4. Nolle de stroper

27-11-2021

                            NOLLE DE STROPER. 5/2/1999

De meeste mensen waren al gaan slapen en het was pikdonker die nacht

Het moest zo rond twaalf zijn en toch sloop in dat late uur nog iemand rond

Heel eenzaam stil en alleen wat je hier in deze uithoek toch niet verwacht

En toch niet zo verwonderlijk, want Nolle de stroper was weer eens op pad

'K ga het nog eens aan het dennebos proberen, je kunt het nooit weten

Daar zitten nogal veel konijnen, verleden week heb ik daar geluk gehad

Ik snij meteen een heel groot stuk af met hier door boer Mette zijn hof gaan

Ik heb wel tijd genoeg, dat is het niet, maar toch scheelt dat een kwartier

Het is ook niet voor de eerste keer ik heb dat zelfs al meermalen gedaan
En was het nu misschien door de lange gewoonte van in het donker te zijn

In iedere geval, de man twijfelde geen ogenblik en vond onfeilbaar zijn weg

En volgde zoals hij gewoon was heel vastberaden een vooropgestelde lijn

Hij heeft het trouwens nooit weggestoken of er zelfs ook nooit om gelogen

Hij zei het al meermalen zelf ik zie in 't donker bijna zo goed als overdag

Iedereen in Stillegem zei ook gewoon over hem, hij heeft echte kattenogen

Plots schrok hij op van snel naderend getrappel en een woedend gegrom

Oeijejoeijejoei ezel dat ik ben, daar komt die nieuwe grote hond van Mette

Dat ik daar nu niet aan gedacht heb, allee hoe kon ik dat vergeten hoe dom

En dan nog zo een enorm woest beest, hij is haast zo groot als een koe

Ik kan het hek of de haag niet meer bereiken de afsluiting is veel te ver

Als dat beest mij te pakken krijgt ben ik er geweest als ik er niets aan doe

Plots had hij zonder er nog over na te denken zijn geweer in zijn handen

Een donderende knal verbrak de nachtelijke stilte en de hond struikelde

En kwam zonder verder nog een kik te geven voor zijn voeten te belanden

Voor Nolle goed bekomen was voelde hij ineens een tweeloop in de nek

Ik maak je kapot Nolle schreeuwde Mette woest, mijn hond neerschieten

Ik schiet je nu ook maar uw stomme stroperskop er af hier op deze plek

Gusta de boerin kwam even later met de lantaren op het geluid afgelopen

Kalm nu maar he Mette doe niet dom, voor een hond doe nu geen moord

Wat bezielt u toch Nolle jong om nu precies op ons hof te komen stropen

Zo richtte ze zich tot Nolle, en elders al die plaats zijt ge misschien gestoord

En ze bracht een veelbetekenende vinger aan het voorhoofd

Onze hond neerschieten en al onze dieren verstoord

Nolle leek het toe dat het beter was om te zwijgen

Vooral met die over zijn toeren briesende boer

Hij was niet gehaast een schot hagel in zijn donder te krijgen

Gusta haal de champetter of ik maak hem kapot

Nee Mette ik laat je met hem niet alleen

Ga jij de Champetter halen die steekt hem direct in 't kot

Geef jij dat geweer maar alhier

Als hij ook maar eens durft te niezen

Schiet ik hem naar de pier

Hou hem goed in de gaten hoor vrouw

En als ge toch zou gaan lopen hé manneken

'k weet u wonen hé, vrees dan maar voor dat armzalig leven van jouw

Boer zei Nolle, ik verzeker u dat ik niets zal doen

Allee 't is goed zei Mette en vertrok met zijn velo

Met aan de ene voet een kloef en aan de andere een schoen

Nolle gij stommerik zei Gusta wat hebt ge nu toch uitgericht 5/2/1999

Ik heb dat niet zo bedoeld Gusta, maar dat monster kwam op mij af

Had ik gekunt, 'k was gaan lopen als de weerlicht

'K wou allen maar door uw hof passeren

Had ik toch maar aan die nieuwe hond gedacht

'K had het zeker niet durven proberen

Gusta nam de geweren onder haren arm

Kom we blijven hier niet staan

We gaan in huis om een zate café en 't is daar warm

Maar nee Gusta zei Nolle eerst uwen hond

Die is wel wat geraakt maar zeker niet dood

Want eigenlijk schoot ik langs hem heen in de grond

Ik wou hem alleen maar doen blijven staan

Hij is wel bewusteloos en versuft

Maar dood zal hij zeker niet gaan

Kijk ik heb altijd een flesje kruidendruppels bij

Voor als ik zelf eens door een collega per ongeluk wordt geraakt

Voor alle zekerheid heb ik dat altijd bij mij

Samen sleepten ze de hond in huis

Nolle goot kruiden op de wonden en in de hond zijn muil

En ze trokken hem wat dichter bij 't fornuis

Als 't u beliefd Gusta trek hem toch ne muilband aan

Want als dat beestje wakker wordt

Dan is 't zeker en vast met mij gedaan

Ge moet niet bang zijn Nolle hij luistert heel goed

Jamaar Gusta voor alle zekerheid

Wees maar gerust Nolle dat wat ik zeg hij dat ook doet

Juist als Nolle nog wat kruiden op de wonden goot

Kwam het dier stilletjes bij zijn positieven

En meteen grijnsde hij naar Nolle al zijn tanden bloot

Gus Gus Gusta, stammelde Nolle straks eet ie me op

Koest manneken koest kalmeerde Gusta de hond

En als 't u belieft Nolle stop daarmee of 'k geef u ne klop

Toen den boer met den champetter kwam, zat de hond al recht

Mijnen hond verbaasde Mette zich, hij is niet dood

Ik geloof mijn eigen ogen niet, is dat nu echt

De hond kwispelstaartte en blafte vrolijk zijn baasje toe

Hij is er door boer sprak Nolle

Maar hij moet nog wat rusten hij is nog wat moe

Den boer vloog op Nolle af en gaf hem wat schoppen onder zijn kont

De boerin moest de hond uit alle macht tegenhouden

En Nolle vluchtte het huis en de tafel rond

'K heb dat verdiend riep Nolle toen

Maar Champetter wilt ge tussenbeide komen

En iets aan die briesende leeuw doen

Stoppen boer riep de Champetter 't is nu gedaan

Hij had binnensmonds geamuseerd staan lachen

Ik maak nu een proces op en we gaan

Maar Champetter een proces doe me dat niet aan 5/2/1999 - 6/2/1999

Als ik de bak invlieg voor lange tijd

Gaan mijn vrouw en kind van honger vergaan

Daaraan had ge eerder moeten denken

En zo geen stomme streken moeten uithalen

Ik kan je helaas de vrijheid niet schenken

Maar Champetter ik ben verplicht om te stropen

Ik zit zonder werk en kan amper rondkomen

We hebben zelfs soms geen geld om brood te kopen

Nolle ge weet heel goed dat het hier niet gaat om een konijn

Mette legt klacht neer en 't wordt dus een proces verbaal

Ge had maar zo stom niet moeten zijn

Boer zei Gusta 'k moet u ne keer apart spreken

En nu wel eerst en vooral

'T is goed vrouw 'k ga meteen mijne velo binnensteken

Mette ge moet dat proces tegen Nolle verhinderen

En ge weet zo goed als ik, dat Nolle ne goeie vent is

Ik weet hoeveel ge van uw dieren houd, maar denk aan zijn kinderen

Kinderen,kinderen, Gusta hij heeft er maar één

Maar 't is goed, zeg niets tegen de Nolle hij moet ne keer zweten

Zend de Champetter buiten,we doen dat in orde meteen

Ik wist het wel boer ge zijt de man van mijn hart

Gij vliegt gij soms eens uit maar gij zijt gij de kwaatste nog niet

Kom kom Gusta roep nu maar de champetter zei Mette verward

Hoor eens Champetter ik ga dienen klacht laten varen

Maar ge moet hem eens 't vuur aan de schenen leggen

En voor de rest van den domme gebaren

Dat komt goed Mette ik breng dat voor mekaar

Ik jaag hem de stuipen op het lijf

En ik zeg daarvoor krijgt ge minstens een jaar

Ze giechelden van plezier, dat zal hem leren zei de boer

Mijnen hond neerschieten, en dan nog op mijn eigen hof

Mens Champetter wat ware 'k ik geschrokken zo nen toer

Als hij hoort van opsluiten gaat hij meteen lopen

En niemand zal hem nog in dagen zien zei de Champetter

Maar wees gerust hij red zich wel met stropen

Das zeker antwoordde Mette der zitten hier konijnen genoeg

Ze knagen mij bijna de oren van mijnen kop

Als ik moest kunnen 'k rijd ze allemaal in met mijnenploeg

Kom zei de Champetter we gaan hem nu maar eens testen

Ge zult zijnen smoel eens moeten zien

We gaan wij hem nu eens pesten

En net zoals de Champetter had voorzien

Stormde Nolle bij het horen dat hij zou worden opgesloten

De deur uit en hield het voor gezien

Hebt 'd hem zien lopen , gierden de mannen het uit

Jaja zei de boerin, ga Maartje, zijn vrouw, maar op de hoogte stellen

Dat doe ik wel zei de Champetter, die maakt zich niet veel zorgen ze kent hare kornuit

Maar Nolle vluchtte niet zo ver als zij hadden gedacht

Hij stond hen door het venster buiten gade te slaan

Met een eigen plannetje in zijn hoofd, wat ze niet hadden verwacht

Hij had namelijk alles van hun gesprek gehoord

Met zijn geoefende en fijngevoelige stropersoren

Hij kende hun plannetje perfect, woord voor woord

Zo zo mompelde hij die deugnieten willen me bang maken

Wel zei hij 't is morgen koers en ze zullen mij nog nooit zo bang hebben gezien

Ze zullen die plagerij dan wel rap staken

Maar ik ga ze nu al een voorproefje geven

Ik jaag die champetter de schrik op het lijf

Hij vergeet het nooit meer van zijn leven

Nolle nam de stropop die de vogels van het veld moesten houden

Dat overigens niet veel hielp

Aangezien ze er soms hun nest in bouwden

En zette ze goed verborgen achter de haag

Bond er een touwtje aan en spande het over de weg

Op de juiste hoogte niet te hoog en niet te laag

Toen verstopte hij zich in een droge gracht

En proestte het in zijn binnenste uit

Champettertje, wie het laatst lacht best lacht

En eindelijk kwam de garde aangereden onverstoord

Hij raakte de koord en hoorde een geritsel

Toen vloog de pop boven op hem 't was ongehoord

Hij slikte haast zijnen snor in van 't verschot

Hij zwanselde nog enkele meters verder en plofte op de grond

De Champetter schreeuwde manneke daarvoor vliegde in 't kot

Hij greep zijn matrak en begon op de stropop te kloppen

Den bak in zeg ik, schreeuwde hij uit

Ik zal u leren mensen aanvallen, ge zult daar rap mee stoppen

Den boer en boerin hadden het lawaai gehoord

En kwamen met de lantaren aangelopen

Mette met den tweeloop in de hand voor de tweede keer gestoord

Ze waren verbijsterd en konden hun eigen ogen niet geloven

Maar, maar, Champetter wat doede gij nu stammelde Gusta

Gij ligt u daar vechtend met onze vogelschrik uit te sloven

De Champetter spuwde wat stro uit zijnen mond

Maar van pure alternatie gaf hij nog ne klop op dienen strooien kop

Toen kroop hij oneindig beschaamt op van de grond

Dat is zeker ne truc van de één of andere onnozelaar

Brieste de Champetter nu hij wat bekomen was

Als ik dat te weten kom dan is hij met mij nog niet klaar

Mette en Gusta beten op hun lip en moesten zich danig weren

Om niet luidkeels in lachen uit te barsten

Maar ze wilden de eer van de Champetter niet deren

En Nolle lag zich te wentelen van de pret en in het gras te bijten

Maar hij durfde zich niet te laten horen

Of hij kreeg van de Champetter nog wat klop en verwijten

De Champetter sprong op zijn fiets en was in één twee verdwenen

Nu gierden Mette en Gusta het luidkeels uit

Ze konden haast niet blijven staan op hun benen

Nolle lag zich te rollen van plezier in de gracht 6/2/1999

Ach smeekte hij bij zijn eigen

Laten Gusta en den boer toch naar binnen gaan 'k ben ten einde kracht

'K heb me in jaren niet meer zo geamuseerd

De mensen moesten die Champetter daar hebben zien liggen

Maar hij heeft zich tegen die vogelverschrikker goed geweerd

Nolle voerde echter nog iets in het schild

Hij had twee melkkannen vooraan op het dak gelegd

Den boer ook een loer draaien dat hij gewild

Hij had ze met een fijn touwtje aan de deur vastgemaakt

Als de deur dichtging de kannen van het dak werden getrokken

En wat verwacht werd gebeurde precies als gepland

Maar zo dat ze niet op hen zouden vallen daar had hij voor gewaakt

Nolle hield ze in de gaten vanachter de haagkant

De kannen donderden achter hun hielen op 't plankier

Mette sprong vooruit en viel en de boerin boven op hem

En Nolle gilde en gierde van plezier

Ach Mens toch er moet iets gebeuren

Ik lach me kapot ik ben haast gebroken

Als ik niet ophoud gaat mijnen buik nog scheuren

Den boer veerde recht als een briesend leeuw

Hij hoorde dat uiterst luidruchtig gelach

En hij riep met een moegetergde rauwe schreeuw

Ik schiet jullie kapot gulder lelijken bucht

Gij schandalen, straatlopers, leeglopers, bandieten

En loste twee schoten in de richting van het gelach, maar in de lucht

Dat was nu precies wat Nolle nodig had om zijn gelach te stoppen

Hij hoorde de hagel door de lucht fluiten boven zijne kop

Olala schrok hij, die komt met zwaar geschut op de proppen

Wacht mannekes ik sture direct mijnen hond

Nolle werd een beetje wit onder zijnen neus

Weg weg weg zei hij of dat monster hangt aan mijn kont

En hij stormde er in volle vaart vandoor

Maar hij was de vogelschrik vergeten

Die aan de uitgang lag en vlak ervoor

Met een doffe slag donderde hij er over op de grond

Hij krabbelde recht met allerlei verwensingen

Zo luidruchtig dat den boer het van zover verstond

Gusta riep hij der is 't er weer één aan 't vechten met die pop

Da's nog ne goeie beschermer

Morgen hangen we hem aan het hekken op

Dat is met alle ongeluk nog ne bof

Der komt gegarandeerd niemand meer voor rare streken

En bij nacht op boer Mette zijnen hof

Hij knipoogde ondeugend naar Gusta en trok een scheve snuit

Gusta trok den boer naar binnen

Alles subiet vergeven he mijnen lieven kornuit

Ze zetten daarna alle gebeurtenissen eens op rijtjes

Gusta jong zei den boer waren me dat allemaal stommigheden

En ze proesten het uit met zijn beitjes

Martlé Roger,

© 2018-2021 Louis Victor. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin