35. De dorpsidioot

03-12-2021

De dorpsidioot 
Manten de stomme, kuierde op zijn hele dooie gemak over het dorpsplein
Hij kon noch lezen noch schrijven, en hij leefde van wat kleine karweitjes
Men aanzag hem zo een beetje voor de dorpsgek, maar hij hield van gein
Hij was nu eenmaal niet van de slimsten, doch maakte zichzelf niet druk
Iemand moet toch den domsten zijn dacht hij bij zichzelf, ik of een ander
En als ik zo een stom smoel trek, krijg ik eerder iets, dat scheelt een stuk
Als kind was hij eens van de trap gevallen en lag een hele tijd in coma
Hij herstelde wel heel langzaam maar kon sedertdien niet meer spreken
Vader en moeder moesten echter gaan werken en hij groeide op bij oma
Die leerde hem met gebaren praten, al was het dan met veel gebreken
Oma was nu ook niet de geleerdste van het dorp al deed ze haar best
Dat het onvoldoende was om zich uit te drukken is meermaals gebleken
Maar 't was beter dan niets en Manten trok zich daarmee wel uit de slag
't Was dan soms ook dolkomisch hoe hij iets uit de doeken wilde doen
En hij deed er nog een schepje bovenop omdat loltappen in zijn aard lag
Hij maalde er in het minst niet om dat ze met hem lachten, hij lachte mee
Dan heb ik ook de helft van het plezier, zo dacht hij en 't leven is zo mooi
Hij was nu vijf en dertig jaar en tot nu wou geen meisje met hem in zee
Niet dat hij zich daar zorgen over maakte want zijn hart was al verpand
Aan een jeugdvriendinnetje die reeds jaren met een ander was getrouwd
Zijn liefde voor haar bleef echter heel diep voor altijd in zijn hart gebrand
Maar hij begreep haar wel hij was een stomme en zij was beeldschoon
Ze bleef altijd heel vriendelijk tegen hem hoor, maar trouwen, nee dat niet
Ze had iemand anders gekozen die beter paste in haar eigen patroon
Ieder heeft zijn eigen voorkeuren en rechten en liefde is toch heel speciaal
Een knappe stevige boerenzoon veroverde haar hart en trouwde met haar
Zelf uw geliefde kiezen is toch het gewoonste verlangen van ons allemaal
Maar ja, dat was nu al wat jaartjes geleden, en ze had nu twee kinderen
En haar geliefde boerenzoon, ontpopte zich tot een dronkaard en tiran
Manten leed daar geweldig onder maar kon dat helaas niet verhinderen
Want al had Eileen niet voor hem gekozen, toch wou hij haar gelukkig zien
Dat was geen geheim hoor, iedereen in het dorp wist dat hij van haar hield
Enkelen plaagden hem er wel eens mee, speelvogels, zo een stuk of tien
Maar eigenlijk was het meer uit vriendschap en wisten zo wat te zeggen
Want wat moesten ze nu tegen een stomme zeggen, zo meenden ze dan
En maakten zich er van af met een kwinkslag, hij kon het niet weerleggen
Maar ze waren hem niet vijandig gezind, een beetje raar vonden ze wel
Maar niemand zou hem kwaad mogen doen hoor, 't was een brave jongen
En dreef niet echt de spot met hem he, want dan had je al rap gemeen spel
Dan kwamen ze gezamenlijk voor hem op, 't was dan rap van, zwijgen daar!
Laat onze Manten met rust, domme kloefkapper, of moeten we wat helpen
Elk die in de buurt was sprong meteen bij, voor Manten spanden ze tegaar
En Manten wist dat, en verdroeg hun plagerijtjes, dan ook met veel plezier
Ja lachen kon hij wel, woorden vormen niet hoogstens een stotend ehu ehu
En toten trekken om ze te doen lachen en dat deden ze ge ziet dat van hier
Ja hij was zo een beetje de dorpsidioot, maar ze gaven wel eerlijk om hem
Nu liep Manten daar glimlachend aan te denken, terwijl hij op het plein liep
Ja ik heb hier echt veel vrienden dacht hij, en overtuigde zichzelf met klem
En ja, hij kon er best mee leven, als je toch niet veel van het leven verwacht
Hij leefde een beetje voor de dag van vandaag, zonder zorgen voor morgen
Zijn gezicht overtrok echter als hij aan de moeilijkheden van Eileen dacht
Zo' n lieve vrouw en nog zo mooi, waarom slaat haar man haar toch zo veel
Ik kan dat niet begrijpen he, hoe kon die man toch zo ne domme loeder zijn
Hij had haar verleden week nog zien huilen en dat snoerde nu nog zijn keel
Ik zou hem wel ne schop tegen zijn schenen kunnen geven dat lelijk kalf
De man was niet lelijk hoor, maar Manten was kwaad en dan zegt men dat
En dat hij hem een schop wou verkopen, nee nee dat meende hij maar half
Manten was veel te zachtaardig daarvoor, maar er onder lijden deed hij wel
Dat hij haar ne keer slaat als Monten het ziet, dan zal hij wat meemaken
Maar tegen die lieve weerloze vrouw kan hij tekeer gaan ja dan is hij wel fel
Zo was Manten in gedachten bezig, en Monten zag dat toevallig ook nooit
Maar ja Monten kon niet overal tegelijk zijn hij had immers zijn eigen leven
En hij kon ook altijd op wacht staan tegen dat Eileen op straat werd gegooid
Hohoo dacht hij met binnenpret, moest Monten dat eens zien he manneken
Maar vent toch, dan zoude mogen sputteren om weg te zijn, hij klopt u plat
Er verscheen een glimlach om zijn mond, plat als een koek in een panneken
Hei Manten klonk het plots, zin in een fris pintje bier, kom jong ik trakteer
Manten schrok uit zijn gedachten knikte lachend van ja en stak zijn hand op
't Was de Champetter, die van het gemeentehuis kwam in dat warme weer
Hoe is dat anders nog met u jong Manten, je was precies diep in gedachten
Manten stak zijn hand uit en kantelde het een paar keer naar links en rechts
Waarmee hij te kennen wou geven dat je er niet veel moest van verwachten
Hoe jong? Zit je met zorgen? Ik zie het eigenlijk een beetje aan uw gezicht
Manten maakte vlug een beschrijvend gebaar waarmee hij Eileen bedoelde
Elk kende dat gebaar, ja jong zei de Champetter, het valt mij ook niet licht
Ze heeft het daar niet schoon he jong, maar ik kan daar niet tussenkomen
Als zij geen klacht indient, hebben wij daar geen zaken, dat begrijpt ge wel
Anders hadden we die brutale kerel wel al eens onder handen genomen
Maar ja he ze beschermd hem nog, Eileen is veel te goed voor die ploert
Ik hoop voor hem dat Monten hem niet betrapt als hij zijn vrouw zo slaat
Want Monten zal zich niet inhouden, ik ben er zeker van dat hij hem vloert
Manten zijn ogen blonken bij die gedachte en knikte breed lachend van ja
De Champetter zweeg nipte even wat bier en keek Manten aandachtig aan
Maar hoe is dat nu met u jongen, trekt gij u dat eigenlijk allemaal niet te na
Manten zuchtte en lei met een treurig gezicht zijn beide handen op zijn hart
Ja 'k weet het jongen zei de champetter, dat ge nog zoveel om haar geeft
Ge kunt en wilt haar ook niet vergeten he jong, ge zijt ook een geval apart
Maar het zou voor u eigenlijk toch beter zijn als ge haar uit uw hoofd zet
Zij zou niet willen dat ge zo met haar inzit, ze ziet u liever blij en gelukkig
Eileen zou veel liever hebben dat ge van uw leven geniet, maak liever pret
Manten lachte treurig, en je zag aan zijn gezicht dat hij heel anders dacht
En hij wreef onhandig enkele tranen uit zijn ogen met de rug van zijn hand
De Champetter schrok ervan, zo 'n gevoelige jongen had hij niet verwacht
Ach kom jong Manten, ze is getrouwd, ge zult u daar moeten bovenstellen
Ze houd nog steeds veel van u als van een trouwe vriend, maar meer niet
Ge gaat uzelf nog kapot maken jong als ge uzelf daar zo blijft mee kwellen
Manten keek dromend voor zich uit, zuchtte eens diep en kwam tot rust
En om de Champetter gerust te stellen, lachte hij hem heel vriendelijk toe
De Champetter begreep dat hij haar niet vergat, hij wist dat heel bewust
Sukkelaar dacht hij bij zichzelf, afgewezen en toch altijd zo trouw gebleven
En hij wou geen kwaad woord over haar horen of hij liep zo meteen door
Hij bleef haar trouw zonder iets terug te vragen en dat voor heel zijn leven
De Champetter schudde meewarig het hoofd, wel Manten nog een pint
Manten twijfelde eerst nog maar wou de Champetter niet toch ontgoochelen
Ik heb nog juist tijd genoeg zei de Champetter voor de vergadering begint
Manten stootte zijn pint tegen die van de Champetter als een dankjewel
En de Champetter tingelde met zijn glas terug, op de gezondheid Manten
Dat deden ze hier zo in Stillegem, uit vriendschap 't was het gewone spel
Eileen was koortsachtig met het eten bezig, kom kinderen vlug aan tafel
Papa zal daar gaan zijn, en stil zitten zulle en schoon jullie bordje uiteten
Haar man kwam juist binnen en snauwde haar toe, ach hou toch je wafel
Maar Clovis ik heb toch niets miszegd, ik wil ze alleen maar manieren leren
Als ter hen hier iemand wat moet leren dan zal ik dat wel doen begrepen
Natuurlijk Clovis antwoordde ze zacht, ik wil het tegendeel niet beweren
Awel hou tons ui muile, mijne kop stae nie naer da gezaag, goe verstaen
Maar Clovis zei ze zacht, toch als 't u belieft niet waar de kinderen bij zijn
Wa kan mij da schelen, ik alleen bepaal hier hoe da het hier moet gaen
Natuurlijk natuurlijk Clovis, ik wil alleen maar zeggen de kinderen zijn er bij
De kinders de kinders snauwde hij, es dat al wa dat ge weet, stomme koe
Gij wildige toch absoluut die kinders he, awel daer he ze nui, zijde nui blij
Zeker ventje heel blij, we houden toch dolveel van hen, zie toch hoe lief
Zwijg mee dienen dei Leen, ge moe nie peizen om mij daer mee te paaien
On ze maer uit mijne weg blijven, die zijn hier alleen maer voor ui gerief
Ik he daer noeit achter gevraagd, maer ja gij moest er persé hen newaer
Maer ik meuge daer mijn voeten voor afdraaien he, da peisde niet zekere
Ik werk toch ook voor onze kinderen Clovis, we doen wij dat toch tegaer
Gij! Bulderde hij, gij! Es da wairken dadde gij doet, een beetje eten koken
Ne keer 't huis uit vagen en ne keer een wastje slaen, es da ook wairken
Mee de kientjes spelen de reste van den dag ja, en ze tegen mij opstoken
Dat zijn leugens Clovis, dat verdien ik niet, ge weet dat we van u houden
Maar gij zijt veranderd, en gij stoot ons af, wat ik ook doe om u te behagen
Je bent steeds in mijn hart geweest zelfs reeds lang voor dat we trouwden
'k Moe dienen dei nie weten, en daerbij 'k wille ui nie meer horen verstaen
Want ge begint de laetsten tijd altijd maer meer ui muile te roeren newaer
Eileen wou nog wat zeggen, maar hij tierde moet ik ui bakkes toeslaen
En de daad bij het woord voegend gaf hij haar een paar ferme oorvijgen
Eileen verweerde zich niet, ze zakte op haar knieën en begon te wenen
Zwijgen tierde de man buiten zichzelf, of wilde der misschien nog krijgen
De kinderen keken naar hun moeder en begonnen nu ook luid te huilen
Mamaa mamaa, o mamaatje toch, ze liepen op haar toe en kusten haar
En kropen dan dicht tegen haar aan alsof ze bij haar wilden gaan schuilen
A gunter ziede schreeuwde de woesteling, ulder eten opeten hup vooruit
De jongen kreeg een oorvijg en het meisje trok hij weg bij de lange haren
De kinderen tierden van schrik, paatje sla niet meer, schei als 't u belieft uit
Nu veerde Eileen als een tijgerin recht en vloog wit van woede op hem af
Ze greep hem van achteren bij de kraag en trok hem met een ruik omver
De man had echt zoiets niet verwacht en plofte zwaar neer als een zak kaf
Eileen torende hoog boven hem, sla hen nog éénmaal en ik maak je kapot
Ikzelf heb alles van u verdragen, vernederingen en meer slaag dan eten
Maar van hen blijf je af, of je zal niet lang leven, dat beloof ik u gij lelijke zot
Ik wil alles van jou verdragen, maar pas op Clovis, blijf van onze kinderen
Woedend stond ze hem zo met dreigende arm en wijsvinger aan te wijzen
Nog één keer ik meen het Clovis, dan zal ik het je voor altijd verhinderen
Clovis kon zijn eigen ogen niet geloven, 't was dezelfde Eileen niet meer
Zo 'n wilde furie, wie had gedacht dat dit achter dat tengere vrouwtje school
Afblijven Clovis zei ze nog eens nadrukkelijk, doe dat geen tweede keer
Toen trad ze achteruit en werd weer de Eileen van vroeger, stil en zacht
Wadde schreeuwde Clovis die nu weer bekomen was, gij stoute brokke
Mij azu maer averre stampen! In opstand komen! He het al verre gebracht
'k Zal ui ne keer leren wie hier den baes es, en sloeg vlak in haar gezicht
En dan nog langs weerzijden wat kletsen tegen haar hoofd dat ze duizelde
Maar de blik in haar ogen was onverschrokken en dat vergeet hij niet licht
Ze schokte van links naar rechts onder de slagen maar weende niet meer
Telkens weer herstelde ze zich en keek hem recht in de ogen, uitdagend!
Al bonsde haar hoofd onder zijn geweld, ze week niet achteruit deze keer
Toen stormde hij naar de kinderen toe en hief dreigend zijn hand omhoog
Met de hoek van zijn oog zag hij Eileen het broodmes stevig vastnemen
En hij hield zich in, laat dat mes los siste hij en meed haar toch in een boog
Leg dat neer zei hij of ik sla een stoel op uw kop, he je da goe begrepen
Ik moet toch boterhammen snijden, zei Eileen kalm, wat bezielt u weer
Pas op he gij rosse dreigde Clovis of ik draai je nog eens wat ferme nepen
Tegen mij kunt ge toch niet op hoor zelfs niet met dat mes wa peisde wel
Ik breek je armen en benen voordat je mij aangeraakt hebt stomme trudde
Mee azu een meske moede tegen mij nie beginnen, ge zit zo in de knel
Dat weet ik wel zei ze kalm, en dat is nu ook niet nodig, maar als het moet!
Vind ik er wel iets op, om u terug te betalen als ge de kinderen molesteert
Ik kan u treffen als het me past, zelfs als gij stomdronken uw slaapje doet
't Is natuurlijk maar zever dat ik vertel, maar zulke dingen zijn toch mogelijk
Es dat misschien een bedreiging brieste hij, prent ui maer niets in uinen kop
Ok ui nog oeit zoiets hore zeggen meiske sleure 'k ui ne keer deur het slijk
Vooruit gulder schreeuwde hij tot de kinderen naer ulder bedde en subiet
De kinderen stormden huilend hun slaapkamer in en trokken de deur toe
En ze komen der niemeer uit voor morgen he mutte, vergeet het maer niet
Gelijk dat je wilt meneer de baron, zei ze koelbloedig, uw woord is hier wet
Odde da maer weet riep hij, en spot maer niet te vele of ge krijgt er nog wa
Het kan mij niet meer schelen vent, nu heb je de grendel op mijn hart gezet
Voor u is mijn hart dood, op die hulpeloze kinderen slaan zo zonder reden
Dat doet de deur dicht, dat je mij zonder reden slaat en haat dat ging nog
Want ik heb je altijd liefgehad en ben je trouw gebleven zelfs tot op heden
Maer nu sluit ik je uit mijn hart en ik zal je dat nooit of te nimmer vergeven
Dat je wraak neemt op onze kinderen omdat je mij zonder enige reden haat
Je hebt het verknald bij mij baron Clovis, en dat voor de rest van mijn leven
Wa kan mij da schelen bulderde hij en 't moet gedaen zijn dat gebaron, nu!
En ik wille da woord hier noeit nie meer horen, hedde gij da goe verstaan
Noeit meer begrepen of 't zoe wel ne keer slecht keunnen aflopen mee u
Of wat lachte ze schamper, ga je mij nog meer slaan, sla me maar dood
Het zal voor mij een verlossing zijn, maar gij gaat dan voorgoed de bak in
En als je er nog ooit uitkomt, ziet niemand u nog staan en beland in de goot
't Zou daer misschien nog beter zijn dan hier bulderde hij en liep naar buiten
En hij dacht ik moet haar in de gaten houden, ze is niet meer te vertrouwen
Zie dat ze mij eens keelt terwijl ik slaap, en de schrik sloeg hem in de kuiten
Ja Clovis werd bang van zijn vroeger zo zachte vrouw, 't ja wat nu gedaan?
Die heks kan ik geen ogenblik meer vertrouwen, ik ga wat pinten pakken
En hij trok op Café, niet naar Den Bok want daer zou hij voor niets staan
Zo ne flauwe waard morde Clovis als je wat vrolijk wordt krijg je geen bier
Met die ne zever van 't es hier een vriendencafé en geen dronkemanshuis
Hier komt men alleen voor de gezelligheid de lol en voor wat nuchter plezier
Neen Clovis trok met de ponte naar de overkant, daar vond hij zijn gading
Daar kon hij zuipen tot hij er bij viel en zich dan naar huis moest slepen
Daar vierde hij zijn bier luiten bot, zonder remming hij kreeg de volle lading
Eileen bekeek haar gezicht in de gebroken spiegel, weer een blauw oog
Een gekloven onderlip haar gezicht gezwollen en haar oren helemaal rood
Ze bette zachtjes het bloed weg, en wreef voorzichtig haar gezicht droog
Hoe is dat toch zo ver kunnen komen dacht ze, het ging redelijk goed
Hij sloeg haar af en toe wel, maar dat ging gewoonlijk toch weer over
Maar nu loopt het de spuigaten uit, werkelijk ik verlies volslagen de moed
Het begon allemaal zo 'n twee jaar geleden, dat hij dronken thuis kwam
En het werd een gewoonte, erger nog, hij kon niet meer zonder alcohol
Als ze er maar wat over durfde zeggen, schoot hij direct in vuur en vlam
Dan vielen er klappen, en ook dat werd een gewoonte, het werd een hel
Maar ze zag hem zo graag, hij zal wel tot bezinning komen, wacht maar af
Ze verdroeg haar leed en pijn en uit schaamte hing ze het niet aan de bel
Maar nu was het wel genoeg geweest, mijn kinderen daar komt hij niet aan
Die arme kleine schaapjes, wat hebben die hem toch ooit in de weg gelegd
Daar blijft hij af, Ik laat hen niet mishandelen zoals hij met mij heeft gedaan
Toen haastte ze zich vlug naar de slaapkamer om de kinderen te troosten
Ze vlogen in moeders armen en weenden bitter, bang voor hun eigen vader
Ach zei ze stil tegen zichzelf, dat hij met die ander vertrekt naar het oosten
Flip de ketellapper had per ongewild toeval het hele gebeuren meegemaakt
Hij kwam juist aan de deur toen het spektakel begon, en hij trok zich terug
Door de spleet tussen de deur en muur, zag hij wat hem diep had geraakt
Die ellendige schurk sprak hij woedend tegen zijn eigen, gij lelijken ezel
Zo 'n goede vrouw zo onbarmhartig slaan, en dan ook nog die kinderen
En ik stond daar maar te kijken en deed niets ik was zo bang als een wezel
Maar ja wat kon ik, azo ne grove vent, en ik ben maar een klein pummeltje
Was ik daar tussenbeide gekomen, hij at mij gewoon op met haar en huid
't Is niet voor niets dat de men lacht, hé verdrink niet in uw ketel, hummeltje
Het is maar om te lachen en ze trakteren mij dan wel, maar het zegt veel
En zeker dat ik niet tegen die zotte woeste ongelikte beer opgewassen was
Had ik niet stil gemaakt dat ik daar wegkwam, greep hij mij vast bij de keel
Maar ik ga mijn verhaal eens gaan doen tegen Monten, die is niet zo bang
Die kan hem eens aanmanen om in het vervolg, zijn verstand te gebruiken
Dat spelletje moet nu eens en voorgoed ophouden, dat duurt al veel te lang
Maar eerst een pintje in Den Bok pufte de kleine ketellapper, azo 'n weer
Hij slofte het plein over, en riep al van ver, Amedee een fris Bokske toe vlug
Ik verdorst haast jong, hoe kan het anders met die hete zon op mij peer
Het biertje gleed er in ééns half in en bij een tweede poging lukte het wel
Ha Champetter en Manten, ook den dorst aan het lessen, 't is warm he zeg
Maar bij Eileen thuis was het nog warmer, jongens 't was daar groot spel
Clovis was Eileen duchtig aan het afrossen, zelfs de kinderen kregen klop
Ik zag het toevallig gebeuren en maakte mij daar halsoverkop uit de voeten
Was ik wat groter geweest Champetter, 'k sloeg hem mijn ketel op zijn kop
Jamaar pas op he ketellapper ge zout gij hem daarmee nog de kop inslaan
Awel dat zou wel besteed zijn, dat is geen mens maar een gemeen beest
Dat is en echtelijke ruzie ketellapper, maar 'k zal toevallig eens langs gaan
Want als zij geen klacht neerlegt, kunnen wij daar zomaar niet binnenvallen
En kindermishandeling dan! Zei Flip, hij sloeg die kinderen zonder reden
Flip jong als wij telkens als een kind een oorvijg krijgt ergens binnenknallen
Wordt dat een heksenjacht he jong dat gaat zomaar niet zonder aanklacht
En 't is den eerste keer dat ik hoor dat die kinderen daar een klap kregen
Dat hij haar soms aanpakt weet ik maar die kinderen! Had ik niet verwacht
Manten zat er heel wittekens bij, en zat wanhopig de handen te wringen
Wat scheelt er jong Manten vroeg Flip, ge zit daar precies zo ineengedoken
Och zwijg Flip die jongen is te zachthartig en kan niet tegen zulke dingen
Manten stond op en liep het lokaal uit zonder nog naar iemand om te kijken
Haastig volgde hij instinctief de weg richting Monten tegen beter weten in
Maar of Monten iets aan die zaak zou kunnen doen, dat zou moeten blijken
Met het zweet op zijn gezicht en diep zuchtend kwam hij bij Monten toe
Awel jong Manten riep Monten hem toe, zo haastig ge zweet gelijk nen das
Ahu, ahu, bracht Manten er met grote moeite uit, hij was echt doodmoe
Met veel gebaren en armzwaaiend trachtte hij het gebeuren te verklaren
Kalm jong kalm zei Monten, is er iets ergs? Ge zijt helemaal opgewonden
Begin eens van voren af aan jong, maar ge moet eerst een beetje bedaren
Flip de ketellapper kwam echter ook juist zijn beklacht tegen Monten doen
Ach ge zijt hier al riep hij tegen Manten, we vroegen ons af waar je was
Wat is er aan de hand vroeg Monten, die jongen geeft nogal van katoen
't Is net of de wereld vergaat, als hij zo op gewonden is begrijp ik hem niet
Ik weet wat hij u wil vertellen Monten ik kom daar trouwens ook net voor
't Zal waarschijnlijk over Eileen gaan zeker zei Monten, hij heeft verdriet
Dat heb je goed geraden zei Flip ik kwam een half uur geleden er vandaan
Ik stond daar plotseling voor een echtelijk drama, ik schrok me een bult
Clovis den ezel met zijn zatte pulle liet zich nog maar eens duchtig gaan
Hij sloeg haar recht in het gezicht en dan langs weerzijden op haar kop
Ze weende en zakte op haar knieën en toen kregen de kinderen klappen
Wadde! Riep Monten, die smeerlap! Die arme kinderen krijgen ook klop
Nu is het genoeg geweest he, ik ga hem eens een bolwassing gaan geven
Da manneken peist dat zijn vrouw en kinderen dienen om op te kloppen
Wel ik zal hem ne keer iets geven zie, dat hij zal onthouden heel zijn leven
Hij is niet thuis jong zei Flip, hij is alweer op zijn lappen, ge weet wel waar
Ja dat weet ik zei Monten en ik ga hem daar opzoeken, dat past nog goed
En als het moet of als hij een groten mond zet neem ik hem in de schaar
Manten 's gezicht blonk van vreugde en deed teken dat hij mee wilde gaan
Nee nee Manten dat kan niet, want als hij u later tegenkomt vermoord hij u
Dat klopt jong Manten zei Flip, daarom ben ik ginder ook niet blijven staan
't Is een echte bruut en gij zijt veel te zachtaardig, Monten trekt wel zijn plan
Jamaer zei Monten ik schik hem niet te vermoorden zulle, ik verwittig hem
Dat als da nog ne keer voorvalt hij zich aan een rammeling verwachten kan
Jaja ik ken die verwittigingen van u Monten, soms vallen er wel klappen
E jamaer! Zei Monten als ze nog een grote muil zetten ook, dan kan dat he
Er zijn soms van die heetgebakerde jongens, en die verdienen wat flappen
Ik heb de Champetter verwittigd zei Flip, maar ja die houd zich aan de wet
Ik ben de Champetter niet zei Monten, ik vind dat het genoeg is geweest
En dat ga ik Clovis duidelijk maken, ik heb hem al eens op zijn plaats gezet
Maar blijkbaar is hij dat vergeten een paar flinke lappen helpen misschien
Zie je wel lachte Flip, die verwittigingen van u komen soms nogal fors aan
Ik zei misschien he ketellapper, ik kan dat toch niet op voorhand voorzien
Als hij zich verstandig gedraagt dan zal dat bij een verwittiging blijven hoor
Ik gebruik niet graag geweld, maar als ze met mijn voeten proberen spelen
't Ja dan vragen ze daarom, dan krijgen ze wel eens een lap tegen hun oor
Manten knikte enthousiast van ja en sloeg als model flinke gaten in de lucht
Nee nee Manten jong, ik mag niet te geweldig zijn zulle, alleen verwittigen
Manten protesteerde en uitte zijn ongenoegen met woorden zonder gerucht
Ik denk zei Flip als hij nu kon spreken, dat we nu nogal wat zouden horen
Een hoop verwijten aan het adres van Clovis, daar ben ik haast zeker van
Maar zeg Monten is hij altijd zo geweest, ik bedoel is hij, allee stom geboren
Nee zei Monten, 't was een babbelkousje als klein kind, het was een ongeluk
Voor hij naar school zou gaan is hij van de trap gevallenen en was verloren
Ge kunt denken wat een drama da was voor da manneke, zijn leven was stuk
Hij heeft sedertdien geen woord meer geuit, zo werd hij onze dorpsfiguur
En hij hangt opzettelijk zo wat de onnozelaar uit om de mensen te plezieren
Hij vindt er bovendien zelf nog het meeste plezier in, en 't is een beste buur
Maer nui ga ik eerst een eitje pellen met Clovis, ik denk dat hij mij verwacht
Ofwel denkt hij dat ik nog van niets weet, hij loopt toch om als hij mij ziet
We zijn wel al eens in aanvaring met elkaar gekomen, hij kent mijn gedacht
Monten was op 't moment bezig met prikkeldraad rond zijn wei te spannen
Da lelijk kieken ik zoe hem azo wa wafels keunnen geven, maar ja newaar
Ik gae eerst proberen zonder kloppen zijn zotheid uit zijn leven te bannen
'k Moe mij inhouden he of 'k doe hier zo een eind van die stekkerdraad mee
Voor wat is dat goed? Vroeg Flip, allee wat moet je daar nu mee aanvangen
Om rond zijnen blote nek te draaien, dan voelt hij tenminste ook eens wee
Nee nee maakte Manten heftig duidelijk, een paar ferme klappen is genoeg
De anderen moesten er om lachen, 't was maar een grap hoor zei Monten
Allee mannen ik ga dat varkentje eens gaan wassen, ginder in dienen kroeg
Hij ging zijn fiets halen en reed meteen richting ponte, met grimmig gezicht
Dienen ezel praatte hij tegen zichzelf, zo 'n goede vrouw en lieve kinderen
En dat zij dat verdraagt, al die miserie, en ze heeft altijd voor hem gezwicht
Anderen waren er al lang vandoor gegaan, mee zo ne vent is da geen leven
Ze hoopte altijd nog dat hij zijn leven zou beteren, maar het wordt nog erger
Maar wacht tot ik hem zie ik ga dat kereltje eens ne keer goed zijn vet geven
Monten was helemaal niet van plan om Clovis zo een rammeling te draaien
Maar hem eens goed uit te kafferen, en hem ne keer de waarheid te zeggen
Maar ja Clovis mocht dan natuurlijk ook niet te hoog van zijnen toren kraaien
En Clovis wist dat heel goed, en toevallig zag hij Monten nu juist aankomen
De schrik sloeg hem in de benen want die kon hij op dit moment best missen
Hem zo plotseling ne keer tegenkomen was een van zijn kwaadste dromen
Monten! Riep hij plots, en dook achter den toog, toe stuur hem ergens heen
Hij mag mij niet te pakken krijgen, of hij breekt nog al de botten in mijn lijf
Dag madam zei Monten in 't binnenkomen, ge zijt hier precies gans alleen
Ach, ja meneer zei de waardin, der zijn soms van die kalme dagen newaar
Mag ik vragen waar Clovis heen is vroeg Monten, ik zag hem hier daarjuist
Een pintje? Vroeg de waardin zijn vraag ontwijkend, breng ik het bij u daar?
Madam zei Monten stroef, ik hou niet van foefjes, waar is Clovis nu naartoe
Ik heb een eitje met dat varken te pellen, en ik ben niet in goede stemming
Clovis? Stelde ze zijn vraag na, wacht ik vergeet ook alles ik voel mij moe
Zo! Zei Monten nadrukkelijk, ik zal maar beginnen met uwen Café te slopen
Gaandeweg zal het u misschien invallen of ik vind hem wel ergens tussen
Stop stop riep de vrouw, ben je gek, ik heb geen geld om nieuw te kopen
Wel! Vroeg Monten, waar is hij naartoe, ik hoorde daar gelijk een gerucht
Nee nee zei de waardin gij hebt u getrompeerd, Clovis heeft u zien komen
Ik mocht niets zeggen van hem maar hij is zo meteen de kelder in gevlucht
Is dat daar de kelder vroeg Monten, wijzend op een deur naast den toog
De vrouw knikte ietwat onzeker, hij was bang, ik moest u hier wegzenden
Monten keek de vrouw heel doordringend aan en zag meteen dat ze loog
Toch opende hij de deur en trad benieuwd het halletje van de kelder binnen
Awel riep hij naar beneden, kom maar naar boven Clovis, ik wil je spreken
Allee kom hier en onmiddellijk, ge moet nu met geen rare streken beginnen
Jamaar zei de waardin ge zult hem moeten gaan halen, want hij is nu bang
Als 't maar dat is zei Monten en daalde meteen de trap af, vooruit Clovis
Allee Clovis herhaalde hij, waar verstopt ge u kerel, duurt dat daar nog lang
De waardin sloeg de deur toe en schoof de twee grendels er onmiddellijk op
Vooruit riep ze tegen Clovis die zich nog steeds achter den toog verschool
Maak dat je weg komt tegen dat ik er hem weer uitlaat, of je krijgt op je kop
Alhoewel Clovis een ferm stuk in zijn kraag had was hij al vlug verdwenen
Die deur zal hem niet tegenhouden riep hij nog, ik moet mij wel haasten
Hij stapte waggelend op Monten zijn fiets, met schrik in zijn slappe benen
En zigzaggend ging hij er vandoor, de weg volgend naar zijn eigen huis
Maar onderweg bedacht hij, Monten zal achterkomen, ik verstop mij ergens
Want als hij me vindt zeker nadat ik zijn fiets nam, dan zit het nog niet pluis
Nu was Manten op zijn gemak Monten achterna gekomen, om te kijken
Hij zag Clovis op Monten zijn fiets over en weer waggelen en stopte hem af
Hij rukte aan de fiets, maar dat dit geen goed idee was zou weldra blijken
Clovis viel eerst op de grond, maar krabbelde woedend overeind, stomkop!
Ik zal ui ne keer leren ui mee ui eigen zaken te bemoeien, gij halve gaeren
Met geweld en beide vuisten sloeg hij op Manten in, op zijn lijf en zijn kop
Manten wankelde achteruit en hield zijn hand aan zijn erg bloedende neus
Clovis liet de fiets voor wat hij was en vluchtte zo goed hij kon te voet weg
Hij was zelf een brutus maar hij had een heilige schrik die woedende reus
Madam riep Monten boos van in de kelder, doe onmiddellijk die deur open
Ge kunt die deur niet inbeuken zei ze, ze gaat naar u toe open, wees kalm
En hier zitten grendels op, ik doe open als ge belooft Clovis te laten lopen
Ach zo zei Monten, ik vraag het u nog één keer, wilt ge die deur openmaken
Nee zei vastbesloten, alleen als ge vriendelijk belooft in vrede weg te gaan
Madam zei Monten, ik waarschuw ui, mijn geduld begint wel op te geraken
Zult ge braaf zijn riep de waardin terug, anders komt ge er nog lang niet uit
Tegen dan is Clovis toch al weg, en daarbij hij is er met uwe velo vandoor
Wadde! Riep Monten, ga maar achteruit of ge krijgt de deur tegen uw snuit
Hahaha, lachte de waardin en wie gaat ge daarvoor meebrengen zo 'n deur
Kraaak! ging dat, en de deur vloog met kassement en al, midden het Café
Daar stond Monten vlak voor haar, en de waardin verschoot gans van kleur
Jama jamaar, hakkelde ze ik meende da zo niet zulle, 't was maar een spel
Ge gaat mij toch nie slaan he, dat doe je niet he, ik ben maar een vrouw
't Is goed voor ene keer zei Monten bars, uit mijnen weg en een beetje snel
En geen klacht indienen voor die deur he, of ge gaat eens wat meemaken
Ge moest mij maar nie opgesloten hebben, weet ge dat dit zeer strafbaar is
Anders dien ikzelf klacht in, zo zout ge zelf nog in den bak kunnen geraken
Nee nee, zeker niet haastte de waardin te zeggen, 't was mijn eigen schuld
Maar ga nu maar vlug weg meneer, ga nu maar vlug Clovis gaan zoeken
Ga nu toch vlug weg meneer want ik ben bang want je hebt niet veel geduld
A ge weet het zei Monten nog stuur en zette in looppas de achtervolging in
Ach zei hij na enkele passen, 't is zinloos ik kan hem nu toch nooit inhalen
Hoedat hij nog het verstand had om mijne velo te pakken, dienen lelijke pin
Maer da ventje gaat wat te horen krijgen, als ik hem tenminste kan vinden
En dat zal wellicht moeilijk gaan want nu is hij verwittigd en verstopt zich
Maar kom hij zal het wel begrepen hebben, misschien zal hij wat inbinden
En Eileen en de kinderen niet meer slaan, ik kan hem niet blijven zoeken
Maar mijnen velo moet ik terughebben al moest ik zijn kot gans afbreken
En ik vrees dat de vrede in zijn huis niet erg veel vooruitgang zal boeken
Ik word van langsom kwader he ik sla dat kereltje nog ne keer half lam
Als hij moeilijkheden zoekt awel hij kan ze krijgen, azo mijne velo stelen
Dan kreeg hij Manten in het oog die hem te voet met zijn fiets tegenkwam
Wat es dadde Manten hoe komde gij aan mijne velo en uwen neus bloed
Wat es ter gebeurd jong, he Clovis ui misschien ginder omverre gereden
Ge ziet ter anders nogal bleek uit zulle voelde gij ui eigenlijk wel heel goed
Manten schudde het hoofd en legde met handen en voeten de zaak uiteen
Het duurde een tijdje eer dat Monten alles begrepen had met al die gebaren
Manten deed zijn best met uit te leggen, maar nu is Clovis al lang heen
A dienen smeerlap! Gromde Monten, ge zoe da toch wa schoppen geven
Nui moet ik hem zeker nie verder gaan zoeken want die ligt zelf op de loer
En van als ik mij laat zien gaat hij er vandoor, die lelijke zatte scheve zeven
Kom Manten jong, we gaan uw gezicht gaan afwassen, kom op naar Kluis
Ze staken de vaart over met de pont, en wandelden langs den dijk verder
Wel zei Kluis toen hij hen in het oog kreeg, komde gij zo bebloed van thuis
Ba nie vent zei Monten, Clovis heeft Manten zo gearrangeerd den bandiet
Maar als ik hem eens tegenkom he zei Monten dan krijgt hij een sermoen
Hoe vroeg Kluis, viel hij hem zomaar aan zonder reden, zomaar voor niet
Ik stampte de deur in en hij was met mijn fiets weg, en nu heb ik hem terug
How how Monten vent, niet alles door elkaar begin eens bij het begin jong
Ge wilt teveel vertellen in te korte tijd ik snap er niets van, dat gaat te vlug
Monten schraapte zijn keel en begon opnieuw, maar nu wel op zijn gemak
Jong Monten pas toch een beetje op ge steekt uw hooft in een wespennest
Dat zijn familiezaken en gij hebt daar niets mee te zien, maar 't is ne zak
Dat wel, maar gij hebt het recht niet daartussen te komen, dat is hun zaak
Zelfs de politie zal niet tussenkomen, als zij geen klacht indient, dat is zo
Moest hij de kinderen meermaals slaan, dan doen ze natuurlijk hun taak
Of als de buren klacht indienen dat hij zijn vrouw mishandelt wellicht ook
Maar dat is tot nu toe niet gebeurd, en zij heeft hem nog altijd beschermd
Hoe is dat toch mogelijk zei Monten, zoiets brengt mijn bloed aan de kook
Moet hij haar eerst doodslaan voor zij iets doen, zij is werkelijk in gevaar
Tja Monten zij moeten hun optreden kunnen verantwoorden, met bewijzen
Dat gaat zomaar niet zulle vent, 't is frustrerend! De wet zit raar in elkaar
Wel! Zei Monten, mijnen wet zegt dat dit niet kan blijven duren, wet of niet
Als hij zo blijft handelen met zijn gezin dan ram ik dienen kerel in mekaar
'k Zal hem eens mee zijnen zatte kop goe onderdompelen tussen het riet
Dan zullen ze reden hebben om die zaak te onderzoeken, ik blijf niet kijken
Ze moeten mij dan maar in den bak steken in plaats van dat halfgare varken
Hij moet daar mee ophouden of ik zal hem eens tegen de haren instrijken
Kluis maakte zich nu niet alleen maar zorgen om Manten zijn bloedneus
En om Eileen en haar kinderen, maar een onbehaaglijk gevoel overviel hem
Uit zorg voor zijn goede vriend Monten, de rechtvaardige goedmoedige reus
Die brengt zichzelf nog in nesten dacht hij, omdat hij geen onrecht verdraagt
En iedereen loopt ook altijd naar hem, als er zulke moeilijkheden opdagen
Dan voelt hij zich ook moreel verplicht, gewoon omdat men dat hem vraagt
Ik zal de Champetter er eens over spreken dacht hij, die vertrouwt hij echt
Zijn raad zal hij wel aanvaarden, omdat hij weet op hem te kunnen rekenen
Zijn vriend de Champetter waardeert hij omdat hij ook doet naar wat hij zegt
Zo! Manten jong je neus is niet gebroken, ontsmet en 't bloed afgewassen
Je gezicht is wel wat gezwollen maar dat komt rap goed, betten met kruiden
Vanavond voor het slapengaan, het goede resultaat zal je echt verrassen
Manten knikte blij en content, en schudde Kluis direct eens stevig de hand
't Is graag gedaan jong zei Kluis, en moest er nog iets zijn dan kom dan af
Ik hou het ook wel in de gaten zei Monten, zie maar hij is al weer plezant
Manten stond scheve smoelen te trekken om te tonen dat het niet erg was
En Monten en Kluis moesten er om lachen, zoveel te beter jong zei Kluis
Deze kruiden in een liter lauw water, niet vergeten! Dat komt goed van pas
Eileen was rustig een knoop aan het hemd van haar zoontje aan 't naaien
Toen Clovis als een woesteling het huis binnenstormde, gij smerige rosse
Monten achter mij aan sturen he, 'k zal u ne keer wat ferme peren draaien
En meteen regende het slagen op de onschuldige vrouw haar lijf en kop
Gij serpent! Maar da pakt niet bij mij zulle, daar ziedde en daar wat lappen
Hij schopte en sloeg haar onbarmhartig, maar ze zei geen enkele maal stop
Haar hart was kout als staal geworden voor hem, en dat maakte haar sterk
Toen hij de onverschillige reactie zag stopte hij, en keek haar verbaast aan
Ze draaide zich om zette zich neer en hervatte zonder een woord haar werk
Dat maakte hem nog driester en hij riep tegen de kinderen kom subiet hier
De bange kinderen kwamen hun kamer uit, niet slaan als 't u belieft papa
Maar de ziedende dronkaard hoorde dat niet en gaf de jongen een zwier
Eileen reageerde als een wilde furie, deze keer laat ik je niet meer begaan
Zonder nadenken greep ze wat ze vast kreeg om de kinderen te verdedigen
Het was haar teveel, ze kon haar onschuldige kinderen niet meer laten slaan
Met de schaar als wapen, vloog ze op hem af, en stak zo in het wilde toe
Hij kon haar nog net wat afweren maar de schaar drong diep in zijn arm
Clovis was meteen bedaard, en stopte en hij voelde zich verschrikkelijk moe
Hij wankelde zonder nog een woord naar buiten, met zijn hand aan de wond
Da he 'k nie verwacht van heur, mompelde hij verbaast in zichzelf, echt!
Maar wacht meiske, nui worre 'k ik nog maar kwaad, en dat es nie gezond
Vooral nie voor ui want da gae je bekopen, ik maak ui nog ne keer kapot
Toen strompelde hij naar Dokter Pruike, om zijn wond te laten verzorgen
Zie ne keer zei hij wat mijn wijf gedaan he, die wordt dement, da wijf es zot
Wie zoe der nie zot worden mee azu ne vent, keef Pruike zonder omwegen
De meeste waren der al lang vandeure gegaan, mee azu nen dronkaard
Ge slaat en bedriegt haar al jaren, en dan verwachte ook nog hare zegen
Ja 'k hoor het al, ge zijt ook al tegen mij, maar ik doe juste wa da 'k ik wil
Dat es ook van ui te verwachten zei Pruike, o je maar zoveel verstand he
En ge moet azu niet zitten trekken mee uinen arm, zit nui toch ne keer stil
Ik ga de Champetter wel op de hoogte moeten stellen, dat feit is stafbaar
Der komen nog ongelukken van mee nog een beetje vallen er doden ook
Ik ken ui he manneke, kweet zeker daje ui uit kolere ga wreken op haar
Maer nee haaste Clovis zich, ik zei da maer uit kolere, ik viel op mijn mes
Deurda ze daarover aan 't zagen was, he 'k ik gezei da 't van heur was he
Kijk ze he der zelf nog ne zakneusdoek rond geknoopt, kijk ' t es nog ves
Ves ves, zei Pruike ge zit te liegen da ge stinkt, ge wilt de politie daar niet
Maar ik verwittig toch de Champetter, tegen of mee ui goeste, en basta
We hen hem daer nie nodig zei Clovis, het deugt nie als ge die gasten ziet
Ze trekken toch altijd partije voor die hekse van een wijf, ik kenne da wel
Ge drinkt ne keer een pintje, en al in eens deugde aan geen kanten meer
Een pintje! Zei Pruike, nen helen emmer zeker, ik kenne al ui pintje's spel
Allee vooruit trappet maar al af ge zult er nie aan doodgaan, en naar huis
He al bier genoeg binnen, en zie maar da ge Monten nie tegenkomt ventje
Es tij daere misschien schrok Clovis, en hij kromp ineen als een bange muis
Gelukkig voor ui niet lachte Pruike, maar 'k he hoort dat hij overal zoekt
't Schijnt da ge zijnen velo gestolen had, en hij wilt ui daarover spreken
Maar volgens ik he gehoord he 't hij tot nui toe nie veel succes geboekt
Toe toe zei Clovis laet mij deure, want 'k he nog geweldig veel werk te doen
Ja jaaa! Lachte Pruike verholen, wist ge dat niet voor ge gedronken had
Ge zoe daar beter mee stoppen Clovis, 't is ongezond en kost veel poen
Moeit ui mee ui eigen zaken, snakte Clovis de dokter af en was er vandoor
't Es 't hopen zei hij tegen zichzelf, dat ik hem nie tegen het lijf loop zulle
O diene groter loebas mij tegenkomt stekt hij mij zeker meteen bij mijn oor
Pruike keek hem vergenoegt na, hij kruipt in een holleken voor de Monten
En ik kan hem geen ongelijk geven, want daarmee valt ook niet te spotten
Als ge met den dienen aan de stok krijgt maakt ge best geen te rare konten
Want hij houd niet van valse streken, er zouden er meer in een hol kruipen
Maar diene Clovis es ter wel doodsbenauwd van, het scheelt echt veel
Ge moet er gewoon maar ne keer van spreken en hij krijgt bijna de stuipen
Intussen waren Monten en Manten op weg naar huis, en het was erg stil
Monten zag aan het gezicht van zijn metgezel, dat hij zich zorgen maakte
Ui zo zorgen maken helpt niet Manten, echt jongen dat maakt geen verschil
Wat is gebeurd valt niets aan de veranderen en al dat gepieker helpt niet
Manten maakte duidelijk dat hij dat wel begreep, maar ik kan het niet helpen
Ja dat verstond Monten ook wel, en hij dacht wat ligt er nog in het verschiet
Manten liet zijn hoofd hangen, en Monten had zo 'n medelijden met hem
Die schurk van een Clovis dacht hij, waar zou die kerel eigenlijk uithangen
Hij tikte op Manten zijn schouder, kop op, zei met aandoening in zijn stem
Het werd reeds stilaan donker toen Clovis het waagde naar huis te keren
Eileen zag hem komen en hield hem ongemerkt in de gaten, wat nu weer
Ze was vastberaden! Als hij de kinderen aanraakt zal ik mij voor hen weren
Maar hij trok zonder opkijken naar de stal en trok de deur achter zich toe
Hij gaat in de stal slapen zei ze en slaakte een diepe zucht van verlichting
Ze nam de kinderen op haar kamer en vergrendelde de deur, ze was moe
Papa komt niet zei ze, hij voelt zich niet goed, hij blijft wat in de stal slapen
Kom maar eens bij mij in bed liggen je hebt niet dikwijls de kans nietwaaar
We moeten samen sterk zijn mijn schatjes en al onze moed bijeen rapen
Clovis grendelde eveneens de koestaldeur langs binnen af, hij was bang
Ze es in staat om mij de keel over te snijden als ik slaap, ik pas beter op
Het es uit tussen ons, dat es nui wel klaar, ik betrouw haar niet die slang
Maer da betekent niet da ze nie moet doen wat ik zeg, ik zal ze eens leren
Da zal nie pakken madam, ze zal doen wat ik zeg al moest ik ze plat slaan
Ik ben hier de baas en niemand anders, of ze zal geen hoge top scheren
Moeizaam kroop hij op de tas boven de koeien om in het stro te slapen
Dan slaap ik maar op de dulte mompelde hij, ik heb haar liever ver weg
De kinderen lagen bij mama in bed wellicht dromend van witte schapen
Het eerste wat Pruike des anderendaags deed was de Champetter roepen
Wel Dokter vroeg deze waar brand het dat ik zo overhaast moest komen
Dat vertel ik u zei Pruike terwijl we al is het vroeg van een wijntje snoepen
Maar daarvoor zal je mij wel niet geroepen hebben zeker, hoe zit dat nu
Pruike vertelde wat hij gisteren voorhad met Clovis en die wond in zijn arm
Eerst was het van Eileen en dan weer een ongeluk, dat is een zaak voor u
't Ja zei de Champetter dat is een reden om toch eens een kijkje te nemen
Nu kan ik eindelijk eens een onderzoek starten en het ook verantwoorden
Ik zal het voorzichtig aanpakken he jong en eerst alzo een beetje flemen
En stilletjes aan breng ik het dan ter sprake van die wonde in zijnen arm
Maar hij zal het wel al doorhebben als hij mij daar ziet toekomen denk ik
Ja! Lachte Pruike, toen ik zei dat ik het ging aangeven kreeg hij het al warm
Die schurk! Zei de Champetter, maar ja he ik moet mij aan de wet houden
Maar als hij Eileen eens slaat als Monten het ziet, dan beleeft hij eens wat
Wie zou dat ooit gedacht hebben he, zo 'n goed koppel toen ze trouwden
Hoogmoed van die kwal he zei Pruike, en natuurlijk dienen smerige drank
En da wijf van dienen Café maakt hem nog zotter, hij laat daar al zijn geld
Als hij dan zotgedronken thuiskomt krijgt Eileen nog wat rammel als dank
Ik ben razend op die kerel he zei de Champetter, maar ja he vent, de wet
Eja wa kanne 'k ik daaraan doen, als Eileen zelf geen klacht indiend waar
'k He hem ne keer daarover aangesproken hoor ik gaf hem al eens zijn vet
Eens loopt het toch mis met Monten zei Pruike, eens betrapt hij hem wel
Hohoho! Lachte de Champetter in de verte kijkend, ventje, ventje ventje
Dan ga je wat beleven, doelend op Clovis, Monten schud je zo uit je vel
Jaaa! Lachte Pruike mee, en hij weet het hoor, ik zag het toen hij hier zat
Ik begon terloops over Monten toen ik zijn wond aan het verzorgen was
Hij wipte van schrik omhoog, zijn ogen wijd open en zijn voorhoofd gans nat
Als hij dat weet zei de Champetter, waarom houd hij zich dan niet wat in
Hij kan Eileen toch met rust laten en toch drinken, dan moet hij niets vrezen
't Ja! Zei Pruike, dat Caféwijf maakt hem op, ze ligt op de loer als een spin
Gelukkig maar zei de Champetter dat niet alle Cafébazinnen zo vals zijn
Ik denk dat dit de enige is hier in de streek die zo 'n slechte naam heeft
In Den Toren zit een deftige vrouw en ook ginder in het Café Den Tonijn
't Is een beroep als een ander he zei Pruike, 't ligt gewoon aan de persoon
't Is waar zei de Champetter, om slecht te zijn moet ge in geen Café wonen
In mijn beroep ziet ge dat genoeg er gebeurt overal wel eens wat ongewoon
Ach ja spijtig genoeg zei Pruike, het zijn niet al goede mensen om ons heen
Maar daarmee is het probleem voor Eileen en haar kinderen niet opgelost
En zelfs voor de Manten is heel die situatie een trieste blok aan zijn been
Die jongen trekt zich dat zo erg aan dat hij er nog ziek van zal worden ook
Ik versta die jongen niet goed zei de Champetter, is hij zo verliefd op haar
't Is raar, zei Pruike hij loopt niet van verliefdheid met zijn hoofd in de rook
Zij was zijn hartsvriendin in hun jeugd, en zij is dat tot nu toe altijd gebleven
Tegen haar kon hij zich goed uiten zij verstond hem ook als geen ander
Was zij toch maar met hem getrouwd, dan had ze een veel gelukkiger leven
Al is zij inmiddels getrouwd en heeft twee kinderen, ze blijft zijn vriendin
Ze groeten elkaar nog altijd hartelijk als ze elkaar tegenkomen, meer niet
En als hij ziet wat zij allemaal doormaakt lopen de tranen tot over zijn kin
Iemand vroeg hem ooit of hij Eileen niet van de Clovis zou willen afnemen
Hij was woedend, en maakte duidelijk dat Eileen een heel deftige vrouw is
En dat hij met dienen onnozele zever zo niet bij hem moest komen zemen
Dat hij verliefd op haar is geweest ja, dat staat als een paal boven water
En dat hij voor haar nog altijd door het vuur zou gaan is heel zeker waar
Maar ik denk wel dat het geëvolueerd is naar een innige vriendschap later
En dat hij niet de minste intentie heeft, om tussen haar en Clovis te komen
Maar hij wil wel dat ze echt gelukkig is, al is het dan ook met een ander
Die jongen is veel te eerlijk, van echtbreuk zou hij niet eens durven dromen
Dat Clovis eens en lesje zou krijgen ja! Daar kan hij wel inkomen, dat wel
't Is een triestig geval, eigenlijk voor alle betrokkenen, zelfs ik ben ontstemd
Maar ook ik kan hem niet tot bezinning brengen jong, 't is geen kinderspel
Allee! Zei de Champetter, dan zal ik het nu maar voorzichtig eens proberen
Dat drama kan daar niet blijven duren, het loopt nog helemaal uit de hand
Zet maar uw beste beentje voor Champetter, want hij zal het moeilijk leren
Ja jong zei de Champetter ken kanne kikke da ook maer proberen zulle
Want o Eileen niet meewerkt kan ik niets uitrichten 't is een vree raar geval
Ze kan ook nogal koppig zijn hoor, 't is een brave maar ook eens een dulle
Dat es waar zei Pruike, ze kan vele verdragen maar als haar geduld op is
Kan ze wel eens venijnig uit de hoek komen, vooral dan voor de kinderen
Ik heb haar eens horen tekeer gaan tegen Clovis, man! Dat was niet mis
Ze hadden mij niet gezien, toen ik in daar der haast wat eieren kwam halen
De kleine liep toevallig in Clovis zijn weg, en kreeg meteen wat muilperen
Vent Champetter, als een wilde furie schoot ze op hem af zonder dralen
Dat is al de derde keer vandaag schreeuwde ze, het moet afgelopen zijn
Dat kind misdoet u niets en gij moet daar met uw poten afblijven verstaan
Dat ge mij slaat tot daar, maar doe mijn kinderen nooit meer onnodig pijn
Clovis week waarlijk geschrokken achteruit, toen zagen ze mij plots komen
Ze gebaarden verder van kromme haas, en Eileen vroeg mij naar binnen
'k Wil maar zeggen, dat het daar al een tijdje gedaan is met mooie dromen
't Is de braafste vrouw die ik ken, maar voor de kinderen gaat ze door vuur
De vraag is zei de Champetter, hoe lang kan die vrouw dat nog verdragen
Ik denk dat haar stoppen toch eens zullen doorslaan op den langen duur
Tja zei Pruike, een ingesloten moegetergde kat kan vreselijk tekeer gaan
Als ik in Clovis zijn plaats was zou ik daar toch wel rekening mee houden
Hij zou wel eens onverwachts voor een gevaarlijke situatie kunnen staan
How how zeker zei de Champetter, Eileen zal niet zo hard van stapel lopen
Dat weet ik nog zo zeker niet Champetter die armwond was van een mes
Jamaar da was toch van er op te vallen Dokter, allee het is toch te hopen
Ja 't ware beter zo Champetter, maar eerst zei hij dat het van Eileen was
Hij veranderde echter zijn verklaring als ik zei dat ik dit moest aangeven
Ik weet het 't klinkt ongelooflijk he, echt Champetter ik vind het ook kras
Ik ga der vlug naartoe zei de Champetter voor er ergere dingen gebeuren
Vergeet niet zei Pruike dat dit mens al een lange tijd wordt geterroriseerd
En ik vrees werkelijk dat ze daar nog allebei hun kleren gaan bij scheuren
Sjonge dokter ge maakt mij nogal ongerust jong, allee 'k ben subiet weg
En nagewuifd door Pruike, koerste de Champetter recht naar de boerderij
Ik gebaar dat ik wat eieren kom kopen want ik moet nog zien wat ik zeg
Toen hij daar arriveerde stond de huisdeur wagenwijd open en klonk lawaai
De stem van Clovis bulderde door het huis, ik ben hier den baas, verstaan!
En als ge nog ne keer tegenspreekt stom wijf geef ik u nen ferme oplawaai
De Champetter maakte opzettelijk wat gerucht omdat ze hem zouden horen
Het lawaai verstomde onmiddellijk en Clovis stak vlug zijn kop naar buiten
Ha de Clovis riep de Champetter, ik kom hier toch niet jullie rust verstoren
O nee nee Champetter zei Clovis geschrokken, we waren aan het praten
Is er misschien iets waar wij ons zorgen om moeten maken Champetter
Maar ik had ui nie zo opeens verwacht ik had dat niet direct in de gaten
Zeg het dan maar meteen zulle ik zou niet graag in moeilijkheden geraken
Hoe zei de Champetter, is er iets waarmee ge in moeilijkheid kan komen
Als je bang bent voor iets zeg het maar, we zijn er om over alles te waken
Nee nee nee haastte Clovis zich, maar wij zien hier niet veel politie newaar
En ne mens zou subiet denken dat er iets aan de hand is he Champetter
Ik kom je niet aanhouden lachte de Champetter, daarvoor is er geen gevaar
Graag zou ik wat eieren gewild hebben, maar ik heb ook nog een vraag
De dokter zei me dat je een wonde in de arm hebt, die een messteek leek
En dat wilde ik met jullie beiden bespreken, maar liefst in huis dan graag
Allee kom maar binnen Champetter zei Clovis, we verbergen niets hoor
Maar ge moet echt geen diep onderzoek starten zulle 't was een ongeluk
Ik viel op een mes, heel onverwachts en 't was er ook meteen goed door
A jamaar zei de Champetter, de Dokter zei dat ge het op uw vrouw stak
Da was maar een grap jong zei Clovis, en in zekere zin eigenlijk ook wel
Maar niet met opzet zulle, da was omdat ik uitgleed over mijn eigen klak
Ik had ze naast mij op de grond gelegd en toen ik opstond trapte ik er op
Eileen was juste bezig mee studden aan het snijden, allee boterhammen he
Ik gleed dus uit en struikelde vooruit, Eileen grabbelde nog naar mij en hop
Ze had het broodmes nog in haar handen en zo viel ik op dat mes newaar
Ge ziet Champetter dat ge het niet zo ver moet zoeken he Champetter
En? Vroeg de Champetter aan Eileen, ging dat zo? Is dat allemaal waar
Je hebt gehoord wat Clovis zei he Champetter, ik heb niets toe te voegen
Allee dan zei de Champetter, dan zit mijn taak er op, ik weet nu genoeg
Ik moet nui weg zulle zei Clovis, want ik moet nog een stuk land omploegen
Hedde mij nog nodig Champetter? Want 't es voor mij bezigen tijd newaar
Nee nee Clovis jong, ga gij maar gerust ploegen, ik hoef maar wat eieren
Allee dan salu he Champetter, drink maar een potje koffie gezellig tegaar
En weg was hij zo rap hij kon, want hij wilde ondervragingen voorkomen
En als zij haar muile er over durft opendoen dacht hij sla ik op haar smoel
Ze moet doen wat ik zeg en van baas spelen moet ze zeker nooit dromen
Ik kan allicht wel aan een ei of tien geraken zeker vroeg de Champetter
Zeker jong zei Eileen, maar een goed dreupeltje zal der ook wel ingaan he
Ik ben wel in dienst zei de Champetter maar kom ik sta zo niet op de letter
En ik zet nog ne goeie pot koffie zei Eileen, dat krikt een mens toch wat op
Is het dan nodig dat ge opgekrikt moet worden vroeg de Champetter toen
Ge kunt het mij gerust vertellen hoor, hebt ge speciale zorgen aan uw kop
Ach zei Eileen er overal wel eens wat, maak u over mij maar geen zorgen
Maar in 't dorp loopt iemand met grote kopzorgen voor u zei de Champetter
Ik weet het wel zei Eileen, ik weet het, al houd hij het voor mij verborgen
Ge bedoeld Manten he, de arme jongen toch, ik had beter moeten weten
Maar ja gedane zaken maken geen keer en jonge dwaze liefde maakt blind
Ik had beter moeten uitkijken, dan had ik nu niet in moeilijkheden gezeten
Eileen zei de Champetter, gooi het er maar eens uit, ligt u iets op het hart
Ach kom toe Champetter, ge weet gij maar al te goed wat hier gaande is
Maar ik neem de volle verandwoordelijkheid op al is dat soms heel hard
Ik heb echter ook mijn fierheid, en vraag niemand om hulp, dat is 't leven
We moeten zowel de goede als de kwade dingen ondergaan, daarmee uit
Ik hoop alleen dat Manten mij mijn onbesuisde beslissing ooit kan vergeven
Die jongen neemt u niets kwalijk Eileen, hij wil alleen dat je gelukkig bent
Hij wil niets liever dan dat het tussen u en Clovis op wielekens zou lopen
Dat weet heel Stillegem, dat weet hier toch iedereen die hem goed kent
Je bent ook al ben je getrouwd en hebt twee kinderen, zijn hartsvriendin
Er is geen plaats voor een ander, hij hangt gewoon liever de dorpsgek uit
Hij blijft u trouw als uw schoolvriend en een ander komt er bij hem niet in
Eileen lachte treurig, die arme jongen toch, wat heb ik hem aangedaan
Ik heb nooit gedacht dat hij daar zo onder zou lijden, het spijt mij toch zo
Hij zou beter een heel lief meisje zoeken en met haar zijn eigen weg gaan
Maar daar is niets meer aan te doen he Champetter het leven gaat voort
Hetzij goed of slecht we moeten verder, of het nu mee of tegen uw zin is
Maar dat ik de oorzaak ben van Manten zijn verdriet is iets wat mij stoort
Die jongen is veel te braaf en goed om zo zijn leven alleen te verslijten
Zo gevoelig en zachtmoedig hij zou beslist een goede man en vader zijn
Moest hem ooit iets overkomen Champetter het zou mij heel erg spijten
Maar hoe staat het nu met u hier Eileen, wilt ge daar niet eens over praten
Nee Champetter der zijn hier problemen maar die moeten we zelf oplossen
Ik moet eerst aan mijn kinderen denken, ook al zou hij mij nog zo erg haten
Meer wil ik daar niet over kwijt, maar voor een kop koffie ge zijt welkom
Ik maak me zorgen over u Eileen, dat vallen op dat broodmes geloof ik niet
Vraag liever om mijn hulp meisje, denk aan de kinderen en doe niets dom
Och het loopt wel los Champetter, 't is juist voor hen dat ik hier moet blijven
Daar komen nog ongelukken van Eileen, dat kan zo niet blijven duren mens
Och ik ben wel wat gewend Champetter, ik ben dat gewent met al dat kijven
Jamaar Eileen ik hoor dat hij je geregeld slaat, dat kan je niet blijven dragen
Champetter ik zei dat ik daar niets over wil zeggen en ik houd mij daar aan
Goed goed zoals je wil Eileen, maar ik zeg dat je altijd mijn hulp kan vragen
Dat is heel vriendelijk Champetter, maar tot nu heb ik mijn plan getrokken
En ik ben van plan om daar zo mee verder te gaan, ik leid mijn eigen leven
Wees toch maar voorzichtig met messen Eileen want dan heb je brokken
Als er iets ernstig gebeurd, kan dat je kinderen kosten, denk daar over na
Dan kan Clovis zijn kolere op hen botvieren, dan zijn ze pas te beklagen
Ik wil mijn hulp niet opdringen hoor, maar ik wou het je zeggen voor ik ga
Ik ben niet van plan om hem te vermoorden hoor zei Eileen wat schamper
Dat beweer ik niet Eileen, hem verwonden kan al tot gevangenschap leiden
Dan zijn de kinderen alleen met dienen zuiper van ne schopper en stamper
Eileen keek bedenkelijk voor zich uit, o we zien wel zei ze, tijd brengt raad
Allee goed dan zei de Champetter, dan stap ik maar weer eens op Eileen
Maar denk er nog eens over na, je weet nu dat je er niet alleen voor staat
Bedankt Champetter voor uw goedgemeende steun, ik trek wel mijn plan
Ik doe het al zo lang, en ik word daar van langsom sterker in, ik word hard
Maar allee toch! Ik verwittig u wel als ik het echt niet verder meer aankan
Dat hoor ik graag zie zei de Champetter, laat je niet helemaal kapotmaken
Maar wij kunnen niets doen zolang jij geen klacht neerlegt, dat weet je wel
Als hij de kinderen mishandelt, kan hij wel eens zelf in den bak geraken
Ach Champetter jong ik mag er niet aan denken, als hij dan terug keert
Hij zou op wraak zinnen en wie weet wat hij de kinderen en mij aandoet
Ik ken hem en weet zeker dat hij dan vanbinnen gans van woede verteert
Je kan toch ook scheiden Eileen, of tijdelijk uiteen gaan tot hij zich bezint
De gevangenis zou hem misschien wat afkoelen, ik ken er nog zulke hoor
Maar ja je moet het zelf weten he, denk er goed na voor ge er aan begint
Wat niemand had gemerkt, was dat Clovis hun gesprek afgeluisterd had
Nu wist hij genoeg, ze wou dus van hem af, ik zal je wel eens wat leren
Zijn gezicht werd grauw van woede, wacht maar lelijke rosse ik sla je plat
En stilletjes verwijderde hij zich, want die Champetter moest daar nog weg
Ik ge nog een paar pintjes gaan drinken dacht hij en daarna gaan ploegen
Allee zei de Champetter ik stap maar eens op we eindigen dus ons overleg
Hij betaalde de eieren en zei en nog de groetjes he aan de kleine gasten
Waar zijn die trouwens, ik heb ze hier nog niet gezien, zijn ze niet thuis
Clovis heeft ze gestraft zei Eileen, ze moeten de rest van de dag vasten
En ze moeten op hun kamer blijven, ik durf ze nu echt niet hier halen hoor
Moest Clovis juist in huis komen, dan moeten zij dat later dubbel bekopen
Ik zou uw leven niet graag willen verzuchte de Champetter gij arme sloor
Eileen glimlachte verzuchtend, ik zocht geluk en heb miserie gevonden
En waar moet ik naartoe, Clovis is tenslotte toch altijd nog hun vader he
Het is nu eenmaal zo Champetter ik ben voor altijd aan hem gebonden
Allee tot later eens he zei ze en gaf de Champetter nog een gulle hand
Tot ziens Eileen ik sta aan uw kant vergeet dat vooral niet, en veel sterkte
Ze zwaaide hem nog na, en dacht nu moet ik toch maar beter naar 't land
Want Clovis zal natuurlijk alweer vies zijn dat ik zo lang ben weg gebleven
Hij kan ook niets alleen doen, hij heeft mij altijd nodig als er te werken valt
En ik zit er dan helaas mee gestraft voor de rest van mijn ellendig leven
Maar Clovis was op Café in plaats van aan het ploegen, ze snapte dat wel
Ach dacht ze ik kom dan later nog wel eens kijken als hij al weer terug is
Hij moet zich niet haasten want als hij terug keert is het toch weeral spel
Manten kwam de Champetter al tegengelopen, en wilde meteen uitleg
Met handen en voeten en tekens probeerde hij de Champetter uit te vragen
Hoe wete gij dat al vroeg de Champetter, ik ben amper een half uur weg
Manten wees naar zijn eigen ogen, en dan naar de Champetter zijn fiets
Vervolgens maakte hij een beschrijvend beweging naar Clovis zijn boerderij
Ach ge hebt mij gezien, zei de Champetter lachend er ontgaat u ook niets
Awel manneken ze waren wat aan het ruziën maar dat stopte zo meteen
Ik ondervroeg Clovis zo een beetje om hem trachten uit te horen newaar
Maar hij ontweek mijn vragen met zijn leugens en hij ging toen vlug heen
Eileen had een blauw oog en een blauwe plek op haar wang, niet te erg
Maar je zag toch dat ze klappen had gekregen, al gaf ze dat toch niet toe
Toen ik haar zag deed het me pijn en mijn medelijden drong tot in mijn merg
Hoewel ze dat wel opmerkte zei ze er geen woord over, ze praatte gewoon
Ze hield zich sterk en fier, ondanks haar moeilijkheden een moedige vrouw
Manten knikte weemoedig van ja, en de Champetter vertelde op zachte toon
Maar ze beloofde mij toch ook, dat ze indien nodig, mij ter hulp zou roepen
Er verscheen een tevreden glimlach op Manten zijn mond, en hij knikte blij
Kom zei de Champetter, we gaan een pintje met een witte kraag snoepen
'k Heb er dorst van gekregen, we moeten er het beste van hopen he jong
We kunnen er verder niets meer aan doen, we moeten gewoon afwachten
Ik wou dat je eens goed je gedacht kon zeggen, was je maar rad van tong
Manten zei hu hu, het enige wat hij kon, daarmee betuigde hij instemming
Ja ik begrijp het jong zei de Champetter, en je was vroeger zo een tateraar
En nu spreek je geen woord meer, jong toch wat een vreselijke remming
Manten stak hopeloos zijn armen in de lucht, en schudde dan zijn hoofd
Ja jong Manten ik vind het ook verschrikkelijk, dat is nu echt onbegrijpelijk
Hoe is dat toch mogelijk he, ik heb nochtans lang in spraakherstel geloofd
Maar het heeft niet mogen zijn he. Waard! Twee frisse bokskens als je wil
Amedee bracht het gevraagde en zei, als 't u belieft mannen lekker fris
Maar Manten hoorde het niet, zijn gedachten waren elders hij zat daar stil
De Champetter schudde meewarig het hoofd, hij wordt daar nog ziek van
Zo erg met Eileen begaan zijn, en weten dat hij volledig machteloos staat
Het moet lastig zijn voor die jongen, maar ja ik heb nu gedaan wat ik kan
Hij zag een paar tranen langs Manten zijn wangen glijden maar hij zweeg
En gebaarde dat hij het niet had gezien, terwijl hij vlug een flinke teug nam
Manten herpakte zich en wreef de tranen weg met een zenuwachtig veeg
Ik denk zei de Champetter, dat het allemaal nog wel eens goed zal komen
Clovis zal het tenslotte toch moeten inzien, welke goede vrouw hij heeft
Allee die ezel moet toch weten dat hij zich geen betere gezellin kan dromen
Manten knikte instemmend en wuifde de Champetter breed glimlachend toe
Nolle kwam juist binnen, en liep onmiddellijk op hen toe, wie we hier hebben
Ook dorst gekregen ja? Hoe kan dat anders, dat warm weer maakt ons moe
De Champetter trok heimelijk een knipoogje, en Nolle begreep hem meteen
't Is toch geen waar zeker dacht hij stil, zit die arme kerel weer met verdriet
Al de schuld van die smerige Clovis, dienen vent werkt erg op mijnen teen
Hij liet zijn afkeer voor Clovis echter niet blijken, en zei goe weerke he zeg
Da zou 'k geloven zei de Champetter, de puiten zitten ook al ferm te gapen
Nolle moest er om lachen, ik kom juist mijnen dorst lessen en ben weer weg
Ho ho zei de Champetter, staat ge op uur dan, is dat op bevel van de vrouw
Nee hoor lachte Nolle, maar 'k zag Clovis met zijn zatte pulle in de bossen
En ik zie hem daar liever niet dat is een kereltje die ik niet erg ver betrouw
Er is langs die kanten al eens brand gesticht, gelukkig liep het nog goed af
Ik zeg niet dat hij het was, maar hij was daar kort tevoren toch nog gezien
Die kerel is niet te vertrouwen, 't is een achterbakse loeder en bovendien laf
Tegenover zijn vrouw en kinderen is hij groot, maar niet tegenover een man
Nee nee ik vertrouw hem niet, ik ge straks nog eens een kijkje gaan nemen
Ik wil het liefst van al branden of andere toestanden voorkomen als ik kan
Acht je hem daar voor in staat vroeg de Champetter, allee zeg Nolle, brand!
Iemand die zijn vrouw en kinderen slaat zei Nolle, is ook daarvoor in staat
En daarbij als hij zo heeft gezopen heeft hij zichzelf niet meer in de hand
Maar dat is echter geen verontschuldiging om baldadigheden te begaan
Hij moet maar zo niet zuipen, hij weet maar al te goed wat er dan op volgt
Ik begrijp niet dat dit zo kan blijven duren, eens zal het hem slecht vergaan
Ja zei de Champetter, ik vraag me af hoelang Eileen dat nog zal verdragen
De meeste vrouwen waren er al lang vandoor gegaan, maar zij is koppig
Het is een fiere vrouw, ze laat zich zomaar niet uit schrik voor hem verjagen
Dat kan zijn zei Nolle, maar of dat wel verstandig is, dat is een andere zaak
Met al dat bier in zijn lijf is die loebas totaal onberekenbaar en gevaarlijk
En als hij dan een van zijn woedeaanvallen krijgt slaat hij meteen goed raak
Nee nee, volgens mij moest ze al lang klacht neergelegd hebben tegen hem
Zodat de politie van den eerste keer, paal en perk stelt aan zijn praktijken
Die hebben niet zoveel geduld zulle, die zetten dienen brulaap wel klem
Tja zei de Champetter, Eileen is bang omwille van de kinderen daarna
En nu dan! Zei Nolle, zijn ze nu ook niet aan zijn willekeur overgeleverd
En 't zal steeds erger worden, ze moet aan nu denken en niet aan erna
Tijd brengt raad, en als hij eens stevig aangepakt wordt zal hij wel kalmeren
En zo niet, dan moeten ze hem nog eens maar voor wat langer vastzetten
Maar 't is een lafaard, ik denk dat hij van den eerste keer zijn les zal leren
Laf is hij wel zei de Champetter, maar of hij den drank zal kunnen laten?
Hij is door en doordronken vent Nolle, zijn gestel schreeuwt achter bier
Nee, ik van mijn kant denk niet dat tijdelijk opsluiten hier veel zou baten
Ze zouden die kerel beter opsluiten in een gesticht voor geestesgestoorden
Hij is een kwelling voor zijn huisgezin, zijn omgeving en zelfs voor zichzelf
Je hebt gelijk Champetter zei Nolle, ik kan het echt niet beter verwoorden
Maar nu moet ik gaan want ik wil hem liever zo vlug mogelijk uit de bossen
Hij moet zijn roes maar thuis gaan uitslapen, zijn plaats is ginder in de stal
De Champetter moest er om lachen, 0tja wie gaat ons van hem verlossen
Maar ja dat de mensen van hem niet moeten hebben is zijn eigen schuld
Hij maakt tegen iedereen ruzie en verkoopt in 't dorp niets anders dan last
De mensen zijn dat gedoe beu en er komt stilaan een eind aan hun geduld
Maar ja zolang hij geen echt strafbaar feit pleegt laten wij hem met rust
We willen niet echt dat hij de gevangenis ingaat, dat is voor niemand goed
Maar als hij echter te ver gaat kan hij celstraf krijgen zoveel zijn hartje lust
Der is niemand die hem in de gevangenis wenst zei Nolle, ook Eileen niet
Maar er is toch ergens wel een grens aan wat een mens kan verdragen
En ik kan moeilijk begrijpen dat dienen stommen ezel dat zelf niet inziet
Da wijf waar hij altijd maar naartoe loopt zit daar ook voor veel tussen jong
't Es een bedriegster van eerste klasse he, heure café es ter voren gekend
Heja die zit natuurlijk op zijn geld te loeren en ze heeft een venijnige tong
Da zal wel zei de Champetter maar ondertussen zit Eileen met de ellende
't Is spijtig zei Nolle, maar ik denk dat er nu geen veranderen meer aan is
Hoe is die man zo kunnen veranderen, zo anders dan ik hem vroeger kende
't Is begonnen zei de Champetter met ginder naar die slechte Café te lopen
Wat moest hij ginder gaan zoeken? Zijn er hier bij ons geen deftiger Cafés?
Tja zei Nolle, hij loopt hij alleszins nog gairen verre om zijn pintjes te kopen
Ik stap maar eens op he mannen, ik ga eens zien waar dat kereltje nu zit
Tot ziens he riep de Champetter nog en Manten stak als groet zijn hand op
Zijn hart kromp ineen van bange verwachting en hij zag nogal pips en wit
Wat is dat met u vent Manten zei de Champetter, ge ziet gelijk zo bleek
Manten maakte hem met gebaren zijn zorgen over de enge situatie bekend
Clovis is weer zat en hij zal allicht Eileen weer slaan net als verleden week
De Champetter was wel al wat vertrouwd met de gebarentaal van Manten
Hij begreep dan ook wat de ongeruste jongen bedoelde en kalmeerde hem
Kom kom jong, Eileen is sterk hoor en wees gerust ze weet ook van wanten
En als hij te ver gaat zal ze mij beslist verwittigen, maak je geen zorgen
Er zullen misschien wel wat harde woorden vallen, hij slaat haar niet altijd
Wacht maar rustig af jongen, we horen echt wel hoe het afloopt, morgen
Je moet niet altijd zo negatief denken, houd u toch eens een beetje koen
Dan kan Eileen al veel klop gekregen hebben beschreef Manten met tekens
Ja jong zei de Champetter, we kunnen daar helaas niets meer aan doen
Manten knikte verslagen en liet duidelijk erg ontmoedigt zijn hoofd hangen
Jongen jongen toch zei de Champetter, ge gaat er nog uw dood aan halen
Ze staat er niet alleen voor, we willen haar toch helpen voor haar belangen
Manten keek hoopvol op en een flauwe glimlach kwam toen op zijn mond
Jij en ik maakte hij verstaanbaar, en drukte de Champetter stevig de hand
Juist zei de Champetter, hou je dus sterk voor die taak en hou je gezond
We vinden samen wel een uitweg jong Manten, eens zal het tij wel keren
We zullen misschien wel geduld moeten koesteren, maar we werken er aan
En als Eileen onze hulp inroept, zullen we ons zeker flink voor haar weren
Manten knikte vastberaden en zijn gezicht straalde zijn tevredenheid uit
Kom zei de Champetter we drinken nog een pintje, voor we verder gaan
Zo mag ik het zien zie Manten, nu trek je tenminste weer een vrolijke snuit
Inmiddels was Nolle aandachtig naar de dronkelap van een Clovis op zoek
Ik ben te lang weggebleven, ik mocht hem beter niet uit het oog verliezen
Hij kreeg te veel tijd, als hij kwaad in de zin heeft is dat helaas andere koek
Ik ga eerst maar eens gaan kijken waar er verleden keer brand is geweest
Ze hadden hem daar toen ook ergens sterrezat in de nabije omtrek gezien
Hij heeft altijd ontkend maar ik geloof hem niet, zat van weg is hij een beest
Opeens zag Nolle beweging tussen de bomen en hij sloop er stilletjes heen
En ja hoor het was Clovis. Waggelend liep hij met een ijzeren bus te sleuren
En goot kwistig grote geuten vloeistof over het kraakdroge gras en zijn been
Hij was zo zat dat hij niet eens merkte dat hij ook zichzelf helemaal nat goot
Nolle zijn haren rezen ten berge, ontvlambare vloeistof! Die stommen ezel
Straks steekt hij zichzelf nog in brand, lieve mensen toch wat een zielepoot
Nolle sprong vanachter de bomen en rende naar de open plek in het bos
Blijf staan schreeuwde Clovis met een doosje aanstekers al in de hand
Of ik steek de boel aan en dan worden de konijnen gebakken met het mos
Nolle bleef stokstijf staan, Clovis doe dat niet ge gaat uzelf in vuur zetten
Ge hebt die vloeistof ook over uzelf gemorst, zo gaat ge nog in vlammen op
Hahahahaa lachte Clovis, da pakt bij mij niet zulle ventje, met uw pretten
Ik ga de boel toch platbranden, dit keer kunt ge dat niet meer verhinderen
Pas op Clovis! Riep Nolle, dan raast het vuur recht naar Waerts boerderij
Denk toch ne keer aan dat gezin jong die mensen hebben vier kinderen
Dat is juist de bedoeling lalde Clovis, die stomme boer zit in mijnen weg
Ik had het al veel eerder moeten doen, en nui es da het goeie moment
En daabij gij hed ui daar nie mee te bemoeien ik geef verder geen uitleg
Aha zei Nolle, daar staat het paard gebonden, ge wilt die man zijn land
Wel ventje dat spelletje gaat mooi niet door, ik laat u die niet vermoorden
En met een vliegensvlugge beweging had hij zijn jachtgeweer in de hand
Als ge een beweging maakt om dat vuur aan te steken schiet ik je neer
Dat durf je niet lachte Clovis luid dat is moord man, dan ga je den bak in
Als ik daarmee die mensen kan redden riep Nolle, schiet ik keer op keer
Gij weet gij toch niet of ik het wel echt zou aansteken riep Clovis terug
Ik kan dat toch allemaal doen om jullie te overbluffen, en dan meneer Nolle
Dan schiet je mij neer zonder reden! Reageert gij niet een beetje te vlug
Ik weet een ding zei Nolle, als ge het vuur aansteekt gaat ge dat bekopen
Ik schiet je zonder aarzelen de poten van onder uw lijf en gooi je in dat vuur
Dan kunt ge daar levend bakken want ge zult niet meer kunnen weglopen
Clovis stond daar moeilijk nadenkend te waggelen en zei dat geloof ik niet
Gij hebt ne grote mond, maar ne mens neerschieten, daar geloof ik niet in
Wel dreigde Nolle, neem de proef op de som, steek het aan en ik schiet
Pere die van het goede weer gebruik maakte om een boswandeling te doen
Was op het lawaai afgekomen en zag meteen wat er hier aan de hand was
Nolle zag hem stil achter Clovis zijn rug sluipen maar hield zich heel koen
Clovis was er eigenlijk niet geheel zeker van dat Nolle nu wel of niet schiet
Hij stond daar gereed met de aanstekertjes in zijn hand, duidelijk te twijfelen
En Nolle met de vinger aan de trekker, ik waarschuw je Clovis doe dat niet
De twijfel bij Clovis gaf Pere net tijd genoeg om hem in de kraag te grijpen
Zo ventje zei Pere uw spelletje is gespeeld, dat wordt alleszins politiewerk
Nolle stormde woedend op Clovis af, jij schurk ik zou je kunnen doodknijpen
How how vent Nolle riep Pere, hou je wat in anders raak jij nog in den bak
En hij ging vlug tussen Nolle en Clovis staan, 't is voorbij kalmeer nu toch
Auw auw Pere kermde Clovis je doet me pijn je maakt me nog tot een wrak
Je verdiend niet beter gromde Nolle, je hebt nog veel sjans dat Pere hier is
Of je kreeg hier een rammeling dat je de rest van je leven zou onthouden
Ge zijt een onmens een schurftig beest nog minder waart dan een rotte vis
Maar Clovis had daar geen oren naar aie aie Pere je wringt mijn arm nog af
Pere reageerde door hem met een ferme duw voor zich uit te laten lopen
Nolle kon nog niet over zijn woede heen, 't is niet te geloven he Pere zo laf
Clovis waggelde klagend voort zo rap niet straks val ik nog op mijn donder
Wachte ziedde riep Nolle ' k zalle 'k ik ui ne keer een beetje vooruit helpen
Mee wa ferme grote schoppen onder uwen lompen luien en zatte vanonder
Hij wou meteen de daad bij het woord voegen, maar Pere hield hem tegen
Nee nee Nolle ge zijt veel te kwaad, ge zout hem nog verongelukken jong
't Is gelijk riep Nolle, hij kreeg hier wa ferme klop, ware het aan mij gelegen
Nee nee zei Pere, later zoude daar spijt van hebben jong, hij is toch te zat
'k Moe da nie weten riep Nolle, hij was wel niet te zat om brand te stichten
Maar on ze tons gepakt worden zijn ze maar kleine en weten ze altijd wat
Ik he daar ne grondigen afkeer van he, ik kan hem nie meer horen of zien
Och ge zijt nui vreselijk kwaad Nolle zei Pere, maar da gaat wel weer over
Dat kan zijn zei Nolle bitter, maar dan wel over zo 'n twintig jaar misschien
Pere hield Nolle een beetje in en liet Clovis een eindje voor hen uit lopen
Zeg Nolle zou nu echt op Clovis geschoten hebben als hij het vuur aanstak
Ben je gek lachte Nolle, ik was hem gewoon wat schrik aan het verkopen
Mijn geweer was niet eens geladen, wat denk je wel, schieten op een mens
't Was natuurlijk een stomme vraag van mij he, maar je klonk zo oprecht
Dat moest wel he Pere, hem zolang mogelijk tegenhouden was mijn wens
Intussen pijnigde ik mijn hersenen om een of andere oplossing te vinden
Toen zag ik u plots achter hem verschijnen, vent was dat een opluchting
Ik zou hem het liefst van al een dag en een nacht aan een boom binden
Nee Nolle de rest van deze zaak is voor de Champetter dat is zijn werk
Clovis werd gewaar dat ze achter bleven en zette het vlug op een lopen
Ho ho zei Nolle meneer ontwaakt uit zijn roes, hij voelt zich ineens sterk
In een mum van tijd had Nolle hem ingehaald, wil je misschien wat klappen
Nee nee Nolle niet slaan dat weglopen was maar voor de grap zulle man
Ik ben zelfs gewoon al doodop, en hij stond inderdaad naar adem te happen
Gij gaat mee naar de Champetter zei Nolle, daar is geen ontkomen aan
Ha nee he schrok Clovis, dat is niet nodig ik heb het toch niet aangestoken
De Champetter gaat mij opsluiten vent, die laat mij in geen maanden gaan
Daar had je dan maar eerder moeten aan denken zei Nolle, 't is nu te laat
Toe vent Nolle smeekte Clovis, we zijn toch altijd goede kennissen geweest
Daar zeg je me wat lachte Nolle, geweest! Spaar nu maar uw dom gepraat
Clovis begon zowaar te huilen, en zonk toen op zijn knieën op de grond
Als 't u belieft mannen smeekte hij, ik zal mijn leven beteren toe laat mij los
Sta op onnozelaar snauwde Nolle, of ik geef je wat schoppen onder uw kont
Zijde gij nu echt niet beschaamd als een laffe hond over de grond te kruipen
Als 't u belieft toe Nolle weende de ander, als ik in den bak moe ga ik dood
Nolle kreeg haast wat van kolere, van uw lafheid krijg nog eens de stuipen
Hij sprong er naar toe en sleurde hem met geweld recht, vooruit gij beest
Naar de Champetter, ik heb niet de minste compassie met u, maar afkeer
Je hebt het zelf gezocht manneken, was dan maar zo dwaas niet geweest
Pere was eerder geneigd om naar de smeekbede van Clovis te luisteren
Hij hield Nolle weer wat in die Clovis nog steeds verbolgen de les spelde
Kalm kalm Nolle zei Pere, hij bleef staan en begon hem toe te fluisteren
Dat is misschien een kans om zijn leven te beteren, zoals hij nu belooft
Wadde! Riep Nolle, nooit! Hij gaat naar de Champetter ik luister niet meer
Pere! Zo 'n valse vent, hij heeft ons al meer dan eens een peer gestoofd
Ik geloof er niet meer in, hij gaat nu naar de Champetter en daarmee uit
Er is gelukkig toch niets ergs gebeurd zei Pere nog, en misschien lukt het
Met dienen ezel kan dat niet lukken Pere, kijk eens naar zijn valse snuit
Misschien lukt het nu wel Nolle, hij is nu toch bang en heeft zijn les gehad
Pere vent gij hebt een veel te goed hart, maar die kerel is het niet waard
Goed zei Pere maar wie gaat voor die kinderen werken? Dat is nogal wat
Wie gaat het zware werk doen, en zaaien en ploegen, en oogsten en al
Eileen kan dat alleen niet aan, al zou ze dat uit koppigheid wel proberen
Ze zou zich daar gans kapot werken, en na een tijd komt hij toch uit zijn val
En dan is er nog minder kans op verzoening, en nu is er toch wat hoop
Pere! Ik durf die verantwoordelijkheid nu niet op mij nemen, niet met hem
Goed dan Nolle jong zei Pere, we laten de zaken dan maar op zij beloop
Kijk! Zei Nolle, we zullen luisteren wat de Champetter daarmee wil doen
We kunnen samen eens overleggen, maar nu laat ik hem zeker niet los
Hij brandde bijna Waerts boerderij plat, dat was gevaarlijk en kost poen
Dat is allemaal waar wat je zegt zei Pere, maar er is toch die ene kans
Gij doorziet hem niet Pere, hij is vals en denkt alleen maar aan zichzelf
En al wat hij u op de mouw spelt is berekent jong, het is allemaal zwans
Gij kent hem natuurlijk beter dan ik Nolle, maar ik zou hem de kans geven
Ik ken u Pere, ge zijt veel te goed, maar er is dit keer veel bij betrokken
En toch jong zei Pere, is dat misschien de schoonste kans van zijn leven
Kan zijn Pere, maar ik wil niet als enige de verantwoordelijkheid nemen
Ik denk dat hij het echt meende vent Nolle, hij leek mij helemaal oprecht
Dat was uit pure schrik Pere, die valsaard is een meester in het temen
Maar goed he we zullen wij het gedacht van de Champetter eens vragen
Die is wel wat onzachter met zulke kerels hoor, maar hij volgt wel de wet
Ik denk dat uw doelstelling met Clovis maar weinig kans heeft om slagen
Kan zijn Nolle, maar ik denk vooral aan de kinderen, 't is toch hun vader
Ja Pere, als we dat van moordenaars ook zeggen, zou het mooi worden
Hij is daar eigenlijk verantwoordelijk voor he, hij is tenslotte toch de dader
Jamaar Nolle hij is toch geen moordenaar he, en er gebeurde nog niets
Moest jij daar nu niet juist tussenbeide gekomen zijn Pere, awel wat dan!
Hij hield zich toch nog altijd in he Nolle, allee kom dat zegt toch ook iets
Voor mij niet zei Nolle, hij was zich aan het afvragen wat er zou volgen
Of ik nu echt zou schieten als hij het vuur aanstak, dat hield hem tegen
Ik kan er niets aan doen hoor Pere, maar deze keer ben ik echt verbolgen
Goed jong Nolle we laten het daarbij, de Champetter weet misschien raad
Heel zeker lachte Nolle, dat ventje hier gaat achter de tralies, reken maar
Misschien reageert hij wel anders he Nolle, want gij zijt nu nog echt kwaad
Dat zullen we al rap gaan weten zie Pere, kijk de Champetter komt ginder
Awel awel wa loopte gulder hier zo tezamen te doen verwonderde hij zich
't Is zeker Clovis weer? De lastpost! Hij verkoopt jullie toch geen hinder
Geen hinder geen hinder herhaalde Nolle kwaad, die kerel stichtte brand
Allee, toch bijna, Pere kon hem nog juist op tijd langs achter vastgrijpen
Meneer Clovis stond daar al gereed met een doosje solfertjes in de hand
In het bos in die open plek voor de boerderij van Waert, ge kent dat wel
E dienen lelijken nieuwairt, snauwde de Champetter, vooruit meekomen
Ge hebt al het leven van veel mensen zuur gemaakt 't is uit met uw spel
Dat komt u duur te staan manneken, gij gaat voor een hele tijd de bak in
Ziede wel lachte Nolle Pere toe, die zal over zijn daden kunnen dromen
Da zal hem deugd doen ziede, hij verdiend da genoeg diene lelijke pin
Ik maak daar een gepeperd proces van en ze komen u van Gent ophalen
En mee die gasten valt niet te spotten zulle manneke zei de Champetter
Voor al het kwaad die je al hebt uitgestoken gaat ge nu dubbel betalen
O neen Champetter huilde Clovis, denk toch aan mijn vrouw en kinderen
En mijn boerderij? Wat gaat daarmee gebeuren? De oogst gaat verloren
Ik wil alles doen om het goed te maken, kunt ge geen proces verhinderen
Gene praat zei de Champetter, gij gaat boeten voor wat ge hebt gedaan
Hier Nolle pak mijne velo, anders probeert hij nog weg te vluchten ook
Hij grabbelde in zijn lederen tas, ik zal hem nu maar in de boeien slaan
Clovis schermde vlug zijn gezicht af met zijn armen en dook gans ineen
Nee nee niet slaan Champetter, ik loop niet weg hoor ik ga heel braaf mee
O gij dom kieken gromde de Champetter, die boeien aan en nu wel meteen
Clovis stak gewillig zijn handen uit en zweeg verder wijselijk als vermoord
En dat was eigenlijk wel het best wat hij op dat moeilijke moment kon doen
Met die drie woedende mannen om zich heen, en die keken heel verstoord
Moede daarvoor zo oud geworden zijn zei de Champetter gij stommerik
He het ver gebracht he, zie u hier nu ne keer staan, wat zal Eileen zeggen
Clovis keek de woedende Champetter erg schuw aan maar gaf geen kik
Toen ze het dorp binnen kwamen liep een deel van het volk met hen mee
Ze vuurden allerlei vragen op de Champetter los, maar die antwoordde niet
Tenslotte moest hij plaats ruimen, wat is dat nu! Plaats maken allee allee
Het volk week uiteen en Clovis werd in de plaatselijke gevangenis gestopt
Ik haal er onmiddellijk de burgemeester bij zei de Champetter voor de orde
Door Clovis op te sluiten zei Pere, zijn Eileen en de kinderen ook gefopt
Hoedadde? vroeg de Champetter verwonderd, ze zijn nu toch wel verlost
Verlost! Zei Pere, en wie gaat de boerderij nu nog in stand houden, Eileen?
Alleen kan die vrouw dat niet aan, en weet ge wel wat een loonwerker kost
A jamaar fluisterde de Champetter wij kunnen haar toch wat geld geven
Dat zou ze absoluut van de hand wijzen Champetter, het is een fiere vrouw
Die wil zeker geen hulp aanvaarden, ze wil haar eigen weg gaan en leven
A jamaar Pere ik kan die gore loebas toch zomaar niet laten lopen newaar
Wacht nog wat met uw proces Champetter, ik wil de Burgemeester spreken
Laten wij dat met de Burgemeester eens bespreken wij hier allemaal te gaar
Zo gezegd en zo gedaan. De burgemeester ontving hen op 't gemeentehuis
De Nolle de Champetter en Pere en Kluis die daar toekwam mocht ook mee
Wat heb ik nu gehoord vroeg hij zit het met de Clovis weeral eens niet pluis
Nolle en Pere legden elk hun groeven en hun bedenkingen eerst goed uit
De Burgemeester en Kluis zaten heel aandachtig te luisteren en overwegen
Tenslotte zei Kluis, ik moet zeggen dat het gevang me tegen de borst stuit
Clovis verdient het, daar gaat het niet over, maar de oogst zal verloren gaan
De boerderij kan met die vrouw alleen niet fungeren en zal gans verloederen
En zonder die boerderij hebben Eileen en de kinderen geen enkel bestaan
Weet je wat zei de Burgemeester, we halen Eileen er vlug zelf ne keer bij
En haal Clovis naar hier, en sluit hem hiernaast op boei hem ergens vast
Kluis ga Eileen verwittigen, voorzichtig he, want dat maakt haar vast niet blij
Wat een ellende met hem zei de Burgemeester, eigenlijk hoort hij in den bak
Zo denk ik er ook over zei Nolle, maar ja! Pere en Kluis hebben ook gelijk
Ja 't is waar zei Pere, maar in 't leven is het nu eenmaal niet altijd koekebak
Het duurde een hele tijd voor dat Kluis eindelijk met Eileen kwam opdagen
Intussentijd hadden de anderen goed de kans gekregen alles af te wegen
Ge weet waarvoor ge hier zijt zei de Burgemeester, we willen u wat vragen
Eileen zei niets, keek beschaamd van de een naar de ander en knikte dan
Goed vervolgde de Burgemeester, we overleggen om Clovis te verbaliseren
Voor wat hij zinnens was te doen, maar daar weet je nu wel al alles van
Maar daar er eigenlijk geen nog schade is hebben wij ons eerst overdacht
Met het oog op de gevolgen van financieel verlies voor u en de kinderen
We begrijpen dat u alleen de boerderij niet kan runnen. Wat is uw gedacht
Eileen richtte haar hooft fier omhoog, en wat verwachten jullie dan van mij
We willen weten of u liever hebt dat we hem loslaten of proces opmaken
Ik ben de wet niet zei ze, doe wat jullie willen sluit hem op of laat hem vrij
Jamaar! Zei de Burgemeester. Kan de boerderij zonder hem wel fungeren
Eileen dacht lang na. Helaas neen! Zei ze dat gaat niet er is een man nodig
Maar als het zover moest komen zal ik zonder hulp van wie ook, proberen
Eileen! Zei Kluis, luister nu eens kindje, ik heb je als meisje zien opgroeien
Ik heb uw gelukkige jeugd gezien, je lachte en zong en was heel blijgezind
Het leven lachte je toe en ik zag je tot een volwassen vrouw openbloeien
Waar is je lach, jouw lied, je vreugde. Ja waar? alleen fierheid is gebleven
Die man! Clovis! Verkwanselde jouw al dat mooie in die mooie jonge vrouw
De vraag is dus aan u, denk na. Kan je met die man wel echt verder leven
Ik heb vrijwillig die stap gezet zei Eileen, het leven moet dus verder gaan
Je kan van mij niet verlangen dat ik de beslissing neem hem op te sluiten
Wat er ook gebeurt, hij is de vader van mijn kinderen, daar denk ik nu aan
Die begrijpen de toestand niet ten volle, wat zouden ze later van mij denken
En toch moet gij nu beslissen zei de Burgemeester, het is toch uw leven
Wel! Zei ze, sluit hem enkele dagen op voor hem de vrijheid te schenken
Misschien zal dit hem tot een les zijn en gebruikt hij dan meer zijn verstand
Goed zei de Burgemeester, het zal zo zijn, maar we doen dat alleen voor u
Anders werd het een proces en dan zat Clovis voor een tijdje aan de kant
Dank u Burgemeester zei Eileen, en jullie ook mannen, ik vergeet dat niet
't Is niets hoor Eileen klonk het in het rond, we willen wij alleen maar helpen
Clovis had alles gehoord en hij zei, Clovis is iemand die alles hoort en ziet
Hij zat namelijk wel in de kamer ernaast vastgeklonken, maar was niet doof
Was het verdict anders uitgevallen hadden ze nu een proces opgemaakt
Maar nu wist hij hoe hij er voorstond en dat veranderde niets aan zijn geloof
Toen ze hem haalden om terug in de gevangenis te stoppen was hij zoet
Zo vriendelijk hadden ze hem nog nooit gezien, zou het toch nog helpen?
Maar in zijn binnenste was hij tegen Eileen razend en overdreven vroed
Zo zo ze moeten mij een paar dagen opsluiten, dat betaal ik u dubbel terug
Mijn tijd komt wel Eileentje, maar nu eerst alles wat laten bekoelen tot later
Als mijn tijd rijp is meiske dan laad ik mijn harde wraak ineens op uw rug
Manten hoorde natuurlijk even later het hele verhaal van de Champetter
Hij luisterde met open mond, hoe kon Clovis dat doen, hij begreep het niet
Alles moest hij weten en niets mocht hem ontgaan zelfs geen enkele letter
O verklaarde hij, dat hij nu toch zijn verstand kon krijgen, dat daar vrede is
Hij kan zo gelukkig zijn met zo 'n goede vrouw waarom begrijpt hij dat niet
Allee zeg Champetter hij sloeg haar al na zes maanden als ik mij niet vergis
De Champetter moest alle moeite doen om de reeks van tekens te volgen
Maar Manten herhaalde heel gewillig zodat zijn vriend alles goed begreep
Als het nu niet lukt dan zal het nooit lukken zei de Champetter verbolgen
Manten knikte, maar was toch enthousiast voor de komende verwachtingen
Clovis heeft wel dwaas gedaan zei de Champetter, maar er is geen verlies
En omwille van Eileen en de kinderen, namen we nogal wat verzachtingen
Manten stak zijn duim omhoog ten teken dat hij het daar ook mee eens was
En de Champetter lachte blij omdat hij zag dat Manten er mee was gediend
Maar Clovis zal kunnen nadenken zei hij, die blijft voor een week in de kas
Hu hu hu zei Manten ten teken dat het Clovis wel ne keer deugt zou doen
En zijn gezicht straalde omdat Clovis eens zelf van de brokken moest delen
Maar 't mag niet lang duren he zei de Champetter of ze verliezen veel poen
Het werk op de boerderij moet vooruit zodat erop tijd kan worden geploegd
Er moet gezaaid worden zodat er ook kan worden geoogst, begrijp je dat
Natuurlijk begreep hij dat, hij stak zijn duim op en glimlachte vergenoegd
Misschien komt het goed met Clovis voor Eileen en de kinderen dacht hij
Hij wenste niets liever dan dat ze ginder in vrede en geluk konden leven
En die kleine kans dat Clovis zich zou beteren maakte Manten bijzonder blij
De waardin van het Café waar Clovis altijd ging had het nieuws vernomen
De stommeling dacht ze zich zo laten snappen, ik moet hem wat helpen
Hij had toch wat beter moeten oppassen dan was het nooit zover gekomen
Ze trok haar stoute schoenen aan met de bedoeling met Clovis te spreken
De ezel was zo zat toen hij wegging zei ze dat hij de verkeerde bus nam
't Is toch heel moeilijk om een bos met een bus water in brand te steken
In de gevangenis waren ze de muren aan het schilderen met open deuren
Omwille van de verflucht. De traliedeur van Clovis was natuurlijk wel vast
Anders kon de kerel, zo dachten ze, er wel eens vlug vanonder scheuren
't Was juist schaftijd en de mannen gingen in een nevenlokaal gaan eten
De waardin had het meteen in de gaten en sloop ongemerkt tot bij Clovis
Hoe is 't mogelijk zei ze had je beter opgelet dan had je hier niet gezeten
En dat allemaal voor niets, want ge hebt een bus met water meegedaan
Ge mocht wel honderd stekjes aansteken maar branden zou niet lukken
Hoedadde? vroeg Clovis verwonderd, allee zeg hoe kan dat nui bestaan
Uw bus die ge moest meedoen stond aan de achterdeur en niet van voor
Sieke Pandoer had zijn bus water voor zijn geiten aan de voordeur gezet
Om in het voorbij komen vlug even zijn dorst te lessen, het kwam daardoor
Toen gij dus met en stuk in uw kraag vertrok, pakte gij zijn bus maar mee
Als de man later buiten kwam was zijn bus water verdwenen zomaar weg!
Hij begreep er geen sikkepit van, wie steelt nu een bus met water zeg, allee
En hij is ze natuurlijk nog altijd kwijt, hij is er het hart van in, zijn bus stelen
En hij had ze al zo lang, en nu lopen ze er nog mee weg, wa ne wereld he
't Was ter nog ene van zijn vader, als kind had hij er nog zitten mee spelen
Ge zout hem eens moeten horen Clovis wat voor een spel hij er van maakt
Daarvoor kom ik natuurlijk niet, maak ze wijs dat het al om een grap gaat
Ge zijt wel vindingrijk genoeg he en zorg dat ge hier vlug weer uit geraakt
Ik moet hier weg voordat de mannen mij zien, salu he ik ben vlug weer weg
Bedankt he zeg lachte Clovis, ik heb al een plannetje, tot binnenkort zulle
Weldra was Clovis weer alleen. Water! Lachte hij, hoe is dat mogelijk zeg
Mijne lieve jongen, Ik moet wel goed boven mijn theewater geweest zijn
't Is nog best ook dat ik mij vergist heb in bus, nu ze mij toch gepakt hebben
Nu kan ik mij weer uit de nesten werken, da past prima, ik vind dat zelfs fijn
Hé mannen schreeuwde Clovis dan luid, hé zeg kom ne keer vlug naar hier
Haal ne keer rap de Burgemeester he, ik moet dringend met hem spreken
De mannen aarzelden. Allee toe zei Clovis, ge krijgt van mij nen bak bier
Dat was een erg goed argument want één werd standepede weggestuurd
Recht naar het gemeentehuis, want ze hadden dorst he 't was voor niets
En haast u een beetje had Clovis nog geroepen dat het niet te lang duurt
Hij haastte zich echter zeer vlug, want nen bak bier krijgt ge niet alle dagen
En mee drei man zeg, da es toch nie mis! Da zal goe naar binnen lopen
Dus wou hij rap de Burgemeester verwittigen en stelde verder geen vragen
Hela hela riep de Champetter toen hij hem het gemeentehuis in zag rennen
Waar denkt meneer zo wild naartoe te vliegen, is er misschien ergens brand
Van waar komde gij nu? En wie zijde gij wel? Ik heb de eer niet u te kennen
Ach meneer de Champetter hijgde de ander, ik ken benne 'k ik nie van hier
Ik ben van Lapschure, maer 'k ben aan 't verven in de gevangenis ginder
Maer 'k moe mij wel wreed haasten zulle Champetter! Omwille van da bier
Zeg ventje zei de Champetter, hedde gij soms te lang in de zonne gelopen
Hier zomaar gelijk ne wildeman binnenstormen, wa zijn da voor manieren
He toch zeker azu genen dorst dat ge zo haastig zijt om een pint te kopen
Ba nee zei de ander, awel ja algelijk toch zalle, we krijgen nen helen bak
Wa bak? Vroeg de Champetter, en van wie gaede gij dat dan wel krijgen
Awel van dienen Clovis newaer, ons bier is op we hen elk nog ne kleine klak
Wadde riep de Champetter zit den dienen daar weeral tussen, da stom kalf
E jamaer ik moe de Burgemeester halen zei de ander en dan nog wa rap
Zoverre zijde gij nog niet ventje zei de Champetter, ge zijt er nog maar half
Peisde gij misschien dat iedereen hier zu op zijne bureau kan binnenvallen
Ga daar maar wa wachten manneken ik zalle ne keer gaan luisteren ziedde
Want hij es nui bezig mee de goedkeuring van boer Waerts koeienstallen
Jamaer 'k he gene tijd om wachten Champetter ik moede gaen werken hoor
Da kan mij niet schelen ventje, iedereen valt hier zomaar nie naar binnen
En als het ui niet aanstaat, geen probleem, ga der dan maar gerust vandoor
E ja he zei de ander, ha nee ik zal toch maer wachten he omwille van da bier
Maer als 't u belieft Champetter, wilt ge u toch een heel klein beetje haasten
Aha zei de Champetter, dat klinkt al wat beter he, ik kijk eens door een kier
Of de burgemeester tijd had voor een heel haastige en dorstige bierdrinker
Wel ik heb juist even tijd lachte de Burgemeester laat hem dan maar binnen
Ah zo zei hij tegen de aarzelende binnenkomer zijde gij de vrolijke klinker
Ha ja! Zei de ander, ba nee, 't is voor niets he, en daar wil ik van profiteren
Hoezo vroeg de Burgemeester, ge komt hier eigenlijk zomaar voor niets
Ba nee, zei de ander, maer be ja, allee hoe moet ik da nu gaan profileren
Sjong man lachte de Burgemeester zulke geleerde woorden en klare uitleg
Zo zal ik al rap gaan weten wat gij nu eigenlijk van mij wilt, allee zeg eens
A maer niets meneer de Burgemeester ' k wille 'k ik niets van u, allee zeg
Hoe ge wilt niets van mij wat komt gij hier dan eigenlijk doen, leg eens uit
Als ge niets van mij wilt, hoeft ge hier ook niet te komen, allee wat es dat
Of toch wel? Allee wa gaat het worden, en trek toch zo geen bange snuit
A jamaer zei de ander dat es wa anders he, 't es maer omwille van da bier
Van da bier vroeg de Burgemeester zich verwonderd af, ik weet van niets
A jamaer ik ook eerst niet zei de ander, maer daervoren benne 'k ik nui hier
De Burgemeester Schaterde het uit, sjonge wat gaan we nu nog beleven
Meneer ik geloof dat je toch een klein beetje meer uitleg moet verschaffen
Komt ge hier soms om mij te zeggen dat ik u een vat bier of zo moet geven
Maer ba nee meneer de Burgemeester bijlange nie, Clovis geeft ons dat
't Is nie waar he! Schrok de Burgemeester, begint die weer met zijn streken
Champetter jong ik geloof echt dat we het nog niet allemaal hebben gehad
Ha nee! Zei de ander, we moeten het nog krijgen he, maar ge moet komen
Anders krijgen helemaal niets en we hebben zo ne vreselijke dorst newaar
En als je niet komt kunnen we alleen maar van die frisse bak bier dromen
De Burgemeester moet niets zei de Champetter, hebt gij dat goed verstaan
A jamaer zei de ander, hij moet komen van Clovis he, dat komt niet van mij
Allee 't is goed zei de burgemeester ik zal eens komen, ge kunt nu wel gaan
De man schoot het gemeentehuis uit om rap het goede nieuws te vertellen
En? Vroeg Clovis, gaat hij nu komen of niet? ik hou het hier niet langer uit
Ja zei de ander en de Champetter wou dat ik eerst aan de deur zou bellen
Oeioei! Zei Clovis was de Champetter daar ook? Ik zie hem hier liever niet
Zeg krijgen we nu ons bier of niet zei de ander, ik heb mijn plicht gedaan
Belofte maakt schuld newaer vent, stuur ons nu niet met een kluitje in 't riet
't Is al goed zei Clovis, ge hebt nu toch gedaan met werken voor vandaag
Draai langs het Café aan de overkant van de vaart met mijn complimenten
Vertel haar alles en ik verzeker u, ze geeft u die bak bier zelfs heel graag
De mannen stapten welgemoed op sloten de deur en verlieten het gebouw
Even later arriveerden de Burgemeester en de Champetter aan de deur
Wat zou hij toch willen Champetter, zou je geloven dat ik het niet vertrouw
Ik al evenmin zei de Champetter, die man zit vol valsheid en scherp venijn
Hij heeft natuurlijk weer iets in zijn eentje zitten uitbroeden en ineen steken
We zouden zijn gezaag moeten negeren, dat zou volgens mij beter zijn
Ja dat wel Champetter, maar dan weten we natuurlijk ook zijn plannen niet
En een verwittigd man is er tien waard zegt het spreekwoord, dus luisteren
Ik heb een naar voorgevoel zei de Champetter, er ligt iets in het verschiet
Kom kom Champetter we zijn toch niet bang van dienen dronkaard zeker
Nee niet voor mezelf Burgemeester, ik denk meer aan Eileen en de kleinen
Als hij terugkeert, staan wij er ver buiten, maar zij drinken de bittere beker
Jamaar Champetter hij is nog niet los hoor, we kunnen altijd het tij keren
Hij gae mee ons voeten nie spelen zulle, wie denkt hij wel wie dat hij is dan
We zullen wij da gemeen ventje zijn lelijke brutale streken ne keer afleren
Ja dat wel Burgemeester, we kunnen het verlengen en hem zelfs vervolgen
Maar na zijn straf duikt hij toch weer op, met meer diepe haat in zijn hart
Nee echt we kunnen er niet onderuit, helaas! Ik voel mij echt diep verbolgen
Hij haalde de sleutel uit zijn lederen tas en even later ging de deur open
Awel Clovis is de bediening niet naar uw zin, de burgemeester oproepen!
Wie denkt ge wel dat ge zijt, wat voor nen dei gaat ge ons weer verkopen
Kom kom Champetter zei Clovis 't heeft lang genoeg geduurd hou maar op
Ge weet maar al te goed dat allemaal om een zatte grap gaat, laat me los
Ik wou Nolle eens goed beetnemen, die kerel zit altijd maar op mijne kop
Ik heb het spelletje nog een beetje opgedreven voor de lol, ik kap er mee
Ge weet maar al te goed dat ik de moed niet heb om een bos af te branden
Het begint me de keel uit te hangen hoor ik wil nu wel terug naar mijn stee
Wa bazelde gij daar allemaal zei de burgemeester, zijt ge niet bij uw hoofd
Dat is de reuk van de verse verf zeker die u zo van uw stuk brengt Clovis
Ik zeg de waarheid zei Clovis, 't is een grap, ik heb Nolle een peer gestoofd
Ja ja lachte de Champetter, die peer moogt ge dan wel zelf binnen spelen
Champetter zei Clovis als gij uw werk goed hebt gedaan, weet ge wel beter
Hoedadde! Let op uw woorden he manneken of ik laat u wat lager kwelen
Ik hoor het al zei Clovis, ik zal het natuurlijk moeten bewijzen ik ken u wel
Van zelfsprekend zei de Champetter zo gemakkelijk gaat dat niet hoor he
En ik vrees dat het niet gemakkelijk zal gaan ventje dat is geen kinderspel
Heb je die bus meegebracht naar hier vroeg Clovis, of heb je ze vergeten
Natuurlijk heb ik ze meegebracht, dat is bewijsmateriaal, ik ken mijn vak
Ge had gij zeker al gedacht diene Domme Champetter zal dat niet weten
Dat zit achter slot hier in die zware kasten ventje daar kan niemand aan
Ach! Zei Clovis, dat is heel goed Champetter, dan bewijs ik het nu direct
Zo zo lachte de Champetter, vanachter die tralies zal dat moeilijk gaan
Och geen probleem lachte Clovis, haal maar eens even die bus daar uit
Ha nee he zei de Champetter dat is voor het gerecht voor hun onderzoek
Champetter zei Clovis ge gaat u daar belachelijk maken, allee kom vooruit
De Burgemeester knikte de Champetter toe, geef hem maar eens zijn zin
Jamaar zei de Champetter, op uw bevel he Burgemeester, anders niet
Dat is bewijsmateriaal want er zit nog en klein beetje van die vloeistof in
Toe maar Champetter haal maar uit, ik wil zijn uitleg dan wel eens horen
Op de een of andere manier denk ik dat we hem moeten laten bewijzen
Hij moet wel een troef in handen hebben, anders zou hij ons niet verstoren
De Champetter haalde omzichtig de bus uit de kast nogal tegen zijn zin
Hij toonde ze aan Clovis maar hielt ze wel zelf heel stevig in zijn handen
Ik moet daar heel zuinig mee zijn he Burgemeester want er zit nog wat in
Geef maar hier zei Clovis dan lever ik jullie op een ogenblikje het bewijs
De Champetter week een stap achteruit, en trok de bus vliegenvlug weg
U die bus geven! Nooit ventje, wat denk je wel, ge zijt zeker niet goed wijs
Burgemeester zei Clovis, ge gaat u met dit een proces belachelijk maken
Heel de rechtzaal zal bulderen van het lachen, ik wil dat echter voorkomen
En ge zult de spot en vernederingen nooit van uw leven meer kwijt geraken
Open zijn cel Champetter en geef hem de bus op mijn verantwoordelijkheid
En als hij ons ditmaal een toer lapt, gaat hij de bak in zeker voor tien jaar
Daar zal ik persoonlijk voor zorgen en dan doe ik dat met heel veel beleid
De Burgemeester beefde van ingehouden woede, vooruit geef ze hem nu
De Champetter aarzelde, maar tien jaar gevang voor Clovis zag hij zitten
Wees maar niet bang Champetter, dit heeft absoluut geen gevolgen voor u
Dus opende hij de celdeur en zette de bus voor Clovis gewoon op de grond
Die glimlachte geheimzinnig spannend he Champetter, een beetje bezorgt?
Toen greep hij de bus en zette ze met een vlugge beweging aan de mond
Die wil zelfmoord plegen riep de Champetter, stomme ezel hou daarmee op
Hij sprong op Clovis toe en sleurde de bus uit zijn handen, maar te laat
Spuw dat weer uit beval de Champetter op ik klop mijn matrak op uwen kop
Maar Clovis slikte het gewoon door en de mannen stonden bang te kijken
Maar er gebeurde verder niets. Lekker he zei Clovis bijzonder met dit weer
De mannen zeiden geen woord en geen van hen wilde een haar wijken
De verwachtingen waren dat Clovis elk moment steendood zou neer zijgen
Die was echter danig in zijn nopjes en likte dan vergenoegd zijn lippen af
De mannen begrepen er niets van en bleven daar maar staan en zwijgen
Kan ik nog wat krijgen Champetter zei Clovis, en proef ook maar ne keer
De Champetter trok geschrokken de bus achteruit, ge zijt gij zeker heel zot
Allee voelde gij nog niets, doet uinen buik of ui kele nog nie vreselijk zeer
Wachtte ziedde ik loop rap achter Kluis, die kan ui misschien nog wa helpen
Hier Burgemeester houd die busse goe vaste dat hij er nie meer aan kan
Stop Champetter lachte Clovis luid, ik heb niemand nodig om pijn te stelpen
Dat is nu het bewijs dat ik geen brand wilde stichten, der zit water in die bus
Ik gebaarde maar dat het brandbare vloeistof was, ik had Nolle wel gezien
En ik goot dat droge gras nat met water, het kon helemaal niet branden dus
De mannen staarden Clovis ongelovig aan. Allee zei die, proef zelf ne keer
De Champetter rook aan de bus, maakte zijn vinger nat en likte er eens aan
Gij lelijken bandiet brieste hij toen woedend gij lapte het ons toch alweer
Der zit echt water in Burgemeester zei hij wat moeten we nu aanvangen
Wacht even zei de Burgemeester uit het lood geslagen, ik moet nadenken
Door je handelingen smaadde je de politie, en dus gemeentelijke belangen
Je jaagde geachte burgers de schrik op het lijf zomaar voor je eigen plezier
Dat is genoeg om je een lange gevangenisstraf op je kalfskop te donderen
Jamaar zei Clovis ineens weer helemaal klein, dat kwam toch door het bier
Da was maar om de lol zulle, en als het een proces wordt, lachen ze er om
Die van Gent zullen de spot met u drijven jong Champetter, dat word niets
Ze zullen zeggen dat Champetterke van den buiten, doet toch maar dom
Daar is iets van zei de Burgemeester nog, maar voorlopig blijf je hier zitten
Denk over uw daden nog eens goed na, misschien zal ik iets voor u doen
Ge komt er zomaar niet vanaf kerel, je zal hier gans de week mogen pitten
Clovis zijn gezicht klaarde op, nu heb ik ze dacht hij, ze zijn bang voor spot
Ze zullen mij voortaan wel met rust laten, of ik maak hen hier belachelijk
Als je hier iets over loslaat zei de Champetter, grijp ik je direct bij uw strot
Nee nee zei Clovis fijntjes, we zullen elkaar in het vervolg beter verstaan
Zie je ik wil met rust gelaten worden, ik heb veel te doen op de boerderij
Het beste is volgens mij dat je mij nu zo vlug mogelijk naar huis laten gaan
Niets van zei de Burgemeester voorlopig blijf je hier, en! Hou je mond toe!
Anders vind ik wel een manier om je manieren te leren, denk dus goed na
Uw streken moeten ophouden manneke, uw stommiteiten maken mij moe
Sluit hem maar weer op Champetter, en zorg voor een wacht voor vanacht
Hij moet zich maar in de ontvangstkamer instaleren met een goed boek
Sjonge sjonge sjonge wie had zich nu ooit aan zo een stommiteit verwacht
Ze sloten de gevangenisdeur achter zich toe en stonden weer in open lucht
We zullen hem wel moeten laten gaan zei de Burgemeester, die stomme uil
Als we daar een proces van maken Champetter wordt dat een ware klucht
We zouden hem dan wel een tijdje binnen kunnen steken, maar onze naam
Geef toe Champetter dat het amusant klinkt, een bos afbranden met water
Als ik daar diep over nadenk geef ik eerlijk toe dat ik mij vreselijk schaam
Daarvoor kunnen we hem toch niet te lang vasthouden, en komt hij toch vrij
Hij zal wel een straf krijgen hoor voor ordeverstoring en zo, maar wat is dat
Hij is ons op de een of andere manier te slim af geweest, en ik ben niet blij
We laten hem gewoon deze week gaarstoven en laten hem dan maar gaan
Ik wil mij niet belachelijk laten maken voor die korte tijd die hij kan krijgen
Dat ik nog zoiets moet meemaken Champetter hier in ons vredige bestaan
Jamaar ik had je verwittigd he Burgemeester die man zit vol list en venijn
Ja! Nu heb ik het persoonlijk ondervonden, ik dacht nog dat je overdreef
Ik begrijp dat niet he Champetter dat iemand toch zo ne niewairt kan zijn
Kom Burgemeester we kunnen hier niet blijven staan praten voor de deur
We hebben alleszins ons best gedaan om voor iedereen goed te doen he
We lossen hem maandag dan maar beter we hebben geen andere keur
En zo babbelend liepen ze terug naar het gemeentehuis, Clovis was alleen
Maar hij had nog alles gehoord en een luid joehoe! Ontsnapte aan zijn keel
Ik heb ze in mijn macht lachte hij, ik ben van nu af een blok aan hun been
Wacht tegen dat ik thuis kom Eileentje, je gaat wat meemaken, ik ben baas
Ze zullen mij nu wel met rust laten die grote muilen, omwille van hun naam
Maar gij liet mij een week opsluiten Eileentje, helaas voor u, driewerf helaas
Maar zei de Burgemeester, als hij nu nog toeren uithaalt slaan we hard toe
Al maakt hij ons nog zo belachelijk, we doen onze plicht, we plooien niet
Nu ken ik u weer lachte de Champetter, we geven hem dan eens van de roe
Allee, spreekwoordelijk he, ik wil zeggen dan pakken we hem stevig aan
Zeker zei de Burgemeester, al denkt hij misschien ik heb ze in mijn macht
Wel! Als hij er zo over denkt zit hij lelijk mis en het zal hem slecht vergaan
En het zal hem slecht vergaan zei de Champetter, want die houdt niet op
Hoe kun je daar zo stellig van overtuigd zijn Champetter er is toch een kans
Nee Burgemeester, niet met hem, der zit niet anders dan venijn in zijn kop
Hij draait met de wind als hij in een moeilijk parket raakt, maar meer niet
Zolang ge hem ziet en boven hem staat, houd hij zich schijnbaar gedeisd
Maar hij steekt je zo in de rug als je hem ook maar een ogenblik niet ziet
Ik ken die kerel door en door en hij is ook door en door slecht, gans! Door!
Sjonge Champetter wat een donkere gedachten, deugd dan niets aan hem
Neen zei de Champetter kordaat, niets! En Eileen zit er daar mee de sloor
Maar Champetter ze wou toch zelf niet dat hij in het gevang zou moeten
Je verstaat dat verkeerd Burgemeester, ze wou er de oorzaak niet van zijn
Ze wou verhinderen dat men zou zeggen dat hij door haar moest boeten
En daar zij moest kiezen, koos ze dan voor deze oplossing voor haar naam
En natuurlijk ook omwille van haar kinderen, dat ze hun vader liet opsluiten
Ze wou in geen geval de oorzaak van zijn opsluiting omwille van de blaam
Zij is een fiere vrouw Burgemeester, te fier om hem den bak in te draaien
Maar hadden wij hem in de doos gedraaid, had ze daar niet om getreurd
Maar de kreet, zij heeft hem binnen gestopt wilde ze niet horen uitkraaien
Daarom zei ze, als het zo moest zijn dat het zonder hulp wel zou proberen
Wat wou zeggen dat we hem niet moesten ontzien, ze trok wel haar plan
Al begreep ze wel dat er beter een man nodig was om alles te doen floreren
Maar tegen haar man oordelen kon of wou ze niet het zou haar krenken
Het zou een smet zijn op haar naam, ook omwille van haar twee kinderen
Toen we haar dwongen te kiezen, vroeg ze om hem de vrijheid te schenken
Mens Champetter wat heb jij een doorzicht, ik zat daar helemaal verkeerd
Ik wou haar zelf doen kiezen om zo zeker te zijn dat ik niet zou misdoen
Wat heb ik een bok geschoten, Champetter nu hebt je mij veel bijgeleerd
Ik dacht haar daarmee een plezier te doen, e ja, omwille van de boerderij
Ze begreep dat wel hoor, daarvoor liet ze dat ook even doorschemeren
Omwille van Pere en Kluis en ook Nolle, maar echt het maakte haar niet blij
Ze was wel heel dankbaar voor de grote moeite die men voor haar deed
Daarom volgde zij ook zo een beetje de weg die haar voorgespiegeld werd
Maar aan de andere kant zag ik toch duidelijk dat het haar innerlijk speed
Maar vertel dat als 't u belieft niet tegen de anderen ze meenden het goed
Vooral Pere probeerde haar zo ijverig te helpen, het kwam recht uit zijn hart
We zijn wat te rap van stapel gelopen, het moest allemaal met teveel spoed
Mensenlief zei de Burgemeester, waarom sprak je mij ginder dan niet tegen
Nooit van mijn leven dat zou een blaam zijn op uw gezag hier, dan kan niet
Het respect voor de Burgemeester en het gezag moet blijven doorwegen
Wat zou dat anders worden Burgemeester als iedereen u zo tegenspreekt
Tot nu toe werkt dat uitstekend en ik wil dat het ook nog zo blijft voortduren
Want het is juist de oneerbiedigheid tegen het gezag dat orde doorbreekt
Anders wil iedereen zijn eigen willetje doordrijven zonder enige wet of plicht
Zonder rekening te houden met vrienden en buren, het zou een chaos zijn
Zeg nou zelf Burgemeester overal ruzie en vechten dat is toch geen gezicht
Champetter hoe langer ik u ken hoe meer respect ik voor u begin te krijgen
Je doet niet alleen uw werk met overtuiging je bent bovendien een wijs man
En na ons uitvoerig vandaag gesprek zal je nog meer in mijn achting stijgen
Ach Burgemeester, ik ben maar een eenvoudig man en hou veel van rust
Ik wil niets liever dan dat Stillegem, ons Stillegem, in stille vrede blijft leven
Kijk eens rond u Burgemeester, ons lief mooi dorp, hier leven is een lust
Heb je al ooit zo'n rust en vrede buiten ons dorp ervaren, buiten Clovis dan
E jong Champetter, ik wist echt niet dat je zo een stille levensgenieter was
Ik dacht dat je alleen maar een strenge ambtenaar was daar verschiet ik van
En je hebt nog gelijk ook zeg, ik moet ook beter en meer om mij heen kijken
Ons Stillegem is waarlijk mooi, ik zit een beetje te veel in al die papieren
Ik ga mij een Secretaris aanwerven, ik zal van mijn standpunt niet afwijken
Je hebt mij de ogen geopend Champetter, ik moet met de mensen omgaan
Een pintje met hen drinken met hen lachen en praten hen echt leren kennen
Omdat we met zijn allen kunnen ijveren opdat Stillegem kan voortbestaan
Lap! Zei de Champetter ge hebt het ook zitten, je komt er nooit meer van af
Ja! lachte de Burgemeester, ik ga niet meer naar 't gemeentehuis vandaag
Je hebt me wakker geschut en je krijgt van mij een lekkere pint voor uw straf
Dat sla ik niet af Burgemeester in ons Café Den Bok krijg je het beste bier
Maar ik verwittig je, als je denkt je zat te drinken dan moet je hier niet zijn
Als je te luidruchtig wordt is het afgelopen, en er over zagen helpt geen zier
't Is een volkscafé voor de gezelligheid, hier komt men vooral voor de rust
Je mag hier zelfs komen zonder te drinken, als ge u maar netjes gedraagt
Maar kaarten en praten en lachen of vertellen mag je hier naar hartelust
De vrouwen weten dat en hebben geen bezwaar dat hun man hier komt
Als hij maar op tijd thuis is voor 't eten, anders mag hij een kaartje slaan
Zit hij toch eens wat lang weg, geen probleem ze vervoegen hem prompt
Ze weten dat ook zij hier welkom zijn, de meesten komen zo gewoon mee
Ze kwetteren bijna boven de mannen uit, want ze weten zoveel te vertellen
De kleinen brengen ze simpelweg mee en ze drinken dan een kopje thee
Wat een gezellige boel zeg, zei de burgemeester, ik heb wel veel gemist
't Is niet dat ik Den Bok niet ken hoor, ik kwam daar zo wel eens voorbij
Maar dat dat het daar zo gezellig kan zijn ondereen is iets wat ik niet wist
Hoe is dat nu mogelijk Champetter, ik ben hier nog nooit binnen geweest
Tja! Lachte de Champetter, 't is een gezelligheidscafé voor 't gewone volk
Gij moet te veel naar vergaderingen he of naar 't een of ander galafeest
Wel in 't vervolg zal ik daar tijd voor maken Champetter met mijn vrouw
Die klaagt toch steeds dat ze te weinig contact heeft met de mensen hier
Wel Burgemeester hier zal ze veel vrienden vinden en die zijn heel trouw
Wat was de Burgemeester daar welkom! Hier zien we u echt niet zoveel
Daar komt verandering in was de belofte en dat viel in heel goede aarde
Allee dan 't is er warm genoeg voor mannen we spoelen maar ons keel
De burgemeester was zo enthousiast dat hij een wandeling wou maken
Ze liepen toen het dorp uit langs bossen en velden, jongens toch zo mooi
Hoe dat ik dit vroeger niet duidelijk zag, hoe kon ik zo afgestompt geraken
De Champetter bulderde van het lachen, je zit altijd op dat gemeentehuis
Je hebt ook nergens tijd voor, je vergeet gewoon te leven Burgemeester
Dat moet veranderen zulle Champetter, altijd zo binnen zitten is niet pluis
Ik moet meer buiten zijn en de mensen beter leren kennen zoals Eileen
Dat ik hen beter begrijp en ook hun problemen ken om er op in te spelen
Ja! Eileen zei de Champetter, maar Clovis treft hier niet zijn gezin alleen
Je kent Manten toch wel he, die jongen die stom werd dor een ongeval
Jjjjaaahh, wijfelde de Burgemeester, 'k heb wel eens wat van hem gehoord
Die trekt zich Eileen's miserie erg aan hij gaat echt door een donker dal
Ach ja die twee waren schoolvrienden zeker, iemand heeft dat eens verteld
Juist zei de Champetter, ze zijn nog goede vrienden, maar zij is getrouwd
Ze heeft voor Clovis gekozen, ze had haar zinnen toen op Clovis gesteld
Doch dat is nu het probleem niet hoor, daar kan hij gemakkelijk mee leven
Hij wil haar content zien, en ook dat ze een gelukkig leven had opgebouwd
't Is raar om te zeggen he maar hij zou voor haar waarlijk zijn leven geven
Hij probeert dat weg te steken, maar iedereen weet dat hij daar onder lijdt
Al komt hij toch zo af en toe bij mij zijn hart luchten toch verteld niet alles
Die jongen voert in zijn stille eenzaamheid een erg harde innerlijke strijd
Ze blijft voor hem nog altijd dat vriendinnetje, al heeft ze nu twee kinderen
Ik heb de tranen nog langs zijn wagen zien lopen als hij haar leed vernam
Die jongen zou waarlijk alles proberen om al haar ellende te verhinderen
En weet Clovis dat? Vroeg de Burgemeester, is die op de hoogte daarvan
Absoluut! Iedereen weet dat, hun vriendschap is zonder bijbedoelingen
Daarbij ze zien elkaar zelden, op straat, en slaan een praatje als het kan
't Is te zeggen zij praat en hij antwoord met tekens, een soort doventaal
Maar zij verstaat dat zonder moeite, ze waren als kinderen erg veel samen
E jongens toch zei de Burgemeester, dat is toch maar een triestig verhaal
Het is geen verhaal zei de Champetter, het is helaas een bittere realiteit
En er is geen verbetering in het zicht, niemand kan hem relaas schenken
De jongen zwijgt en denkt zich suf, maar alles is hopeloos, dat is een feit
En dat alles door die schurk van een Clovis zei de burgemeester wrang
Ja zei de Champetter, die kerel gaat van kwaad naar erger, let maar op
Maar hoe de kinderen en Eileen dat gaan verwerken, daarvoor ben ik bang
Kom kom zei de Burgemeester laten we nu niet op de dingen vooruit lopen
We houden hem van nu af in de gaten, we vinden nog wel een oplossing
En als hij brutaliseert, grijpen we in, en dan zal hij ze niet moeten kopen
Laten we nu echter wat genieten van onze wandeling, op deze mooie dag
Ik ben nog nooit zo ontspannen geweest als nu, jongens wat doet dat goed
Dat weelderige groen de bloemen de vogels, en dat ik dit vroeger niet zag
Het overweldigt mij een beetje, 't is net of ik de natuur pas weer herontdek
Het is ook zo he Burgemeester, ge zit altijd tot over uw oren in het papier
Lezen en schrijven en schrijven en lezen, je zit nooit op een rustige plek
Je loopt met een pak papier naar het gemeentehuis en kijkt nauwelijks rond
Na de dagtaak gaat het net andersom, nu met een bundel papier naar huis
Ik zou uw leven niet willen Burgemeester, echt waar dat is heel ongezond
Je bent zo fanatiek met al uw werk bezig dat uw gezondheid er onder lijdt
Neem zoals je daarnet zei en helper aan. Je zal zien dat je gans opfleurt
Absoluut! Zei de Burgemeester, mijn besluit staat vast, ik voel mij verblijd
Dank je Champetter, dat je mij hebt wakker geschut, ik nu ga anders leven
Ik heb ook veel te weinig tijd vrij gemaakt voor mijn vrouw, en dat mag niet
Van nu af aan pak ik het anders aan, ik zal ze veel meer aandacht geven
Kijk zie! Ik ga direct naar huis en vraag haar voor een gezellig etentje mee
De Champetter schoot in een lach, ja zeg je pakt het wel heel serieus aan
Zo ben ik he zei de Burgemeester, ik doe alles grondig, 't is ja of 't is nee
Allee nog veel plezier he Burgemeester, ik moet ook al ineens naar huis
Ze namen lachend afscheid en liepen hun eigen weg met blije gedachten
Ze waren zo opgeruimd, de gezonde boslucht werkte als een zuurstofsluis
Toen de burgemeester thuis kwam, nam hij zijn vrouw teder in zijn armen
Ze lachte verrast en blij, maar wat verdacht, wil je mij soms iets zeggen
Ja! Zei de hij, ik wil meer tijd voor u maken om u met liefde te verwarmen
Iemand heeft mij de ogen geopend dat er meer dan burgemeester zijn is
Ik ga van nu af wat meer tijd vrij maken voor u, want ik hou zoveel van u
Ze werd rood tot achter haar oren, je plaagt mij he zei ze, is er iets mis
Helemaal niet schat, ik voel mij uitstekend, wil je eens met mij uit gaan eten
Zie je wel, je plaagt mij, je hebt nooit tijd voor mij, ik geloof je nu haast niet
Hij zoende haar op de mond, ik meen het dit keer echt hoor, zeker weten
Ja nu moest ze het wel geloven, toen gaf ze hem wel tien kussen terug
Hoe komt dat nu zo ineens vroeg ze blijgezind, ik zou wel kunnen huilen
Niet doen schatje, kleed je nu maar om en we zijn der mee weg, toe vlug
Dat moest geen tweemaal herhaald worden, op een half uurtje was ze klaar
Hja op minder kan een vrouw zich niet klaarmaken allee wat denk je wel
Eerst kiezen wat ze zullen aantrekken en ja en in het bijzonder hun haar
Je ziet er verrukkelijk uit prees hij haar welgemeend, ik ben waarlijk fier
Ze vloog meteen in zijn armen, wat is dat met u, 't is of we net getrouwd zijn
Dat zal ik eens al vertellen straks bij een lekker wijntje of een glaasje bier
En een lekker etentje, we maken er iets moois van ik ben goed in mijn sas
Och lachte ze ik ben al een beetje dronken maar dan van wel van geluk
En! Zei hij, dat gaan we van nu af regelmatig doen, we beginnen maar pas
Echt vroeg ze met rode wangen, hoe komt dat allemaal, je had nooit tijd
Dat veranderd schatje, ik neem een Secretaris aan, ik wil meer bij je zijn
Ze kuste hem liefdevol, weet je wel zei ze, dat je mijn hart zo innig verblijd
Er volgden weer kusjes. En toen gingen ze opgeruimd op stap arm in arm
Recht naar een gekend restaurantje, niet groot maar met een goede keuken
De deur stond uitnodigend wagenwijd open, dat kon nu het was toch warm
En de baas kwam hen persoonlijk met een vriendelijke lach verwelkomen
Dag meneer de Burgemeester dag mevrouw en verder veel plichtplegingen
Zo van 't is goed weer; en gaf hen toen een menukaart om van te dromen
Sjonge zei de Burgemeester al dat lekkers ik weet echt niet wat te kiezen
Mevrouw lachte geamuseerd, dat komt ervan als je zo veel uit gaat eten
Kies gewoon maar iets uit, 't is al lekker we kunnen er niets bij verliezen
Ze hadden net een drankje gekregen toen zij zei, ik zal dat nooit vergeten
En wie kwam daar net op dat moment binnen? Heel juist! De Champetter
't Moet toch lukken zeker dat ze hier op hier op dezelfde dag komen eten
Met zijn beste kostuum en zijn vrouw aan zijn arm als een pauw zo fier
't Is toch geen waar zeker riep de vrouw van de burgemeester verrast
E maar mens toch lachte de Champetter zijn vrouw, zitten jullie ook hier
Kom bij ons zitten toe riep de Burgemeester het word hier gezellig kom
Als het niet derangeert zei de Champetter, we zijn dat niet goed gewoon
Wij ook niet was het lachende antwoord op dat gebied zijn we nogal dom
En het werd een gezellig onderonsje met hun vier. De tijd vloog voorbij
Er werd verteld en gelachen en gegeten en gedronken het was en feest
Toen ze laat op de avond naar huis gingen, was iedereen gelukkig en blij
De week ging erg traag voorbij voor Manten, want hij zat met grote zorgen
Wat gaat er gebeuren als Clovis weer vrij komt, hoe zal hij thuis reageren
Met zulke gedachten liep hij rond maar hield ze diep in zichzelf verborgen
Jonge jonge jonge Eileen meiske toch uw miserie is nog lang niet voorbij
Waarom moet u dat nui allemaal overkomen waaraan heb je dat verdiend
Een jongetje liep hem inderhaast voorbij en riep, Manten! Clovis is al vrij
Manten had het gevoel dat zijn haar rechtkwam en een kilte voer door hem
't Is zover dacht hij, de misere gaat weer beginnen ik vertrouw die man niet
Clovis stond plots voor hem. Ik zal jullie tonen wie baas is zei hij met klem
Hier zei hij, en hij toonde zijn gebalde vuist, hier zitten ze nu alle twee in
De Burgemeester en de Champetter, die laten mij voortaan wel met rust
En gij daarbij, schoolliefje! En hij hield zijn vuist vlak onder Manten zijn kin
Clovis zag er uit als een echte bandiet met een baard van een ganse week
Omdat hij zich in het gevang uit protest geen enkele keer had geschoren
Wel ventje lachte Clovis brutaal, scheelt er soms iets je ziet gelijk zo bleek
Hu hu hu probeerde Manten zich verstaanbaar te maken, maar dat was al
Clovis gierde het uit, ge zijt gelijk een aap, is dat alles wat ge Eileen vertelt
Kom voortaan nooit meer in haar buurt of ik schiet je kop er af met een knal
Manten week verschrikt achteruit en Clovis zette zijn weg lachend verder
Eileen nooit meer zien, dat was verschrikkelijk, en hij deinsde wat achteruit
Hij botste daardoor tegen iemand aan, 't was den Baard, de schaapherder
Manten wou zich verontschuldigen, maar Baard zei 't is niets mijn jongen
Ik begrijp je wel, hij is weer los he, ze hadden hem beter tien jaar gegeven
Dat is een echte schurk, het venijn zit in zijn hart zijn nieren en zijn longen
Hij ademt wraak en verderf tegen zijn hele omgeving maar vooral, Eileen!
Ik wil je niet bang maken jongen, maar ik verwacht niets goeds voor haar
Ga de Champetter vlug halen ik wandel er zo toevallig wat verdoken heen
Dan is er iemand in de buurt als er bij zijn thuiskomst iets moest gebeuren
Zonder antwoord schoot Manten weg, recht naar de Champetter zijn huis
Gans bezweet kwam hij aan en begon ongeduldig aan de deur te sleuren
Dan vernam hij dat de Champetter weg was hij had een afspraak met Kluis
Maar snel naar Kluis dan vol van onrust en met een bang gevoel in zijn hart
Ik moet hem vinden, en nog vlug, want ginder zit het allicht weer niet pluis
Maar toen hij bij Kluis aankwam waren zij daar ook niet, oei wat nu gedaan
Hij pijnigde zijn hersenen voor een oplossing, ach kwamen ze nu toch maar
Maar er kwam niemand, dus wachtte hij erg ongeduldig en bleef daar staan
Clovis ging echter niet recht naar huis, maar naar het Café aan de overkant
Aan de andere kant van de vaart voelde hij zich meer thuis, bij die waardin
Hij werd daar met open armen ontvangen, ach zei ze ge zijt weer aangeland
Hier zie een ferme pint bier, daar knap je van op, en ge je dan vlug scheren
Ge ziet er als ne vagebond uit, ze keken elkaar aan en schoten in een lach
Ne vagebond he zei Clovis, maar dan wel ene die zich goed weet te weren
Ik heb diene Champetter en de Burgemeester deze keer goed in mijn greep
De die zullen mij nooit meer lastig vallen, of ik maak hun goede naam kapot
Ze wisten niet meer wat te zeggen, 't was net of ik hen zo de keel toe neep
En hij vertelde zijn hele wedervaren. Toen werd het daar heel eventjes stil
Zo zo zei ze die kereltjes hebben hun bekomst gehad, dat is goed nieuws
Ja ja lachte Clovis, ze waren er niet gemakkelijk van het was een bittere pil
En om hun succes goed te vieren werden er nog menig pintjes gedronken
Ze zullen mij nu wel gerust laten omdat ik hen belachelijk, zou maken he
Nog een pintje en nog eentje en ja nog eentje en weldra waren ze dronken
Ze hadden nu echt het gevoel dat ze nu wel hun slag hadden thuisgehaald
Ik ga zo dadelijk lachte Clovis grijnzend, Eileen het goede nieuws vertellen
Ze liet mij een ganse week opsluiten, dat zet ik haar dubbel en dik betaald
Pas toch maar op van die Champetter zei de waardin ge kunt nooit weten
Ik heb ze in mijn zak jong lachte Clovis schamper, ik ben mijn eigen baas
En ik zal dat eens bewijzen ziedde want ik ben vreselijk op Eileen gebeten
Ze gaat nu een rammeling krijgen die ze tot nu toe niet heeft meegemaakt
Ik vergeef haar die acht dagen in de cel nooit, met dat ongemakkelijke bed
Ik deed haast geen oog toe zo hard was dat en mijnen rug is bijna gekraakt
Ik ga haar eens laten weten hoe ik daar over denk, ik ben der mee vandoor
En met een stuk in zijn kraag, waggelde hij vol wraakgevoellens naar huis
Ik ga haar eens vragen lalde hij tegen zichzelf, of ik haar misschien stoor
Eileen was met de driewielkar met de ploeg er op naar het veld gereden
Ik zal zelf maar ploegen was haar bedoeling, anders wordt het nog te laat
Er moet dringend gezaaid worden en Clovis heeft werk te veel gemeden
Ze had net de ploeg afgelost, toen ze hem zag komen, oeioei weeral zat
Zijn gezicht staat op onweer, ik mag mij verwachten aan een pak slaag
Ze zag de woede in zijn met bloed doorlopen ogen en wist hoe en wat
Ach waren zijn eerste woorden, ge moest mij toch zo nodig laten opsluiten
Clovis zei ze begin nu toch weer geen ruzie te maken, help mij hier liever
Gij smerig wijf riep hij, toen vloog hij op haar af en was niet meer te stuiten
Het regende slagen op haar lichaam en haar gezicht, ik sla je nog dood
Clovis was echt buiten zichzelf, zo had Eileen hem nog niet meegemaakt
Zich verweren tegen zulk bruut geweld kon ze niet ze was in diepe nood
Ze wankelde onder de harde slagen achteruit met de handen voor de ogen
Hij gaat mij nu werkelijk doodslaan dacht ze, maar smeken deed ze niet
Haar gezicht was gans bebloed maar Clovis kende geen enkel mededogen
Manten was ten einde raad maar op zijn eentje naar de boerderij gewandeld
En toen hij zag wat er gebeurde, rende hij zonder nadenken naar hen toe
't Was nu geen tijd om na te denken, hier moest kordaat worden gehandeld
Eileen kreeg zo een zware klap in het gezicht dat ze bewusteloos neerzeeg
Clovis sleurde haar met ene hand half recht en hief zijn vuist op om te slaan
't Was op het gepaste moment dat hij een forse duw naar achteren kreeg
Clovis wankelde en moest moeite doen om op zijn benen te blijven staan
Ach riep hij luid, het schoollief, komt gij nu ook al om een rammeling toch
Awel ge kunt dat krijgen nui ge hier zijt ik zal ui maar meteen de kop inslaan
Manten reageerde daar niet op, zijn aandacht ging naar Eileen op de grond
Zonder aandacht aan Clovis te schenken nam hij haar op om weg te dragen
Maar Clovis liet dat zomaar niet toe, dol van woede reageerde hij terstond
Wadde! Schreeuwde hij luid laat haar los bosaap of ik ga u nog vermoorden
Manten gaf daar geen gehoor aan wilde rap met Eileen naar de dokter gaan
Clovis sloeg hem midden in het gezicht, a ge luistert niet naar mijn woorden
Manten moest de ene slag naar de ander incasseren maar liep toch voort
Het bloed liep langs zijn gezicht maar hij liep door met Eileen in zijn armen
Clovis sloeg en schopte en verweet hem maar Manten raakte niet verstoord
Hij liep verder, vastbesloten Eileen hier niet bij dat monster achter te laten
Clovis beukte als een razende op Manten in maar toch zette Manten door
De dronken Clovis werd doodmoe en riep ik vind haar wel dat zal niet baten
Loop maar naar uw Champetterken zulle bosaap die laat mij wel met rust
En bij de Burgemeester moet ge ook niet meer zijn, die passen nu wel op
Ik heb hen eens goed gearrangeerd ik kan nu alles doen wat mijn hart lust
Manten weende bitter, niet van de slagen maar voor Eileen die zo bleek zag
Eileen dacht hij snikkend waar heb je dat verdiend, wat is Clovis een beest
Hij stond doodsangsten uit omdat ze bewusteloos en slap in zijn amen lag
Hoe gaat dat eindigen, misschien houdt ze er iets aan over, ik heb schrik
Het gewicht van de vrouw eiste veel krachtinspanningen maar hij hield vol
Ik moet verder of Eileen sterft, ik geef niet op al heb ik het gevoel dat ik stik
Maar ik mag niet opgeven want ze moet zo vlug mogelijk bij de Dokter zijn
Al strompelend liep hij het dorp binnen, en de mensen schoten hen ter hulp
Manten jong toch, ge zit vol bloed jongen wat is er gebeurt doet het erg pijn
A maer mens zie nu toch wat is er gebeurd, wie heeft jullie zo toegetakeld
Dat moet Clovis geweest hebben he 't is den eerste keer niet de smeerlap
Nu wist natuurlijk iedereen wat van Clovis, en verhalen werden opgerakeld
Enkele potige kerels namen Eileen van Manten over vlug de dokter en Kluis
Ze namen de zware last over en zeiden heeft iemand een bed voor haar
Hier riep iemand medelijdend, toe breng haar maar vlug binnen in mijn huis
Help die jongen zei de vrouw, hij zit onder het bloed, breng hem ook hier
Was zijn gezicht wat af want hij is totaal uitgeput, daar jongen zet u rap neer
Eileen werd in een bed gelegd maar de gewonde vrouw verroerde geen zier
De Dokter en Kluis waren er algauw, want Kluis was bij de Dokter op bezoek
Mensen zei de Dokter, ge zijt bedankt voor de hulp maar laat ons nu alleen
Manten gij moet hier blijven he, Kluis zal je verzorgen zet u daar in die hoek
De huisvrouw hielp de Dokter in de slaapkamer, om Eileen wat te wassen
Terwijl Kluis in de keuken druk bezig was met de verzorging van Manten
Hij stootte tegen een kom water, en zei oei straks hebben we waterplassen
Da geeft niet jong Kluis zei de vrouw, zeg maar als ik met iets kan helpen
Nee zei Kluis je hebt al genoeg gedaan, door die mensen hier op te nemen
Kijk zie Manten ziet er al wat beter uit ik heb zijn bloedneus kunnen stelpen
Ferme blauwe plekken maar niets gebroken, heeft Clovis u dat aangedaan
Manten knikte, en op dat ogenblik kwam de Champetter ook binnengestapt
'k Moe dat niet vragen he, diene Clovis weer he, wie zou u anders zo slaan
Manten knikte en wees naar de slaapkamer, ten teken dat Eileen daar was
Ja jongen ik heb er iets van gehoord, ik wacht tot Dokter straks buiten komt
Plots kwam iemand binnen, Clovis is dood! Hij ligt ginder in een bloedpas
Op zijn driewielkar, steendood! Hij is vermoord! Hij is de schedel ingeslagen
Manten heeft hem doodgeslagen, hij was daarnet met Eileen nog bij hem
Hij heeft Clovis vermoord en toen heeft hij Eileen nog naar hier gedragen
De Champetter werd spierwit. Zo zo! Zei hij, en hebt gij dat zien gebeuren
E be neenek hakkelde de man, maar ik heb de Clovis wel dood gevonden
Pas op manneke je zou daar wel eens lelijk je kleren kunnen aan scheuren
Het zou je wel eens duur te staan kunnen komen, voor valse beshuldiging
Zolang als er geen bewijzen zijn kan iedereen dat gedaan hebben, zelfs gij
Want als Manten het niet geweest is, uit gij tegen hem een grove belediging
Ikke! Zei de man, maar Champetter waar haal je het uit, ik vond hem maar
Dat kan iedereen zeggen zei de Champetter, je was er wel het eerst bij he
Trouwens loop je toch niet iedere dag op het land, allee wat deed je daar
De man bleef als aan de grond genageld staan. Ik wandelde daar gewoon
Hij schrok zo geweldig van de Champetter dat vlug neerzeeg op een stoel
Ik kom het dan nog zo vlug mogelijk zeggen zei hij en dat is nu mijn loon
't Is al goed zei de Champetter, maar je uit beschuldigingen zonder bewijs
Je kan daarmee veel leed veroorzaken, maar toch bedankt om te komen
Als iemand door een vergissing wordt opgesloten, betaalt hij een hoge prijs
Ga nu maar, doch ik wil geen beschuldigingen meer tegen gelijk wie horen
Zolang er geen bewijs is kan iedereen de moordenaar zijn goe verstaan
En pas op he manneke, ga nui ook niet in heel 't dorp de orde verstoren
De man ging snel heen en de Champetter wende zich dan naar Manten
Antwoordt mij nu eerlijk jongen, heb jij Clovis gedood uit verdediging of zo
Ge moet eerlijk zijn, de schijn is tegen u, zo denken ze langs alle kanten
Nu sprong Manten verschrikt recht en protesteerde met handen en voeten
't Is goed 't is goed jongen, ik weet het je zou dat nooit kunnen volbrengen
Maar als hoofdverdachte zal je hoe het mij ook tegenstaat mee moeten
Wees niet boos op mij he jongen, ik kan niet anders, zo spreekt nu de wet
Maar ik doe het ook wel om je in veiligheid te stellen tegen nieuwsgierigen
Je kunt hen niet tegenspreken en 't is beter dat ik grote moeilijkheden belet
Maar ik weet dat je de waarheid zegt en ik zal uw onschuld zelf bewijzen
Manten glimlachte de Champetter toe en stak heel gewillig zijn polsen uit
Hou op Manten ik doe je geen boeien aan zei de Champetter met afgrijzen
Dat is voor bandieten als Clovis, maar niet voor u, je bent toch mijn vriend
De glimlach op Manten zijn gelaat werd nog breder en hij knikte heel blij
Kom mijn jongen ik breng je nu weg, je hebt gij geen handboeien verdiend
De vrouw des huizes weende, die jongen doet zoiets niet, ik ken hem goed
Van kleins af aan ik heb hem zien opgroeien tot de man hij nu geworden is
Geloof me Champetter die jongen is niet iemand die zo iets vreselijks doet
Zijn moeder was mijn vriendin tot ze gestorven is, dat was een goed mens
Hij groeide op bij de grootouders ik volgde zijn leven toen nog op de voet
Later groeide wat van ons weg, weer kunnen spreken was zijn grote wens
Manten lachte blij en lei een hand op haar arm en een op zijn voorhoofd
De vrouw keek hem lachend aan, maar begreep niet wat hij wilde zeggen
't Is goed mijn jongen zei ze ik hoop dat men echt in uw onschuld geloofd
Hij wil zeggen dat hij het zich herinnert zei de Champetter, zelfs heel klaar
Och arme jongen toch huilde ze, je hebt toch al zoveel tegenslagen gehad
We zijn weg zei de Champetter en hij baande zich een weg door de schaar
Heeft hij dat gedaan Champetter riepen ze, de Clovis heeft wat hij verdiend
Ge moet die jongen niet opsluiten, hij heeft dat uit zelfverdediging gedaan
Wie zegt dat hij het gedaan heeft zei de Champetter, hebt gij dat uitgekiend
Ik breng hem voor zijn eigen rust weg en ik moet toch een verslag opmaken
De vrienden waren ook op het gerucht afgekomen, maak plaats zei Monten
De schare week en de Champetter was blij dat hij nu beter weg kon raken
Ik moet naar de plaats van gebeuren, Monten breng jij hem maar vlug weg
Er waren daar ook al veel mensen bijeen en de Champetter was ontstemd
Jullie treden de sporen kapot mensen, handelen jullie altijd zonder overleg
De mensen weken uiteen en de Champetter ging naar het slachtoffer kijken
Sjong sjonge zei hij dat moet een klap geweest zijn, de schedel ingeslagen
Het moet op de kar geweest zijn, allee het zou op het eerste toch zo lijken
Want ik zie geen enkel spoor die op het wegslepen van het lichaam duid
Clovis lag daar op zijn rug met zijn dode open ogen naar de lucht te staren
Hij stierf zoals hij geleefd heeft, als een echt wild beest! Riep iemand luid
Mensen kalmeerde de Champetter het volk, 't gaat tenslotte om een mens
Ne mens riep er eentje, is dat ook een mens, een varken ja! En niets meer
Alle dagen zijn vrouw en kinderen slaan, mee een emmer bier in zijn pens
Al die iets heeft zien gebeuren, blijft staan de anderen mogen nu naar huis
En al wie blijft staan ga ik ondervragen zei de Champetter, dus wie eerst
Opeens moest iedereen ergens naartoe. De enige die overbleef was Kluis
Die ook juist en kijkje kwam nemen, sjonge dat moet een klop geweest zijn
Heel diene schedel kapot en de nek gebroken ook, kijk hoe zijn hoofd ligt
Die was op slag dood, 't moet heel rap gegaan zijn niet veel tijd voor pijn
Dat is niet het werk van Manten zulle zei Kluis, die jongen kan zoiets niet
Dat is volledig tegen zijn principes, er moet nog iets anders tussen zitten
Dat hij zo raar op die kar ligt, zo gelijk gesmeten, wreed als ge dat zo ziet
Ja ik heb al veel doden gezien zei de Champetter, maar die ligt toch raar
Ik laat hier een draad rond spannen, de hoge mannen moeten nog komen
Voor hem maakt het niets meer uit, hij helaas is met zijn levenswerk klaar
't Was wel een grote schurk, maar zoiets wenst men hem toch ook niet toe
Awel da weet ik nog zo goed niet zei Kluis, ik hoorde hier toch rare dingen
Och zei de Champetter, wat heethoofden, dat roepen worden ze rap moe
Hoe zal Eileen daar op reageren? Ze staat er nu alleen voor, gans alleen!
Dat weet ze al zei Kluis, ze was al wakker toen ze het u kwamen zeggen
Ze zei er geen woord over, ze zei alleen Fientje van Pere zend die er heen
Naar mijn kindjes toe vlug, die kennen ze goed. Toen sloot ze haar ogen
We weten niet of bewusteloos viel, maar ze reageerde alleszins niet meer
Ze heeft het zeker heel goed begrepen maar ze toonde geen mededogen
Hoe zou je zelf zijn zei de Champetter, die vrouw heeft wat meegemaakt
Het is aan de ene kant een verlossing, en aan de andere kant een drama
Zoals het was kon het niet blijven duren, Clovis heeft haar leven gekraakt
Ze heeft een zucht van verlichting geslaakt, dat meende De dokter nadien
Maar hij zei dat alleen tegen mij, er viel een last van haar af ze wou slapen
Daar kan ik gerust inkomen zei de Champetter, ach de wacht komt al zien
Twee mensen van de gemeente deden wat de Champetter hen op droeg
Allee zei de Champetter tegen Kluis, we gaan dan maar weer naar het dorp
Eén man hielt de paaltjes stevig vast terwijl de andere ze in de grond sloeg
Gaat het wel gaan vroeg de Champetter, anders vraag ik er nog wel een bij
Ja ja Champetter lachten ze, we moeten niet bang zijn he hij is toch dood
Als ge hulp nodig hebt zei de Champetter langs zijn neus weg, zeg het mij
Alles is onder controle gekten ze terug, we trekken wilder hier wel ons plan
Hij zal ons niemeer lastig vallen, en Eileen es ter nui ook van verlost waar
O thij der nui nog deure komt he awel dan geven wij hem der ne keer van
Daar kan ik inkomen lachte de Champetter, en niemand er bij laten hoor
Ze hebben daar bijna alle mogelijke sporen vertrappeld, hoe is 't mogelijk?
Ba nee gij Champetter we kennen onze job zulle niemand komt er nog door
Monten kwam na zijn opdracht met zijn fiets het dorp ingereden es Pruike hier
Khe ghoord da ze zo vreselijk geslagen is, en es 't waar da Clovis dood es
Jaet zei een oude man, jaejaet en goe steendood doet het ui geen plezier
E be nee zei Monten verontwaardigt 't es toch ook ne mens he, allee dood
En ze steken da tons op Manten de sukkelaere, die doet geen vlieg kwaad
Der moet iets anders tussen zitten, jongens toch, die zit natuurlijk in nood
Kluis en de Champetter kwamen er juist aan. Ach zei Monten ge zijt daar
A ja he Monten 'k moe 'k ik ook mijn werk doen he, al es dat nie plezant
Da koest zo nie blijven duren he Champetter, maar de uitkomst es zwaar
Kande gij geloven da Manten da gedaan he, da bestaat toch niet he zeg
We kennen Manten op ons duimke, 'k zoe zeggen 't is een open boek
Es ter iemand vreedzamer dan hij, hij legt niemand een stro in de weg
O ter iemand es die tegen geweld es, dan es het toch zeker wel Manten
't Is dat wat ik ook altijd maar zeg zei de Champetter, het is van hem niet
Maar ja de schijn is tegen hem, en het gerucht komt van langs alle kanten
Ik moest hem wel oppakken iedereen zwermde rond hem, hij moet rusten
De dokter kwam het huis uit, ik ben wat gebleven zei hij voor de zekerheid
Hou het volk hier weg want het loopt hier nu storm van op nieuws belusten
Het is een bijzonder sterke vrouw ze komt er gelukkig wel gauw bovenop
Maar dat haar man dood is doet haar blijkbaar niets, ze heeft veel geleden
Toen ik vroeg of ze wist wie Clovis dode schudde zacht nee met haar kop
Ze mag niet vertransporteert worden voorlopig, ze mag gelukkig hier blijven
De huisvrouw heeft nog een bed, dat probleem is dan toch al van de baan
Sjonge zei Kluis dat moet lukken zeg, dat is een van die drie lasterwijven
Ze gaan nu wel stof genoeg hebben om te babbelen, ik vrees er wat voor
Och zei Pruike, babbelen doen ze toch hoor, dat verandert daar niets aan
Allee mensen ik kan hier niets meer doen voorlopig ik ga der maar vandoor
Wij gaan nog even bij Eileen zei de Champetter, is zij in staat te spreken
Ja zei Pruike maar niet te lang he, ze moet de gebeurtenissen verwerken
Ik heb de huisvrouw verwittigd dat ze bezoekers op tijd moet buitensteken
Ja lachte de Champetter en haar kennende zal ze daar ook baas spelen
Maar we hebben niet veel tijd nodig hoor, alleen de nodigste formaliteiten
Voor één ding moet de huisvrouw niet bang zijn we gaan niet om te stelen
't Zou daar nog aan tekortkomen lachte Pruike, de Champetter dan nog
Eileen lag reeds met wakkere klare ogen te kijken toen ze binnen kwamen
Ik voel me nog en beetje moe zei ze, je weet wel he gewoon een beetje log
Tja dat kan ik begrijpen zei Kluis, kan je goed tegen het licht van dat raam
Anders dempen we het wel gedeeltelijk af als ge last hebt van uw ogen
We waren ongerust om uw toestand wij met de gehele buurt hier tesaam
Ze knikte en glimlachte hen toe, maak je maar niet zo bezorgt hoor Kluis
Jamaar zei Kluis de dokter zei dat we rustig moesten zijn als we kwamen
Och zei ze dat loopt wel goed hoor, ik moet zelfs zo vlug mogelijk naar huis
Ik word hier goed verzorgd hoor je hoeft niet bang te zijn om luid te spreken
Kluis moest onwillekeurig lachen, Eileen meiske zo rap zal dat niet gaan
Als ge niet rust zei de Champetter ga ik u met bed en al in den bak steken
Eileen schoot in een lach, au aie oei, Champetter toch dat lachen doet pijn
Ahum zei de Champetter, ge weet het dus toch al wat Clovis is overkomen
Ja zei ze en haar gezicht betrok, Champetter we zaten niet op dezelfde lijn
Je weet hoe we uit elkaar zijn gegroeid, mijn hart is dood wat hem betreft
Ik wenste hem zoiets niet toe, verre van dat, maar ik voel geen echt leed
Hij heeft mij teveel aangedaan, en 't is dat wat me boven zijn dood verheft
Ik voel geen verdriet of pijn, ik zou eerder zeggen dat het een verlichting is
Als ik nu genezen zal zijn ga ik rap naar mijn kinderen terug, zonder schrik
Met de zekerheid dat niemand mij of hen nog zal slaan, zo vrij als een vis
Of als een vogel, als ge het anders wilt uitdrukken, wij zijn nu allemaal vrij
Mijn kindjes zullen niet alle dagen op hun kamer opgesloten moeten zijn
Maar buiten kunnen spelen in de vrije natuur, echt zonder schrik vrij en blij
Neen je hoeft mij niet te beklagen omwille van zijn dood, ik sta daar boven
En wat de boerderij betreft, ik zal ze wel doen draaien, voor mijn kinderen
Ze zullen nooit iets tekort komen als het aan mij ligt dat kan ik jullie beloven
Wat betreft zijn overlijden kan je mij daar misschien nog iets over vertellen
Neen zei ze nadenkend, hij sloeg mij genadeloos en plots wist ik niets meer
Van wat met Clovis gebeurde weet ikzelf niets, of wie hem wilde neervellen
Ik werd hier wakker in dat bed, en volgens ik hoorde bracht Manten mij hier
En ik maak mij erge zorgen om die jongen, want nu verdenken ze hem nog
Die jongen heeft dat niet gedaan, hij trapt nog niet opzettelijk op een mier
Dat weet ik Eileen, er moet daar iets anders gebeurd zijn, maar ja he wat?
En de Champetter draaide diep nadenkend aan zijn snor terwijl hij dat zei
Champetter wil je Manten bedanken namens mij zei Eileen, hij verwacht dat
Hij weet dat ik iets van mij zal laten horen en ik wil weten hoe het hem gaat
Kluis help het hem onthouden he, ik wil niet dat hij door mij moeilijk heeft
Ik vergeet zoiets alleszins niet zei de Champetter voor niets dat er bestaat
We gaan nu maar he Eileen, of de huisbazin zet ons hier straks nog buiten
Er werd op de deur geklopt. Uwen tijd is om zulle mannen. Dokters orders!
Zie je wel lachte de Champetter, rap weg toe of ze schopt tegen ons kuiten
Eileen moest weer lachen, oei aie dat doet pijn och Champetter deugniet
Ge moet dat mens gerust laten zei de huisvrouw, die kan daar niet tegen
Ach jamaar tons zei de Champetter, had dat eerder gezegd ik wist dat niet
Ja zei de huisbazin, die mannen he, die houden nergens rekenschap mee
Dat peist allen maar op hulder eigen, ziede gulder niet dat Eileen moe es
Vooruit Champetter of niet hoor naar buiten, en gulder ook allemaele allee
Awel zei de Champetter, als gij zoveel van de mensen houd, ik weet wat
Hoedadde zei de vrouw, vertel ne keer Champetter, is het heel speciaal
'k Zou het geloven zei Champetter, aan niemand anders vertrouw ik dat
Allee jong laat eens horen, ik ben benieuwd zulle, allee toe jong laat horen
Kijk zei de Champetter, Manten zit helaas in de cel en heeft geen eten he
Wil jij hem eten dragen, maar als het niet gaat, ik wil je echt niet storen
Maar gij alleen krijgt die eer zulle en dan kunt gij alles aan Eileen vertellen
En ik alleen mag dat doen, vroeg ze verwonderd, en ik mag gans alleen
Gij alleen, zei de Champetter, ik zal de wacht eerst ne keer de les spellen
Is dat echt Champetter? En ik mag met Manten spreken zoveel als ik wil
Zeker zei de Champetter op voorwaarde dat ge dan alles aan Eileen vertelt
En ja natuurlijk! Niet teveel lawaai maken he ginder, spreekt een beetje stil
Ga weet toch dat Manten niet kan praten, gaat ge zijn tekens wel verstaan
Ja ja ja zei ze ik heb hem zo dikwijls les zien krijgen van zijn grootmoeder
Ik ben daar nog mee bevriend geweest, dus geen probleem dat zal gaan
Sjonge wat een eer zeg ik mag daar maar alleen bij ik ga direct met eten
Allee tot later dan zei de Champetter, en lachend ging hij met Kluis heen
Sjonge zei kluis, dat heb je mooi gelapt, nu zullen ze alles van elkaar weten
Die loopt van Eileen naar ginder en van ginder terug om alles te vertellen
Dat is de bedoeling lachte de Champetter, ik zelf heb daar geen tijd voor
Ik heb er nu al genoeg van hoor al die vragen die de mensen mij stellen
Monten was buiten blijven wachten om te horen wat verhaal er rond ging
Maar het kwam altijd op hetzelfde neer, ze dachten dat het Manten was
Het is een brave jongen dadde wel maar toch ook een beetje zonderling
Hij maakte zich kwaad. Zijde ne moordenaar omdat ge niet kunt spreken
Wa zijde tons als ge blind zijt, oftewel doof, ook moordenaars misschien
Willen we nie beter alle mensen die anders zijn direct in den bak steken
Maer Monten jong dat bedoelen wij niet, Manten hing wel gans vol bloed
E natuurlijk zei Monten dienen bandiet had hem in het gezicht geslagen
Zeg Monten, Clovis kan zichzelf de kop nie inslaan he, begrijpte da goed
Ik ben geen uilskuiken zulle bulderde Monten, misschien was jij het wel
Of gij of den dienen daar, elk eenieder die hier staat kan da geweest zijn
En o ter nui nog enen durft zeggen 't es van Manten, he 'k hem bij zijn vel
We zijn net op tijd terug zie zei Kluis of zu subiet borstelt Monten er nog in
Maar er was 'ter geen één die Montens verbod overtrad, gek waren ze niet
Monten bekeek hen van uit de hoogte en verliet hen met opgeheven kin
Smerige valsaers mompelde hij nog, 'k zoe ze zo een peire keunen geven
De Champetter trachtte hem te kalmeren, de mensen zijn azu he Monten
't Es gelijk zei Monten 't gaat hier om de toekomst van Manten zijn leven
Ge moet toegeven zei de Champetter dat alle schijn tegen hem is newaar
Aha riep Monten, ge zegt het daer zelve, de schijn he de schijn dat es al
Maar zu iets doet die jongen niet, da gelove 'k ik nog in geen honderd jaar
Eileen lag in haar eentje na te denken over het leven die ze met Clovis had
Ze keek naar de gouden ringen die ze in hun prille begin van hem kreeg
En een gevoel van walging kwam in haar op, ik ben die dingen al lang zat
Met vastberadenheid schoof ze nu haar trouwring en nog twee andere af
Peleke riep ze, Peleke! Wilde nu ne keer komen, ik moet je iets laten zien
Is er iets mis meiske schrok de huisvrouw en ze kwam subiet op een draf
Nee nee zei Eileen kijk eens naar die ringen, het is goud, vind je die mooi
Och maar jonk zei Peleke, azu een schone dingen, 't zijn vreende schone
Ik kreeg ze in het begin van Clovis, wil je ze, of wil je dat ik ze dan weggooi
Ik wil niets meer dat van hem is zei Eileen, het zijn slechte herrineringen
Ik moet het je zeker niet vertellen he Peleken, iedereen weet het hier wel
Alleen die trouwring wil ik dat je hem verbrand, ik wil ze nu kwijt die dingen
A maer mens toch zei Peleken, ga je die echt aan mij geven, maar mens
Zuiets schoons he 'k ik mij nooit nie kunnen permitteren, ze zijn zo schoon
Hier zei Eileen, ze zijn van u, ik ben ze kwijt en ik vervul meteen uw wens
Ge geeft mij dat nu toch niet omdat ik voor u zorg he ik zou dat niet willen
Nee wees gerust Peleke ik wil ze absoluut kwijt, anders gooi ik ze toch weg
A maar dan wil ik ze wel, heel graag, als ik daarmee uw onrust kan stillen
Maar beloof mij de trouwring te verbranden, ik wil dat ding nooit meer zien
Ik zal dat heel zeker doen meiske en nooit zal iemand daar iets van weten
Dank u wel Peleke, gij denkt nu zeker Eileen is toch maar een rare trien
Ge vergist u in mij zei Peleke, ik ben een kletskous, maar ik begrijp u wel
Voor u zijn die ringen nare herinneringen, maar voor mij zijn ze alleen mooi
Juist zei Eileen, neem ze maar en weet dat ik heel mijn vertrouwen in u stel
Ik zal uw vertrouwen niet beschamen meiske, niemand zei dat al tegen mij
Peleke was aangedaan door Eileen's vertrouwen en pinkte een traan weg
Ik moet nu vlug met eten naar Manten zei ze, en ik voeg er uw groeten bij
Dat is mooi van u zei Eileen, en bedank hem omdat hij hier heeft gebracht
Dei arme jongen zit nu door mij opgesloten, daar heb ik heel veel spijt van
Hij zal willen weten hoe ik het stel, ik weet dat hij alleszins nieuws verwacht
Wel dat es just gepast zei Peleke, ik breng Manten een uitgebreid verslag
Doe dat Peleke en weet mij later te vertellen hoe die jongen het daar stelt
Daar kan je vast op rekenen lachte Peleke ik breng hem toch eten elke dag
Aja zeg Peleke, ik heb thuis nog zo ne ring liggen en die krijg je ook erbij
A maar meiske nog zo ne schone ring ik kan dat toch niet al tegelijk dragen
Dan moet je ze maar afwisselend dragen, je mag ze ook weggeven van mij
Weggeven? Zei Peleke, awel ja, ik heb twee goede vriendinnen mag dat?
Gade dan niet boos zijn? Wij zouden er dan elk één hebben, elk zo ne ring
Wij met zijn drieën, mensenlief, haar gezicht straalde, hohohooo dat is wat
Maar alleen als ik mag van u he meiske, maar 't zou wel vree plezierig zijn
Jongens jongens mijn vriendinnen zouden nagal verschieten, azo ne ring
Het zijn de uwe Peleke, doe der mee wat ge wilt, ik vind dat zelfs heel fijn
Echt lachte Peleke, hohohooo, 'k zie ons daar al lopen, alle drie bij mekaar
Mee azu ne schone blinkende gouden ring, hohoooo ze zullen nogal kijken
Bedankt he Eileen ik ben nui zere weg mee zijn eten ik sta der al mee klaar
Eileen lachte haar vergenoegt toe, en Peleke vertrok toen naar het gevang
Het moet nui toch wel lukken zeker, ze kwam juist haar vriendinnen tegen
Geen tijd nu riep Peleke, tot vanavond ik moet nu weg maar niet voor lang
En weg was ze, de anderen met verstomming achterlatend, wat is dat nu
Geen tijd voor ons, e maar mens toch, daar he 'k ik echt van verschoten
Allee! Tegen uw vriendinnen zo maar vlakaf zeggen ik he geen tijd voor u
Jamaar zei de ander, ze weet iets speciaals, we moeten vanavond komen
O ze ons niemeer zoe willen kennen zoe ze ons nie uitnodigen he mens
Nee nee der moet iets op hare lever liggen, ze is iets aan het klaarstomen
't Zal da zijn zei de eerste weer, anders zoe Peleke da niet doen, alleszins!
Wa zoe da keunen zijn zeg. Zo zaten zij elkaar nieuwsgierig gaar te stomen
Daar moeten wij meer van weten, je hebt gelijk jonk Peleke is iets van zins
Hierzie mijne jongen was het eerste dat Peleke tegen Manten zei ui eten
Manten keek haar verwonderd aan en vroeg met tekens om meer uitleg
Waarom zij met eten komt en of ze misschien ook iets van Eileen zou weten
Dat es heel simpel zei Peleke ik ben aangesteld om voor ui eten te zorgen
En 'k moest ui de groeten doen van Eileen, maar ik komme nog were zulle
Vandaege nie alleen zulle manneken, alleszins ook mogen en overmorgen
Ge weet allicht wel al 't een en 't ander van de Champetter en ook van Kluis
Manten knikte en deed teken dat toch nog meer wilde weten over Eileen
Ik kom ui iedere dag nieuws brengen jongen, ze blijft nog wat in mijn huis
Manten stak zijn duim omhoog waarmee hij te kennen gaf dat het goed was
Allee zei Peleke en nui eerst eten zulle, anders vertel ik ui geen woord meer
Zijn maag rammelde van den honger dus kwam dit maaltje zeker van pas
Toen vertelde Peleke het hele verhaal, ook van die ringen die ze kreeg
En hoe is' t met u jongen, en wat moet ik zoal aan Eileen over u vertellen
Het heeft je gesmaakt he jongen ik zie het wel je at helemaal je bord leeg
Hij maakte Peleke duidelijk dat ze zich geen zorgen moet te maken over mij
Alles komt wel goed, ik heb niets misdaan, dat zal het onderzoek uitwijzen
En Peleken antwoordde deze keer ook met tekens en Manten lachte blij
Hij wist dat ze hem heel goed verstond en hij gaf haar dankbaar een hand
't Is niets jong zei ze aangedaan, we kennen elkaar al lang he mijn jongen
't Is raar he, maar door dat geval schept dat gelijk weer een nieuwe band
Manten lachte en knikte dapper van ja en Peleke was nog meer aangedaan
E maer mensenlief toch zei met bevende stem, ik krijge ne krop in mijn keel
Jongen houd ui goed he en niet tevele piekeren, maar nui moet ik echt gaan
En Peleke trok met goed moed naar huis om Eileen het nieuws te brengen
Ze kwam Kluis tegen die nog kwam informeren naar Eileen haar toestand
Naar huis! Nee nee zei hij, We zullen haar rustdagen nog moeten verlengen
Ja ja zei Peleke laat ze maar wat bij mij, ik zorg voor haar en Manten gelijk
Zo weten ze dan ook langs weerszijden hoe het met hun gezondheid staat
En Eileen kan goed uitrusten ze weet dat ik geen minuut van haar zijde wijk
Allee figuurlijk gesproken he, ik bedoel dat ik daar bijna altijd aanwezig ben
Niet in haar slaapkamer maar in huis, als ze maar even roept ben ik daar
En met die jongen kan ik ook goed overweg omdat ik hem al heel lang ken
Ja Peleke jong ze had het niet beter kunnen treffen, ge doet een goed werk
Maar 't is een hele brave ook he zei Peleke, ik heb ze nog niet horen klagen
Ja! Zei Kluis 't is haast niet te geloven, dat vrouwtje is buitengewoon sterk
Ha Kluis zei Eileen, ik ben blij dat ik u nog eens zie, wil je wat doen voor mij
Zeker jong Eileen, zeg maar op kindje, waar kan ik u een plezier mee doen
Breng als 't u belieft samen met Fientje mijn twee kindjes hier aan mijn zij
Dat zal ik zeker voor u doen Eileen, ik ga daar nu meteen werk van maken
Ze vragen altijd naar u da begrijp je wel al zijn daar heel goed hoor bij Fientje
Ze zullen in de wolken zijn hoor en een blijde zucht van verlichting slaken
Dank u wel Kluis, ik wist dat ik op u kon rekenen, je bent een goede vriend
Kluis glimlachte gelukkig, maar dat spreekt nu toch vanzelf he jong Eileen
Voor u wel Kluis zei Eileen, ik waardeer dat, ik ben daar echt mee gediend
Kluis glunderde, dat was zijn leven, mensen in nood een beetje bij staan
A zei Eileen wil je meteen eens kijken in dat metalen doosje op de schouw
Er zit een ring in, breng hem mee, ik heb mijn ringen van Clovis weggedaan
Zoals je wilt meiske zei kluis, dat komt voor mekaar, rust intussen maar wat
En dat deed Eileen ze sloot doodvermoeid de ogen en sliep onmiddellijk in
Toen ze wakker werd zuchtte ze van blijdschap. Raad eens wie daar zat?
Natuurlijk! Haar twee kinderen die haar met een klinkende zoen toelachten
Moeke we zijn zo blij dat je al een beetje beter bent, we zien u toch zo graag
Dank ulder Kluis en Fientje dat jullie mijn kinderen zo rap bij mij brachten
De kinderen knuffelde moeder heel voorzichtig om haar geen pijn te doen
Natuurlijk vloeiden er ook traantjes, maar het weerzien was zo hartelijk
Ze aaiden teder over moeders handen en wisselden af en toe een zoen
Ze weten alles zei Fientje vlug, van voorbij lopende kinderen, zelfs subiet
Ze waren heel erg ongerust over hun moeder, en wilden u heel vlug zien
Maar de dood van hun vader zei hun niets, nee echt het deerde hen niet
Ze zeiden alleen, 't zal nu wel gedaan zijn met ons moeke zo hard te slaan
We zijn nu eindelijk gerust he moeke zei het meisje hij deed u altijd zo pijn
En nu mogen wij buitenspelen he en in haar oogjes blonk een dikke traan
Kom zus zei het jongetje je moet nu niet meer huilen, het is nu al voorbij
Als mama naar huis mag komen, zullen wij heel goed voor haar zorgen
Dan wordt ze weer gezond en dan werken wij samen op onze boerderij
Eileen huilde, ach lieve schatten zei ze het is helaas nog niet voor morgen
Dat zal nog wat aanslepen, maar ik zal mijn best doen om er door te komen
Wees ondertussen braaf en gehoorzaam aan die mensen die voor u zorgen
Ik en Mientje en Trientje en Maartje nemen ze elk op onze beurt in ons huis
Zo leren ze ons en de kinderen goed kennen, dat zal hen zeker deugd doen
Maak u dus geen zorgen over hen want ze hebben altijd een goede thuis
O dank u Fientje zei Eileen, mijn twee kinderen betekenen alles voor mij
En er valt een zware last van mij als ik hoor hoe goed ze zijn opgevangen
We laten u wat alleen met de kinderen zei Fientje, u zien maakt hen zo blij
Ach ja hier de ring waarom je vroeg zei Kluis ik was het bijna glad vergeten
Dank je wel Kluis, omdat je met Fientje en de kinderen zo rap zijt gekomen
Ik had hen nu toch zo hard ne keer nodig, ik zal dat nooit meer vergeten
Het bezoek mocht echter niet te lang duren want het werd stilaan wat later
De kinderen moesten straks naar bed en ze moesten nog naar huis ook
Allee bij Fientje, en ze moesten nog wat gewassen worden met lauw water
Ja 'k hoor het al lachte Eileen, ze worden daar goed in de watten gelegd
En ja zeg het valt mij op, ik heb Pere hier nog geen enkele keer gezien
Hij voelt zich schuldig zei Fientje, omwille van Clovis, dat heeft hij gezegd
Omdat hij er toen zo vurig voor gepleit heeft om hem toch maar vrij te laten
O maar de sukkelaar zei Eileen, hij heeft daar helemaal geen schuld aan
Vroeg of laat ging dat toch gebeuren, ik had dat zelf al heel lang in de gaten
En Nolle vroeg Eileen ook schuldgevoelens? Dat is onzin beste mensen
Zeg hen dat ik hen zo graag wil zien omdat ze zich voor mij hebben ingezet
Zoiets moest gebeuren! Ik verwacht hen eens en doe ze mijn beste wensen
Ze staan buiten zei Fientje, met Maartje, zeg ik dat ze moeten binnenkomen
Ech natuurlijk zei Eileen wat zijn da nu voor streken allee roep ze nu maar
Ze moesten meekomen van mij zei Fientje, anders gaan ze er van dromen
Eileen moest er hartelijk om lachen oei aie ei schei uit Fientje dat doet pijn
Fientje moest er zelf om lachen, och het spijt mij maar het vloog er zo uit
Ik ben weg met de kleinen en zend hen binnen dat ze eindelijk gerust zijn
De kinderen gaven moeder nog gauw heel voorzichtig een hartelijke zoen
En toen gingen ze heen met Fientje en K.luis die hen vergezelde naar huis
Op bevel van Fientje schoven de anderen binnen, aja wat moesten ze doen
Ze wilden zich meteen verontschuldigen maar kregen geen enkele kans
Ach eindelijk zei Eileen, wat ben ik blij jullie te zien ik heb u al lang verwacht
Diegenen die zich toen zo hard voor mij hebben ingezet en ook nog thans
Ik wist dat ik op jullie kon rekenen, en dat je voor mijn kinderen zou zorgen
Ik ben jullie zo dankbaar he, 't is maar in nood dat men zijn vrienden kent
O zei Pere wat gerustgesteld wij brengen ze alleszins nog ne keer, morgen
Dat zou mij plezier doen, aja ik kan hier nog niet direct weg zoals ge ziet
Zoiets ging toch ne keer gebeuren he, het hing zo al maanden in de lucht
Niemand kon dat echt voorzien, vooral mensen van buiten ons gezin niet
Clovis was een meester bedrieger, schijnheilig, laf, vals en heel gemeen
Ik was wel voorbereid op een onaangename thuiskomst maar niet zo erg
Hij wou mij precies doodslaan, zo erg verwachtte ik het niet, zo wreed neen
Maar was hij sebiet vrijgelaten dan was de uitslag net hetzelfde geweest
Zelfs al had men hem enkele jaren opgesloten, eens kwam hij toch vrij
Hij moest mij toch hebben om zijn woede op te koelen hij was een beest
Ik wenste hem zo geen dood toe maar ik zal er geen ogenblik voor treuren
Integendeel ik voel mij bevrijd en opgelucht en kan nu zonder angst leven
Neen vrienden niemand kon daar iets aan doen hij ging mij verscheuren
Het was even stil, en Pere en Nolle voelden zich ineens gans opgelucht
't Is nu voorbij he Eileen zei Nolle ge gaat u nu goed moeten herpakken
Dat ben ik van plan zei Eileen, ik ben niet voor werk en aanpak beducht
En ik ga mijn werk zelf doen ik wil van niemand afhangen hulp wil ik niet
Eileen zei Pere serieus, gij ligt hier en uw beesten zijn thuis zonder eten
Ook de koeien moeten gemolken worden, ik weet niet hoe gij dat dan ziet
Ge zijt hier nog van de eerste dagen nog niet weg hoor, hoe moet dat dan
Oeioeioei verschoot Eileen, dat was mij mee al mijn miserie ontschoten
Mensen toch hoe is dat mogelijk allee zeg dat ik dat zomaar vergeten kan
O mens toch mijn beesten, maar jongens jongens ik moet zere naar huis
Ze probeerde meteen recht te kruipen, maar viel met een kreet achteruit
Ze begon van onmacht te huilen o mens toch ik zit voor een gesloten sluis
Mijn beesten zullen ziek worden van den honger ik mag er niet aan denken
Kalm kalm kalm maande Pere haar vriendelijk aan, daar is al voor gezorgd
Je bent wat overstuur, maar nu je dat weet zal het u verlichting schenken
Hoe? Vroeg Eileen verwonderd, wie heeft dat dan gedaan, al dat werk
Wij zei Nolle, en Monten is nu ook nog bezig, maar wij zijn nu even hier
We begrijpen dat ge van niemand wil afhangen, maar ge zijt nu niet sterk
Laat ons u helpen tot ge weer op eigen benen staat en schop ons dan weg
Die koeien kunnen niet wachten om gemolken te worden tot ge thuis zijt
Ze moeten naar de wei en terug, redeneer nu toch eens met wat overleg
De varkens zouden van honger vechten en tieren dat horen en zien vergaat
Toen wij het ons realiseerden dat we moesten ingrijpen was het al haast bal
Ze zaten al grauw van den honger je hoorde ze luid tieren tot op de straat
We moesten wel optreden, allee we konden ze toch niet laten doodgaan
Akkoord? Vroeg Pere, alleen tot uw plan kan trekken, wat denk je er van
Als je straks beter bent en thuiskomt moet je ons maar gewoon ontslaan
Eileen zuchtte opgelucht, goed zei ze maar ik ga der jullie voor betalen
En we gaan dat nu op papier zetten, ik ben geen profiteur van mijn vrienden
Voor niets gaan we dat niet doen he zei Pere ik ga een papier gaan halen
Kom Nolle kom hier eens bij mij zitten, we schrijven op hoeveel we vragen
En samen zaten ze daar te rekenen en cijferen als echte zakenmensen
Zo zei Nolle het staat nu al op papier en we houden vast aan die bedragen
Eileen schrok wat van hun ernstig gezichten, ja zei Nolle zaken zijn zaken
Hij gaf haar het papier in handen, en Eileen lachte blij uitgelaten en luid
Auw aie oeioei riep ze door haar lachen heen mensen wild ge nu staken
Ge gaat mij nog gans ziek maken hahahahaa eie oei hou daar nu mee op
Ge zit daar twintig minuten te rekenen en hahahaa gijlie zijt echte ezels
Eileen kreeg haast de slappe lach, oeioei zuchtte ze ik krijg ne zere kop
Waar halen jullie toch die zotte streken uit, Pere wil een grote liter melk
En Nolle wil een koddeken van een zwijn als ik er nog ne keer een slacht
Dan nog ne vetten varkenspoot voor Monten en dan nog een ei voor elk
Eileen hield hard haar hand voor haar mond, niet lachen dat doet zo pijn
Jamaar tekenen he zei Pere ernstig, een contract is een contract newaar
Peleke riep Eileen help Peleke, doe ze ophouden hou ze toch aan de lijn
Dat lachen doet zo'n pijn aiai toch en dat dan nog op zo nen triestigen dag
Peleke kwam afgestoven, gulder grote loeders is dat hier haast gedaan ja
Ziede gulder niet dat da kind daar zo veel van afziet en dat dit niet mag
Ja ja Peleke zei Nolle, he gij gelijk jong en daarbij we moeten nu toch weg
Monten zal ons al verwachten, we waren afgesproken en 't is nu hoog tijd
Ge waakt gij goed over uwe zieke hoor ge doet dat zelfs met veel overleg
Pere trok een oogsken naar Eileen die om niet te lachen in haar deken beet
En ze trapten het af, dag Peleke, zorg maar goed voor uw kindje Eileen
't Is toch een brave he zei Peleke nog, en ge verlichtte toch wat haar leed
De mannen waren nauwelijks weg of Peleke haar vriendinnen stonden daar
We wisten het wel al van Clovis en dat Eileen hier was, maar ja al dat volk
Laten we maar wachten tot iedereen weg is zeiden we, dan zijn we tegaar
He gelijk jong zei Peleke want 't he hier al wa geweest zulle heel den dag
Eileen is gairen gezien in Stillegem de mensen hen medelijden met haar
Ze zoen zij al willen komen maar ze weten dat het van de Dokter nie mag
Maar kom iedereen moet geholpen worden he, en Eileen is een braaf kind
'k He ze van al den tijd da ze hier es nog geen woord horen klagen, echt he
Ondanks heuren moeilijken toestand he es da meiske nog altijd welgezind
We mogen haar toch ook ne keer zien he Peleke, ze kent zij ons nog wel
Maar beja zei Peleke, al kwam ze de laatsten tijd nie vele meer naar 't dorp
Wie zoe der ons nui vergeten, die babbelwijven, die vergeten ze nie snel
Ze lachten hartelijk, och der moeten der van alle soorten zijn he newaar
Dat es just jonk Alma zei Peleke, 't es al da we hen en da es wa babbelen
Zeg Arlet he gij toch ne splinternieuwe kam gekocht zeker voor in ui haar
Want ik he den dienen nog nie gezien zei Peleke, komt hij van langs hier
Nee zulle zei Arlet 't es enen van Gent, een kennis heeft da meegebracht
Ge weet wel he, die fikse madam van Knesselaere, ze gaat azu heel fier
Ajajaja de die zei Peleke, en ze he schone witte tanden o ze lacht waar
Jaes zei Arlet, ze es wel een beetje fier maar toch heel vriendelijk zulle
Ze is nu niet ijdel hoor maar wel heel een beetje hovaardig op heur haar
Jamaar zei Peleke ze mag da zijn ook want z' he echt schoon haar ook
Jamaar zei Arlet 't es een brave zulle, en een goede kenesse van mij he
't Es dus de die zei Peleke die daar ineens bij ons op de markt opdook
Juste zei Arlet, 't es de die dak wildige zeggen, es' t genen schonen zeg
Ne vreende schonen zei Peleke, mee zu allemaal blinkende steentjes op
Ge tiept gij nogal zeg, mee nog een beetje loopt ge nog mee ne vent weg
Luid geschaterlach, jamaar zei Arlet 'k he 'k ik nog veel keure ook zalle
E jamaar zei Peleke 'k gelove 'k ik dadde nog azu een pronte madam
Ge zoe dat toch niemeer doen zeker zei alma, ge zijt toch zu geen kalle
Ja be neek lachte Arlet, zo stom benne 'k ik nie 'k ben gairen zelf baas
'k Zoe nie gairen de slave zijn van ne vent, nie hoor dat es niets voor mij
Ach zei Alma, 'k peisdege al in mijn eigen es die nui eigenlijk zo dwaas
Wa zoede gulder doen zonder mij he lachte Arlet, ik blijve schoon alleen
Ik doe nui precies wa da 'k ik wille, en ik ga en komme o 'k ik goeste he
En mee ne vent zitte daar de reste van ui leven mee ne blok aan ui been
De vrouwen schaterden het uit. Hé riep Eileen laat ulder nui ne keer zien
E maar kindje zei Peleke we dachten da je sliep, we komen wij subiet zie
Snel dromden zij nu samen Eileen's slaapkamer in, binnen een tel of tien
Want Alma en Arlet waren heel nieuwsgierig 't was hunnen eesten keer
E maar schatteken toch schrok Alma, wat he dienen schurk ui aangedaan
Och mijn Zoetje toch vulde Arlet aan en een vrouwenlichaam is al zo teer
Alma begon te huilen, hoe kan ne mens toch zo wreed zijn, arme schat
Al die blauwe plekken, edde veel zeer mijn jonk, edde iets tegen de pijn
Ja hoor glimlachte Eileen den Dokter en Kluis gaven mij van alles wat
Ho ik zoe echt dood gaan van schrik he zei Arlet dat ik in uw plaats was
Azu een leven mee diene vent, ik meuge der nie op peinzen mens toch
O 'k ik da allemale moeste tegenkomen waar lag ik al lang onder 't gras
Ja zei Eileen ge geeft mij nog goede moed, maar 'k ga nog niet dood hoor
Ik ben al wat gewoon, maar ik begrijp jullie bezorgdheid wel, ik dank jullie
Maar Peleke zorgt zo vree goed voor mij, dus kom ik er absoluut weer door
Moet ik uw hoofdkussen wat opschudden vroeg Alma, ge zakt lijk zo diep
Als ge dat graag wil zei Eileen, maar ik wil jullie niet te veel tot last zijn
Schatje toch zei Alma, ge zou toch niet willen dat ge ongemakkelijk sliep
A nee he zei Arlet ge moet het direct zeggen zoetje als ter iets mankeert
Voorzichtig he Alma ge da meiske geen zere doet, ze ziet al genoeg af
Want ik kenne dat, 't doet al zere dat er es ode wa verkeerd manoeuvreert
Ge moet zu schui niet zijn hoor lachte Eileen ik ben echt niet van papier
Ge zij gij nog een taaie brokke zei Arlet, dadde gij nui nog kunt lachen ook
Waarom zou ik huilen zei Eileen, alle dagen klop! Hij gaf om mij geen zier
Ik was zijn uitlaatklep om zijn woede op te koelen, slaag en nog eens slaag
Hij ging mij deze keer doodslaan, was Manten er toen niet tussengekomen
De jongen zit nu nog opgesloten omwille van mij en dat heb ik niet graag
Je hebt gelijk wat Clovis betreft meiske zei Arlet, vergeet die schurk maar
Ik heb hem zoiets niet toegewenst zei Eileen, maar ik kan er niet om treuren
Hij he zijn verdiende loon zei Alma, men slaat zijn vrouw zo niet in mekaar
En ge moet u zo geen zorgen maken over Manten da komt wel weer goed
Iedereen weet dat daar geen geweld in zit, ze vinden de oorzaak nog wel
Maar ze moeten dat nog onderzoeken he meiske, houd een beetje moed
Hedde genen honger zoetje zei Arlet, misschien een taloorke zoete pap
Of een boterhammeken mee hesp of kaas, of hedde liever ne pannekoek
Nee nee lachte Eileen, Peleke stopt mij vol, ik kan niets eten, geen hap
Allee zei Peleke we laten ui tons maar rusten, we komen nog eens weer
Eileen knikte en glimlachte en vlug nam Alma en Arlet zachtjes bij de hand
Ik ben blij dat ge hier zijt ik vertrouw op jullie drie, ge helpt mij toch zozeer
Alma pinkte een traantje weg e maar schatteke, toch daarvoor zijn we hier
Toe Alma zei Arlet ge moet nui nie huilen, of da meiske huilt nog mee
We moeten voor haar gereedstaan want ze was haast zo dood als ne pier
Arlet zei Peleke gij he toch eigenlijk soms van die rare uitspraken newaar
E jamaar zei Arlet 't es toch waar zeker, zie ne hoe da zoetje er uit ziet
Da geeft niet lachte Eileen ik versta wat Arlet wil zeggen ik begrijp haar
Zieddet nui zei Arlet, Eileentje verstae mij wel, ik bedoele dat heel goed
Jaja 't es al goed zei Alma, maar let toch maar een beetje op ui woorden
Hoor ne keer zei Arlet, zoede nie zeggen dadde gij nooit iets misdoet
Kom kom zei Peleke geen ruzie maken he want ik he iets heel speciaal
Ik he da gekregen van Eileen en ik meuge da mee ulder tegare delen
Raad ne keer wat da es allee, hier in mijn handen 't es van geel metaal
Van geel metaal zei Arlet verwonderd, allee wa zoe ta nui keunnen zijn
't Moe meer dan één zijn he want anders keunde 't nie verdelen zei Alma
Jaet jaet zei Peleke geheimzinnig, allee raad ne keer, 't es heel chic en fijn
Ik peize zei Arlet dat het koperen ringen zijn aangezien dadde gij zei geel
Neet neet lachte Peleke, raad nog maar ne keer, allee Alma gij nui ook
Maar ge was ter nie verre van Arlet, 'k moe zeggen het scheelde nie veel
Allee raad nog ne keer toe, ge zult er nog een beetje versteld van staan
En der zitten blinkende steentje in die schoon schitteren in de zon hoor
Tons weet ik het zei Alma 't zijn oorringen mee een koperen belletje aan
Be neet be neet triomfeerde Peleke, kijk zie 'k gae mijn handen opendoen
En de drie gouden ringen lagen daar te fonkelen in Peleke haar handen
Dat es goud zalle zei Arlet meteen, jonge jonge da kost nen hoop poen
Peleke zijde gij da zeker dadde gij da meugt hen, da es nogal veel geld
Jae jaek zei Peleke ge moet het Eileentje maar vragen, ze wil ze nie meer
Ze kan ze nie meer zien, ze komen van Clovis, da komt deur al zijn geweld
Daar kan ik van inkomen zei Arlet, maar allee voor ons speelt da geen rol
Allee kiest er maar enen uit zei Peleke, ik mocht ulder er enen van geven
'k En durve 'k ik haast niet zei Alma, straks steek ik het nog in mijnen bol
Ze lachten er hartelijk om en Arlet zei, Jamaar Peleke gij moet eerst kiezen
Gij he ze gekregen en ge waart nie verplicht om ze uit te delen newaar
Want ge zal anders nie zien, den dienen die je liefst ziet zoe je verliezen
Be ken doe zei Peleke, voor mij es da gelijk, voor mij zijn ze al even schoon
Da kan niet he Peleke zei Alma, he altijd voorkeur, allee kies gij nui maar
Kijk zei Arlet ik leg ze ne keer schone gerangschikt naast elkaar ten toon
Nee nee zei Peleke, gulder moet eerst kiezen, voor mij es da toch al gelijk
Ik kieze nie eerst zalle zei Alma, allee kies gij tons maar eerst he Arlet
Der es geen haar op mijn hoofd die daarop peist zei Arlet, ik kieze niet kijk!
Jamaar zei Peleke azu gaeme der nie uitkomen he, der kiest er geen eentje
Azu keunnen we hier nog uren lanterfanten he, maar ten brengt nie veel op
Wachtte ziedde 'k zalle 'k ik subiet ne keer raad gaan vragen aan Eileentje
En weer trokken ze de slaapkamer binnen, na geloerd te hebben of ze sliep
Eileentje we komen er nie uit mee die ringen, der wil niemand eerst kiezen
A nee he zei Arlet, ik eerst kiezen, voor mijne kop niet he ik geve gene piep
A jamaar lachte Eileen, edde die ringen eens gepast ze verschillen allemaal
Ze zaten wel op verschillende vingers, dus zijn ze niet allemaal gelijk groot
Maar mens toch zei Peleke, ziedde 't nui ziedde dat is tenminste klare taal
Nu wou iedereen proberen en de ringen werden over en weer geschoven
Den dienen es te groot en den dienen te kleine, ach kijk den dienen past
En tenslotte haalde gelukkig elk toch nog een juist gepaste ring naar boven
Awel zei Eileen welke gaat ge nu kiezen, zo moeilijk is dat nu toch echt niet
Der valt niemeer te kiezen he zei Arlet, ze passen gelijk een klakkebosse
Hadden we ui nui nie gehad he zei Peleke, Eileentje gij zijt ne slimme piet
Arlet stak haar hand voor zich uit, kijk ne keer zeg, da tiept nogal newaar
Ik doe den dienen aan voor naar de markt te gaan, ze zullen nogal kijken
Kijk der zit ook een steentje in, dat past he mee dienen kam in mijn haar
Maar vent toch zei Alma, maar da komt uit precies een echte stadsmadam
Vent, vent zei Arlet, 'k hore da veel liever van die stadsmadam zulle Alma
Eileen schaterde het uit, vergeef het mij zei ze, 't is mooi bij dienen kam
't Is eigenlijk het ogenblik niet om te lachen maar ik hoor jullie zo graag
Echt he lieve mensen, ik zal jullie missen ik heb lang geen vrienden gehad
Jamaar zei Peleke ge zijt ons nog nie kwijt zulle, ge ziet ons hier gestaag
Nog gans de week heeft de dokter gezegd, ge zijt hier nog niet weg morgen
Ge kunt thuis toch niets doen ge zijt nog veel te zwak om te werken zulle
En hier rust je goed uit en kijk we zijn hier met drie om goe voor ui te zorgen
Dat wel Peleke maar dan wil ik naar huis, al kan ik dan nog niet werken
Ik kan toch het werk wat reguleren vanuit mijn bed ofwel vanuit mijne zetel
En ik ben nogal taai van gestel, ik denk wel heel vlug aan te aansterken
E jamaar zei Peleke kunnen wij samen niet wat komen helpen in het huis
Nee nee zei Eileen ik wil niemand lastig vallen, ik trek wel alleen mijn plan
Da meende niet zei Arlet, hoe kunde gij nu uw plan trekken, daar thuis
Eileentje Zei Alma, je noemde ons daarnet je vrienden, meen je dat echt
Zeker zei Eileen, ge zorgt voor mij gelijk een klokhen voor haar kiekskes
Wel zei Alma, vrienden zorgen toch voor elkaar, en wij willen dat oprecht
Nu was het de beurt aan Eileen om vlug een paar traantjes weg te pinken
Ja 't is waar zei ze, al mijn andere vrienden hebben het al lastig genoeg
Als ze mij er dan nog bij moeten nemen zouden ze in hun werk verdrinken
De mannen op de boerderij de vrouwen met de kinderen, dat is nogal wat
Hja het huishouden zal ik in het begin niet kunnen da zal wat blijven liggen
Maar iedereen verstaat dat wel he, ik heb het de laatste tijd zwaar gehad
Awel mogen we het huishouden komen doen drongen ze weer sterk aan
Als ge dat van uit het hart doet, graag zei Eileen, ik waardeer dat zeer
Jaaaah was hun antwoord voor u Eileentje zullen we dat heel graag gaan
En bedankt he Eileentje voor die prachtige ringen, ze zijn heel erg mooi
Voor jullie natuurlijk wel zei Eileen maar voor mij zijn ze nu een afschuw
Wij zijn der erg blij mee zei Arlet, zie toch hoe ze schitteren wat een tooi
En samen deden ze alsof ze wandelden, zo met hun hand goed zichtbaar
Hohohoo ze Alma zo alle drie mee zo ne gouden ring da zal opvallen zeg
We gebaren natuurlijk of we dat gewoon zijn he, en we babbelen tegaar
Ze hen altijd op ons neergekeken omdat we zogezegd oude vrijsters waren
En dat we armoezaaiers waren, omdat geen man voor ons ging werken
Awel zie nu zullen ze ne keer allemaal ulder ogen goed keunnen uitstaren
Eileen stak haar gezicht vlug half weg achter de deken van danig plezier
Allee Eileentje zei Arlet, rust nu maar het wordt laat we moeten naar huis
Maar morgen komen we weer voor u zorgen, in de morgen zijn we al hier
Lode van Tissel nog een heel jonge knaap zat stil in een hoek van het huis
Zijn moeder vond dat niet heel normaal, anders brak hij het huis haast af
Lodewijck zei ze tot haar man, onze Lode zit veel te stil, er is iets niet pluis
Och zei Lodewijck een beetje moe zeker, wat ter wild geweest vandaag
Nee nee zei ze, hij is anders nooit moe, en hij speelde ook de ganse dag
Dat deugt niet jong, een jongen die zo heel stil zit, ik zie dat niet zo graag
Vader zei de jongen ineens, zou dat paard van Clovis al in de stal staan
Allicht wel ventje, 't is toch avond en dan moeten die beesten niet werken
Ach best zei de knaap, ik ben een beetje moe, mag ik nu naar bed gaan
Wat is dat nu, zo vroeg gaan slapen zei Vader, dat verwonderd mij nogal
Ge zit daar al de hele tijd zo stil, ligt er iets op uwen lever toch mijn jongen
Komt dat paard morgen weer buiten vroeg de jonen of blijft het nu op stal
Dat is te zien ofdat ze iemand vinden om er mee te werken, misschien wel
Ik voel mij niet goed zei de kleine, mag ik morgen misschien in huis blijven
E maar Lodeke toch zei zijn moeder, wat is dat met u, is dat een nieuw spel
Nee nee zei Lode, maar ik heb geen goesting om altijd buiten te spelen
Kom eens hier ventje en laat uw moeder eens voelen aan uw voorhoofd
't Is nu den tijd van de vallingen, en bronsites en ook van de zere kelen
Misschien heb je wel een beetje koorts, verleden week was Torre ziek
Misschien heb je het wel van hem betrapt je speelde toch met hem samen
En rond dienen tijd bereik de kans op al die ziekten de gevaarlijkste piek
Uw voorhoofd heeft partangs nie warm en uw ogen schitteren nog klaar
En toch voelt ge u niet goed zeg je, heb je misschien wat teveel gegeten
Er moet toch iets zijn he manneken, Lodewijck ik vind dat toch heel raar
Geef hem een poedertje moeder en steek hem ne keer vroeg in zijn bed
Morgen loopt hij alweer als ne echte wildeman met Torre gans 't hof rond
Ik kijk morgen eens of ik er mee mag ploegen, ik heb er mijn zinnen op gezet
Neeje riep Lode luid nee nee vader doe dat niet, ik vraag het je doe dat niet
E maar jongen zei Lodewijck we moeten elkaar helpen, dat land ligt braak
Lode trok woest aan vaders arm, toe moeder zeg dat je het hem verbiedt
Maar jongen wat krijgen we nou, wil je vaders arm nu wel eens loslaten
Ik verbied je vader helemaal niets, hij is de baas, wat denkte gij wel dan
Laat je vader ne keer onmiddellijk los, uw zotte gedoe zal hier niet baten
Maar dat paard gaat hem dooddoen huilde de knaap, hij mag niet gaan
Vraag het maar aan Torre, we hebben het gisteren alletwee nog gezien
Het gaf Clovis zo ne flink dat hij in zijn kar vloog, 't was met hem gedaan
Wadde! Riep Lodewijck hebben jullie dat gezien, waarom heb je gezwegen
We waren bang, dat was vreselijk, Clovis vloog zomaar ineens in de lucht
Boef in zijn driewielkar, en daar heeft hij dan heel stil de ganse tijd gelegen
Ik en Torre zijn rap weggelopen, we waren heel bang van dat paard hoor
E maar jongens toch zei Lodewijck en Manten de jongen zit opgesloten
Ik he het al heel den tijd gezegd waar, Manten is te zachtaardig daarvoor
Ik rij nu direct naar de Champetter, dat moet onmiddellijk worden rechtgezet
Ge kunt denken wat die jongen moet doormaken, maar ik kom direct terug
Zo onschuldig opgesloten worden zei Lodewijck, mensen dat is geen pret
Wadde! Zei de Champetter, toen hij dat hoorde, ik wist het vent, zie je wel
Hoe ge wist het zei Lodewijck, waarom heb je de Manten dan opgesloten
Nee nee zei de Champetter dat wist ik niet, 't is nogal een ingewikkeld spel
Jamaar zei Lodewijck wist je het wel of wist je het niet, allee wat is het nu
Ba ja zei de Champetter, jamaar nee, allee vent verstaede gij da nui niet
'k Moe zeggen gelijk het is zei Lodewijck ik hoor toch maar rare praat van u
Allee zei de Champetter, ik wist heel zeker dat Manten het niet had gedaan
Maar dat Clovis zijn paard hem dat had gelapt, dat wist ik natuurlijk nog niet
Dat is toch heel simpel he Lodewijck, allee kunde gij dat nui nie verstaan
Nui wel he zei Lodewijck, maar daar straks verstond ik daar gene knop van
Zeg Lodewijck houd die twee knapen gescheiden, ik moet ze ondervragen
Manten mag ik zomaar niet vrijlaten, maar ik zal natuurlijk doen wat ik kan
Dat moet van hogerhand komen, ze doen zij het lijk mee voor onderzoek
De wet zit raar in mekaar jong, der is een dode gevallen en dat is heel erg
Het kan rap gaan maar ook lang duren, maar hoelang dat is andere koek
En ik kom nog wel zo vlug mogelijk, omdat ge Manten subiet zou vrijlaten
Lodewijck zei de Champetter ge kunt niet denken hoe blij ge mij nu maakt
Mijn hart was zo bezwaard en dat is het enige nieuws dat mij kon baten
Lodewijck lachte blij, 't is spijtig dat Manten daar nog in die cel moet slapen
Wacht zie Ik ga hem het goede nieuws direct vertellen zei de Champetter
Manten! Riep hij Manten! Kom ne keer hier, 't is nu geen tijd om te gapen
Mientje kwam eerst aangelopen, maar Arthur wat is er toch aan de hand
De Champetter lei zijn arm om haar schouder, goed nieuws mijn schatje
En daar verscheen slaperig om de hoek Manten! Recht uit het dromenland
Hij was al gaan slapen zei de Champetter maar wij twee waren nog wat op
Hij was een beetje moe en bezorgt om Eileen en was vroeg gaan slapen
Dat had Lodewijck nu echt niet verwacht en keek zich de ogen uit zijn kop
Maar maar maar zei Lodewijck niet begrijpend, hoe komt de Manten hier
Wa peisde zei de Champetter, dat we hem snachts in die cel zouden laten
E maar mens zei Lodewijck, da had ik nie verwacht, 't doet mij echt plezier
Die jongen is onschuldig zei de Champetter, maar ik moest hem opsluiten
De wet is de wet he, maar dat wil niet zeggen dat ik geen mauw aanpas
Hij is mijn vriend ik ken hem door en door en hij staat hier helemaal buiten
Ach ja Manten jong we hebben de moordenaar eindelijk te pakken he jong
Manten was opeens klaar wakker en zijn ogen stonden vragend! Wie! Wie!
Zijn paard zei de Champetter vlug en hij beet van haast bijna op zijn tong
Lodewijck heeft het mij juist komen vertellen, kinderen hebben het gezien
Manten vloog op Lodewijck af en pakte hem meteen stevig in zijn armen
Dat wil zeggen verklaarde de Champetter dat hij u dankbaar is voor wel tien
Lodewijck was daar zo van aangedaan, ik krijg toch wel ne krop in mijn keel
Ahum ahum schraapte de Champetter zijn keel omdat hij het ook lastig had
Het vrouwtje liet haar traantjes echter de vrije loop en snotterde haar deel
Manten was uitgelaten van vreugde greep haar vast en danste in het rond
De mannen standen er blij lachend naar te kijken, sjonge wat een vreugde
Toen Lodewijck naar huis reed raakte hij van blijdschap haast geen grond
Dat moest hij zijn Lea vertellen, ik ben toch zo blij dat ik direct ben gegaan
Al vroeg in de volgende morgen was de Champetter met de velo op pad
A Champetter jong riep Pere ge zijt gij vandaag gelijk zo vroeg op de baan
Da moede gij just zeggen Pere want ge zijt gij anders ook nooit zo vroeg
En blijkbaar zijde nie mee een doos schoenen op weg, da valt nogal op
A jamaar Champetter ik en Nolle gaan 't land werken he mee den ploeg
Ach ja 't es waar ook, die slore kan da zelf niet doen, maar wacht ne keer
Ik moe da paird aanslaan, ge meugt der nie mee werken, absoluut niet
E maar Champetter vent we staan hier nui, wiste gij da nui echt nie eer
Be neek jong zei de Champetter, Lodewijck kwam daar gisteren mee af
Zijne kleinen zoe gezien hen dat het Clovis ne flink gaf, bal op zijn sterre
Wadde zei Pere es da van zijn eigen paard, awel awel mensen dat is straf
Ge kunt denken zei de Champetter dat het paard zal worden onderzocht
En als het zo es ziet het voor die beeste niet te goed uit, allicht afmaken,
Of als ze wat goedgemutst zijn kan het aan de slager worden verkocht
Ik hoop dat het waar is zei Pere, 't is beter van da paard dan van ne mens
Dan is het bewijs geleverd dat het Manten niet was en komt hij vlug vrij
Ik hobbe dat ook vent Pere zei de Champetter, dat is mijne grootste wens
Wat moeten we nu doen zei Pere, we kunnen niet ploegen zonder paard
't Was eigenlijk Clovis zijn eigen schuld he vent, dat da pairt verschoot
Hja zei de Champetter ik, hoop dat die rechter die redenatie aanvaard
Vraagt ne keer een paard van de een of andere boer die verstaan da wel
Champetter Dat is geen slecht gedacht zei Pere, ik rij der direct naartoe
Misschien zullen we algelijk nog keunnen ploegen op 't einde van 't spel
Allee Pere salu he maar ik moe die kinders nui eerst gaan ondervragen
Hoe eer Manten uit da gevang mag hoe beter, hij he het al lastig genoeg
Dat kan ik geloven zei Pere, wie zoe ter dat gairen onschuldig verdragen
Pere reed dus om een paard en de Champetter recht naar de kinderen
Jongens zei hij in zijn eigen ik hoop dat hun getuigenis volledig klopt zulle
Da zoe voor Manten vree veel misere en ongemak kunnen verhinderen
k' Zal eerst naar Torre rijden, dat ik hem ga ondervragen weet hij nog niet
Terwijl dat Lodewijck op de hoogte is dat ze niet eer mogen samenkomen
Ik zal da een beetje zacht aan boord leggen dat er niemand van verschiet
Toen de Champetter daar aan de deur kwam ging die meteen al wijd open
Ze hadden hem al van ver zien komen en waren heel benieuwd waarom
Daarom haasten ze zich ook dat de Champetter meteen kon doorlopen
Wie we daar hebben zei Barten, allee Dina zet maar ne goeie pot koffie op
En ge meugt er gerust ne dreupel in kippen, want 't es goed volk zulle
Hola zei de Champetter koffie mee ne dreupel 'k doe ik hier ne goeie klop
Wa zoede willen zei Barten, we zien ui ook nie alle dagen, 't is wa verre
Och mee mijn velo is da zo erg niet zulle, 'k rije 'k ik almets zelfs naar Gent
Jawade Champetter da zoe voor mij nie zijn, 'k rije liever mee mijn kerre
'k Word hier goe ontvangen bij de famillie Allemijns de Fraaie, echt waar
Ik moest zelf nog niet eens kloppen de deur zwaaide al op voorhand open
Awel de kleine had u zien komen en 'k weet niet hij deed gelijk wat raar
Es 't waar zei de Champetter, da manneke moet echt nie bang zijn voor mij
Allee roept hem ne keer, ik hou veel van kinderen, al heb ik er zelf geen
Allee ventje kom ne keer hiere kom, pakt gij ne keer ne stoel en zet u erbij
Lode uw vriendje heeft daar iets speciaal verteld over Clovis en zijn paard
Jamaar Champetter schrok de jongen 't was ons schuld niet, hij was zat
Da weet ik ventje, wees maar niet bang, maar ui getuigenis is veel waard
Hoe vroeg Barten wat es ter gebeurd dan, en he gij niets aan ons verteld
E daar ben ik heel verwonderd over, gij die anders azo ne babbelare zijt
Ik durfdige daar nie over spreken he zei de kleine da he mij vree gekweld
Wacht een momentje zei de Champetter ik moet het eerst van hem horen
't Es vree belangrijk voor Manten, ge meugt hem ook uitvragen, maar tons
Nu eerst luisteren, maakt da manneken nie schui maar nui vooral nie storen
Allee ventje vertel nui ne keer mee ui eigen woorden wat is er daar gebeurd
E Clovis he, hij was zat en hij begoest Eileen zomaar voor niets te slaan
E maar slaan en slaan hij he zelfs heur schorte helemaal kapot gescheurd
En toen viel ze van heuren sies en hij begon der op te schoppen lijk ne zot
Manten passeerde daar juste en hij kwam subiet afgelopen om te helpen
Hij raaptige Eileen op en Clovis begon te tieren en hij gaf Manten ook mot
Sloeg Manten toen terug vroeg de Champetter, heeft hij op Clovis geslagen
Be nee zei Torre hij koest nie eens, hij stond daar mee Eileen in zijn armen
Clovis bleef maar op Manten kloppen, maar hij he haar toch weggedragen
En verder vroeg de Champetter, wat is er dan mee Clovis gebeurd nadien
Hij riep Manten na zei Torre ik zal ze wel krijgen ze kan mij nie ontsnappen
Ze zal haar verdiende loon krijgen wacht maar af manneke ge zult wel zien
't Was warm en hij viel toen neer en zat dan tegen het kerrewiel te slapen
Maar hij schoot direct were wakker en zat daer gelijk dwaes rond te kijken
Hij wist gelijk niet wat hij ging doen en zat zich te rekken en wijd te gapen
Tons kroop hij moeizaam recht en begon wat te mirakelen aan zijne ploeg
Da paird stond doodstil en volgens mij stond het daar te soezen in de zon
Clovis stond er achter en sloeg der op mee de lijn, 't was tons dat het sloeg
Die beeste verschoot geweldig en flinktige mee zijn twee poten achteruit
Flak op Clovis, waes da ne klop, we hoorden den baf van waer we stonden
Clovis vloog door de lucht baf! In zijn kar, 't was gelijk ne sprong van ne puit
We durfden niet dichter komen, we hen dan nog een klein beetje gewacht
En tons zere weggelopen, we waren schui en spraken af er over te zwijgen
Maer da Manten daervoren in den bak zit daar hen wulder nie over gedacht
't Es goed manneken zei de Champetter, alles zal nui were in orde komen
Ge zijt ne flinke jongen, maar ge moet ui ouders meer in vertrouwen nemen
Die doen alles om u te beschermen en u voor 't latere leven klaar te stomen
Dank u Champetter zei Barten, en lei zijn hand op de schouder van zijn zoon
'k Ben blije dat ik het heb keunnen vertellen zei Torre, 't waes toch zu lastig
Als ter nog ne keer iets es jongen vertel het ons zei Barten op zachte toon
Bedankt jongen zei de Champetter, Manten zal nu al spoedig weer vrij zijn
Maar ik moet toch afwachten, wat de overheid beslist he, ik ben geen baas
Toch hoop ik dat het zo rap mogelijk gebeurd, want ginder zitten is niet fijn
En bedankt voor de ontvangst en de Koffie he mensen, maar de plicht roept
'k Moe nu nog weer naar Lode om hem ook nog ne keer te ondervragen
En nog ne keer bedankt voor de koffie he Dina 'k he der echt van gesnoept
Gairen gedaan Champetter zei Barten en nog veel succes mee den afloop
Da komt wel goed jong Barten we hen vandaag veel vooruitgang geboekt
Allee 'k ben weg want ge ziet wel he jong die zaak vraagt veel achtergeloop
Hij sprong op zijn fiets en riep nog, ik laat u het vervolg nog wel eens weten
Jongens jongens wat een meevaller dacht hij, dat pleit Manten helemaal vrij
Wisten we dat van den eerste keer dan had de jongen nooit vast gezeten
De ondervraging van Lode leverde hetzelfde resultaat, dat was het bewijs
En de Champetter fietste blijgezind naar huis, hij zou wel kunnen zingen
Maar zijn capaciteiten op dat stuk waren niet bepaald het liedje van de sijs
Hij beperkte zich dan ook maar om zo binnensmonds een beetje te ronken
Zijn arme vriend Manten zou weldra weer vrij komen, jonge wat ben ik blij
Hij reed de Burgemeester voorbij, zo diep was hij in gedachten verzonken
Hé Champetter riep deze waar vliegde zo naartoe jong, zo een grote haast
Wel alle mensen nui toch zei de Champetter, ken had ui nog noeit gezien
Ge vliegt mij zo voorbij zei de Burgemeester, ik was gewoon wat verbaast
A jamaar Burgemeester ik heb het bewijs dat Manten het nie gedaan heeft
Ik weet het al jong, ik heb bericht gekregen, ze hebben Clovis onderzocht
En ik moet zeggen toen ik het vernam heb ik er veel plezier aan beleefd
Op de borst van Clovis zijn lijk stond duidelijk de afdruk van een hoefijzer
Daaruit maken ze op dat het geen moord is maar een erg spijtig ongeval
Ze kwamen vanmorgen het paard onderzoeken, en werden heel wat wijzer
Er zat duidelijk bloed op het dier zijn poten en toen twijfelden zij niet meer
De hechtenis van Manten is nu niet meer vereist, ge kunt hem nu vrijlaten
Dat! Is goed nieuws zie zei de Champetter, dat verheugt mij nu echt zeer
En waarom heb je hem al niet vrijgelaten Burgemeester, als je het al wist
Nee zei de Burgemeester, ik wou deze blijde daad liever aan u overlaten
Hij is uw vriend! En dan had je de vreugde van dat grote ogenblik gemist
Dank u Burgemeester zei de Champetter en wreef de tranen uit zijn ogen
De Burgemeester gebaarde dat hij dat niet zag, allee laat hem maar vrij
Ahum ahum zei de Champetter, 't is daar een biestje in mijn oog gevlogen
Ik zou der graag al mijn vrienden en mijn vrouw bijhalen zei de man der wet
Dan kunnen wij er een gezellig feestje van maken, zie je hij is onze vriend
Dat wist ik op voorhand Champetter en ik heb al de nodige stappen gezet
We gaan allen te samen vieren in Den Bok, gans Stillegem staat al klaar
't Is nie waar zei de Champetter ongelovig, er is hier toch niemand te zien
Hier niet zei de Burgemeester, aan het gevang staan ze allemaal tegaar
En ja hoor Mientje kwam haar man al tegen gelopen, Manten weet het niet
Gij moogt het hem gaan vertellen en hem meteen vrijlaten, en wel direct
Ze gaf hem nog een kusje, hij zal nogal verschieten als hij al dat volk ziet
De Champetter was zo aangedaan dat hij werkelijk geen woord uitbracht
Hij keek de Burgemeester dankbaar aan en die knikte begrijpend, doe maar
Dat Manten zo vroeg vrij zou komen, nee dat had hij nu ook niet gedacht
Het volk stond langs weerszijden van de straat met de ogen op hem gericht
Alleen en stil gemompel was hoorbaar om Manten te kunnen verrassen
Allee jong Champetter zei de burgemeester het is aan u doe dus uw plicht
De Champetter haalde diep adem, opende de deur en stapte naar binnen
Op de voet gevolgd door zijn Mientje, de Burgemeester en de vrienden
De Champetter beefde van aandoening en wist haast niet hoe te beginnen
Mientje nam hem bij de hand en toen vond hij ineens weer de woorden
Manten jong ik heb groot nieuws voor u, kom buiten mijn jongen ge zijt vrij
Manten wankelde plots achteruit alsof die woorden zijn hart doorboorden
Hij keek vertwijfeld van de een naar de ander en die lachten alleen maar
En de Burgemeester knikte hem bemoedigend toe, met een brede lach
Het drong langzaam tot hem door, het is waar ik ben echt vrij het is waar
Hij vloog op de Champetter aan en drukte hem heel stevig tegen zich aan
Tranen rolden langs zijn wangen, hu hu hu zei hij want meer kon hij niet
En enkele ogenblikken bleven die twee kameraden daar ontroert staan
De vrouwen van de vrienden haalden al vlug hun zakneusdoekje boven
En Monten draaide zich van het tafereel af om zijn tranen niet te tonen
Ook de mannen moesten op de tanden bijten, je mag dat gerust geloven
Kom mee zei de Champetter ik laat je de rest van je vrienden maar zien
Die staan je buiten vol ongeduld te wachten, ze wachten op hun vriend
Ik wil je een ding voorzichtig toevertrouwen jong het zijn er meer dan tien
Verwonderd liet Manten zich naar buiten leiden, en een gejuich steeg op
Daar stond gans Stillegem, lachend en luid roepend, leve onze Manten
Hu hu hu zei Manten geschrokken en ontroerd en hij kreeg een rode kop
Boer Onkels zijn sjees stond klaar en daar moest Manten nu instappen
En nu gaan we feesten in Den Bok zei de Champetter dat is wat anders he
En daar gingen ze, overal stonden de mensen in de handen te klappen
Manten dacht dat hij droomde, al die mensen, en nog allemaal voor hem
Ik wist niet dat ik zoveel vrienden had maakte hij de Champetter duidelijk
Heel Stillegem houd van u jong Manten zei de Champetter dan met klem
Gans Den Bok en het terras en nog een deel van de straat stond vol tafels
Ter gelegenheid hadden Sies en Frieda hun tafels en stoelen maar bijgezet
Anders was er geen plaats genoeg voor al die taarten koeken en wafels
Plus rozijnenbroden en koekenbroden, de bakker had er lang geen genoeg
Maar hij wist er wel in de omstreken bij andere bakkers genoeg te halen
En voor de dienstverlening huurde hij zelfs een ganse bediendeploeg
De stemming zat er meteen in want er was eten en drinken in overvloed
Een onbekende schenker nam alles voor zijn rekening ter ere van Manten
Dat Florre en de vrienden daar achter zaten weten wij natuurlijk heel goed
Manten was bijzonder in zijn nopjes en trok al af en toe een scheef smoel
Tot jolijt van het volk want zo kenden zij hem het best als smoelentrekker
Maar als men even niet op hem lette verdween hij stilletjes van zijn stoel
De Champetter had het wel gezien en begreep ook waar hij naartoe was
En hij verwittigde de vrienden het volk een beetje met vertellen af te leiden
Dat hij naar Eileen verdween, ja dat was ook voor hen zo helder als glas
De voordeur was gesloten maar Manten kende langs achter goed de weg
Als kind was hij zo dikwijls op bezoek geweest met oma, hier bij Peleke
Hij kroop dan ook gewillig over het stenen muurtje na een beetje overleg
De kamervenster van Eileen haar kamer stond met dat warme weer open
Hij tikte voorzichtig tegen de ruit en Eileen kreeg hem meteen in het oog
Vlug plukte hij nog een roos uit de tuin want hij had geen tijd om er te kopen
Jij hier riep Eileen verrukt, wat ben ik gelukkig u te zien, o wat ben ik blij
Manten glipte door het raam en nam haar hand in de zijne en glimlachte
Hij gaf ze de roos en streelde haar wang, een roos beduide hij haar van mij
Gepikt uit Peleke haren hof verklaarde hij met tekens want ik had genen tijd
Eileen schaterde het uit, 't is de intentie die telt ik ben er heel erg blij mee
Het is lang geleden dat ik u nog zag lachen verklaarde hij, ik ben zo verblijd
Ik had ook geen redenen meer om te lachen zei ze, maar nu voel ik me vrij
Hij knikte begrijpend, toen maakte hij haar duidelijk dat ze sterk moest zijn
Maar dat hij nu terug naar het feest moest, want hij was nu weer vrij en blij
Hij streelde nog eens zachtjes haar hand en verdween weer door het raam
Toch een lieve jongen zei zo tegen zichzelf ik had toch beter moeten weten
Maar hij wil mij toch nog als zijn vriendinnetje we waren vroeger altijd tesaam
In gedachten zag ze weer de ontgoocheling toen ze hem voor Clovis verliet
Hij klaagde niet eens en wenste haar veel geluk in zijn stille gebarentaal
Toch voelde ze toen en nu nog, dat onuitgesproken stille verdoken verdriet
Mens toch verweet ze zichzelf hoe kon ik toen toch zo dom en verblind zijn
Ik hield zo van die jongen en toch liet ik hem in de steek voor die wreedaard
Wat heb ik die jongen aangedaan al die jaren liep hij met die eenzame pijn
Maar gedane zaken maken geen keer ik heb mijn schone kans verspeeld
En ik ben er ook erg voor gestraft, mens wat een leven heb ik doorgemaakt
Ik had mij toch zoveel van het huwelijksleven, het getrouwd zijn ingebeeld
Het waren bittere ervaringen na de eerste maanden, het werd een echte hel
De eerste klappen vielen al in de zesde maand, mijn wereld stuikte ineen
Toen al brulde mijn ideale levensgenoot ik ben het die hier de wetten stel
Nu is hij dood, en ik zal niet om hem treuren, hij is gestorven als een beest
Nee ik voel geen greintje verdriet, hij heeft gans mij jonge leven verwoest
Was ik bij Manten gebleven dan was het leven zeker heel anders geweest
Even plots als Manten van plaats verdween zat hij weer plots op zijn stoel
Volgens de vrienden met een glunderend gezicht en een lach op de mond
Toen hij merkte dat de vrienden hem doorhadden trok hij een scheef smoel
De feestvreugde duurde tot laat in de avond, en toen ging iedereen heen
Tafels en stoelen bleven staan tot morgen want het was toch zacht weer
Morgenvroeg halen we de boel wel weg zei Sies we zijn vroeg op de been
Het was reeds vroeg bedrijvig des anderen daags op Eileen haar boerderij
Boerke (Dankaerd) was met zijn paard aan 't ploegen zo fier als een pauw
't Zal hier al rap omliggen zie zei hij mee die schone sterke beeste van mij
En echt met de ploeg had het dier geen moeite hij sneed als door de boter
De bewondering voor dat krachtig beest van de mensen, werkte op hem
En ploegsnee na ploegsnee voelde boerke (Dankaerd) zich steeds groter
Hij was nog altijd over van zijn schone beeste zoals hij dat zelf altijd zei
Mee azu een ploegske daer speeld die beeste mee, hij voelt da nie eens
Op 't gemak zei boerke want der es toch geen paird die zoveel werk aflei
Maar hij deed het vooral voor Eileen, elk moet helpen het is een braaf mens
Hij was daar echter niet alleen aan 't ploegen, boer Onkels was ook bezig
Pere was aan het eggen met een geleend paard, alles verliep naar wens
En op landerijen verderop was Lodewijck en Nolle al volop aan het zaaien
Monten was met enkele mannen in de stallen bezig, er waren vele handen
Alles was achterop geraakt, maar nu begon alles op volle toeren te draaien
Op de begrafenis van Clovis was Eileen zelf niet aanwezig kunnen zijn
Er was bijna geen volk, de mensen waren door hem teveel gekoeioneerd
Slechts enkele familieleden uit plichtsbesef, maar ook zij voelden geen pijn
Ja Clovis had zich niet geliefd gemaakt, maar och hij wist het toch niet meer
Of iemand om hem treurde of niet, het maakte nu verder toch niets meer uit
De dagen gingen voorbij en langzaam keerde de kracht nu in Eileen weer
En eindelijk kwam de dag, ze mocht naar huis, maar nog niet om te werken
Peleke en Alma en Arlet, vertroetelden haar als was zij hun eigen dochter
Wij doen het huiswerk wel Eileentje, want gij moet nog heel veel aansterken
Ze mocht wel eventjes rond de boerderij wandelen en ook naar de stallen
Maar met begeleiding van haar beschermelingen die niet van haar weken
Want stel je voor mensen, allee zeg Eileentje zou ne keer moeten vallen!
Ze mocht zelfs even met Onkels sjees de landerijen eens gaan inspecteren
Eileen was overgelukkig toen ze dit alles zag, alles lag er weer tiptop bij
Ge kunt niet denken mensen zei ze hoe ik jullie hulp ben gaan waarderen
't Is niets mens Eileen was het spontane antwoord, jij zou ons ook bijstaan
Toch dank ik u allen uit de grond van mijn hart zei ze onder grote tranen
We begrijpen dat klonk het, en menigeen onder hen waren zelf ontdaan
Haar drie begeleidsters troonden haar langzaam mee kom schatje rusten
En gerustgesteld en voldaan keerde Eileen terug naar haar zetel in huis
Straks komt Fientje met de kinderen zei Peleke en dan zul je er van lusten
Ach zei Eileen 't is de eerste keer dat ik ze zal weerzien bij ons thuis hier
Ze zijn wel dikwijls op bezoek geweest toen ik ginder bij u nog in bed lag
Maar dat is toch lijk hetzelfde niet, hier thuis, dat geeft toch meer plezier
Ik ben overgelukkig dat ik ze vandaag hier weer in mijn armen nemen kan
Het leek allemaal zolang te duren ik kan het aan geen mens uitleggen he
Eindelijk ben ik weer thuis, och mens toch ik droomde daar zo dikwijls van
Plots een gejoel van kinderen en Eileen haar kroost stormde naar binnen
Mama! Weer thuis! De kinderen overladen haar met kussen en omhelzingen
Nu zijn we weer samen he mama zeiden ze, we kunnen opnieuw beginnen
Eileen weende van ontroering, ja schatjes we gaan opnieuw aan de slag
Wij met ons drietjes, ge zult mij nu wel moeten helpen met het huishouden
Natuurlijk mama zeiden ze we helpen u ook met de beesten als het mag
Ze lachte dat zal voor later zijn, maar de tafel dekken en afruimen dat wel
Toen kwamen de vrienden met hun vrouwen binnen, welkom thuis Eileen
We wisten dat je vandaag naar huis kwam, daarom kwamen we ook snel
Een stevig hand van de mannen en een hartelijke knuffel van de vrouwen
Ik wist het ik wist het lachte Eileen blij, echt ik wist dat jullie zouden komen
Ge zijt heel erg welkom er is niemand waarop ik zo zeker kan vertrouwen
We hebben taarten gebakken met ons drieën zei Fientje, en voor iedereen
We vonden dat het een feestje waard is, en je hebt het vorige feest gemist
En we hebben wel iemand meegebracht hoor we zijn deze keer niet alleen
Haar blikken gingen naar de deuropening, toen verscheen lachend, Manten
Och mens toch, lachte Eileen met grote tranen in haar ogen, mijn redder
Ze sloeg haar armen om hem onder goedkeurende blikken langs alle kanten
Was jij daar niet geweest zei Eileen dan was ik dood, dank u mijn vriend
Manten lachte alleen maar en wuifde het weg als was het helemaal niets
Maar in zijn binnenste laaide een vreugdevlam, hij was er erg mee gediend
Arlet, Alma en Peleke zeiden nu we zullen de tafel maar al gereed zetten
Er werd nog een tafel bijgehaald uit de bijkeuken, dan was er plaats genoeg
Het eerste feestje hier zei Eileen en zonder Clovis zijn heersende wetten
Toe denk daar maar niet meer aan zei Arlet, leef voor het nu, het heden
Dat zijn heel wijze woorden zei Kluis, wat voorbij is, komt niet meer terug
Dus op naar de toekomst, kijk naar de toekomst en niet naar het verleden
De dampende koffie kwam op tafel en Alma, Arlet en Peleke bedienden
Jamaar nee he zei Pere zo niet he, alles staat op tafel, allee zet u er dus bij
Hier zijn we allen gelijk, allee meisjes bijzetten! We zijn hier onder vrienden
Wij! Zei Arlet verwonderd, mogen wij der ook bij, allee uw vrienden zijn
Eileen' s vrienden zijn onze vrienden zei Nolle, allee neem vlug een stoel
Dat moest hen geen tweemaal gezegd worden, dat vonden ze nu eens fijn
Dat zei Eileen welgemeend is het mooiste feest die ik ooit heb meegemaakt
Zo echt onder allemaal alleen vrienden, ik kan echt mijn geluk haast niet op
Ik kan haast niet geloven dat zoiets bestaat, het heeft mijn hart diep geraakt
Ze weende en verborg haar gezicht achter haar handen, vergeef het mij
Ik heb hier zoiets nooit gekend, jullie halen mij uit een heel diepe afgrond
Haar kinderen vlogen om haar hals, toe mama 't is nu toch allemaal voorbij
't Is waar he Eileentje zei Peleke, hou op meiske, 't is een heerlijk feest nu
Al die mensen komen u met liefde in hun hart welkom heten, richt u dus op
Eileen lachte Alweer blij, ik weet het zei ze, vrienden! Allemaal! Ik dank u
't Is graag gedaan hoor Eileen klonk het van alle kanten we helpen elkaar
Ge zoe gij ons ook helpen als wij in nood zouden zijn, gij zijt Clovis niet he
Absoluut zei Eileen gemeend, van nu af sta ik ook voor mijn vrienden klaar
Mama klonk het tussen het gesprek door, mogen we nu echt buitenspelen
Mee Tistje en Mandje, nu moeten we toch niet meer op onze zijn kamer he
Loop nu maar vlug spelen lachte Eileen, nu moet ge u nooit meer vervelen
Toen richtte ze zich weer tot de vrienden, ge weet niet hoe verheugd ik ben
Hier zo met jullie gezellig bijeen te kunnen zijn, volledig vrij en zonder schrik
Jullie zijn de gezelligste bende vrienden, echte goede vrienden! Die ik ken
Er weerklonk een dankbaar gelach. Och zei Pere we moeten elkaar bijstaan
Elk heeft wel eens iemand nodig en misschien sta jij ook eens iemand bij
Maar kom laten we nu plannen maken hoe het hier nu verder moet gaan
De dagen volgden elkaar op en Eileen herstelde goed en zienderogend
Haar drie beschermende vriendinnen kwamen haar nog elke dag helpen
Ze waren nog steeds heel beleidvol en waren bezield met diep mededogen
Doch langzamerhand lei Eileen steeds minder beslag op hun eigen tijd
Alhoewel ze nog af en toe een handje kwamen toesteken, bouwde dat af
Elk begreep dat Eileen spoedig weer van ziekte en pijn zou zijn bevrijd
En al had ze nog wat hulp nodig, dat ze toch zelf weer de boerin wou zijn
Manten deed daar gans ongevraagd al het werk dat Clovis vroeger deed
Eileen was er wat in gegeneerd, maar andersom vond ze dat eigenlijk fijn
Als vriendendienst verklaarde hij iedereen tot Eileen helemaal was genezen
Zijn werk was gedaan en hij was speels met de kinderen aan het ravotten
Eileen spiedde het stilletjes af en de vreugde stond op haar gezicht te lezen
Mooi he zei Arlet, die vandaag een handje toestak, 't is een goede man
Ja glimlachte Eileen, een bovenste beste, alleen het kan niet blijven duren
Ik alleen op de boerderij met hem, allee wat denken de mensen daarvan
Tot nu toe waren jullie of één van jullie altijd hier, er was niets aan de hand
Straks blijven jullie weg en dan zijn wij hier alleen, en dat kan helaas niet
Ik wil niet dat de mensen gaan roddelen, want dat vind ik echt niet plezant
Je wilt hem hier niet omwille van de mensenpraat, ik begrijp dat heel goed
Maar hoe ga je dat die jongen wijsmaken, zie hem met die kinderen bezig
Hij is dolgelukkig, vertel jij hem dat? Wel Eileentje heb jij daarvoor de moed
Eileen schudde vertwijfeld met het hoofd, mensenlief hoe pak ik dat nu aan
Ik weet me echt geen raad, ze weende, moet ik hem nu weer teleurstellen
Die lieve jongen toch hij zal dat niet begrijpen en er zich niet aan verstaan
Arlet glimlachte geheimzinnig. In werkelijkheid wil je hem eigenlijk niet kwijt
Neen zei Eileen achteloos, hij is altijd zo goed en trouw geweest voor mij
Ik zal het hem moeten wijsmaken, maar tegen mijn zin en met heel veel spijt
Had je maar zo een vriendelijke man gehad in plaats van Clovis he zei Arlet
Eileen glimlachte onnadenkend en zei, 't ja 't ware heel anders geweest
Maar ja he ik was jong en dom en had nu mijn zinnen op diene Clovis gezet
Het zit dus zo zei Arlet, hij moet uit noodzaak weg maar je wilt hem niet weg
Nee zei Eileen nog steeds achteloos, ik hou eigenlijk veel van die jongen
Ik ben als schoolvriendin onverwacht van hem weggegaan zonder overleg
Maar ik ben nooit volledig van hem losgekomen, ergens was hij daar nog
Ik kon altijd verder op zijn vriendschap blijven rekenen, en ik had die nodig
Hij stond altijd open voor mij, heel anders dan Clovis! Die was vol bedrog
Neen ik wil hem eigenlijk niet kwijt, ik kan zijn vriendschap goed gebruiken
Maar het kan helaas niet je begrijpt dat wel, omwille van mijn goede naam
Maar ik durf het hem niet zeggen, zijn geluk zou wederom ineen stuiken
Weet je wat zei Arlet, wij zullen hier wel gezelschapsdames blijven spelen
Je hebt voorlopig nog een tijdje hulp nodig, het steekt er voor ons niet op
Tot jullie getrouwd zijn, 't is een kleine moeite dat kan ons niet schelen
Eileen snakte naar adem. Arlet! Riep ze luid, waar haal je toch zoiets uit
Voor wie aanziet gij mij wel dan, hoe durf je, echt ik schaam mij bijna dood
Eileen zei Arlet, als ik dat niet zou zien dan ben ik een heel stomme tuit
Arlet zei Eileen kordaat, ik wil daar geen woord meer over horen verstaan
Dan zul je mij maar moeten buitensmijten zei Arlet, ik zeg mijn gedacht
Ik laat mij door niemand de mond snoeren, zeg dan dat ik moet gaan
En ik wil niet dat gij als mijn vriendin jezelf blijft bedriegen, ik hou van u
Ik laat je niet in je ongeluk lopen door die jongen nog eens af te wijzen
Je bent stapelverliefd op hem, en je zult dat wel moeten inzien, hier en nu
Eileen stond perplex, ze had heel achteloos haar gevoelens blootgelegd
En Arlet drukte haar met de neus op de feiten, en wachtte nu gespannen af
Eileen keek haar met grote ogen aan, maar Arlet had de waarheid gezegd
Eileentje zei Arlet nu zacht, neem nu geen verkeerde beslissing, toe kind
Ik wil je gewoon gelukkig zien, Manten was nooit volledig uit je hart gewist
Alleen kwam de tegenslag je plots toegewaaid met een onverwachte wind
Diezelfde wind waait je nu een nieuwe kans een nieuw leven van geluk toe
Laat je niet door valse schaamte beïnvloeden maar grijp die schone kans
Blijf je gevoelens niet inhouden meisje want daarvan word je toch zo moe
Wat zal het zijn kindje, vlieg ik buiten en loop je nogmaals van Manten weg
Of mogen we u blijven ondersteunen, om uw kostbaar geluk te herwinnen
Kies nu Eileentje, maar wees verstandig je weet dat ik de waarheid zeg
Ogenblikken lang bleef Eileen nog staan, toen zakte ze in haar zetel neer
Is het dan zo duidelijk Arlet lispelde ze, ik kon het gewoon niet tegenhouden
Dat hoeft ook niet meisje zei Arlet, bij Manten vind je het ware geluk weer
Ik voel mij zo beschaamd zei Arleen, ik had dat van mezelf nooit gedacht
Maar toen hij mij de eerste keer kwam bezoeken, schonk hij mij een roos
Hij was nog liever dan vroeger, en een raar gevoel sloeg toe, onverwacht
Ik heb er tegen gevochten hoor, hopeloos dat heerlijke gevoel bleef daar
Maar ja, er is nu nog één groot probleem, wat voelt Manten nu voor mij
Ziet hij mij nog steeds als zijn vriendinnetje, dat zit echt een beetje raar
Voor mij niet zei Arlet, die jongen is dolverliefd op u maar zal het zwijgen
Hoedadde zei Eileen verwonderd, hij zou er mij toch gelukkig mee maken
Hij weet heel goed dat zijn trouwkansen bij meisjes niet zo hoog stijgen
Hij kan niet spreken Eileen, hij denkt hij dat hij zich aan u zou opdringen
Hij heeft altijd gedacht dat je hem daarvoor in de steek liet voor de Clovis
Maar dat is niet waar zei Eileen, allee mens dat was niet voor zulke dingen
Ik was gewoon plots verliefd op Clovis, en voor iets anders was dat niet
In elk geval zei Arlet, door zijn gebrek zal hij u niet tot vrouw durven vragen
Maar dat hij verliefd op u is, wel Eileen toch als ge dat nu eigenlijk niet ziet
Jamaar zei Eileen Manten is al van als ik hem ken heel lief voor mij geweest
Zelfs al de tijd dat ik met Clovis getrouwd was, hij was thij daar voor mij
En ja nu is hij natuurlijk blij dat ik nu genees, dat is voor hem een feest
Maar dan als een goede vriend, en veel verandering zie ik toch echt niet
Hij gedraagt zich net als vroeger, als een bovenste beste vriend voor mij
Ik heb hem ooit afgewezen ik denk niet dat hij meer dan dat in mij ziet
Hij zal het je ook niet laten zien Eileentje, bang dat hij u zou afschrikken
Hij wil zich absoluut niet opdringen, Manten wil je alleen maar gelukkig zien
Zelfs al zou je hem nu nog een tweede keer voor een ander laten stikken
Eileen schrok van die uitspraak. Maar Arlet toch, dat doe ik nooit meer
Als de mogelijkheid zich toch zou voordoen, dan zal het met Manten zijn
Maar ik ben die jongen niet waardig, nee ik krijg helaas die kans niet weer
Maar Eileentje toch, uw ogen verflauwen geloof ik ge word gij stekeblind
Als ge die verliefde blikken niet ziet dan mankeren uw ogen verschrikkelijk
Je hoeft maar even in zijn nabijheid te komen en hij is zo blij als een kind
Is dat echt vroeg Eileen met een blijde lach, ach was ik er maar zeker van
Hoe kon ik toch zo dom zijn om hem toen in de steek te laten hij was zo lief
Zelfs toen Clovis hem zo had sloeg verdroeg hij dat voor mij ja zelfs dan
Maar ja hij was altijd al zo, dat wil niet zeggen dat hij mij als zijn vrouw wil
Ik zal hem eens laten uitvragen door Peleke die verstaat goed zijn taal
Wees gerust Eileen die kent uw geheim ze zag dat al lang en houd dat stil
Maar jong toch schaamde Eileen zich, is dat nu aan mij zo goed zichtbaar
Niet voor buitenstaanders zei Arlet, maar wij zijn hier bijna alle dagen bij u
We zien uw gezicht glunderen als hij hier is, jullie passen goed als een paar
Eileen werd zo rood als een tomaat, Arlet jong je maakt mij gans verlegen
Kom kom zei Arlet als vrouwen en vriendinnen onder elkaar, wees gerust
Je moet het ijzer smeden als het heet is, die kans komt ge niet altijd tegen
Peleke is niet van gisteren hoor Eileen die weet dat perfect aan te pakken
Ze zal dat wel voor u uitvissen, maar ja kijk als ge het echt niet wilt weten
Toch toch, haastte Eileen zich, och mens ik kan wel door de grond zakken
Waar ben ik mee bezig, mee nog een beetje moet ik me nog presenteren
Tja zei Arlet als het paard naar u niet komt moet gij naar het paard gaan
Wadde riep Eileen, peinsde gij nu echt dat ik mezelf zo zal gaan kleineren
'k Zie mij daar al bij Manten komen, jong 't wordt tijd dat we gaan trouwen
Hij valt plat op zijn rug van 't verschot, en slaat vierklauwens op de vlucht
Ja als ge het zo doet zei Arlet, allee heb toch eens wat meer vertrouwen
Als Peleke nu te weten komt dat die jongen stapel op u is, dan is het tijd
Ge moet hem niet overdonderen, maar wel wat duidelijke signalen geven
Moet ik misschien ogen staan knijpen vroeg Eileen, jongens ik krijg al spijt
Van wat vroeg Arlet, dat ge verliefd bent geworden op die brave jongen
Be neen zei Eileen, maar dat ik toestem om hem uit te horen, dat hoort niet
En als hij mij niet wilt, heb ik mij nogal in nesten en bochten gewrongen
Toe Eileen, u niet willen, dat gelooft gij zelf niet, je bent alleen maar bang
Ja! Zei Eileen ja! Ik ben erg bang, omdat het toch altijd nog kan mislopen
Als ik hem deze keer misloop, verwijd ik dat mezelf mijn hele leven lang
En der moet toch een jaartje over gaan eer we aan zoiets mogen denken
Je mag gerust wel een jaartje wachten van trouwen zei Arlet ja dat wel
Niet aan denken is dom, en als hij zijn liefde aan een ander gaat schenken
Arlet! Zei Eileen geschrokken, dat kan niet, dat mag niet, dat doet hij niet
Nee en waarom niet als ik dat mag vragen, hij is toch jong, en ook nog vrij
Hij weet immers niet wat je voor hem voelt, want je zorgt dat hij het niet ziet
Je steekt je gevoellens voor hem angstvallig weg, hoe kan hij het dan weten
Maar hij mag op geen ander verliefd worden zei Eileen, nu toch niet meer
't Ja zei Arlet, als dat dan wel gebeurd meiske dan kan je het wel vergeten
Eileen liep onrustig heen en weer, zeg jong ik kan het hem toch niet vragen
Nee zei Arlet maar je kunt heel lief tegen hem zijn, allee zo speciaal lief
Je begrijpt dat wel je hebt gelegenheid genoeg, hij komt hier toch alle dagen
Plots een lawaai en de kinderen stormden binnen en sleurden Manten mee
Eileen werd helemaal rood en zei awel we zullen maar een boterham eten
Allee mensen zet u allemaal aan tafel ge kunt kiezen tussen koffie of thee
Boterhammen met hesp of kaas of jam zei Eileen alle mensen kies maar uit
Manten zat aan de tegenovergestelde kant van de tafel tegenover Eileen
Rina zit niet te lachen aan tafel zei Eileen en gij Sam trek zo geen snuit
't Is Sam zijn schuld mama hij doet mij altijd lachen en ik krijg dan de schuld
Jamaar Rina lacht voor alles zei Sam ik moet nog geen rare snuit trekken
't Moet nu eindelijk eens gedaan zijn he zei Eileen, ik had al genoeg geduld
Het was en kort tijdje stil aan tafel en Rina zei zeg Manten zie je ons graag
Manten knikte lachend, en loerde schijnbaar ongemerkt eens naar Eileen
Wel trouw dan met ons mama jong zei Rina, allee vraag het haar vandaag
Manten was juist bezig zich koffie in te schenken en goot de tafel gans vol
Hij staarde Eileen aan en bleef maar gieten op de tafel naast zijn kopje
Manten riep Sam hou op vent het loopt al op de grond worde gij soms dol
Eileen was juist aan het drinken en de koffie proestte meteen uit haar mond
En liep langs haar kin over haar schort en haar handen en op haar schoot
En samen met wat Manten overgoot vormde het een plasje op de grond
Manten en Eileen zaten elkaar daar minuten lang stilzwijgend aan te staren
Ze wisten nu zeker dat ze van mekaar hielden maar toegeven was anders
Maar als ze nu een domme fout maken dachten ze zitten we op de blaren
Daarzie zei Arlet het probleem is opgelost, wat de kleine zei is ook nog waar
Manten zit zot van u Eileen, en gij droomt van hem zelfs op klaarlichte dag
Ge weet het ineens allebei, wees verstandig jullie vormen een prachtig paar
Kom kinderen laat mij eens de nest merels zien waar je hebt van gesproken
Ho ja riepen de kleine gasten 't zijn al schone zulle, maar nog niet vlugge
ik wil zeggen nog niet gans bepluimd, nog niet gans in de veren gestoken
Eileen en Manten bleven alleen achter en keken elkaar vol verwachting aan
De een verwachte een antwoord de van de ander die toch maar niet kwam
Dat dit niet kon blijven duren begrepen ze wel ze konden niet blijven staan
Ze zag de verliefde blik in zijn ogen en dat maakte haar wat zekerder en blij
't Is nu of nooit dacht ze ik waag het erop een tweede kans als dit krijg ik niet
Is het zoals Arlet zei vroeg Eileen aarzelend, hou je dan echt zoveel van mij
Ze beefde van spanning en wachtte stil op het antwoord dat nu komen zou
Manten wist van aandoening niet wat te doen, maar knikte dan toch van ja
Och wat een pak van mijn hart fluisterde Eileen, want ik hou zoveel van jou
Grote tranen van allebei was de ontlading van hun liefde zo lang verzwegen
Ik was bang verklaarde Manten met tekens, u een tweede keer te verliezen
Je was eigenlijk nooit uit mijn hart zei Eileen, je bleef mij altijd zeer genegen
En nu was ik bang dat ik geen kans had en het bij u volledig had verkeken
Ze naderden elkaar langzaam en Manten nam haar handen toen in de zijne
En kuste haar toen teder en respectvol op de mond, en haar tranen weken
Ik heb u één keer in de steek gelaten zei ze, maar ik beloof je, nooit meer
Ik heb mijn les geleerd, en ik heb er voor geboet, ik ben voor altijd van jouw
Je was mij niets verschuldigd deed Manten verstaan, en ook niet deze keer
Maar je liefde is mij meer waard dan wat ook, ja meer dan mijn eigen leven
Ik zal u met respect en diepe liefde bejegenen tot de juiste tijd is gekomen
En ik zal u ondertussen al mijn aandacht mijn liefde en toewijding geven
Eileen kreeg tranen van vreugde in de ogen, gij zei ze, gij bleef mij trouw
Door dik en dun zonder vragen of klagen jij bleef mijn echte trouwe vriend
Ik verdien het niet maar ik zal u mijn diepe liefde schenken als uw vrouw
Ze drukten elkaar liefdevol in de armen en kusten en lachten mekaar toe
Laten we nu maar naar de anderen gaan zei Eileen omwille van onze naam
Het heeft mij diep ontroerd zei ze nog, mijn liefde inhouden maakte mij moe
We houden het voorlopig geheim, alleen onze vrienden mogen het weten
Maar ik denk dat ze het al lang in de gaten hadden, maar zij zullen zwijgen
Wij twee gaan elkaar niet alleen treffen, laten wij dat vooral niet vergeten
We moeten verstandig zijn, het is te vroeg en de mensen zouden praten
Juist liet Manten verstaan, ik zeg het wel aan de Champetter mijn vriend
Die verspreekt zich niet, hij heeft mij altijd gesteund en mij nooit verlaten
ik wil dat nieuws voor hem niet verzwijgen hij zal zelf heel blij zijn voor mij
ik denk zei Eileen dat de vrienden dat al vlug vanzelf zullen doorhebben
Nog een flinke pakkerd en toen gingen ze naar buiten overgelukkig en blij
Arlet zag hen uiteen gaan maar aan Eileen haar gezicht zag ze wel genoeg
Een goed gesprek gehad zei ze langs haar neus weg, dat lucht op newaar
Ik bruis van levenslust lachte Eileen ik moet me inhouden of ik trek de ploeg
How how lachte Arlet, laat het ploegen maar aan de paarden en Manten
Het is in kannen en kruiken he vroeg Arlet, ik zie het aan je lachende snoet
Je straalt als een verliefd meisje van twintig, je lacht weer naar alle kanten
Arlet zei Eileen het leven geeft mij nog een nieuwe kans en ik ga die grijpen
Met beide handen, een nieuw leven met de man die mij altijd trouw bleef
Als hem ook maar één vrouw durft naderen zal ferm in haar armen nijpen
Arlet schaterde het uit, Eileentje jij bent er mij ook eentje hoor jij lieve meid
Ik ben zo blij voor jou, maar hou het voorlopig maar geheim het is nog vroeg
Ik ben blij dat je 't zelf zegt Arlet, ik reken op u je bent een vrouw met beleid
Wat u betreft en onze vrienden zei Arlet, hoeft ge u geen zorgen te maken
Van ons komt niemand iets te weten, we hebben u diep in ons hart gesloten
Eileen sloot haar in de armen, ik weet het Arlet jullie zullen over ons waken
Arlet kreeg er de tranen van in de ogen, je bent zo een beetje ons lief kind
We hebben zo liefdevol voor u gezorgd je had ons nodig en was hulpeloos
We hechten ons aan u, je kwam zo ons leven binnenwaaien met de wind
Je hebt ons leven verruimd met je jongere geest en je geheel andere kijk
Het was een leerrijke ervaring voor ons we willen je niet graag meer kwijt
Jullie blijven altijd mijn vriendinnen zei Eileen, ik hou van jullie drie al gelijk
Dank u Eileentje zei Arlet en daarom wou ik u gelukkig zien met Manten
We weten wat een heel goede jongen het is we kennen hem al heel lang
Hij wordt hier overal graag gezien en hij heeft vrienden langs alle kanten
Wees er goed voor Eileentje die jongen verdiend dat en hij is heel trouw
Dat heb ik ondervonden zei Eileen, zelfs ondanks dat ik hem eens verliet
Ik zal hem daarvoor belonen, eens word ik voor hem een allerliefste vrouw
Manten was overgelukkig, eindelijk, eindelijk scheen de zon in zijn hart
Hij zou het kunnen uitschreeuwen ware het niet dat hij niet kon spreken
Hij stond in de stal en wist niet waarom de jongen was helemaal verward
Dat moet ik aan de Champetter vertellen dacht hij die zal nogal verschieten
En weg was hij, hop op zijn fiets recht naar het huis van de Champetter
Deze was juist bezig zich een goede kop vers gezette koffie uit te gieten
Het geklop op de deur klonk nogal zenuwachtig, jonge wat is dat nu weer
Toen hij de deur opende schudde Manten hem heel uitbundig de hand
Hoho Manten ge ziet er zo content uit jong, wat zit er nu weer in uw peer
Verloofd! Vertelde hij met de handen, Champetter ik ben echt verloofd
De Champetter was geschokt, 't is nie waar zeker, je maakt mij wat wijs
Toch toch verklaarde Manten, ze heeft mij zelfs eeuwige trouw beloofd
Pas toch op jongen zei de Champetter meisjes veranderen wel ne keer
Zie maar goed wat ge doet zulle, zie maar dat het een braaf meiske is
Ja ja vertelden Mantens handen, natuurlijk jong ik vertrouw haar zeer
En ik dacht nog zo dat ge op Eileen zou wachten Manten, en nu komt dat
Zie maar wat ge doet jong want Eileen is op u verliefd ik heb dat gezien
Ik ben eigenlijk een beetje ontgoocheld, ik dacht dat je haar ook lief had
E maar natuurlijk volgde Manten zijn antwoord, ik ben ook verliefd op haar
Awel zei de Champetter, waarom verloofd ge u dan nog met een ander
Manten schudde de Champetter door mekaar, maar ik verloofde mij daar
Bij Eileen vroeg de Champetter hebt ge u verloofd waar Eileen erbij was
Zomaar zonder omhaal, hield je dan geen rekening met haar gevoelens
Natuurlijk volgde Manten zijn antwoord dat is nu toch zo helder als gras
Awel Manten zei de Champetter dat vind ik niet attent van u, zeker niet
Eileen zal er het hart van in zijn dat ge voor haar ogen een andere nam
Ze had zo haar hoop op u gevestigd, allee jongen als ge dat nu niet ziet
Manten schudde de Champetter nog eens dooreen, zie nu toch naar mij
Ge verstaat mij verkeerd jong Champetter, let nu toch ne keer beter op
Ik nam geen andere, ik wil niemand anders, het gaat hier over mij en zij
Eileen en ik zijn verloofd, allee gij loeder verstaat ge dat niet, ik en Eileen
Wadde! Riep de Champetter gij en Eileen, is dat echt waar mijn jongen
Manten stak zijn handen triomfantelijk in de lucht, ze wil mij maar alleen
Ik had het kunnen weten zei de Champetter hoe kon ik toch zo stom zijn
Manten keek zijn vriend lachend aan, Eileentje is eindelijk toch van mij
Jongen zei de Champetter aangedaan ik ben zo blij voor u ik vind het zo fijn
Ik ook beschreef Manten kom we gaan in Den Bok en glaasje bier drinken
Zullen we koersen om het eerst, daagde Manten de Champetter nog uit
Ik win toch wel van u vent en dan zult ge daar nogal schoon zitten blinken
Wadde riep de Champetter, gij winnen van mij, dat gaan we ne keer zien
En als twee jonge kinderen zetten ze de koers in recht naar Café Den Bok
Zie die twee nu koersen lachten enkele mensen, net als kinderen van tien
Als ze zo halverwege waren, liep er onverwachts een hond over de straat
Baf! Manten er bovenop over zijn stuur en hij rolde meteen over de grond
De Champetter schrok zich een aap, jonge jonge als dat maar goed gaat
De hond was al lang weer verdwenen maar Manten zat daar klagend neer
Manten jongen toch zei de Champetter ge hebt u zeker veel pijn gedaan
Oeiejoiejejoei jong Champetter zei Manten azu ne ferme klop op mijn peer
'k Zie sterretjes langs alle kanten, vent toch ik verschoot mij haast dood
Laat mij ne keer zien jongen ja hoor je hebt hier een ferme buil op uwen kop
Dat kan ik gemakkelijk geloven jong zei Manten mijne kop weegt gelijk lood
Door het verschot had de Champetter noch Manten op dat Manten sprak
Die stomme hond ook moest die hier nui precies op da moment oversteken
'k Verschodde mij haast ne bulte zei Manten, vent toch was dat ne smak
We zouden er beter mee naar de dokter gaan zei de Champetter bezorgd
En terwijl hij nu weer met tekens werkte sprak Manten ook de woorden uit
Ja ik geloof het ook, als Eileen dat moest weten ze had mij zeker geworgd
De Champetter barste ondanks alles in een luide lach, ja jong je zit nu vast
Ge zult voortaan op uw tellen moeten passen hoor je bent niet meer alleen
En als ge u niet gedraagt, pas maar op he of ze stopt u nog eens in de kast
Nu barste Manten ook in een luide lachbui uit en ze keken elkaar vrolijk aan
En plots verstarde de Champetter zijn lach en keek alsof de donder insloeg
Wat is er vroeg Manten, ge kijkt alsof ge verwacht dat Mientje u zal slaan
A maar...a maar...hakkelde de Champetter, Manten ge kunt gij spreken
Hu hu hu zei Manten nu met tekens en al, ge zijt gij zeker zot geworden
Da Champetter sloeg op zijn handen doe weg, ge moet dat niet wegsteken
Ik steek niets weg zei Manten, ge weet toch al lang he dat ik niet praat
O nee zei de Champetter en waar zijt ge nu dan mee bezig zou je denken
Manten keek hem verstomd aan 't is zeker van dienen klop op de straat
Ja ik kan spreken, Champetter ik kan spreken, ik kan spreken, echt spreken
Met zijn handen hoog in de lucht riep hij luid mensen ik kan weer praten
Champetter riep hij was je niet zo zwaar ik zou je boven mijn hoofd steken
En in een vreugderoes greep hij de Champetter vast en danste ermee rond
Stop stop lachte de Champetter, jong toch ik word daar nog dronken van
Manten liet de Champetter los en zonk wenend van blijdschap op de grond
Zijn schouders schokten op en neer, de schok was eigenlijk veel te groot
De dorpsgek kan weer spreken weende hij, hoe kan dat nu toch zo ineens
O wat een vreugde Champetter ik kan spreken ik ben niet meer de malloot
Je bent nooit een malloot geweest zei de Champetter ge zijt een speelvogel
En dat zal niet veranderen met te kunnen spreken, je lacht gewoon graag
Maar dit voorval komt nu zo onverwachts en treft je als een geweerkogel
Een malloot nee Manten jong, en beetje raar was het voor de mensen wel
Spreken met tekens begrijpt niet iedereen, maar iedereen was je te vriend
Ze kaartten ook graag met u, ook zelfs al verloren ze dan meestal het spel
Manten kalmeerde, Ja! Zei hij, 't is waar ik heb waarlijk veel vrienden hier
Champetter zeg we houden dat voorlopig geheim, ik wil Eileentje verrassen
Goed Manten maar wees gerust Manten ik gun je heel graag dat plezier
Maar het lijkt mij toch verstandig de dokter op de hoogte te brengen hoor
Je hebt en klein wondje boven op je kop en dat moet toch verzorgd worden
Die mannen ontsmetten dat mooi he, aja waar dienen dokters anders voor
Ze belden even later bij Pruike aan, dag dokter zei Manten ik ben gevallen
Pruike liet van 't verschot zijn kopje thee aan scherven vallen op de vloer
Edde van ze leven zei hij, ik hoor uw eigen stem door mijn huis schallen
Ik wist het ik wist het riep hij opgewonden, ik en Kluis hebben het geweten
Dat was een psychisch geval, je kon niet meer spreken door een schok
Ik wed dat je een grote buiteling hebt gemaakt, vertel waar heb je gezeten
Ik ben met de fiets op een hond gereden zei Manten en boem op mijn kop
En je bent geweldig geschrokken he riep Pruike, het was een grote emotie
Dat kan je wel zeggen zei Manten ik dacht ogenblikkelijk hier houd het op
Zie je riep Pruike triomfantelijk, daarom kon geen dokter iets aan u vinden
In je hoofd kijken kunnen we natuurlijk niet, dat gaat ons petje te boven
Het zat in je hersenen he jong en voor zulk geval waren we gelijk blinden
Door die val van de trap toen je klein was, kreeg je een vreselijke schok
Dat blokkeerde je hersenen op zo een manier dat je niet meer kon spreken
De val en schrik plus de klap deblokkeerden vandaag het emotionele blok
Ik en Kluis waren tot deze gezamelijke conclusie gekomen al jaren geleden
Maar er kon niets aan gedaan worden, we stonden helaas machteloos
De andere dokters geloofden ons niet en we hebben discussies vermeden
Laat dat wondje eens zien jongen, hum niet erg hoor en ook nog een buil
Niets om u zorgen over te maken, ik zal dat ontsmetten en klaar is kees
Ga bij Kluis om zalf voor die buil, die is beter en maak die wond niet vuil
Dokter zei Manten we zouden dat graag geheim houden gaat dat voor u
Maar zeker jongen waarom niet als ik u daar een plezier kan mee doen
Ik wil dat op de gepaste tijd bekend maken zei Manten, wat later niet nu
Dag Kluis zei Manten toen ze bij Kluis aankwamen ik heb een ferme buil
Kluis stond op een stoel kruiden omhoog te hangen en viel er haast af
Ma Ma Manten verschoot hij ge doet gij mij nogal verschieten zeg gij uil
O vergeef me zei Kluis ik bedoelde dat niet zo maar ik heb zo verschoten
Ge kunt gij weer praten jong, wat is ter met u gebeurd, zomaar ineens
De Champetter en Manten lachten vrolijk, omdat ze hier zo van genoten
Ja jong zei de Champetter, we verschoten wij onszelf ook bijna een bult
Een geweldige val op zijn kop en die begint zomaar ineens te tateren
Ik wist het ik wist het riep Kluis, een grote emotie was daar van de schuld
Ik moet het niet vragen he je hebt verschrikkelijk verschoten toen je viel
Jongen zei Manten ik dacht dat ik de kop in was azo ne baf op mijne kop
Ik wist het ik wist het zegevierde Kluis, het zat hem allemaal in uwen biel
En hij tikte tegen Manten zijn voorhoofd, door een verschrikkelijk voorval
Je kon als kind dat niet aan, en je hersenen werden ergens geblokkeerd
Het kwam door die val van de trap, dat was dan die emotie in jouw geval
Dat wondje is al verzorgd zie ik al, en kijk dat hier is een zalfje voor die buil
Die zal daar korte metten mee maken, ze verdwijnt als sneeuw voor de zon
En let een beetje op dat wondje he zeg Manten maak dat zeker niet vuil
Ge zijt gij zeker de papegaai van den Dokter lachte Manten weer welgezind
Hoedadde vroeg Kluis, nui benne 'k ik nie mee zulle, leg het ne keer uit
De dokter zei net hetzelfde lachte Manten, 't is meegewaaid met de wind
Ge zult gij altijd ne speelvogel blijven he lachte Kluis, dat gaat er niet uit
En gij ne papegaai geloof ik zei Manten want de Champetter zei dat ook
De drie mannen schaterden het uit en het galmde over de vaart ver en luid
Ge woont hier algelijk schone zei Manten zo langs dat spiegelend water
Ja zei Kluis ik moet de natuur hebben he jong, en ook vooral stilte en rust
Maar ik zie graag mensen hoor, hou van rust maar ben geen mensenhater
Integendeel, als ik iets voor iemand kan doen, stemt dit mij uitermate blij
En daarbij ik heb ook een paar echte zuivere natuurliefhebbers als vrienden
We vergaderen eens gezellig bij hen ofwel komen wij hier tezamen bij mij
Ik voel mij een gelukkig mens, ik leef van en met de natuur, 't is mijn leven
Ja zei Manten, 't is toch allemaal gelijk waar mee ne mens gelukkig is he
Ik kan u goed begrijpen Kluis en echt jong ik kan u geen ongelijk geven
Maar zeg ik wil je nog om een gunst vragen, hou dat nog geheim, wil je dat
Ik wil de vrienden er eens mee verrassen op een vriendenfeestje bij Eileen
Een gezellige bijeenkomst met alleen de vrienden, dat geeft dan ook wat
En of dat wat zal geven zei Kluis, ge zult die gezichten eens moeten zien
Ik heb er alleszins veel moed op zei Manten, ge gaat toch ook komen he
Het zal een gezellig hoopje worden, nou ja ongeveer zo een stuk of vijftien
Ik heb het nog niet nageteld, maar het zal in ieder geval eens plezierig zijn
Nu kan ik ook ne keer mijn woordeken plaseren he, wat een vooruitzicht
Peleke Alma en Arlet zullen koken, natuurlijk volgt er ook een glaasje wijn
Dat wil ik voor geen geld ter wereld missen zei Kluis, mens hun smoelen
Die zullen pudding slaan, perplex zullen ze zijn, ik zie het nu al gebeuren
Geloof me vent Manten ze zullen als vastgenageld zitten op hun stoelen
De Champetter schokte van het lachen, mensen toch ik heb al voorpret
Op de terugweg vroeg de Champetter had Eileen dan een feestje gepland
Vaag zei Manten, maar ik nu heb ik daar speciaal mijn zinnen op gezet
Zeg Manten zei Eileen, toen ze hem over het erf zag lopen ik wil je spreken
Waarover beschreef Manten vlug met zijn handen is het van veel belang
Ja en nee zei Eileen ik had al gezegd dat ik een feestje wilde ineen steken
Alleen maar met de vrienden en Peleke en Alma en Arlet zullen koken
Wat zou je denken van zaterdag middag dat ze hier zouden komen eten
Ze hebben het toch al lang opgemerkt dat tussen ons liefde is ontloken
We maken het hen maar openbaar bekend, zij zullen dat toch verzwijgen
Zij hebben ons in alles ondersteund, ze hebben er recht op het te weten
Ze zouden zich ontgoocheld voelen als ze het als laatst te horen krijgen
Ze begrijpen wel dat we pas volgend jaar verdere stappen zullen zetten
Wat denk je, past dat voor u en kan jij de vrienden op de hoogte brengen
Manten knikte enthousiast en beschreef met de hand ik zal goed opletten
Kon ik je maar een kusje geven fluisterde ze, en ging toen heel vlug heen
Manten kon wel een luchtsprong maken maar hield zich nog net bijtijds in
Mijn schat zei hij zacht tegen zichzelf, mijn Eileentje is nu van mij alleen
En alles wat ik plannens was met dat feestje valt vanzelf in zijn plooien
Ik had het zelf niet mooier in elkaar kunnen steken, ik moest zelf niets doen
Alles is prima geregeld, en niets zal mijn plannen nog in het water gooien
En wie dan onze trouwe vrienden zouden zo een feestje beter verdienen
Het was al gauw zaterdagmiddag de gasten zaten reeds gezellig aan tafel
Peleke en Alma en Arlet waren reeds vol ijver het eten aan het opdienen
Eigenlijk wou Eileen dat ze van in het begin mee aan tafel zouden zitten
Ze zou anderen gevraagd hebben om te koken maar dat wilden ze niet
Nee nee ze wilden persé zelf koken en Eileen wilde er dan niet over vitten
Maar als er opgediend was aten ze wel mee, zo hadden ze haar beloofd
Ge zijt mijn meiden niet he zei Eileen maar wel mijn beste vriendinnen
En Jullie stonden mij altijd terzijde toen ik van alle vreugde was beroofd
Alles was nu gereed, en Eileen zei, vrienden laat het nu niet koud worden
Iedereen smakelijk en ze gaf het voorbeeld door er meteen aan te beginnen
Eileen was geen plichtplegingen gewend, en ze vielen aan op hun borden
Zo eens samen zijn onder vrienden, en gezellig eten, dat vond iedereen tof
Het smaakte hen heerlijk en menig compliment werd dus aan Eileen geuit
Maar ook de kokkinnen ontvingen voor hun werk veel complimentjes en lof
De soep was binnen en er werden regelingen getroffen voor nieuw gerecht
Wacht nog even zei Eileen, Manten wil jullie iets bijzonders bekendmaken
't Gaat over hem en mij, jullie hadden het toch gezien, Manten stel je recht
Manten ging staan schraapten zijn keel en zei, beste vrienden allemaal
Verder ging hij niet want er ging een schok door al de genodigden heen
Hun mond viel open van verbazing, Manten sprak daar heel duidelijke taal
Eileen was van 't verschot op haar stoel gezakt en veerde nu weer recht
Ze stak haar vinger naar hem uit en kwam toen heel traag naar hem toe
Me Ma Manten hakkelde ze, he gij gesproken jong, ja toch he, is dat echt
Ja Eileentje zei Manten het is echt, het kwam plots gewoon ineens ben je blij
Ze sprong van pure blijdschap in zijn armen en kust hem zeker wel tien keer
Ik ben overgelukkig riep ze o mens toch, je kan praten o jij lieve kerel van mij
Maar de anderen zaten als op hun stoel genageld, zie toch die kan spreken
Edde van ze leven zei Monten tenslotte, wie zoe da nui gepeinsd hen zeg
Achter zo lang zwijgen, nui zal hij ons allemaal nog de loef af gaan steken
Nu schoot iedereen in een luide lach en meteen kwam het gesprek op gang
Alleen enkelen waren op de hoogte geweest en die hadden dubbel genoten
Kluis lachte in zijn vuistje, moest je hun smoelen zien en het duurde nog lang
Hoe es da meugelijk vroeg Monten, na zo lang dat hij zo goed kan spreken
Niet zo moeilijk zei Kluis terwijl hij tekens deed sprak hij alles uit in zijn geest
Hij was hiervoor een echte tateraar en dat is in zijn verstand blijven steken
De vrienden bestookten hem met vragen terwijl hij daar stond met Eileen
Nog vlug een kusje en toen ging ze weer naar haar plaats waar ze eerst zat
Met glunderend gezicht, zo diep gelukkig zei ze was ik nog nooit voorheen
Monten stapte op Manten af tilde hem zo op en duwde hem op zijn stoel
En nu alles vertellen he manneke, nu direct we willen daar alles over weten
En niets overslaan zulle anders krijgt ge geen brok eten meer in uw smoel
Er werd uitbundig gelachen, en Manten stak dan ook maar meteen van wal
Hoe hij de Champetter ging opzoeken, dat ze een pint wilden gaan drinken
Dat ze koersten en op die hond reed, en dan tenslotte nog die vreselijke val
Van naaldje tot draadje moest hij alles vertellen en volledige uitleg geven
Schrik en vreugde wisselden zich af op de gezichten van de aanwezigen
En zo zei Manten weten jullie nu, Eileen en ik gaan samen door het leven
Een gejuich steeg op en de felicitaties waren heel welgemeend en warm
Manten liep toen vlug op Eileen toe gaf haar en vluchtig kus op haar mond
Ze was heel trots op hem en stond daar nu lachend blij en fier aan zijn arm
En nu vlug het eten he jongens zei Peleke want het mag niet koud worden
Ge moet maar verder tateren onder het eten, je hebt nog een zee van tijd
En onder het opgewonden geroezemoes vulden zij welgezind de borden
We vragen jullie echter zei Eileen dat geheim te houden, het is nog te vroeg
Ik en Manten willen elkaar niet alleen treffen, omwille van onze goede naam
Want om roddelpraatjes tegen te gaan hebben wij hier nu altijd een ploeg
Vriendinnen zullen mij bijstaan in het huishouden en chaperonnes spelen
Ze doen dat trouwens al van dat ik ziek was, ze passen ook nu nog op mij
En ze zorgen er ook voor dat ik mij geen minuutje moet zitten vervelen
Namelijk Alma en Peleke en Arlet, tot ongeveer een jaartje is verstreken
Ze zullen hier altijd zeer welkom zijn soms alle drie soms twee of soms één
Zoals het hen past, zo kunnen de mensen alleszins niet over ons spreken
En ik ga natuurlijk met hen ook eens naar de markt en zo, nu kan ik weer
Echt waar vroeg Peleke, de mensen zullen nogal kijken, wie onze vriendin is
En als ter ook iemand een woord kwaad over u verteld dan krijgt die van leer
Algemeen gelach natuurlijk, en het feest werd dan vreugdevol voortgezet
Eileen zat aan het ene uiteinde van de tafel en Manten aan het andere einde
Ze wierpen soms een verliefde blik naar elkaar en de anderen hadden pret
Hoe zit dat vroeg Monten met de waardin van het Café waar Clovis altijd ging
Dat is een merkwaardige gebeurtenis zei de Champetter heel geheimzinnig
Naar het schijnt waren daar drie oudere dames op bezoek, 't is een raar ding
Ze zouden daar het ongeluk van Clovis luid onder elkaar hebben besproken
En gezegd hebben dat de dorpelingen alles op een zekere Cafébazin staken
Ze gingen met dat paard naar dat Café komen, zo hebben ze zitten stoken
De dag nadien hing en brief op de deur, voor altijd gesloten wegens verhuis
Het Café is diezelfde dag nog verkocht, en met een hele ploeg aan gewerkt
En volgens ik heb vernomen wordt het nu een doodgewoon werkmanshuis
Peleke en Alma en Arlet waren nu ineens alle drie in de keuken verdwenen
Maar de Champetter was hen zo stillekens eens een peer aan het stoven
Zo heel verholen en schalks trapte hij de drie oudere dametjes op de tenen
Wie zouden die drie toch kunnen geweest zijn zei de Champetter heel luid
En hij knipoogde tegen de anderen die het spelletje trouwens al door hadden
Dat mocht natuurlijk niet he ging de Champetter verder, ze werd uitgebuit
Dat is tegen de wet, ik moet nu natuurlijk een onderzoek instellen newaar
Daar staan grote gevangenisstraffen op, maar ik heb toch al een spoor zulle
Volgens het schijnt waren het dames van Stillegem en ze zijn altijd tegaar
De mannen verkneukelden zich kostelijk, maar de drie vrouwen piepten niet
Ze voelden zich erg op hun ongemak, en durfden niet uit de keuken komen
Champetter hou op lachte Eileen, de sukkelaars beven straks gelijk een riet
Ze schoot de keuken binnen kom lieve schatten zei ze, hij is u aan het plagen
Hij meent hij dat niet ge kent de Champetter toch hij speelt mee ulder voeten
Allee kom zere were aan tafel ge kunt toch een onschuldig grapje verdragen
Iedereen is blij dat ze weg is, ze heeft maar haar verdiende loon gekregen
Maar zoiets had ik nooit van jullie durven denken, wel wel jullie durven nogal
't Was allemaal voor u Eileentje zeiden ze bang, wij zijn u toch zo genegen
Eileen omhelsde ze allee kom en nu weer aan tafel zulle, alles is nu voorbij
Champetter zei Arlet, dat was niet schoon van u zulle, ik kreeg haast wat
Och kom Arlet, zei de Champetter, we moeten eens lachen ook, wees nu blij
En Arlet was weer blij net als alle anderen vooral nog voor Manten en Eileen
Het feestje bracht al die mensen nog dichter tot elkaar, vreugdevolle vrienden
En Manten en Eileen vonden eindelijk het geluk, ze waren nooit meer alleen
Maar Manten bleef de grapjas uithangen, het zat nu eenmaal in zijn bloed
Eens gaf hij met zijn hand een klap op de deur en voelde vlug aan zijn hoofd
Manten trok een pijnlijk gezicht zuchtte diep en speelde zijn komedie goed
Oeijejoeiejejoei riep Eileen, Manten toch, jongen toch hebt ge u pijn gedaan
Hu hu hu zei hij en gebaarde dat hij van de klap weer niet meer kon spreken
't Is nie waar he riep Eileen met de handen op haar hart, mijn hart blijft staan
Toe zeg eens iets Manten allee toe zeg dat het niet waar is, da kan toch niet
We waren nu zo gelukkig dat je weer kon spreken toe Manten zeg eens iets
Manten lachte breed en zei Eileentje ik heb je goed liggen he zoals je ziet
Eileen stond perplex, was dat een grap zei ze, hou je me zomaar voor de zot
Ja lachte Manten, 't was plezierig he, ne mens moet ne keer kunnen lachen
Wadde riep Eileen, gij lelijken ezel mij zo doen verschieten ik maak je kapot
Ze vloog op hem af en schudde hem heftig door mekaar, mijn hart stond stil
Lachend ving hij haar in zijn armen op. Eileentje ik zal het nooit meer doen
Manten zei ze met een pruilend mondje, doe dat niet meer ik werd gans kil
't Is waar Eileentje het was misplaatst ik dacht niet genoeg na het spijt mij
Hij nam haar in zijn armen keek haar in de ogen en kuste haar heel teder
En Eileen bloosde Peleke kijkt zulle zei ze, maar ze was heel gelukkig en blij
Peleke had de truc van Manten op tijd gezien en lachte er uitgelaten om
Gij valse deugniet zei ze, uw aanstaande vrouw zo de schrik op het lijf jagen
Manten lachte, 't was maar een spelletje maar toch eigenlijk een beetje dom
Kom kom zei Eileentje 't is al lang vergeten maak er nu ook geen drama van
Allee zei Manten ik moet nu weer gaan werken, tot in de kraaientijd dan he
Ja lachte Peleke hij zal altijd een grapjas blijven, maar hij doet wat hij kan
Wat een heel ander leven he Eileentje, je gezicht straalt precies gelijk de zon
Ik kan het niet uitleggen Peleke, mijn hart zingt als hij maar even binnenkomt
Zelfs nu begrijp ik nog steeds niet hoe ik hem toen zo in de steek laten kon
Zie ne keer hij moest gaan werken zei hij maar 't was om te gaan ravotten
En werkelijk de kinderen vielen hem joelend aan en ze rolden op de grond
Zie nu toch lachte Eileen, ze zijn daar aan 't ravotten als echte wilde zotten
De kinderen zijn dol op hem, wat heb ik het toch getroffen met zo een man
Het zijn de kinderen niet alleen zei Peleke, Manten is gewoon gek op hen
Ja, glimlachte Eileen, 't is waar Peleke hij houd er echt ook heel veel van
Voor Manten naar huis ging kwam hij zoals altijd iedereen nog eens groeten
De kinderen waren naar bed en Eileen kreeg nog vluchtig een zoet kusje
En na nog een verliefde blik zei hij kijk Eileentje ge krijgt gij hier sproeten
Waar vroeg Eileen verwonderd en wilde meteen eens in de spiegel kijken
Hier zei Manten en tikte vlug met zijn wijsvinger op het topje van haar neus
Gij zottekap zei ze lachend uw streken zullen ook nooit meer van u wijken
Maar Manten was er al vandoor en zwaaide haar nog eens toe en lachte blij
Ze keek hem diep gelukkig na, wat is het leven nu toch heerlijk dacht ze nog
En zo droomden ze van elkaar dat ze straks samen zouden zijn, zij aan zij

Louis Voctor

© 2018-2021 Louis Victor. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin