nelly en Remons gezicht klaarde op, ach! Zei Remon dan gaat alles door
En ze keken Pere hoopvol en met veel verwachting aan, het was zo mooi
Maar natuurlijk! Zei Pere, Remon vent nu deed je mij even schrikken hoor
Ik dacht al dat je van gedacht veranderd was, doe zoiets niet meer he zeg
Was ik geschrokken ja, nu dat ik eindelijk een goede kracht gevonden had
Wij dachten dat van u lachten de anderen, we moeten praten met overleg
Ik geloof het ook lachte Pere, geen gebaas, we zijn vrienden onder elkaar
We kennen elkaar al zo lang als vrienden en we gaan dat ook zo houden
Dank u Pere zei Remon, bedankt voor alles vent en voor dat mooie gebaar
Ik moet vlug weg Remon, ik ben afgesproken met Piere ik ben al wat laat
Die zal al wachten en zich afvragen waar die zotte Pere weeral uithangt
'k Ben nui zere weg mensen en profiteer ervan he als ge naar de stad gaat
Bedankt he Pere riepen ze hem nog na, Pere zwaaide eens vlug en vertrok
Twee gelukkige mensen achterlatend, gans overdonderd in elkaars armen
Zo zei hij dat is dan geregeld, en trok even later zijn rem toe met een snok
Wel! Riep Piere ge zijt hier zo laat, is alles een beetje naar wens verlopen
Pere lachte al zijn tanden bloot en stak zijn hand omhoog als zegeteken
Ja hoor zei hij, Remon heeft werk en ik iemand om schoenen te verkopen
'k Ben blij voor jullie allemaal zei Piere maar nu vlug met de hond op schok
Want dat beest begint ongeduldig te worden hij weet niet wat er gebeurd
Wacht zei Pere 'k heb dorst gekregen van zo rap te rijden, ik drink een slok
Inmiddels waren Remon en Nelly nog niet gans van het gebeurde bekomen
Nelly weende haar geluk tegen zijn schouder uit en hij troostte haar zacht
Ze kusten elkaar en lachten zenuwachtig en Nelly zei 't is alsof we dromen
Ik kan het nog niet goed verwerken zei Remon, heb je dat allemaal gehoord
Ik wist niet waar ik het had, dat kon toch niet waar zijn, dat was veel te mooi
Allee Nelly! Ik dacht echt es Pere ziek of heeft de wijn hem wat verstoord
't Blijkt toch waar te zijn, zie ne keer al dat geld zeg, van een erfenis denk
ik
Dat gaat ons niet aan, dat zijn Pere zijn zaken, ik gun dat diene goeie vent
Hij heeft alles in vertrouwen verteld en wij steunen hem door dun en dik
Zeker weten zei Nelly gemeend we zullen zijn vertrouwen nooit beschamen
Pere heeft goed vertrouwen in ons zei Remon en dat is voor ons een eer
Voor hem te werken jong Nelly daar zal niemand mij voor hoeven te pramen
Vast werk en ik ben voledig mijn eigen baas en ik verdien goed mijn brood
En we moeten zelfs voor hem naar de stad en eten op zijn kosten, sjonge
Ik ben blij dat ik mijn ander werk kwijt ben, nu zijn we nog beter uit de nood
Hij kuste zijn Nelly nog eens, en je mag mij zelfs op 't werk komen bezoeken
En kleren en schoenen kopen en Pere betaald alles 't is niet te geloven he
Twee dagen vrij en maar acht uur werken, kom Nelly bak rap pannekoeken
Ik zet verse koffie he schatje, we gaan dat op eigen manier stilletjes vieren
Ho ho ho, wat een mooi werk en bij huis, meiske toch ik ben zo gelukkig
Straks vertel ik het aan Toon lachte Nelly, ik zou het wel uit kunnen gieren
Ondertussen naderden Pere en Piere, de boerderij van Dankaard al vlug
Pere was in een goede bui en liep te gekscheren, en ze schaterden het uit
We moeten opletten zei Piere, als hij naar buiten komt trekken we ons terug
Ze hadden geluk, boerke Dankaard was nergens in de omtrek te bespeuren
Ze bleven nog eventjes wachten uit voorzichtigheid, maar alles bleef rustig
Stil slopen ze zijn erf op en Pere zei, kom 't moet zo snel mogelijk gebeuren
Ik voel me precies nen dief lachte Piere, hier zo geheimzinnig rondsluipen
Zoede nie zeggen of we gaan wulder hier gans de boel leeg plunderen zeg
Zwijg onnozele stommerik giechelde Pere, straks krijg ik nog de lachstuipen
Die twee stonden te lachen dat horen en zien verging, allee stoppen Pere
't Is waar zei Pere we moeten stoppen met lachen, we maken teveel laweit
Even verder was het weer hetzelfde liedje en Piere zei daar gaan we were
We zijn precies twee halvegaren zei Pere, ze moesten ons eens bezig zien
Azu ineengedoken sluipend over dat hof mee dienen groten hond bij ons
Liever niet zei Piere, of ze steken ons subiet in den bak voor een jaar of tien
't Was natuurlijk weer lachen geblazen en de hond blafte hen dan vrolijk toe
Ze wipten op van 't verschieten, ze hadden het echt van daar niet verwacht
Zwijgen koest gij riep Piere, straks hoort hij ons houd uw muile stomme koe
Pere gierde het uit haahahahaaa stomme koe tegen nen hond, da es goed
Stomme koe hahahahaaa, waar haal je het uit hahahahaa da es goed zeg
Piere gaf Pere ne stomp, schei uit of 'k geef je nen klop mee zo nen knoet
En hij wees naar een stapel hout, maar Pere lachte toch onbedaarlijk voort
Ja zeg hahahhaaa stomme koe, nee maar, en dan nog tegen dienen hond
Gij kieken keef Piere zwijg nu, ge zult zeker verwondert zijn als hij ons hoort
Hij moest zichzelf hard bedwingen om niet luid mee te lachen met zijn maat
Maar begreep dat er geen houden aan zou zijn en dat zou hen verraden
Allee Pere! Keef hij, hou nu toch op, gij zijt den grootste ezel die er bestaat
Pere bedaarde en zei, a daarzie zeg die driewielkar die daar staat op 't hof
Hoe dat ik daar nog niet eerder aan had gedacht, natuurlijk door dat lachen
Dat is de geschikte plaats, neven 't houtkot en dicht tegen 't huis dat is tof
We leggen de koord juist voor het wiel en duwen de kar een beetje voort
Wat denk je ervan Piere een klein duwke van ons en de klus is geklaard
Dan kan de hond absoluut niet meer weg want de kar staat op de koord
Zo gezegd zo gedaan en even later zat de koord zeer stevig onder het wiel
Ze keken tevreden naar hun werk en glimlachten elkaar wat ondeugend toe
Da ging goed zei Pere 't liep van een leien dakje, 't wordt nog onze stiel
Maar op dit moment ging de achterdeur open en Dankaard kwam buiten
Hij stond met zijn rug naar hen toe om zijn deur achter zich dicht te doen
Vlug zei Pere da houtkot in en in hun rasse vlucht waren ze niet te stuiten
Door hun geweld stootten ze tegen een stapel hout die beneden donderde
Piere en Pere sprongen langs alle kanten om er niet midden in te geraken
En 't was dat lawaai dat boerke Dankaard deed schrikken en verwonderde
Meteen stevende hij vlug met vaste pas naar hun schuilplaats op hen af
'k He daer alleszins iets ghoort zei het boerke, 'k gae eens gaen kijken ziede
Net toen hij daar aankwam blafte de hond naar hem en Dankaard stond paf
Ach zei hij, he in 't houtkot gezeten en ge zijt mee die koorde vaste geraakt
Ja! 't Es da laweit da 'k ik hoort he, 't was gelijk dat den duvel in da kot
zaet
Vanwaer komde gij manneke, weggelopen? He zeker honger da ge kraakt
Dankaard wou de hond benaderen maar ging daarbij voorzichtig te werk
Hij bedacht uit voorzorg de liefste koosnaampjes die hij maar kon bedenken
Hoe es da ventje? Goed zulle! Zei Pere tegen Piere en toonde zich sterk
Piere stak zijn vuist op, onnozelaar hou er mee op straks hoort hij ons nog
En wat dan, dan zullen we er schone voor staan, we zitten in hier in zijn kot
He mijn boelleken ging Dankaard voort, straks krijgde wat eten uit den trog
Boelleke fluisterde Pere weer, azu een beeste het es gelijk ne wolf jongen
Hij trok zijn lippen omhoog en toonde zoals een hond dreigend zijn tanden
Piere hield met veel moeite de adem in tot het pijn deed aan zijn longen
Hij trok zijn ogen verwijtend tegen Pere open en hief dreigend zijn vinger
Toen Pere nog stilletjes begon te grommen ook, gierde Piere het haast uit
Hij greep een stok hou op he voor ik hem naar uinen stomme kop slinger
Pere wist niet van ophouden en trok hem een droef grafdelvers gezicht toe
Alsof hij juist van de begraafplaats kwam en veel goesting had om te huilen
Piere begon te giechelen. Zwijgen! Zei Pere rap, of loeit ge nog als een koe
Toen hij zag dat Piere zich niet meer kon houden draaide hij hem een neep
Eie riep Piere verschrikt en trok een pijnlijk gezicht, 't is uw schuld he Pere
Hij riep niet luid, maar Dankaard had toch iets gehoord dat was de nasleep
Hij draaide zijn kop en kwam op het kot af, en de hond blafte nog een keer
Wat est ventje vroeg Dankaard zich omwendend en keerde meteen terug
Wa wilde gij zeggen baeske, hedde gij honger en baste gij daervoren weer
Nu was hij stouter geworden en streelde liefkozend op de kop van de hond
Het gevaar was weer eens geweken en ze slaakten een opgeluchte zucht
Ezel fluisterde Piere wat hadden we moeten zeggen als hij ons hier vond
Pere sloeg zijn ogen neer als een zondaar en vouwde zijn handen samen
Piere wreef over de plek waar Pere genepen had en keek hem streng toe
Stommerik! Fluisterde hij, kan je geen minuutje zonder onzin uit te kramen
Pere opende wijd zijn ogen, trok een onnozel smoel en schudde van neen
En Piere moest zich inhouden van lachen om zijn bekkentrekkende vriend
Doe mij nog éénmaal lachen he dreigde hij en ik schop tegen uw scheen
Dankaard trok het touw van onder het wiel en nam de hond mee in huis
Al babbelend en taterend tegen het beest. Kom ik zal je wat eten geven
De twee slaakten een zucht van verlichting. Nu zei Piere verslag aan Kluis
Ze slopen stilletjes uit het houtkot en stonden een weinig later in het veld
De opluchting was groot. Oef zei Pere, eindelijk gedaan met die spanning
Awel riep Piere zulke stommiteiten doe ik nooit meer met u, gij lelijken held
Eerst doede mij daar lachen en dan nijp je mij omdat ik dan niet lachen mag
Mee ui lelijke muilen trekken, en tons nog op azo'n momenten allee zeg Pere
Sjonge sjonge ik dacht dat ik ging ontploffen he, wat een dag wat een dag
En gij riep Pere met uw stomme koe tegen nen hond ik lachte mij bijna slap
En den anderen met zijn boelleken gierde Piere, mens waar haalt hij dat uit
Allee boelleke tegen azu nen hond da beest eet hem haast op met één hap
We kregen een lawine hout op onzen donder en hij stak het op dienen hond
De mannen lachten zich haast een bult, en Pere zei we zijn twee kwibussen
Maar ze waren natuurlijk in hun nopjes dat Dankaard de hond zo vlug vond
Die twee kerels vermaakten zich kostelijk en dan nog voor het goede doel
Maar ondanks al hun stommiteiten hadden ze zich van hun taak gekweten
En zo kwamen zij moe gelachen thuis. Gelukkig zei Piere eindelijk een stoel
Ze vertelden met kleur hun wedervaren aan Kluis die kraaide van de pret
Hij moest zich aan de tafel vasthouden, hohohohahaha, onnozele kiekens
Maar toch keef hij, stommeriken! Ge hebt ons plan bijna op de helling gezet
Allee wat had ge moeten zeggen als Dankaard ulder daar in dat kot vond
Piere krabde zich bedenkelijk achter het oor, tja dadde wete 'k ik nie zulle
Dat is simpel he zei Pere, dat we op zoek waren naar nen kostbaren hond
Dat we hem hier hadden gezien en dachten dat hij in da kot gelopen was
We waren wij hem aan het zoeken hij moest hier toch ieverans zijn newaar
Dan hadden we gezegd, gij hebt hem al gevonden! Da komt goed van pas
En we zouden hem verteld hebben, de vinder krijgt als beloning een paard
Omdat die man zo heel veel om die hond geeft en hem zo graag terug wil
Dat hij er recht op had, en dat de eigenaar wil dat hij de beloning aanvaardt
Gij zijt ook niet op uw tongske gevallen he zei Kluis gij lachebekkende uil
Der is met u geen land te bezeilen, ge moet ook altijd toten trekken newaar
Kwee nie zei Pere trok een scheef smoel en stak zijn tong uit, kijk, is ze vuil
Hij kan het echt niet laten he lachte Piere, het zit diep in zijn hart en
nieren
Hij moet altijd op de één of andere manier de aap uithangen, dat is nu Pere
't Is best dat hier geen lianen hangen lachte Kluis ge zout hem zien zwieren
Pere trok een raar apensmoel, krabde onder zijn oksels en huppelde rond
Daarbij geluiden uitstotend alsof hij heel zijn leven bij de apen had geleefd
De anderen moesten er luid om lachen. Gelukkig zei Kluis is lachen gezond
De Champetter werd nu verwittigd dat dit deel de opdracht was volbracht
En dat een tweede fase van hun geheim plan in werking kon worden gezet
Allee zei hij, zoveel te beter het is veel sneller gegaan dan ik had gedacht
Hij ging Toon en Mandje opzoeken en vroeg om boerderijen te bezoeken
En dat ze er geen enkele mochten overslaan, dat het heel belangrijk was
Om te vragen naar een verloren hond, en ook kijken in de verste hoeken
Dat de beloning voor het vinden ervan hoog is, namelijk een sterk paard
Vergeet niet wat ik jullie heb gezegd he mannekes, allee ga maar op zoek
Nie treuzelen he, begin eerst maar bij wie dicht woont, bij boerke Dankaard
En als iemand de hond al heeft gevonden, verwittig mij zo vlug als je kan
Allee vooruit wa blijfde gulder nu nog treuzelen, allee ga nu maar zoeken
Ja! Zei Toon, moeder is pannekoeken aan 't bakken en ik hou daar zo van
Niks te maren zei de Champetter, dat is een opdracht van de hoogste graat
Dat is een bevel! En jullie moeten jullie plicht tegenover het volk uitvoeren
't Is in het belang van de burgermaatschappij en ook van de ganse staat
Allee zei Toon dan zit er niets anders op, kom we zullen ons haasten dan
Als we een beetje sjanse hebben zijn we misschien toch nog vroeg terug
Kom toe Mandje, hoe eerder we beginnen hoe beter en zo rap als het kan
Sjonge, dat komt wat ongelegen, moeder bakt zo' n heerlijke pannekoeken
Mee van alles bij om er op te smeren vent, het water komt in mijnen mond
En in plaats van mijn buikske te vullen, moet ik naar een hond gaan zoeken
Maar moeder zal alleszins wel zorgen dat er genoeg pannekoeken over zijn
Ze weet hoeveel ik van haar pannekoeken hou en hoeveel ik er kan eten
Dan zet ik mij bij zulle, hummm ik riek ze precies tot hier, en ze zijn zo fijn
Ik vraag of je ook mee mag eten als we terugkeren, ze vinden dat wel goed
Dan kunt ge uw buikske rond eten, met siroop op of honing of bruine suiker
Jaaach zei Mandje, ik ruik ze precies ook, kom Toon nog wat meer spoed
De Champetter sloeg een praatje met Remon en snoof de koekengeur op
Hij stak zijn neus in de lucht om zo de pannekoekenlucht te kunnen ruiken
Dat zijn van die heerlijke pannekoeken die moeder bakte met stroop erop
Nelly had natuurlijk al lang in de gaten waar de Champetter zo naartoe wou
Zo goed kende ze hem en ook welke lekkerbek hij was, iedereen wist dat
Ze trok heimelijk een oogje naar Remon ten teken dat ze hem plagen wou
A ja zei ze met bruine suiker er op zijn ze ook goed en met boereboter erop
Ze zei dat langs haar neus weg, alsof ze niet wist wat de Champetter wou
En met een heerlijke verse pot hete dampende koffie, dan zijn ze op en top
Het water liep de Champetter haast uit de mond, ze zagen er zo heerlijk uit
Nelly deed teken naar Remon om de Champetter aan het lijntje te houden
Ik heb er al een paar geproefd zei Remon en trok een likkebaardende snuit
Ja! Zei Nelly ge moet dat gaarne eten he, ha ja niet iedereen geeft daarom
'k He 'k ik nogal mensen horen zeggen dat ze geen pannekoeken lusten
Jamaar ik wel zulle zei de Champetter, mens ik eet er altijd een hele kom
't Is spijtig dat uw moeder niet meer leeft Champetter, 't was een lief mens
Dat ze goed pannekoeken kon bakken wist ik niet en gij at ze zeker graag
Ja zei de Champetter, nog ne koek voor mij bakken was haar laatste wens
Maar ze was te oud he, ze zei ooit kom je bij iemand die pannekoeken bakt
Hij trok zo' n heilig smoel daarbij dat iedereen hem zo zou doen bijschuiven
Die mensen zullen u zeker ne keer trakteren en dat is iets dat mij altijd pakt
Vooral als ik bij iemand kom waar ze juist pannekoeken aan het bakken zijn
Haar beeld komt me weer voor de geest, hoe bekommerd ze om mij was
Dan denk ik weer eens aan haar woorden, echt he Remon dan doet dat pijn
Zou het een troost zijn Champetter zei Nelly als je hier je goesting mag eten
De Champetter zijn gezicht veranderde
als scheen de zon plots in zijn hart
Absoluut Nelly absoluut meiske, dat helpt zeker om mijn verdriet te vergeten
Allee Champetter zei Remon zet u bij en zet u toe en uw goesting eten zulle
Anders denkt ze dat ge om haar pannekoeken niet geeft en het niet smaakt
Dan gaat ze kwaad worden hoor ge zijt gewaarschuwd he en 't is een dulle
Allee, likkebaardde de Champetter als het echt moet dan schuif ik maar bij
Hij zette zijn kepie af, knoopte zijn strakke kraag los, en zijn ogen straalden
Kijk hem smakelijk smullen fluisterde Nelly, echt he hij is als een kind zo
blij
De Champetter deed het rustig, want er stond van alles op de tafel gereed
Hij liet zijn blik over tafel dwalen en wist niet goed wat hij eerst zou kiezen
Eentje met siroop of bruine suiker, 't was haast ceremonieel zoals hij deed
Zo genoot hij daar van, een lekker kopje koffie en een koekje met confituur
Af en toe sloot hij de ogen en een vergenoegd hummm ontsapte zijn mond
Hij deed dat alles langzaam, hij had tijd genoeg hoor al duurde het een uur
Nog een kopje koffie met een scheutje melk en daarop zo een klontje room
Hij nipte daar zo geneugdelijk van dat je er direct goesting van zou krijgen
Eentje met koeboter alleen, de Champetter leefde als in een mooie droom
Nelly en Remon genoten er zelf van en knipoogden elkaar zo heimelijk toe
Ze lieten hem stil genieten en stoorden hem niet bij zijn zalige bezigheid
Hij veegde het zweet van zijn voorhoofd en zei anders noch ba noch boe
Het leek of het twintig jaar geleden was dat hij pannekoeken gegeten had
ik heb nooit iemand zo zien genieten van pannekoeken fluisterde Remon
Eindelijk lei hij zijn mes en vork neer en hijgde, mensenlief, lekker was dat
Nelly en Remon ge kunt niet denken welk plezier jullie mij hebben gedaan
Hij bleef nog een tijdje babbelen en zwaaide hen uitvoerig eer en lof toe
Nelly was hovaardig als een katje, maar uiteindelijk moest hij toch gaan
Dat maaltje zei hij, daar spreek ik nog lang over, zeker nog wel twintig jaar
Gij bakt ongelooflijk goede pannekoeken wat heb ik daar deugt van gehad
Nogmaals bedankt, jullie zijn goede mensen en ge zijt een heel mooi paar
Nelly bloosde van het compliment en zij zwaaiden dan de Champetter uit
Remon keek hem met binnenpret na en een glimlach plooide zijn mond
Die Champetter zei hij, is heel leep, wees gerust dat is geen domme tuit
Hij had het meteen door dat we hem aan het lijntje aan het houden waren
Hij gebaarde echter van den domme en liet niet merken dat hij het door had
Die leperd praatte gewoon mee hij bleef daar niet gewoon staan staren
Toen je over zijn moeder begon wist hij daar meteen voordeel uit te halen
Met een triestig gezicht draaide hij om de pot en speelde het spelletje mee
En vertelde meteen over moeders wens om de gepaste richting te bepalen
Zodat we haast verplicht waren hem aan de
pannekoekentafel te vragen
Heb je zijn gezicht in zon zien
veranderen toen we hem aan tafel vroegen
Ze lachten er hartelijk om, zo ne deugniet zei Nelly krijg je niet alle dagen
Weldra waren Toon en Mantje al aangekomen op het erf van Dankaard
Er was buiten niemand te zien en ze besloten dan maar aan te kloppen
Ze waren haastig en hun komst ging met een stormachtige inval gepaard
Toon trapte onverwachts op Mantje zijn hielen en ze vielen tegen de deur
Die vloog met een luide klap open en de jongens verloren hun evenwicht
Ze grepen elkaar vast en vielen het huis binnen in hun hulpeloos gesleur
Boerke Dankaard sprong bijna rats over zijn keukentafel van het verschot
Eerst stond hij verbouwereerd toe te kijken maar maakte zich toen kwaad
Wat es dadde riep hij, zo subiet maekte gulder hier van mijn huis een krot
Allee wa ligde gulder daar nui te doene, vooruit leg me da nui ne keer uit
Ge valt azu maer mee de deur in huis en dan wete niets meer te zeggen
Mantje wreef over zijn pijnlijke knieën en trok daarbij een erg zure snuit
Dat den doet geen deugt zulle, 't vel es ter bijna af, gij lelijken stommen uil
Wadde riep Dankaard mij nog verwijten ook en dat nog in mijn eigen huis
Zijde nie beschaamd gij kleine snotneus pas op of ik klop ui subiet een buil
Nee riep Mantje haastig 't was tegen den Toon hij heeft op mijn hiel getrapt
Tegen ui zoe 'k ik da nie zeggen zulle Dankaard, allee vent wa peisde wel
Ach zei Dankaart, 't es best zulle of 'k had ulder subiet in stoofhout gekapt
Maer wa komde gulder hier nui eigenlijk doen snotters 'k weet het nog niet
Of weet het misschien zelve nie meer mee da vallen, laat ne keer horen
Aja zei Toon, weet het eens te zeggen he als ge ne verdwaalden hond ziet
Hoe ne verdwaelden hond zei Dankaard wat es ter daermee aan de hand
Zoe thij soms bijten of he thij een ziekte of hangt ter geld aan zijnen stairt
Ja zei Toon, die es veel geld waard, als ge hem vindt hou hem aan de kant
Wa wilde gulder daer mee zeggen mens, wordt er achter da beest gezocht
't Es precies ofdat er een dwingende reden es om die hond weer te vinden
Da geloof ik nogal zei Mantje dienen vent is daar vreselijk aan verknocht
E zei Dankaard 'k he 'k ik die beeste gevonden, hij mag hem komen halen
Hij zaet vaste mee zijn koorde onder mijn dreiwielkerre, da moe just lukken
't Es de zijnen he, verwittig dienen gij vent, hij moet daer niets voor betalen
Nee nee nee zei Toon dienen vent wil dat de vinder de beloning aanneemt
Hij zit zo zot van zijnen hond dat hij de vinder daarvoren goed wil belonen
Allee allee zei Dankaard dat es allemael prietpraet, da vinne 'k ik vreemd
En toch is da zo zei Toon, en die beloning is een schoon en sterk trekpaard
Toch nevonst dat de Champetter zei, en die is daar goed van op de hoogte
'k Wille 'k ik daer just niets voren zei Dankaard wa peisde gulder een paard
Hij had te vlug gesproken want nu viel het hem pas in waarover het ging
Hij keek de jongens afwezig aan alsof hij heel diep aan het nadenken was
Zijn lichtje begon te branden en in zijn achterhoofd zei er een belletje, ring
Een p...p...p...paard hakkelde hij, een paard een echt paard een dat leeft
Allee een die kan trekken, aan den ploeg, ge weet wel he een echt paard
A Natuurlijk lachte Toon, ik meen dat een groot dood paard geen zin heeft
Een p..paird zuchtte het ventje en viel van danige aandoening op zijn stoel
En juste nui o 'k ik azu in de misere zit om mijn land te bewerken, juste nui
A zei Toon dat is wat anders, je zou het graag hen ik zie het aan je smoel
E da gelove 'k ik zei Dankaard, ik zit zonder paird en al mijn land ligt daar
Maer vent toch, ik zoe were kunnen ploegen en mijn land gereed leggen
Jongens! Riep het ventje 't zijn toch geen poetsen he, es da nui echt waar
Heel zeker vent zei Mantje, de Champetter zei een schoon zwaar trekpaard
Een veel zwaarder dan 't uie zulle, ge weet wel van die hele zware beesten
Gekweekt door nen specialist, geloof me boer dat beest is veel geld waard
Dankaard liep steeds op en neer, hoe moet ik daer nui aan geraeken zeg
We moeten natuurlijk eerst weten ofda ge dienen hond wel degelijk hebt he
Wij verwittigen dan de Champetter zei Mantje, laat die zien en wij zijn weg
Doe eerst die achterdeure toe zulle zei Dankaard, azu een kostelijk beest
'k Zoe dien hond nie gairen kwijt geraeken ok daer een paird voren krijge
Sjonge sjonge een paird zeg, 'k gae were keunnen ploegen wat een feest
Da klopt juste zei Toon toen ze de hond zagen, boer laat hem nie weglopen
Of ge zijt ui paard aan ui been, en dan loopt er wellicht nen ander mee weg
Nee, nee zei 't boerke, 'k binne hem subiet direct vaste mee zeven knopen
Aan de tafel, en 'k gae mijn deuren sluiten mee de grendels 'k spele zeker
'k He da paird te hard nodig, da meug ik nie verbij mijne neuze laten gaen
Ok mijn paird he, drinke 'k ik direct een glas wijn, wa zegge 'k ik, ne beker
Jamaar azu niet he zeg, zei Mantje , ui nie zat drinken he boer Dankaard
Dat ge u niet verongelukt mee da schoon paard, dat is dan ook geen profijt
Be nee ventje zij gerust, da es van alternatie jong, da loopt zo genen vaart
A 't es best zulle boer want da paard moe echt van geen dronkaards weten
Want 't komt uit een deftige familie en als ge veel drinkt loopt het weer weg
Ze moesten er allen om lachen, wel zei Boerke waar hedde gulder gezeten
Hoedadde vroeg Toon, wa wilde daar nui mee zeggen da snabbe 'k ik niet
Waar hedde gulder gezeten wa voor ne stomme praet is da nui weeral boer
Awel zei 't boerke, 'k he dienen hond al uren en da ge er nui nog maer ziet
Hoe konden wij dat weten Dankaard, dadde gij dienen hond gevonden had
We weten het nog maar dat hij weg gelopen was, we kunnen niet vliegen
Da wel ventje maer loop nui maer zere naar de Champetter haast ulder wat
Wacht voren da ge de deure open doet, 'k binne eerst de hond aan de tafel
Ze gaen 't mij nie lappen da 'k ik mijn paird deur een dommigheid verlieze
Zu schui moede nui ook nie zijn boer Dankaard zei Toon, gij domme wafel
Ventje! Zei Dankaard, voorzichtigheid es de moeder van de porseleinwinkel
't Es te laede de put gevuld als 't kalf verdronken es, dus voorzichtig ermee
En da paird wille 'k ik absoluut nie mislopen jongens, 'k benne gene kinkel
Allee toe jongens, bedankt he zeg, loop nui maer rap naer de Champetter
Zonder treuzelen onder de baene, hij kan het beter zo rap meugelijk weten
En verteld maer alles, en vergeet niets van den eersten tot de laatste letter
Oeijejoeijejoei zei Toon, boer vent ik gelove da ge op da paard zijt gebrand
Mee nog een beetje moeten we ons nog de poten van onder ons lijf lopen
Da gelove 'k ik nogal manneke, bekijkt gij da maer ne keer van mijnen kant
En o alles achter de rugge es moe je alletweeje zeker ne keer werekeren
He mij vree goe nieuws gebracht, en ik wil ulder daarvoren goe belonen
'k He schone konijnen zitten ge meugt er elk een kiezen 'k ben genen teren
Is dat echt vroeg Toon, we gaan dat onthouden dat vergeten we niet boer
Elk een vroeg Mantje, en mogen we zomaar zelf kiezen welk een we willen
Zeker weten zei Dankaard, da es mij zuvele waird zulle jongens, zu ne toer
Ze zetten het op een lopen, het leed om de pannekoeken was nu vergeten
Nu was de opdracht volbracht en het grote verlangen lonkte hen naar huis
't Is wat later zei Toon maar dat is toch al verre gelijk wanneer we dat eten
De Champetter lag in de zetel te rusten van de deugd van de pannekoeken
Het had hem zo goed gesmaakt dat hij er nog van nagenoot in zijnen zetel
Champetter! Riepen ze aan het venster, we moeten niet meer gaan zoeken
De Champetter krabbelde recht en opende de deur. Ho ho zijt ge al terug
Ge kunt alleszins niet ver geweest zijn newaar, heb je de hond gevonden
Ge zijt toch gaan zoeken he? Je was nog maar pas weg, awel dat ging vlug
We weten waar de hond zit he, zei Toon, hier bij Boerke Dankaard nogwel
Van d' eerste boerderij dat we tegenkwamen was het raak, dat moet lukken
Es dat echt zei de Champetter, dat is knap gewerkt, gulder zijt een flink stel
Bedankt he jongens ge hebt ulder werk gedaan, ik zorg nu wel voor de rest
Ik wist dat ik op jullie kon rekenen, daarvoor heb ik jullie ook uitgekozen he
Hij haalde zijn fiets van stal zette zijn kepie op en paste met zorg zijn vest
Ja Toon 'k heb bij u thuis pannekoeken gegeten, spijtig he, maar alles is op
Ze waren zo goed dat ik niet kon ophouden met eten, er is niets meer over
Champetter zei Toon bestraffend met zijn vinger omhoog, ik klop op uw kop
De Champetter schoot in een daverende lach en de jongens lachten mee
Hij hield de deur uitnodigend wijd open en vroeg zo langs zijn neus weg
Nu heb je zeker geen tijd jongens, voor een kopje koffie of een potje thee
Nee hoor riep Toon, we zijn weg Pannekoeken gaan eten eerst en vooral
Anders stuur je ons weer ergens naartoe, kom Mantje we zijn er vandoor
De Champetter lachte weer vrolijk vooruit dan maar, want dat dacht ik al
Och nee zeg jongens gulder zoe eerst nog eens naar dingens moeten gaan
Allee ge weet wel he naar hoe heet die ook al weer, aja allee dinges he zeg
Ha nee Champetter da niet he zeg, we zijn weg we hen ons plicht gedaan
Jamaar zei de Champetter, da ga nie zo lang duren zulle, een uurtje maar
Wadde een ure riep Toon, ha nee he da was de afspraak niet Champetter
We hebben de hond direct voor u gezocht, en we zijn met ons werk klaar
En Toon stoof zonder dralen in galop naar huis met Mantje achter zich aan
Vast besloten om er ditmaal niets te laten tussenkomen, geen tweede keer
We gaan nu ne keer goed eten zie, riep Toon gelijk om ne bair te verslaan
De Champetter bulderde van het lachen, mensenlief toch wat een plezier
Ze laten zich niet meer voor de gek houden, ze zijn niet meer te houden
Die zitten zeker likkebaardend tussen de pannekoeken binnen een kwartier
Moeder riep Toon toen ze thuis kwamen, mag Mantje ook mee komen eten
Ach is hij bij u, maar natuurlijk allee ventje kom binnen, en schuif vlug aan
Waarom zou uw vriendje niet mogen mee eten, vaneigens dat, zeker weten
Mantje glunderde en loerde van achter zijn vriend naar de welgevulde tafel
Hij snoof vergenoegd de lekkere geur op en het water kwam in zijn mond
Sjonge sjonge Toon fluisterde hij ze rieken nog beter dan nen suikerwafel
Hei riep Nelly naar Toon, dat moet lukken Tistje loopt daar zojuist voorbij
Loop er achter, dan zijn jullie gezellig met zijn drie, der zijn koeken genoeg
Zeg dat hij pannekoeken mag komen eten, zeg maar dat hij moet van mij
Dat moesten ze Tistje geen tweemaal vragen en welgezind schoof hij aan
Mijne jongen zei Tistje wa riekt da goed, maar vent toch da gae mij smaken
En nu jongens zei Nelly, pannekoeken eten tot ge niet meer kunt opstaan
De Champetter sprak met de anderen om de rest van het plan uit te voeren
't Is ons tot nu toe gelukt zei Kluis en ik hoop dat de rest ook goed afloopt
Dat loopt wel los zei Monten, zo erg es da niet we deden al anderse toeren
Kluis zei tegen de Champetter, rij naar diene koopman en klamp hem aan
Ge moet er maar een beetje tegen klappen he, hopelijk treft ge hem thuis
Voor hij aan zijn zoektocht begint dan is dat zo vlug mogelijk van de baan
Hoedadde, zei de Champetter, ik kan toch niet zeggen uw hond zit ginder
Wa moe 'k ik tegen dienen vent gaan zeggen zonder argwaan te wekken
Allee Champetter zei Kluis bedenk iets he dan is dat weer een zorg minder
Aja zei Monten, ge rijdt er toevallig voorbij en ge blijft die paarden bekijken
Hij zal dat vlug in de gaten hebben, die vent es fier op zijn schone beesten
Ge zult zien vent, hoe rap hij bij u zal staan als ge uw interesse laat blijken
Dat is een prachtidee zei de Champetter en dan begin ik over die honden
Allee als ik eerst wa over die paarden gebabbeld he waar azo toevallig he
Dan flap ik er uit, dat Boerke Dankaard, er azu ne schonen heeft gevonden
Die kerel zal zijn oren spitsen en als ik weg ben rijdt hij daar recht naartoe
Het is eigenlijk allemaal simpel maar ge moet er toch opkomen, he Monten
Just! Champetter lachte Monten, van zoiets te bedenken wordt ge niet moe
En zo gebeurde het. A zei de koopman zo weet ik subiet waar mijn hond zit
Jongens heb ik sjanse zeg dat die Champetter hier toevallig voorbij kwam
Ik rij der Subiet naartoe zei hij tegen zichzelf, want hij was een man met pit
Toen hij bij Dankaard aanklopte en zei wie hij was, zwaaide de deur open
A ge zijt daer menhere, 'k hei ui al lang verwacht om uinen hond te haelen
Kom binnen kom binnen en doe de deure zere toe, dan gaat hij niet lopen
De koopman begreep het ventje wel en zei, als hij mij ziet blijft hij bij mij
'k Ben zo rap mogelijk gekomen, van zodra ik wist dat mijn beeste hier zat
Allee laat mij da beest ne keer zien. A maer natuurlijk vent zei boerke blij
De hond stormde blij en wild binnen en sprong van zottigheid op zijn baas
En likte uitbundig zijn gezicht. Boer Dankaard wist het meteen, ik heb prijs
Dat es hem zei de koopman, ik ben blij en mijn beeste eet zo gairen kaas
Als ik er bovenhaal is hij niet content voordat hij een stukje heeft gekregen
En hij weet da zo goed he vent, ok naar de kasse gae staat hij al te bassen
Hij es altijd bij mij gelijk waar ik ga, da beest es voor mij een echte zegen
Ja ja zei boerke zenuwachtig, en ik heb hem gevonden he helemaal alleen
Uinen hond waardadde gij zo vree vele van houd en zo vele voor over he
De koopman wou hem niet langer in spanning houden en zei dan meteen
'k Ben daar zo vree blije voren he da 'k ik nui ook mijn belofte ga nakomen
Dienen hond es mij vree vele waird en belofte maakt schuld ik, voeldoe dat
En mee veel plezier tons nog he just gelijk zoals ik mij had voorgenomen
Zoals ik in het begin beloofde, daar een schone beloninge voren ga geven
Ik ben een man van mijn woord, wat ik beloofd heb kom ik ook correct na
A ja triomfeerde boerke Dankaard, echt? En begon van spanning te beven
En plots kon de koopman het niet laten. Ja zei hij een mooi schommelpaard
Dankaard viel bijna dood. Hij werd bleek en kon haast niet meer spreken
Zijn droom lag aan scherven. Een hobbelpaird hijgde hij wat es da waard
Hij kon door de grond zinken van ontgoocheling en zonk neer op zijn stoel
Moedeloos zat hij naar de grond te staren, zijn mooie droom kwam niet uit
Was hij alleen geweest hij begon te huilen. De man zag het aan zijn smoel
Maar 't es een schoon zei de koopman, antiek nog uit mijn grootvaders tijd
En daar es nog niets aan he 't es nog zo schoon als nieuw, echt waar vent
Och mens zuchtte Dankaard zacht, neem hem maer mee als ge terug rijdt
Ja zei de koopman, eigenlijk zou ik dat wiebelpaard liever houden voor mij
Omdat het een kostbare herinnering es he, ge kunt dat toch wel begrijpen
Ja ja zei Boerke Dankaard, he gelijk vent hou dat ding maer 't maekt ui blij
Als het zo zit zei de koopman, zijt ge verplicht dat echt te nemen newaar
Ik geef dat liever, ik moet eerlijk zeggen dat ik aan dat antiek gehecht ben
Dat was de afspraak als beloning he, een antiek of een echt schoon zwaar
Dankaard viel bijna van zijnen stoel. Een echt p... p... paird toch algelijk
Een levend echt paird stammelde hij, dan es da toch waer, een echt paird
Natuurlijk boer, een rasbeest een stoere trekker da vindt ge niet in de wijk
Ne stoere trekker zei Dankaard, en met zijn mond open stond hij te beven
Dan ga ik toch op tijd mijn land keunnen ploegen, 't es nui toch echt he zeg
Ja man! Zei de koopman, azu een beeste edde nog niet gezien in uw leven
Boerke vloog achter een fles jenever, hier zie je hebt da nodig drink er een
Da kalmeert een beetje, blijf kalm vent ge moe gij ui azu niet opwinden zulle
Hij goot er eerst ene uit voor zichzelf want hij bleef zelf haast niet te been
Hier nog eentje, da doet ne mens kalmeren van uine hond da je were vond
En hij kipte er zelf nog eentje binnen voordat hij de koopman iets inschonk
Toen zette hij de fles neer schuddebolde eens en ijsbeerde de keuken rond
De koopman zat boerke met binnenpret aan te kijken en kreeg medelijden
Sukkelaar, dacht hij, zo hunkeren om dat paard te hebben ik moet iets doen
Kijk! Zei hij ik breng het vandaag in orde ik laat iemand om dat paard rijden
't Es toch zeker he, vroeg Boerke Dankaard. Hij wou de man haast smeken
Zijn paard, een stoer zwaar trekpaard, zo een echt levend bruin werkpaard
Zeker maat zei de koopman, daar kunt ge uw hand voor in het vuur steken
Boerke keek hem verrast aan, liever niet, zei hij ik heb het al warm genoeg
Al mijn land ligt daer te wachten, 'k zoe der rap moeten keunnen invliegen
Als ik maar een paird he vent, dan stae 'k ik morgen weer achter de ploeg
Na hartelijke groeten vertrok de koopman en deed zijn blaffende hond mee
Ik ga iemand zoeken die u dat paard komt afleveren riep hij naar Dankaard
Kom zei hij tegen zijn hond, naar Monten om een verse kop dampende thee
Nippend aan de thee vertelde hij wat hij boerke Dankaard had aangedaan
Een hobbelpaird zei het manneke, zijn smoel wierd gelijk een dondervlaege
Ge moest zijn gezicht zien Monten, ik dacht dat hij door de grond ging gaan
Met veel komische gebaren en klanken deed hij net of hij was nu Dankaard
Hij zakte daarbij wat door de knieën want boerke Dankaard was niet groot
De vrienden die daar vergadering hadden lachten om het luidst uiteraard
Ja! Zei de koopman ik kreeg compassie met dat ventje, hij es zo hulpeloos
Ik kreeg waarlijk spijt dat ik hem voor de gek had gehouden, echt mensen
Maar als hij zijn paard heeft zal hij blij zijn, want dat es een schot in de
roos
Allee dan zeg vroeg de koopman, kan iemand dat paard vandaag ophalen
'k He het hem belooft, hij zal zitten ankeren tot hij eindelijk dat paard
heeft
Of da ventje gaat der aan dood en 'k zou niet graag zijn begrafenis betalen
Vrolijk gelach, en Piere zei ik zorg daar wel voor en breng dat beest thuis
Dat boerke Dankaard gerust is, dat ventje heeft al zorgen genoeg gehad
Goed Piere ga nui eerst naar de molen en haalt uw kar en paard zei Kluis
O! Waarom dadde vroeg Monten, hij kan dat paard toch azu gaan afgeven
Daarvoren hedde nui toch geen paard en kerre voren nodig he vent Kluis
Dat wel Monten, maar Pere zei dat Dankaard zijn ploeg het gaat begeven
Wij gaan ondertussen bij Molenman een splinternieuwe ploeg gaan kopen
Als ge terugkomt, laden wij de ploeg op en dan naar 't hof van Dankaard
Ge kunt toch niet met een versleten ploeg achter zo' n raspaard gaan lopen
Daar es wa van zei de koopman maar nu moet ik er vandoor gaan zulle zeg
Want ik moet dat paard nog gereed maken tegen dat jullie komen newaar
Gij moet dan ook nog met dat paard terug en dat es ook nog een hele weg
Maar wachte, die ploeg zeg, ik heb er thuis nog een splinternieuwe staan
Hij es nog nooit gebruikt geweest en er zit nog geen kleinste vlekje roest op
Die heb ik nog gekregen ter betaling van iemand die bij ons weg es gegaan
Dat ding blijft daar staan, ik heb da zelf niet nodig, hij staat maar in de weg
'k Heb der mij zelfs al ne keer aan zere gedaan, al was het eigenlijk niet erg
Als je wilt mag je hem hebben, denk er eens over en pleeg samen overleg
Da hoeft niet zei Kluis, als ge hem niet meer moet hebben halen wij hem op
Dat is een goede zaak, 't kan niet beter passen zo gaat het heel vlug gaan
Monten en Piere spannen het paard in, we slaan twee vliegen in enen klop
Kom Monten zei Piere we zijn weg wij weten onze taak, hop, naar den boer
Dankaard zal allicht moeten kijken, 'k he er moed he, op om zijn tote te zien
Jullie moeten maar zorgen dat je daar ook zijt, doe zomaar eens een toer
Afgesproken zei Kluis we bedenken wel iets, zeg Florre ge gaat toch mee
Ge zijt der nooit bij als we iets bijzonders doen, toe ga ne keer mee vent
Awel voor ne keer, 't es ook nen boer he, maer 'k gae niet te lang letten hee
Tot straks Monten en Piere, dag mensen riep de koopman nog en vertrok
't Paard zal blije zijn dat het eens mag trekken zei Piere 't is al wat geleden
'k Zal het allicht wa moeten intomen bij de start of het vertrekt met een snok
Haja jong antwoordde Monten dat beest gaat niet zo veel meer op de baan
En het is gewoon van de straat te doen he, 't zal daar wel content mee zijn
't Wil ook wel eens wat anders dan altijd maar in de wei of op stal te staan
Algauw waren ze op weg en Piere zei, het is gelijk of ik voer weer kolen uit
Ja ik heb het zo lang gedaan he, en daardoor komen de herinneringen op
En wie zat op zijnen flok vlak naast Piere, Moorke de hond met zwarte snuit
Het beestje kwispelde van blijdschap en Monten zat hem zachtjes te strelen
En lieve woordjes toe te spreken en Moorke liet zich dat graag welgevallen
Wa ne schonen dag zei Piere, 'k he haast zin om een liedeken te kwelen
Monten moest lachen, ja jong Piere 't leven kan mooi zijn in ons Stillegem
Met zijn mooie bossen, zijn wijde velden en het gezang van de leeuweriken
Dat is waar zei Piere maar ondertussen zitten we wel al lang in Luidegem
Och ja vent zei Monten als ne mens er graag bij is dan loopt alles zo snel
Een uur is dan subiet voorbij en voor je het goed beseft is het weeral avond
Kijk Piere uwen hond is er zelfs graag bij, dat meerijden verdraagt hij wel
Dat geloof ik nogal Monten, als ik kolen uitvoerde zat hij hier altijd naast
mij
Hij was hier gewoon niet weg te slaan, hij zat hij zo geweune rond te kijken
Ge ziet dat wel aan zijn tote he, kijk ne keer zo content dat beestje is
dolblij
Ja zei Monten echt zo content, ge zoe ter haast nen hond willen voren zijn
Piere schaterde het uit, begin weer niet he Monten, met al uw zotte grappen
Want als gij begint komt er geen eind aan en dan doet mijnen buik weer pijn
Inmiddels wandelde Boerke Dankaard in sneltempo zenuwachtig op zijn hof
Af en toe ging hij reikend op zijn tenen staan om dan over de haag te gluren
Als ze da paird maer brengen he, da zoe geestig zijn, jongens da waere tof
Dan stoof hij weer naar de stal, Sepi jong zei hij tegen zijn oude trouwe knol
Ge staat zo stilletjes te soezen zijt ge wat komen slapen in uwen stille stal
Ge krijgt er ne kameraad bij meiske, en dan staat het stalleke helemaal vol
En ge zijt azu nie meer alleene ge keunt tons wa babbelen in de pairdetael
Hij wist dat het larie was, maar zijn gebabbel schiep een band tussen hen
Ge keunt dan ne keer ui leven vertellen, maer pas op he niet teveel kabael
Zeg vent 'k vinne dat ze nui toch al lang hier zoe moeten geweest zijn hoor
Da blijft maer duren, 'k hae der misschien veel beter zelve omme geweest
Maar boerke moest nog wat wachten, ook al had hij het geduld er niet voor
Dan nog ne keer het houtkot inspecteren wat eigenlijk geen enkele zin had
Hij had geen hout nodig en weglopen deed het niet, hij verlei toch een blokje
Dan de konijnen eens bezien, er was niets mis mee, hij treuzelde maar wat
A de kiekens daar moest hij eens naartoe, al wist hij helemaal niet waarom
De eieren waren geraapt, ze hadden al eten gehad, wat kon hij daar doen
Allee zei hij tegen zichzelf, ik loop hier gelijk nen onnozelaar rond, hoe dom
Maer 'k gae nog maer ne keer kijken bij de zwijnen, ge keunt noeit weten
Da gedoe mee da paird, ge weet daardoor haast nie waer da ui hoofd staet
Ne mens he zuvele te doen, misschien he 'k ik 't een of 't ander vergeten
En boerke Dankaard croste opgewonden en ongedurig zijn hofstede rond
Zuchtend en blazend en over de haag loerend of ze al dan te zien waren
Ja dacht hij 't kan allemaele geen kwaed want buitenwandelen es gezond
'k Peize stillekens aan dat diene kerel mij wat op de mouwe heeft gespeld
Hij zal gezeid hen da es toch maer een stom boerke, dat die zijn plan trekt
Hij he zijnen hond were en hij trekt zich hier niets van aan zu es da gesteld
Hoe koeste 'k ik zu stom zijn, wie geeft ter nui een paird weg voor nen hond
Om zoiets te geloven moete ook azu nen stomme ezel zijn gelijk te 'k ikke
Als ter nog nen hond op mijn hof komt krijgt hij ne schop onder zijn kont
Mij lappen ze da niemeer azu een stomme streken, kijk mij hier nui staen
Gelijk een uitgeschudde kadde, 'k ben beschaemd over mijn dwaesheden
Ezel da' k benne, 'k wille gene hond meer zien al zoe de wereld vergaen
Kluis, Pere, Nolle, Florre en de Champetter, wandelden er pratend voorbij
En zagen dat er iets scheelde want het ventje reclameerde tegen zichzelf
Dag Dankaard riep Kluis, ge kijkt gij zo duister jong ge zijt precies niet blij
'k Zoe nie weten voor wadde zei boerke, 't slaet al tegen in mijn stom leven
'k He nen hond gevonden en 't kwam hier nen raeren taet wa zever vertellen
En ik geloofdige dat nog wel, hij ging er mij een zwaar paird voren te geven
De mannen moesten zich erg vermanen om het niet luidkeels uit te gieren
Was Monten er bij geweest hij zou zo in een daverende lach zijn geschoten
O ter nog ne keer enen komt ging Dankaard voort zal de hem zien zwieren
Want den hond es foetsie en ik he nog niets gezien 't was allemaele dei
Florre, Nolle en de Champetter moesten zich afwenden om niet te lachen
Misschien komt hij toch nog zei Kluis, wie weet, wie rijdt daar langs uw wei
Wiene wadde waere struikelde het ventje over zijn woorden laet mij kijken
En ze lieten hem gerust kijken want er stond niets of niemand in zijn weg
't Es een paird aan ne wagen, en daerachter zoe dat op een paird gelijken?
Ze komen dichter he ja ja vanachter ja ja geloof ik dat es een paird he Pere
Kijk ne keer goed, gij he betere ogen dan ikke, allee kijk toch ne keer goed
'k Gelove 'k ik dat ook boer, misschien keert diene gast algelijk nog were
Ze gebaarden van krommen haas en weldra was de voerman te herkennen
Dankaard hielt zijn hand boven zijn ogen om alles goed te onderscheiden
E 't es Piere en Monten riep 't ventje, o da voor mij es ga ik ze verwennen
Hij hield zijn hart vast van spanning, gaan ze nu stoppen of rijden ze voorbij
't Es gelijk ofdat ze gaen voorbij rijden he zeg, ze kijken zij gene keer
alhier
Da gaet te rap zei hij, die rijden alleszins voorbij, dat es zeker nie voor mij
Houw houw riep Piere stopt hier maar jonk Bella en rust gij nui maar wat uit
He gij ui werk goed gedaan he jonk want 't was al een poosje geleden he
Dankaard durfde niets vragen, zijn borst ging op en neer en hij ademde luid
Voila boer zei Piere 'k he da paard speciaal voor u naar hier moeten halen
't Es toch waar! Riep het ventje 't es toch waar, kijk ne keer Pere mijn Paird
Dankaard sprong letterlijk nen halve meter omhoog, en moet ik iets betalen
Geen rooie cent zei de Piere, mij is gevraagd dat te regelen zie uw paard
Het is vanaf nu uw rechtmatige eigendom he, het is geheel en gans van ui
Azu een beeste zei Dankaard azu een paird, mens da beest es geld waard
Azu ne kop zeg en een brede borste en dikke billen, mens wat een pracht
Hohoho bewonderde hij zijn paard, hohoho jongens jongens zie da ne keer
Een echte forse trekbeeste, 'k he da nog noeit gezien, mens wat een kracht
En dat es van mij, helemaal van mij, en liefdevol streelde hij over het dier
Ogenschijnlijk beviel dat het paard uitzonderlijk want het snoof heel zacht
En stootte vriendelijk met zijn kop tegen Dankaard en dat deed hem plezier
Kijk toch eens wat een brave beeste, 'k moe haast bleiten gelijk een kind
Oe zoede zelf zijn he, moeste in mijn plaetse zijn, en 'k he da zu hard nodig
Dankaard raakte niet uitgekeken of uitgepraat, wat was dat ventje blijgezind
Piere zijn hond ging voor Dankaard zitten en stak meteen zijn voorpootje uit
Och kijk toch ne keer vent zei Dankaard ik krijg een pootje van uwen hond
Hij schudde het pootje en zei, wat een lief hondje he wat een snoezige guit
Jongens, ik moet ook zo nen hond hebben he, ik zie da toch zo vree geren
Maer ui hondeke hiere es ook wel een speciael vriendelijke, zulle vent Piere
Ze waken nog ook, da helpt om snachts alle soorten onguur volk te weren
Geen slecht gedacht zei Piere want van azu een beestje hedde veel plezier
En 't zoe hier ook veel plaats hebben om op zijn tijd eens rond te koersen
Haja he azo'n groot hof zeg, helemaal voor hem allene 't he hier zijne zwier
't Es waer zei Dankaard, maer mag ik nui mee dat paird ne keer rondrijden
Hier op mijn hof, da moet een plezier zijn om mee azu een paird te werken
A natuurlijk zei Piere hier zie en hij liet de teugels in boerke' s hand
glijden
En Dankaard liep blij naast het paard en zweefde haast van pure hovaardij
Stillekes mijn beeste zij maer kalm en rustig jonk, ge moet ui nie forseren
Wa een paird mensen wa een paird, mijn paird mijn eigen paird zei hij blij
Hij reed drie keer rond zijn hof ho ho ho riep hij wat een pracht van een dier
En zo gewillig en volgzaam he, voor zo een groot sterk krachtig werkpaird
'k Zoe der ne hele dag keunnen mee rijden, mensen dat es een echt plezier
Piere reed intussen de wagen op het erf en riep, steek eens een handje toe
De mannen schoten meteen aan het werk, want er waren handen genoeg
Dankaard reed maar rondjes, vent! Riep hij lachend, da word ik noeit moe
Plots zag boerke de wagen op 't hof, en de mannen waren aan het sleuren
Ze staan daer zu gelijk te trekken dacht hij, daer moet iets aan de hand zijn
Verwonderd kwam hij naderbij kijken, hei zei hij wat es er aan het gebeuren
Awel zei Piere we laden wij uwen ploeg af vent we zijn nu toch just met veel
Dankaard begreep er echt niets van, want zijn ploeg was draadop versleten
Da es nog nen splinternieuwe en ook nie van mij of zie ik misschien scheel
Nee boer zei Piere ge ziet gij goed, dat komt ook van ginder da was daar bij
Een paard zonder ploeg vond die koopman flauw daarom gaf hij die ploeg
't Es toch geen waer zeker zei boerke, es dienen nieuwen ploeg voor mij
Zeker zei Piere, maar als ge hem niet wilt, dan brengen we hem weer terug
Nee da es nie nodig jongens, he gulder al werk genoeg laat hem maer af
Da es geen moeite hoor plaagde Piere. Nee zei boerke laad maar af, vlug
't Es juste gepast Piere want mijnen ouden ploeg es toch doodop versleten
A jamaar dat is wat anders zei Piere, dan laten we hem hier vaneigens he
Dankaard zucht opgelucht, natuurlijk vent 't es precies of hij he da geweten
Allee mensen, daerjuste waere 'k ik nog straetarm en zo ineens ben ik rijk
Ik zoe wel keunnen juichen gelijk een klein kind, ik voele mij zu gelukkig he
Ne splinternieuwe ploeg en een beresterk paird, ik voel mij ne konink gelijk
Da es mijn leven, mijn beesten, mijn erf, en achter de ploeg lopen op 't veld
Mee het zonneken in mijne nekke en de teugels van mijn paird in mijn hand
Da wille 'k nie missen voor niets ter wereld, da es onbetaalbaer mee geld
'k Gae mijn beeste stallen en gae maer al in huis ik komme tons ook subiet
De mannen deden zoals Dankaard van hen verwachte en gingen binnen
Boerke hield woord, hij haalde de fles en zei, zie da ge der nie nevens giet
't Werd een gezellige babbel, en Dankaard liep nog eens vlug naar de stal
Om zijn nieuw paard nog eens te bekijken en bemoedigend toe te spreken
Ken kanne 't nie laten zei hij, 'k wede zeker dat iedereen haar bekijken zal
Als de vrienden naar huis gingen waren ze bijna gelukkiger dan Dankaard
Ze liepen rond met een brede glimlach van het ene oor tot aan het andere
Florre jong zei Pere, diene schat doet goeie dienst, zijn leven is opgeklaard
Het gezicht van Florre straalde als de zon, 't was een goed idee he mensen
Heb je dat gezien, hij moest zich inhouden om niet te wenen van blijdschap
Da geloof ik zei Kluis, zo vervul je arme kluivers hun innigste diepe wensen
De dag nadien gingen Mantje en Toon samen het geroemde paard bekijken
Want ze zaten met gedachten in hun hoofd van de belofte over die konijnen
Boerke Dankaard was aan het roskammen, allee beter heel zacht strijken
A riep hij toen hij hen zag, wa peisde ervan gastjes es da geen prachtbeest
Mantje deed direct een stap achteruit, zoiets had hij nu echt niet verwacht
Mijne jongen zei Toon, azu een groot paard, vent dat zie ik voor het eerst
Zijde gij daar nie schui van boer vroeg Mantje, subiet tert het ui nog dood
Nie schui zijn vent Mantje, 'k he nog noeit zo een voorzichtig beest gehad
En vree leidzaam en 't es ook vree braaf beest dus Mantje jong geen nood
Subiet gae 'k ik daer mee ploegen ziede, maer nui eerst op naer het konijn
Want he allicht nie vergeten wat ik ulder belooft he, belofte maakt schuld
Bekijk ze maer ne keer goed en kies dewelke uw liefste keuze moge zijn
Echt vroeg Mantje, mogen van heel dienen hoop der zo zelf ene uitkiezen
Al die schone beestjes vent, ne mens zoe wel nie weten wat dat je wilt he
Absoluut zei boerke, maer als ge van deze pakt zal je geen geld verliezen
Hoedadde boerke vroeg Toon, zijn de die veel beter die andere misschien
Ze zien der zulder nochtans allemaal gezond uit, en toch es ter verschil
In zeker opzicht zei Dankaard, maer vanbuiten es da natuurlijk nie te zien
Dat zijn moedertjes in de toekomst, die zullen straks voor jongen zorgen
Daarvoor heb ik ze apart gestoken, die moeten in een kooi voor hen alléén
Ze zullen een nestje maken en daarin houden ze hun kleintjes verborgen
Tot ze vanzelf uit hun nestje kruipen, echt daer zal je plezier aan beleven
't Zijn goede en gezonde kweekdieren en konijnen die tegen wat keunnen
Aha zei Toon ja dat ken ik, wel van die soort moogt ge mij die witte geven
Ik ga der ook ene van nemen zei Mantje, die met die zwarte vlekken daar
Allee dan zei Dankaard pakt ze der uit, hier elk ne zak om ze in te steken
Maak er nui vlug een kotje voor en goed onthouden he steek ze niet tegaar
En zo trokken de jongens naar huis, zo fier als ..als...nou ja als ne gieter
Je weet wel he zeg zo' n ding om de bloemen en planten water te geven
Ne hele grote zulle, want je zou kunnen denken aan zo ne kleine petieter
Kijk ne keer Remon zei Toon toen hij thuis kwam, van Dankaard gekregen
Ik en Mantje elk één, ik ga daar natuurlijk mee kweken he, en Mantje ook
Ze gaat weldra jongen hebben, als het meezit misschien een stuk of negen
Sluit ze nu maar op in 't schuurke zei Remon, morgen bouwen we een hok
Dan kunt ge ze daar bewonderen zoveel als ge wilt, laat ze maar kweken
Dat 't maar rap morgen is zei Toon, weeg ne keer vent 't is een zware brok
Ja 't is een zwaar beest zei Remon en Nelly kwam er ook even aan wegen
Ze streelde zacht liefkozend over de glanzende witte vacht van het konijn
En in haar goedkeurende blikken was duidelijk ook wat tederheid gelegen
Even later was Toon weer bezig op zijn duivenkot en floot er duchtig op los
Want nu kon hij ook konijnen gaan kweken, en er af en toe eentje opeten
Hij komt met één konijntje zei Remon en straks zit hij er met een heel bos
Samen met zijn lieve Nelly lachten zij er om en keken elkaar tevreden aan
Vlug wisselden ze een zoet kusje en wandelden arm in arm over hun hof
Ze waren gelukkig met elkaar die mensen, content met hun mooie bestaan
't Leven kan raar lopen he zei Nelly, nog kort geleden zag het er donker uit
Plots sloeg alles over naar de goede kant, wie had dat ooit durven denken
Nu is alles weer zo mooi en lopen we hier rond met een zelfvoldane snuit
We zijn nu uit de zorgen en we hebben het zelfs nog nooit zo goed gehad
Zo een schoon en zeker werk en zo dicht bij de deur en een goed inkomen
Dat is waar zei Remon, maar mijn allergrootste geluk ben jij mijn lieve schat
Ze sloeg gelukkig haar armen om zijn nek en kuste hem liefdevol en teder
Dank je lieve Remon je maakt me toch zo blij, en nogmaals zoende ze hem
En Remon beantwoorde de diepe liefde van zijn beminde Nelly innig weder
Maar Toon kuiste en schrobde en veegde terwijl hij luid en heel vrolijk floot
Hij was zonder zorgen, jong en gezond en content met zijn eigen duivenkot
En keurde zijn duifjes, ge moogt er zeker van zijn dat hij daar van genoot
Boerke Dankaard! Die was aan het ploegen op 't veld met zijn nieuwe ploeg
Achter zijn prachtig beresterk paard, en bewonderd door boeren en buren
Het ventje genoot zaaalig van de belangstelling en die was er daar genoeg
Als een pauw liep hij te paraderen in de ploegsnede de vore van zijn land
Zijn paard en trots, trok die vore zonder moeite, de ploeg achter zich aan
Dankaard was dolgelukkig met de leidsels van zijn fors paard in zijn hand
Louis Victor