5. De zelfmoord van Nolle

27-11-2021

Awel awel zei Fientje vrolijk lachend, in het Café Den Bok binnenkomend

Ik kom nog maar binnen en wa ziene' k ik hiere weeral aan dienen toog

Al dat goudgele bier zomaar door mijne vent zijn dorstige kele stromend

Ik peinsde 'k ik nochtans dadde gij genen voet van den koers zou wijken

Jamaar Fientje, lachte Pere blij dat hij haar zag, dat is een lastig werk zulle

Daar krijgde groten dorst van zulle van naar die bezwete mensen te kijken

Van er naar te kijken! 't Ja dat kan ik wel geloven giechelde Fientje terug

'k Heb mij nog maar ne keer omgedraaid of ge hebt natuurlijk weer dorst

En twee minuten later zit ge al aan de pinten, zo stiekem achter mijne rug

Dag mannen allemaal vervolgde ze opgwekt, dag Mientje ge zijt hier ook

Ja jaja Fientje natuurlijk he ja ja, antwoordde Mientje nogal wat verstrooit

Want ze was nog niet helemaal bekomen en nog een beetje van de kook

Ineens kwam de Nolle wild binnenstormen met zijn tweeloop in de hand

Luid tierend en roepend iedereen uit de weg 'k maak er hier een eind aan

'k Wil geen jaren den bak gaan zitten in, ik maak me hier liever van kant

Ik ben voor de Champetter en jullie allen toch maar ne groten vagebond

't Is mij hier toch het leven niet meer waard zonder mijn trouwe vrienden

Dat is het einde Ik schiet hier zowaar subiet mijnen kop tegen het plafond

En hij maakte daarbij met zijn tweeloop klare en veelzeggende gebaren

Ik wil dood! En het Is allemaal de Champetter en de Mette hunne schuld

Het zijn twee vreselijke grote egoïsten ja zelfs twee enorm grote barbaren

Allé allé Nolle jong zo' n vaart zal dat nu ook niet gaan doe nu niet dom

Ge doet gij ons allemaal nogal verschieten hoor vent, zei de Champetter

Hang de zot niet uit hé, kom geef dat geweer maar aliere manneke toe

Stop schreeuwde nolle nog éénen stap hé en ' t is hier meteen gebeurd

'k Schiet dat geweer af in mijnen buik als ge nog één stap durft naderen

En dan is het te laat en lig ik hier straks op de vloer gans opengescheurd

Ineens kwam Fientje traag vastberaden en onverschrokken naar voren

Geef dat geweer af Nolle, zei ze kordaat, denk aan Maartje en uw kind

En het moet nu gedaan zijn, ik wil dienen domme zever niet meer horen

Nolle wou haar nog ontwijken, sprong achteruit en verloor zijn evenwicht

Hij stootte tegen de deur en het geweer viel uit zijn handen op een stoel

Met de vervaarlijke loop zo ongelukkig recht op Fientje haar hart gericht

Door de val en de schok ging het vervaarlijke wapen ongecontroleerd af

Fientje greep verschrikt naar haar hart en gaf toen nog een diepe zucht

Ze zeeg daar voor Pere zijn ogen neer, waarna ze geen geluid meer gaf

Iedereen in het Café stond als aan de grond genageld van het verschot

Pere zijn hoofd bonsde en hij boog zich spierwit over zijn vrouwtje heen

Mijn Fientje, mijn lieve kleine Fientje kreunde hij, och mijn God, mijn God

Maar Pere, riep Nolle, dat is een misverstand uw Fientje is zij niet dood

De Champetter greep zijn matrak en schreeuwde, maar gij zo subiet wel

Hij was verbeten van pijn en onmacht en woede met zijne kop gans rood

Gans overmant sprong hij naar Nolle toe en schreeuwde, ik sla je tot kaf

Nolle wou uitleg geven, maar zag in dat er voor uitleg geen tijd meer was

En' t flitste door zijn hoofd, de Champetter is te kwaad, ik trap het hier af

Maar de Champetter was een vlugge vent, en Nolle net een beetje te laat

Toen ging het ineens allemaal zo snel. En een tel en een ogenblik later

Rolde Nolle samen met de Champetter juist buiten het Café over de straat

De Champetter greep Nolle met zo een van zijn grote klauwen bij de keel

En zwaaide toen buiten zichzelf vervaarlijk en veelzeggend met zijn matrak

Wat dadde gij Fientje nu gelapt hebt Nolle, snauwde hij, dat is wat te veel

Toen sprong een kleine jongen scharlewiep op de Champetter zijn armen

Hij klemde zijn beentjes rond zijn arm en smeekte, niet slaan Champetter

Mijn vadertje is toch zo goed voor ons, heb toch als' t u beliefd erbarmen

Op hetzefde ogenblik wierp Maartje zich voor de Champetter op haar man

Ze drukte zich stevig tegen de Champetter haar beide armen rond zijn nek

Vastbesloten handelend en ze kneep zo hard als zo' n vrouwtje knijpen kan

Stop Champetter stop onmiddellijk ophouden! Schreeuwde Maartje schel

Dat was niet echt, 't was maar een streek, een opgezette val van de Nolle

't Was allemaal gespeeld van Nolle,' t was maar gewoon een stom spel

't Waren alleen losse flodders, nolle wou zich op u en de Mette wreken

Om dat schijnproces dat gij en de Mette hem ginder samen hebt gelapt

Maar ikzelf moest zwijgen, en ik mocht er met niemand niet over spreken

De Champetter was perplex schudde traag en ongelovig met zijn hoofd

We laten u niet los riep Maartje, voor ge zegt dat ge Nolle niet zult slaan

Vooruit Champetter laat het nu horen zeg me nu direct dat ge het belooft

Allee 't is al goed zei de Champetter nog nijdig, ge moogt gulder mij lossen

Jamaar pas op hé Arthur zei Maartje, met opgeheven vinger voor zijn ogen

Woord houden hé man, ge hebt het beloofd mijne man niet af te rossen

Maartje en Mantje losten behoedzaam en voorzichtig en hun vaste greep

Ze stonden langzaam recht en gingen toen rap uit de Champetter zijn weg

Terwijl de Champetter zijn klauw nog altijd stevig rond Nolle zijn kele neep

Ze sprongen allebei tegelijk weer toe en rukten verwoed hard aan zijn hand

Lossen Champetter lossen zeg ik, ge hebt het beloofd riep Maartje luid

Lossen! Riep ze echt gloeiend kwaad, ge maakt mijnen vent nog van kant

De Champetter loste eindelijk en Nolle snakte naar adem voor zijn leven

De Champetter stond langzaam duidelijk nog twijfelend en tegen zijn zin op

Maar hief zijn matrak toch op om Nolle toch nog een klein klopke te geven

Maartje had het echter op tijd zien aankomen en sprong er net op tijd voor

Neen! Champetter ge hebt me uw erewoord gegeven, bestrafte ze hem

Vooruit jong Nolle zei ze toen, ga er nu maar vlug te vierklauwen vandoor

Maar Nolle bleef daar staan en nam liefdevol vrouw en kind elk in een arm

Waren Jullie hier nu niet geweest dan blies ik hier straks nog mijn pijp uit

Ze zullen kwaad zijn. Maar we hebben elkaar, en we houden elkaar warm

Het is allemaal mijn eigen schuld, ik kan de Champetter heel goed verstaan

Hij handelde uit wanhoop en uit pure frustratie maar, 't is een goede man

Ik wilde absoluut niet terugvechten, en zeker in geen enkel geval slaan

Zo samen tegen die woedende Champetter vechten als kind en vrouw

Met zo' n onbevreesde furie, de kleine voor zijn vader en gij voor uw man

Mijn jongen wat hou ik toch van je, hij kuste Maartje en ook zoveel van jou

Maar! Riep hij ineens, waarom is Fientje nu eigenlijk zo ineens neergevallen

Waarop Maartje antwoordde, flauwgevallen van' t verschieten natuurlijk

Allé hoe zou je zelf zijn Nolle als ge plots zo' n geweer op u ziet afknallen

Maartje zei Nolle ik durf ginder nu zeker in geen geval meer binnengaan

Ik ben te ver gegaan. Nu heb ik toch een heel stomme stoot uitgehaald

Ge ziet dat van hier. Pere zal mij zeker en vast niet meer willen zien staan

Kom Nolle, zei Maartje zachtjes aanmanend, we gaan samen naar huis

We zijn nu allemaal veel te opgewonden om helder na te kunnen denken

We praten daar verder, en we overleggen alles samen nog eens, 't huis

Intussen zat Pere daar nog te schreien met Fientjes hoofd in zijn handen

Ach Fientje, was ik dat toch maar in uw plaats geweest mijn lieve kleine

Wat een ramp, mijn kleine meid, en knarste onmachtig hij met zijn tanden

Pere, zei Monten, wat is dat nu er klopt hier toch iets niet, kijk ne keer goed

Fientje haar kleren zijn nergens gescheurd of geen klein plekje is kapot

En zie maar ne keer goed, er is nergens ook maar een spatteken bloed

Monten voelde aan Fientje' s pols, en zei, haar pols die klopt hij normaal

Pere keek verstomt toe, en inderdaad haar borst ging rustig op en neer

Ze mankeerd zij precies niets, zei hij opgewonden, wat is hier dat allemaal

Ineens deed Fientje haar ogen open en vroeg, benne 'k ik nu echt dood

Pere zijn ogen werden groot en hij verschoot zich bijna een formidabele bult

E maar ventje zei Fientje, ge hebt precies geweend uw ogen zijn zo rood

Loos alarm! zei de Champetter, 't waren maar losse patronen in dat geweer

Diene stomme schavuit van een Nolle, moest weer eens de zot uithangen

Die ezel stoofde ons hier allemaal in het openbaar een ferme lelijke peer

De Champetter was er nog steeds niet gans goed van en balde zijn vuisten

Dat luizig scharminkel van nen onnozelaar houd gewoon met ons de zot

Wacht maar eens af ik krijg dat kereltje ooit nog wel eens in mijn knuisten

Pere sloeg zijn armen om Fientje en drukte zijn hoofd tegen haar wang

Hij zei niets, hij zat daar vol van emotie, stil gelukkig dat hij haar nog had

Met Fientje in zijn armen. Zo zat hij daar voorzeker wel tien minuten lang

En Fientje genoot van zijn tederheid en liet hem maar al te graag begaan

Alleen fluisterde ze toen heimelijk heel liefdevol en stil in hare Pere zijn oor

Wat is het heerlijk om met zo' n lieve getrouwe man door het leven te gaan

De mensen rondom hen zagen alles zwijgend aan en werden zo ontroerd

Dat als er zich ook maar eentje een vin roerde of zich maar even liet horen

Hij onmiddellijk met klare veelzeggende gebaren de mond werd gesnoerd

Stil! Klonk het dan, of zie je dan niet wat die mensen hebben doorgemaakt

Laat ze nu tenminste stilletjes genieten en weer op hun positieven komen

Nu alles in het leven voor hen gelukkig toch weer in de plooien is geraakt

Pere nam zijn Fientje op zette haar heel zacht en voorzichtig op een stoel

Ik ben niet van porselein hoor ventje zei Fientje lachend, 't verschot is over

Toen pas verscheen Pere zijne blije schalkse glimlach weer op zijn smoel

Mijn Fientje is terug! Een pintje op mijn kosten, riep Pere, voor gans 't Café

Een pintje voor al die goede lieve medelevende mensen en mijn vrienden

En natuurlijk drinkt onze beste waard Amedee er zelf ook eentje ook mee

Maar de waard was zelf zo overgelukkig dat alles toch goed was afgelopen

Ha nee hé Pere, riep hij opgelucht, dat word een gratis rondje van het huis

Dit keer is het een rondje van mij, laat je dat maar eens in je oren knopen

En de mensen lieten hun pinten maar klinken van gezondheid en santé

Op de gezondheid van Pere en zijn Fientje. Ge weet hoe de mensen zijn

En Pere en zijn Fientje lachten weer gelukkig, en dronken er eentje mee

En nu Monten en Champetter, gaat ge met ons naar de koers gaan kijken

Zo troonde Fientje, de drie makkers en Mientje stilletjes naar buiten mee

Het Is veel te mooi weer om uw broek hier gans de dag te zitten verslijten

Die avond bij het slapen gaan, trok Pere zijn Fientje dicht tegen zich aan

En hij keek haar diep in de ogen en naar haar ondeugend lachende snuit

Toen zei hij, hoe graag dat ik u zie he Fientje, dat kunde gij niet verstaan

EL TRAM 

© 2018-2021 Louis Victor. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin