9. De helden van Stillegem
DE HELDEN VAN STILLEGEM. Van 15/2/1999
TOT 16/2/1999
Toen de vier bevriende mannen de zondag weer naar den Bok afzakten
Om eens gezellig onder mekaar een kaartje te slaan en hun dorst te lessen nagezien
Stroomde het volk van overal toe in 't Café den Bok, tot ze op elkaar pakten
Zelf nog steeds onwetend dat ze nu grote de helden van Stillegem waren
Vonden ze het op zijn minst raar dat iedereen hun een hand wou geven
Ze begonnen zich dan ook langzamerhand en verbaast zorgen te baren
De pinten bier op hun tafel zwollen aan tot er geen enkel plaatsje meer was
En' t was van gezondheid mannen, langs hier, santé en proost van ginder
Maar de waard hield ze in het oog, zag de onrust en vertelde hen alles alras
Hij wist wel dat ze al die pinten niet zouden uitdrinken hij kende hen te goed
Ik smokkel die wel op tijd weer weg, stelde hij hen gerust, 't is voor 't volk
Gelukkig maar zei Pere, ik was al ongerust omdat ge zoiets anders niet doet
Omdat ik weet dat ge anders maar pintjes geeft tot men lichtjes vrolijk is
En dat ge geen de minste dronkenschap duldt in uw buurtcafé Den Bok
Dat blijft zo zei de waard, ik weet dat ge ze niet al uitdrinkt, of ben ik mis
Bewaar ons daarvan lachte Nolle, of de vrouwen laten ons niet meer binnen
We drinken wel graag een biertje zei de Champetter maar tegen de dorst
Vent Amedee zei Pere wat zouden wij nu mee zo nen defel bier beginnen
Heb als' t u belieft een klein beetje geduld he mannen met al die mensen
Laat ze deze keer maar doen, 't zijn toch ook allemaal maar simpele zielen
En daarbij zei de waard, ze kunnen zich toch geen betere helden wensen?
Sjonge sjonge! Wij helden lachten de vrienden opgelucht en geamuseerd
Wie had dat eigenlijk gedacht, dat we ooit nog beroemd zouden worden
Ja hé! Zei de waard lachend, en er word bovendien ook nog goed verteerd
Ach zo zit dat, lachte Pere, der zit hier een venijnig addertje onder' t gras
Maar wees gerust hoor Amedee, we gunnen wij u wel graag uw frankske
En wij doen dan maar eens als helden, al weten wij dat zelf nog maar pas
Maar weet je waar je zou ons een heel groot plezier mee zou kunnen doen
Plaats gij ne keer rap een grote kartonnen bijdragebus midden op uw toog
We zouden wij graag wat geld willen bijeenbrengen voor Meetje Vernoen
Dat arme vrouwmensje, haar enige koetje die ze zo erg nodig had is dood
Ze had er boter pap en karnemelk van, en kan helaas geen ander te kopen
Je kan je dat toch wel denken he jong, haar verdriet is dan ook enorm groot
Kondig dat in het café met veel geur en kleur en tamtam in onze naam aan
Dat ze samen met de helden een oud mensje uit de nood kunnen helpen
Ik durf er voor wedden hé Amedee als je het goed speelt dat het zal gaan
Pere zeiden de vrienden, dat is nu echt eens een uitzonderlijk prachtig idee
Allee goed! Zei de waard, plaatste de bus en preekte dan met veel gebaar
Lieve mensen! Wild ge gelijk onze helden zijn, werk dan ook met hen mee
Jullie krijgen hiertoe nu eens een mooie gelegenheid en ook de enige kans
Ze willen met u allemaal samen een arm oud mensje uit de misere helpen
Steun de actie! Want door hier wat in die bus te werpen helpt u haar thans
Hier in die speciale bus die hier op den toog staat wordt vanaf nu gespaard
Tot we genoeg zullen hebben voor een nieuw koetje voor meetje Vernoen
Ze blijft hier zolang staan tot we ook met uw hulp genoeg hebben vergaard
En ja hoor het lukte, net zoals Pere had verwacht sloeg dat in als een bom
De mensen drumden elkaar gewoon weg om toch maar bij de bus te komen
En de actie duurde niet zo lang of het werd al heel gauw een aardige som
Want iedereen wou eigenlijk wel eens een keertje een beetje een held zijn
Daarom lieten ze heel goed en duidelijk zien, hoeveel ze in de bus staken
Dat vierden ze dan nog eens op met een pintje biertje of een glaasje wijn
Mensen! Riep de Champetter dan, we roepen het hier ook elke zondag uit
Hoeveel we in die lopende week allemaal samen hebben bijeengespaard
We laten het hier natuurlijk weten wanneer we genoeg hebben riep hij luid
Dan kopen we met jullie edelmoedige gaven, dan bij boer Mette een koe
Hij staat daar met een zeer goed geschikt, braaf en goedmoedig beestje
En dan mensen, brengen we het tezamen met de fanfare naar meetje toe
Het volk klapte heel enthousiast in de handen en ze riepen, leve meetje
Onze vrienden keken gespannen toe waren uiterst content en tevreden
Zoveel bijval! Ja het ontroerde hen eigenlijk ook allemaal wel een beetje
Maar zei Monten, tot Nolle, gij hebt ons helemaal niets verteld over die stier
Ha nee zei Pere, allee Nolle waarom hebt gij ons daar niets over gezegd
Ik ben helemaal geen held ze Nolle, 'k was ik zelfs ferm bang van dat dier
Wel en dan zei de Champetter we zouden wij evengoed bang zijn geweest
Maar dat is nu het juist Nolle, je was bang maar aarzelde niet, je deed het
Ja, ging Monten voort, er was veel moed voor nodig tegen zulk een beest
Pere klopte Nolle op de schouder en zei, we zijn fier je vriend te mogen zijn
En ik ben nog fierder op jullie omdat ge mijn ware oprechte vrienden zijt
Daar gaan we op klinken zie, zei de Champetter met een goed glaasje wijn
En zo kwam na een gezellige avond, de tijd, om weer huiswaarts te gaan
Elkeen keerde welgemoed en tevreden naar zijn eigen huisje en haard
Op de weg vergezeld door het bleke zachte schijnsel van de zilveren maan
En toen Nolle de deur van zijn huisje opende, kreeg hij haast een verschot
Zijn Maartje zat daar met rode ogen, en de tranen rolden over haar gezicht
Toen ze haar man Nolle zag, huilde ze nog meer tranen met tuiten en snot
Hij snelde verschrikt op zijn wenend en schoudersschokkende Maartje toe
Maar Maartje toch wat scheelt er mijn schatje, wat is er hier aan de hand
Och niets ventje maak u geen zorgen 'k ben alleen maar gelukkig en moe
Gusta van de Mette is hier van den achtermiddag bij mij op bezoek geweest
En ze heeft me alles van naaldje tot draadje verteld wat ge hebt gedaan
Hoe ge op levensgevaar hebt gevochten met de stier dat vreselijke beest
Maar mens Nolle toch! Ik kreeg van de grote schrik bijna iets aan mijn hart
Zeg maar niets hoor, ik ken u, je kon niet anders ik weet wel hoe je bent
Maar ventje, wees in 't vervolg toch voorzichtig, je bent voor mij heel apart
Nolle sloeg liefdevol zijn armen om haar heen en kuste zijn Maartje teder
Toe Maartje lieve schat hou nu als' t u belieft maar gauw op met wenen
Ik ben nu toch ongedeerd en goed gezond bij jou en ons Mantje weder
Dat ik het niet heb verteld was alleen maar, om je niet ongerust te maken
Wanneer ik 's avonds, ge weet dat genoeg, urenlang op konijnenjacht ga
Dat je niet altijd de hele nacht ongerust wakker zou liggen en blijven waken
Hou op met snotteren kom mijn lieve Maartje, want daar kan ik niet tegen
En Maartje haar weemoed, kalmeerde toen langzaam in Nolle zijn armen
Ach ja 't is waar ook zei ze toen, kijk eens wat ik van Gusta heb gekregen
Een kannetje melk, een potje boter, en een kom vers geperste varkenskop
En hier moet je eens kijken ventje, een heerlijke gedroogde varkenshesp
En een geslachte kip, een grote zak meel en eieren het kon haast niet op
Maar dat was toch allemaal niet nodig zei Nolle, ik deed het daar niet voor
Ik weet het wel ventje, maar Gusta deed dat toch met zulk een grote ijver
Ze wou absoluut iets voor ons doen, en ze was er ook zo gelukkig door
En ventje wees eerlijk, eigenlijk kunnen we het toch ook goed gebruiken nu
We hebben op dit moment geen overvloed het is toch ergens goed voor
Ge hebt hare Mette gered, en ze moest en zou absoluut iets doen voor u
Ze heeft hier de ganse tijd dat ze hier was met veel lof over u gesproken
Stel je voor dat ik koudweg alles geweigerd zou hebben wat ze hier bracht
En wat ze dankbaar met zoveel liefde gaf, ik had zeker haar hart gebroken
Het is waar Maartje zei Nolle nadenkend, je bent een lieve wijze vrouw
Ik ben toch echt een gelukkig man want ik heb het goed met je getroffen
Maartje mijn lieve schat, juist daarom hou ik ook zo oneindig veel van jou
Die avond gingen twee heel contente en overgelukkige mensen rusten
Maartje en haar Nolle omdat ze toch zo oneindig veel van elkander hielden
En morgen spek met eieren zeiden ze, toen ze elkaar tot slapen kusten
EL