94. We zijn de vierde julie

26-11-2021

We zijn de vierde juli vandaag
Dat drong tot me door maar nog vaag
Wat onrustig en slecht geslapen
Nog eventjes uitrekken en eens gapen
Het geluid van regen en donder was te horen
Stil uit bed dus om mijn vrouw niet te storen
In het donker stilletjes het bed dan uit
Ik zal in de keuken eens gaan loeren door de ruit
Wat is dat daar zei ik bij mezelf met klem
Droom ik nog of hoor ik in huis een stem
En ja hoor twee stemmen klonken door het huis
Opgewonden stemmen! Er was precies iets niet pluis
Verwonderd deed ik de keukendeur open
En zag wat ik nooit had durven hopen
Mijn eigen vrouw lag daar te rusten in de zetel
Hé zei ik geschrokken, zijde gij al uit uwen ketel
Ik heb je nochtans niet horen uit bed kruipen
Och zei ze van da were krijg ik haast de stuipen
Dochter lief had moeder natuurlijk al gehoord
En had haar dan ook tot opstaan aangespoord
Ha zei ik, ik verstond me daar niet aan hoor
In de gang drongen twee stemmen tot me door
A ja ik kon niet slapen zei moeder de vrouw
Door dat vreselijk onweer en dat gesnurk van jouw
Wadde ik snurken? En 'k he zelf niet geslapen
Ha nee zeker, ge lag ferm te ronken en te gapen
Wadde ikke? 'k He haast geen oog dicht gedaan
't Is just daarom dat ik nu juist ben opgestaan
Een verholen lachje tussen dochter en moeder
Ja dacht ik, ik ben natuurlijk weer de loeder
Ja gaf ik zo onschuldig met grote tegenzin toe
Eventjes ronken ja! Maar daarvan wordt je niet moe
Ja! Eventjes! Zei lachend mijn allerliefste schat
'k He nog nooit zo een boomzaag neven mij gehad
Allee zeg jong was mijn krachtdadig verweer
Zo erg is dat niet he, ge ronkt gij toch ook ne keer
Watte! Ik ronken zeg vent nu slaat ge toch door
Om uzelf te verontschuldigen! Daar zegt ge dat voor
Maar ik snurke 'k ik nooit, hedde gij dat verstaan
Goed goed vrouwtje, laat je maar zo niet gaan
't Is algelijk wreed were he, leide ik het gesprek af
Kijk die koe zet het ginder meteen op een draf
't Was nog even stil, moeder was een beetje gebeten
Tja! Dom van me ik had eigenlijk beter moeten weten
Sjonge de regen blijft maar striemen, is dat een weer
Ne ferme donderslag bracht haar toch tot inkeer
Ja he zeg! Ik he in mijn bedde van schrik liggen beven
Ik niet zei dochter lief, maar 'k was wakker voor zeven
'k He geen ooge toe gedaan zei mijn vrouwtje toen
Ik kan nie slapen he ik kanne daar niets aan doen
Mee al dat gedonder die regen en dat bliksemspel
'k Moe daer nie van weten da geeft me kippenvel
Ja, zei ik als ik moest wakker liggen van elke donderslag
Ik ben al blije als ik ne keer goed doorslapen mag
Ja! Zei vrouwlief, ge zegt gij altijd dat ge niet kunt slapen
Maar mij houd ge wakker met uw snurken en gapen
Zeg jong replikeerde ik, gaat ge alweer beginnen zagen
Ja vent jong omdadde gij dat niet moet verdragen
Ja dacht ik een beetje op mijnen teen getrapt
Ze is weer eens met het verkeerde been uit 't bed gestapt
Zie toch ne keer buiten zei ik wa ne grote plas water
En waarlijk ze kwam even poolshoogte nemen even later
Hoho zei ze geschrokken, der zullen weer sukkelaars zijn
En bij die gedachte voelde ze werkelijk ook hartepijn
Er zullen weer veel huizen en kelders vol water staan
Ik he daar zo' n compassie mee, ik ben daar mee begaan
't Is waar vrouwtje, maar wat kunnen wij daar aan doen
Ha niets he! Maar dat kost die mensen wel veel poen
Zet ne keer de televisie open, ze zullen het wel tonen
De die, die mensen helpen zei ze die moesten ze belonen
Hohooo maar mens toch, maar kijk nui toch ne keer
Al die ellende, zie naar dat vrouwtje, die kan niet meer
Heel die straat staat onder en al dat water in haar huis
Ge zoe ter toch bij schreien he, dat is echt niet pluis
Honderden oproepen zei men daar voor de brandweer
Maar er is geen doen aan ze rijden al over en weer
Ze kunnen de overlast werkelijk niet meer aan
En ze hopen vurig dat het onweer vlug zou over gaan
Maar hoe vurig ze dat ook hoopten, de regen bleef stromen
Ik hoop zei mijn vrouwtje dat het hier niet zover zal komen
Dochterlief was ondertussen vreselijk aan het klagen
Dat het nu ook juist moet komen op mijn congé dagen
En 'k was just van plan om naar de Gentse solden te gaan
't Slaat ook altijd tegen he, ik kan dat moeilijk verstaan
En 'k was al afgesproken he, wat zal ik nu moeten doen
Azu een slecht were he, aja dat wisten we nog niet he toen
A belt ne keer he zei mijn vrouwtje, en spreek opnieuw af
Hoe da 'k ik daar niet aan dacht zei dochterlief dat is straf
Er werd zo een kwartiertje druk over en weer gebeld
En geklaagd dat het weer eigenlijk niet veel goeds voorsteld
We wachten het gewoon nog even af, het gaat misschien over
Aan haar gezicht te zien was haar hoop daarop maar pover
Allee zeg al dat mooi weer geweest en juist nu die regen
Juist als ik eens thuis ben he, het slaat toch altijd tegen
Ze was werkelijk niet te troosten, dan nog als het solden zijn
Haar stem werd een beetje hard met een tikkeltje bitter venijn
Hoch zei moeder de vrouw, der komen nog solden genoeg
Ook dat trooste dochter lief niet die nu nog meer kloeg
Kwestie wanneer ik nog eens zo een gepaste kans krijg
Ik wilde mij daar niet mee moeien 't is beter dat ik zwijg
Ze ging doodgemoedereerd nog eens naar buiten kijken
Maar noch die donder noch die regen wilde wijken
Ik kan mij daar zo kwaad in maken he zei toen luid
Het helpt toch geen moer zei ik of je nu huild of fluid
Maar nee hoor troosten deed dat haar kennelijk ook niet
Ik had compassie met haar het deed haar echt verdriet
Maar de oplossing kwam eindelijk toch, zo maar gewoon
Door het belletje dat plots rinkelde, van de telefoon
We gaan naar een overdekt winkelcentrum klonk het toen
Door dat zotte weer laten we ons zo maar niet doen
Het gezicht van dochter lief blonk ineens als zonneschijn
Ik ga me vlug gereed maken want ik moet op tijd zijn
Allee sjanse he zeg alzo kanne 'k ik toch nog naar Gent
Moeder de vrouw lachte, ze was zelf helemaal content
Dochter lief was van de haast helemaal boven haar toeren
En ik moest haar direct in de haast naar het station voeren
Heb ik dit mee en dat en ne paraplu en mijne telefoon
Allee toe of we zijn telaat riep ze nog op haastige toon
Moeder de vrouw zei toe vent haast je nu toch snel
Zet de auto maar gereed, ja! ze begreep haar dochter wel
Een kwartierje later wuifde ze me na aan het station
Alhoewel het regende, met stralend gezicht als de zon
Ach ja als ze daar nu gelukkig mee was, met die solden
Ik zag eens op de TV dat zovelen er naartoe holden
Een halfuur later, de regen maakte blaasjes in de plassen
Ging de telefoon, ze was in Gent kleren aan het passen
Er ging een zucht van verlichting door moeder heen
Haar dochter was al bij haar dochter, dus niet meer alleen
Dan was alles goed ! Moeder was nu gerust gesteld
Allee zei ze, 'k ben toch blije dat ze eens heeft gebeld
Maar die smerige regen blijft duren, dat houd maar aan
Als we nu ook niet zo nodig naar Kuurne moesten gaan
Jamaar zei ik, dat beetje onweer houd ons niet tegen
We gaan toch naar Kuurne zulle, regen of gene regen
Allee jong ge weet toch ook wel dat het moet newaar
Die zaak is afgesproken, hij moet alleszins naar daar
Uwe zoon moet zijn ginder toch op dat adres zijn
En middelerwijl gaan wij, 't ligt toch op dezelde lijn
Eens samen naar he winkelcentrum zo wat rondkijken
Iedereen gaat daar naartoe, zowel de armen of de rijken
Ge weet wel het winkelcentrum in Kuurne, 't is vlakbij
Ge gaat daar graag ne keer, 't is voor u he niet voor mij
Ja dat kan ik geloven zei vrouwtjelief, ge peist al aan taart
Ikke! Allee jong schat wat da je nu aan het denken waart
Jamaar zei ze ik ken u beter dan dat, als 't maar zoetigheid is
Hoch! Schatje ge eet gij toch ook graag eens puree met vis
Maar ik hoef geen taart hoor, dat mag gerust eens frietten zijn
Mee van die goede lekkere stoverij, dat is toch ook eens fijn
Zie je het nu, riep vrouwlief, je denkt weeral aan gaan eten
Je moet niet om de pot draaien jong, ik had het kunnen weten
A jamaar vrouwtje 't is nu al tien uur en we moeten vertrekken
We kunnen ginder toch niet van den honger liggen verrekken
't Is waar viel zoonlief bij we kunnen ginder beter iets eten
Natuurlijk zei ik vlug, allee vrouwtje hoe kun je dat vergeten
Ik weet wel zei vrouwtjelief, maar jij lag er op verlekkerd hee
Hoch zei ik, ik pak dat zo bij die gelegenheid maar mee
Jaja lachte ze nog, als je maar naar het restaurant kan gaan
E ja! Verweerde ik mij, we kunnen toch niet met honger staan
't Is al goed 't is al goed zei ze, we zullen dan maar gaan eten
Wou het maar stoppen met regenen, en ze keek heel verbeten
Maar dat vond ik geen echte reden om niet te gaan eten hoor
Zo erg is dat nu ook weer niet he we rijden er gewoon door
En plots! Ja zomaar gewoon ineens was het weer met mij
He de vlagen gaan over geloof ik riep mijn vrouwtje heel blij
En waarlijk het werd veel stiller, het miezerde nog wel wat
Maar klaarblijkelijk hadden we het ergste nu toch gehad
Allee toe mensen vlug de auto in voor het opnieuw begint
Ze was volgens mij door die ommekeer zo blij als een kind
Allee dan zijn we maar rap weg klonk het toen in 't koor
Dus tussen de weinige druppels nog gingen we er vandoor
Niet zo rap commandeerde vrouwtjelief 't ligt veel te glad
Pas op he zeg vent voorzichtig of ge rijd nog over ons kat
Goed kijken als van 't hof rijd, der kan daar een auto komen
't Is best dat ik bij u ben he, om u een beetje in te tomen
Want ge rijd veel te rap, ge hebt en veel te zware voet
Jamaar ge moogt gij zelf rijden hoor als ge het beter doet
Allee 'k ben nog maar aangezet en rij amper dertig per uur
Ha ja! Nu wel! Maar toch veel te rap op den langen duur
Pas op daar aan straatje, misschien komt er daar ene uit
Ach vrouwtje jong trek nu toch zo geen verschrikte snuit
Ik rijd al lang genoeg met de auto om te weten wat ik doe
En als ge zo begint te zagen maakt dat mij toch zo moe
Pas op vent der rijd daar ne velo, heb je hem wel gezien
Maar natuurlijk vrouw benne 'k ik soms blind misschien
Jamaar ge rijd met uwen auto alsof ge thuis in de zetel zit
Zeg vrouwtje dat is lastig rijden zulle als gij zo altijd vit
Pas op aan de dam he vent, stoppen en eerst goed kijken
Als er daar een komt kunt ge niet meer op tijd uitwijken
Maar be ja vrouw ik weet dat toch ook van mijn eigen wel
Jamaar vent ge ziet dat hier niet goed 't is een gevaarlijk spel
Allee rijd nu maar over der komt er gelukkig niemand aan
Ziezo vrouwtje content ? we zijn weer op de rechte baan
Oeiejoeiejoei pas op vent daar komt ne grote vrachtwagen
Ach jongens toch moest die nu nog juist komen opdagen
Allee toe ver uitwijken, allee ge moet niet zolang wachten
Wijk nu toch uit, allee vent waar zit ge met uw gedachten
Maar allee vrouwtje toch, ik zie hem ook wel komen hoor
Wees nu toch niet zo ongerust ik laat hem heus wel door
Oeiejoeijejoei zo een monster zeg, gans vol met zwijnen
Moest ge daarop botsen ge zout er gans onder verdwijnen
'k Ben blije dat hij gepasseerd is we zijn daar toch vanaf
Oeie de rode lichten, 't sla were tegen he dat es toch straf
Ach mensen azu een bende auto's die der al voren staan
We zullen er zeker weer van den eerste keer nie deure gaan
Ach wat een geluk, allee rap vooruit 't wordt al groene
Allee jong geef een beetje gaze want 't is nui om doene
Auw auw auw zo zere niet, straks rijde der nog tegen
Jongens toch 't wordt altijd maar gevaarlijker op de wegen
Het begon een beetje op zoonlief zijn zenuwen te werken
Of was het misschien om mijn vertrouwen wat te sterken
Zeg moeder jong 't moet toch zoveel niet schelen newaar
Ge moet op de chaufeur betrouwen er is geen enkel gevaar
Pas op! Riep moeder de vrouw, ze remmen daar voor ons
Straks vliegen we der nog tegen den dienen mee nen bons
Nie voorbij steken he, 't is veel te gevaarlijk op die baan
Blijf maar achter dienen witten, 't zal azo ook wel gaan
Hou nu toch eens op vrouw, straks doen mijn oren pijn
Als ik eens een ongeluk heb he dan zal het uw schuld zijn
Hoe! Mijn schuld! mee wa komde gij nui naar buiten
Awel door al uw zagen beginnen mijn oren al te tuiten
Wanneer gaat ge dat comanderen nu toch ne keer afleren
Hoe kan ik als gij zo zaagt, mij op de baan consentreren
Awel 't is goed he vent, 'k zalle maar niets meer zeggen
Als er dan wat gebeurd zal je het zelf kunnen uitleggen
Zeg vrouw als ik alleen op de baan ben gaat het toch ook
Wat is dat daar onderbrak ze mij meteen, ruik ik daar rook
Is dat uwe motor niet die verbrand, het riekt hier verbrand
Maar be nee reageerde ik, der is hier just niets aan de hand
Moeder zei zoonlief, dat is beer dat riekt ge nu toch wel
Ooo ja, nu je het zegt, zo ne stank! Dat is een ander spel
Zet zere de koele lucht toe 't stinkt tegen de sterren op
Mensenlief zo ne stank, straks krijg ik nog ne zere kop
't Es te late jong vrouw zei ik de stank zit toch al binnen
Mee de koele lucht toe te zette moet je niet meer beginnen
Anders blijven we met diene stank zitten, laat alles open
Dan komt er subiet frisse lucht binnen, laten we hopen
Allee vent ge moet zo dichte tegen dienen ander niet rijden
Als hij remt he, dan kunt ge hem nooit meer vermijden
Maar allee vrouw toch, er is nog minstens honderd tussen
Maar dat hielp echter niet, ze was daar niet mee te sussen
Niet zo vlug zeg ik, ziet ge niet ge naderd hem veel te rap
En houd uw stuur goed vast, uw handen hangen veel te slap
Jamaar vrouw als ge het beter kunt moogt ge zelf rijden
E jaek zekere! Ik rije nui juste mee om dat te vermijden
Awel vrouw dan moet ge meteen ophouden met zagen
Ge zoud gij dat van mij toch ook niet graag verdragen
Zeg vent! Ge kunt gij ook soms ne keer ferm zagen hoor
Misschien wel ne keer! Maar niet zodanig dat ik u stoor
A nee! Ge kunt gij ook zagen als ik met het eten bezig ben
Nie afstrijden he, ge peist zeker dat ik uw streken niet ken
Vrouw dat is niet 't zelfde als mee den auto rijden newaar
Toet toet! Mee die hete kastrollen is ter ook veel gevaar
Pas op vent! Let maar goed op! We naderen een rond punt
En goe kijken zulle, zie maar goed of ge er wel tussen kunt
Als 't u belieft he zeg, ik rije wel al meer dan veertig jaar
Da wil niets zeggen he vent, op de bane is ter altijd gevaar
En het spreekwoord zegt, haast en spoed is zelden goed
Ja ze is daar were zulle, ge weet altijd beter hoe het moet
Jamaar vent 't is te laat de put gevult als 't kalf verdronken is
Ja zeg benne 'k nui nog een kalf ook! Dat is nog niet mis!
Be nee be nee vent, 'k wille 'k ik dat nui toch nie zeggen
'k Wille 'k ik ui alleen maar 't gevaar op de baan uitleggen
Hohooo pas op zulle, zijt toch voorzichtig azu ne groten
Dat we daar moesten onder zitten we breken al ons poten
Allee allee pinke toe, laat nui toch zien dat we gaan afslaan
Oeioei let op he vent der blijft ginder voor ons enen staan
Ik glimlachte eens naar zoonlief, die dat direct begreep
Nie lachen he zei vrouwlief, of ik draai u eens een neep
Ik zweeg dus maar en zo ging dat nog een tijdje door
Pas op! Riep ze plots, ne rode licht en we staan der voor
We stopten dus en stonden als de rest geduldig te wachten
Groen! Zei ze allee vooruit waar zitte gij mee ui gedachten
Allee toe wa rapper! Ze gaan ons vanachter nog aanrijden
Ik gaf dus een beetje gas om dat mogelijk euvel te bestrijden
Zu rap niet vent klonk het hierop onmiddellijk in mijn oor
Ge gaat ter nui ook were gelijk nen halve wilde vandoor
Zeg vrouw wat wilde nui, wat is nu eingenlijk uw verlangen
Allee toe klonk het blijf niet achter die vrachtwagen hangen
Azu zien we niets meer he steekt die nu toch ne keer voorbij
En rijd wat rapper, dat is nui toch een beetje trage voor mij
Pinke pinke pinke toe dat ze zien da je er voorbij wilt gaan
Als we een ongeluk hebben zouden we er schone voor staan
Nie voorbij steken in dienen draai he zeg, wa peisde gij wel
Nie zo rap vent ge naderd den dienen voor ons veel te snel
Ik aanhoorde dat zwijgend en zo ging het nog een tijdje door
Van pinke, remmen, en vooruit, en waar stopte gij nu voor
Maar na al haar raad kwamen tenslotte we toch in Kuurne aan
En we besloten om nu maar eerst naar het restaurant te gaan
Allee ik en mijn raadgever, allee mijn vrouwtje bedoelde ik
Gij met uw taarten zei ze nog verwijtend ge wordt veel te dik
Zoonlief had nog geen honger die ging liever winkels kijken
Daar is nog tijd genoeg voor zei ik zoals later ook zou blijken
Al van ver had ik gezien dat er vandaag veel taartjes lagen
Humm sjonge, ik zou der wel een groot stuk van verdragen
Ik neem een pannekoek zei vrouwlief met rozenbottelthee
Thee is niets voor mij hoor zei ik daar benne 'k ik niets mee
Ik neem wel een deka met een zo een smakelijk stukje taart
Voor mij is dat vooral dan op dit uur nog het meeste waard
Gij en uw taarten zulle, ge zult er u nog eens ziek in eten
Van zo een stukje taart vrouw daar zal ik juste niets van weten
Dat we alle dagen taart moesten eten ja! Dan misschien wel
We gaan niet alle dagen weg he! Trek dus maar niet aan de bel
Ik reikte vrouwlief graag een dienblad met vork en mes aan
Dan kon zij om een pannekoek en ik dan om een taartje gaan
En och mens der lagen daar juist zulke mooie smakelijke bij
Die dikke daar misschien met die chocolade net iets voor mij
Alhoewel zo ne tom poes, dat is ook nog niet slecht he zeg
Oei al dat volk ik moet vlug kiezen anders zijn de beste weg
Ik neem dan maar.......ja? De die met aardbeien misschien
Of nee! Dat is een groter stuk, en nog veel dikker bovendien
En kijk eens daar, eentje met een groen laagje marsepein op
En verzorgd dat ze hier allemaal zijn! Ze zijn echt top en top
Sjonge het is wel moeilijk kiezen vind ik als er zoveel zijn
Ze zien der allemaal zo lekker uit he, ze smaken allicht fijn
Dan toch maar dat groentje daar, aja ik moet echt beslissen
Allee dan zal ik het maar van tussen al die andere vissen
Sjonge zeg! Dat is toch algelijk maar klein he zeg, zie maar!
Dat is sebiet op he, en der liggen er hier nog zoveel bij elkaar
Weet je wat he! We gaan wij toch ook niet alle dagen weg
Wat zou mij letten als ik er nog eentje op een schotelje leg
Ja hoor! Dat doe ik! Die dikkerd met dat heerlijk fruit daar
Sjonge dat zal mij echt smaken zie, ja hoor ik ben hier klaar
Allee nu nog vlug een potje of twee van diene Caféinevrij
Sjonge dat ziet er niet slecht uit en nu nog een melkje erbij
Ha daar komt vrouwlief al met hare pasgebakken pannekoek
En ze bekeek me direct ne keer goed vanuit een scheve hoek
Maar allee vent toch! Gij moet ook altijd weer overdrijven
Twee koffie's en twee taarten! Waar gade daar mee blijven
Ik wees eens naar mijn buik, hier vrouwtje da gaat er wel in
Ge zult u nog eens ziek eten in dienen boel! Gij domme pin
Be nee jong vrouw kijk ne keer zo een kleine stukjes maar
Maak je maar geen zorgen hoor er is niet het minste gevaar
't Es gelijk vent, allee wie ziede gij hier nu twee taarten eten
Dat is hun keuze he zeg vrouw, ze moeten zij dat maar weten
Één was genoeg zei ze, doe tenminste gelijk andere mensen
Ja vrouw als ik zo rond kijk, zijn er veel met dikke pensen
Kijk eens daar en die dan en ginder, mager zijn ze toch niet
Eten ze niet zoveel taart als ik dan toch wel stoverij met friet
Ja zei ze de mensen eten zich de dag van vandaag bijna dood
Ja vrouw ge eet gij toch ook liever eens pannekoek dan brood
Bij uitzondering he vent, en dan eet ik toch ook geen twee
En ook geen twee potten koffie he, en maar één rozebottelthee
Ja 't is goed vrouw, als ge zo blijft zagen laat ik de boel staan
E ja zeker ge gaat dat nu opeten! Zo gaat dat hier niet gaan
Dan moet ge ophouden met zagen he vrouw als het even kan
Ik wil dat op mijn gemak opeten, anders geniet ik er niet van
Nog een verwijtende blik en ze begon aan haar pannekoek
Ik keek eens onder tafel en zei verwonderd, sjonge ze is zoek
Watte! Vroeg ze meteen nogal kort, wat is het nu deze keer
Ach zei ik gemaakt blij, 't is al goed, ze is er gelukkig weer
Hoe wiene wadde? Vroeg mijn vrouw met verwonderde ogen
Awel uw tong he vrouwtje, ik dacht dat ze was weggevlogen
Och gij stomme zot, waar haalde gij dat toch allemaal uit
En ze at gewoon verder, maar met een glimlach op haar snuit
Het waren echt goede taartjes, ja hoor! Ik had er deugd van
't Is bij leven dat het moet gebeuren he, terwijl je het nog kan
Eerst een beetje taart en dan zo een slokje warme Caféinevrij
Zo eens gezellig op restaurand, dat maakt een mens eens blij
Een babbeltje met vrouwlief en ook zo een beetje rondkijken
Gewoon genietend zonder haast terwijl de minuten verstrijken
Een jong koppel met baby knikt eens naar ons en lacht ons toe
We lachen vriendelijk terug, aja daarvan wordt je toch niet moe
Nog maar een beetje taart, de eerste gaat heel goed naar binnen
Nog een slokje caféinevrij en dan maar aan het andere beginnen
Mijn vrouw kijkt mij aan en zegt wa zijde gij toch nen opeter
Maar ze lachte er nu toch om, en ik vond dat toch al veel beter
Vrouwtje's pannekoek was op en ik vroeg wil je wat taart
Ho neen zulle vent ik heb meer dan genoeg zei ze bedaard
Maar ze genoot nog na met haare lekkere pot rozenbottelthee
En ik van mijn kant dronk dan maar gezellig caféinevrije mee
Neen we aten geen schotels rijk aan olie met vlees en wijn
Maar het moet natuurlijk ook niet altijd pannekoek of taart zijn
Zo ne ferme coup met roomijs misstaat volgens mij ook niet
Een grove snee brood met hesp, of een kom mosselen met friet
Je weet wel he, zo van die grote glanzende zwarte schelpen
Met dat lekkere klompje er in, mij moet je er niet bij helpen
Die gaan er haast vanzelf in, het water komt mij al in de mond
Na zo een heet dampend kommetje, voelt ge u nog zo gezond
Of zo eens nen vers gebakken wafel met room en ijs en fruit
Als zoiets voor u op tafel staat trek je toch een lachende snuit
Of zo ne mooi versierde groentenschotel met gebakken vis
Met warme patatjes! Wel! Wie zegt daar dat dit niet lekker is
Och mens er is hier zoveel om smensens hart te verheugen
't Is toch niet omdat we graag iets eten dat we niet deugen
Ik weet het wel, je moet daarin natuurlijk niet overdrijven
Maar we moeten algelijk ook eten om in leven te blijven
Kortom het werd nu stillaan tijd om naar de winkels te kijken
En of we iets zouden kopen? Dat moest later nog blijken
Laten we eerst naar het boekenwinkeltje gaan stelde ik voor
Als mijn vrouwtje dat hoorde ging ze er meteen vandoor
Nee hoor we gaan eerst eens naar de schoenwinkel gaan zien
Allee vent denk je dat die boeken mij intereseren misschien
A nee he vrouw! Ik loop daar weer geen uur in rond hoor
En dan naar de kleren zeker! Dan gaat heel mijne dag teloor
Weet je wat vrouw ik ga naar de computers en de boeken
Binnen een uur kom ik je dan in de, Beste koop, opzoeken
't Vrouwtje was er mee accoord, dus zo gezegt zo gedaan
Zo konden we eigenlijk eenvoudig elk onze eigen gang gaan
In de computerwinkel had ik al vlug iets bijzonder gevonden
Een stamboom CD met een uitlegboekje heel mooi gebonden
Heel benieuwd was ik de ingewikkelde uitleg aan het lezen
He zei een meneer naast mij, dat zal zeker niet de beste wezen
A nee? Vroeg een beetje opgeschrikt, ken jij dan een beter
Kijk maar ne keer zei de man en knielde op één knie neder
Hier vanonder in het rek staat een veel interesantere hoor
Ha ja? Zei ik nog, en heb jij dat hier zo maar ineens door
Natuurlijk zei de ander ik heb een goede neus voor die dingen
Maar ja je koopt wat je wilt, ik wil u dat echt niet opdringen
Ach! Zei ik, en heb je die dan thuis al eens uitgeprobeerd
Nee dat niet was het antwoord maar ik ben goed geleerd
En volgens ik hier allemaal lees, zal dit hier de beste zijn
Allee dan vervolgde ik, voor u is dat wel heel extra fijn
Alleszins zei de man, ik laat mij niet zomaar iets aansmeren
Gelijk heb je zei ik, maar ja je hebt ook goed kunnen leren
Hij richte zich in zijn volle lengte op zodat hij wat groter leek
En echt, ik voelde mij waarlijk klein als ik naar hem opkeek
Hij lachte mij medelijdend toe, wel ja! Ik heb geluk gehad
Zo kom je aan een goede job he jong, anders is het altijd wat
Och zei ik een job had ik toch niet nodig ik was fabrikant
Ik werkte drie dagen en lei voor de rest het werk aan de kant
Ik verdiende daarmee genoeg en ging vissen de andere dagen
Wadde! Verschoot de ander, wat deed je als ik het mag vragen
Ha! Kroketten maken he jong voor hotels en restauranten
Jawadde was het antwoord, had je dan echt zoveel klanten
Meer dan genoeg zei ik, met nog meer kon het zelfs niet gaan
Want op speciale feesten kon ik dan het werk niet meer aan
Jawadde zeg, maar drie dagen werken! Doe je dat nog altijd
Ha nee he jong, ik ben nu op pensioen, zei ik met wat verwijt
Ach ja natuurlijk zei de ander, wat is er met uw werk gebeurd
Laten varen zei ik, ik heb mij daar voledig van afgescheurd
Ik heb al genoeg gewerkt, 't is nu aan de jongeren newaar
Uw klanten vroeg hij zenuwachtig, zijn die nog steeeds daar
Ja! Zei ik, die hebben intussen natuurlijk een ander gezocht
Maar 't was wel een mooie tijd hoor, ik heb veel verkocht
Spijtig! Zei de ander, dat was anders nu echt iets voor mij
Ach zei ik, je bent goed geleerd met een goed job, wees blij
Ja ja natuurlijk herpakte hij zich, ik wou maar eens zeggen
Ik begrijp dat wel jong zei ik, en ik wil dat niet weerleggen
Maar heb deze al gelezen hier den dienen in mijn handen
En ik zag hoe de spieren in zijn gezicht zich gans opspanden
Zijn gemiste kans om ook kroketten te maken misviel hem
Laat ne keer zien jong, zei hij dan met een troosteloze stem
't Jaaa! Zei hij even later, die is misschien ook niet slecht
Jamaar meen je dat nu? Vroeg ik hem, meen je dat nu echt
E beja zei hij, het is toch mogelijk dat er meerdere goeie zijn
Natuurlijk! Zei ik, bedankt voor uw raad he ik vond dat fijn
Volgens mij herstelde dat zijn gemoed schijnbaar toch weer
Hij glimlachte nog eens en wandelde weg als een echte heer
Wat hij allicht ook wel was, hij was immers zo goed geleerd
En dat hij geen heer zou zijn heb ik toch ook nooit beweerd
Maar goed, ik lei de CD weer terug en wandelde gewoon weg
Ik wou hem niet kopen maar alleen zo eens bekijken he zeg
En nu naar de boekenwinkel, het was maar juist om de hoek
Mischien vind ik daar iets bijzonders, een of ander tuinboek
Het viel me al dadelijk op dat er in de winkel een gepiep was
Zo van piep...piep....piep het kwam zo gelijk van aan de kas
De kassier was aan het werken op de PC alles leek gewoon
Maar het geluid hinderde mij, zo altijd op die scherpe toon
Ik liep de winkel door naar het verste gedeelte in de hoek
Misschien raak ik dat geluid kwijt bij het kijken in een boek
Maar nee hoor, piep ....piep....piep....piep ging het aldoor
Het deed echt door de langen duur zelfs pijn aan mijn oor
En ik besloot op zoek te gaan naar de oorzaak van die piep
Zo wandelde ik langs de kassa en keek goed toe in het geniep
Eerst was het of het geluid van een bepaalde knop kwam
Het ging echter door toen hij door zijn haar ging met een kam
De man glimlachte mij toe toen hij zag dat hem zo bekeek
't Is dienen computer ook al niet dacht ik toen ik uitweek
Maar ik moet weten waar dat indringend gepiep vandaan komt
Ik dacht, hoe dat die kerel niet maakt dat dit gepiep verstomd
Helemaal niet! Het werd zelf erger! Van piep piep piep piep
Zo erg zelfs dat ik bijna meteen geergerd de winkel uitliep
Maar ja ik wou nu zo graag weten wat de oorzaak er van was
Ik zocht de winkel rond tot ik weer terecht kwam bij de kas
En weer dacht ik dat het toch dienen rare computer moest zijn
De kassaman, had mijn speurtoch al opgemerkt en lachte fijn
Ik keek hem aan en was er zeker van dat die kerel het wist
Honderd ten honderd zelfs was ik zeker, ik heb mij niet vergist
Hij wees schuin naar omhoog daar achter een klein hoekje
Daar stond een vogelkooitje ! Half verstopt achter een boekje
Haaa! Zei ik zegevierend, daar komt dienen pieper vandaan
Hij is in de rui he zei de man, en dan kan hij niet voluit gaan
Ha ja natuurlijk lachte ik, die beestjes lijden daar wat onder
Het geheim was gelukkig opgelost, en ik voelde mij gezonder
Het moet lukken, ik stond juist met een kanarieboek in de hand
De man had het ook ineens gezien en hij vond dat heel plezant
Een toeval van omstadigheden he zei hij, toen schreef hij voort
En geloof het of niet, maar ik heb dat gepiep niet meer gehoord
En om te voorkomen dat weer zou beginnen ging ik maar heen
Ik kom beter op tijd bij de vrouw, anders werkt het op haar teen
Hoe! Zei ze, zijde daar nu al, ik heb het hier nog niet al gezien
E jamaar zei ik, wilde dat ik nog een uur weg ga misschien
Be nee dat is da niet, maar ik kijk hier nog een beetje rond
Doe maar op hoor, en ik ging zitten op een bank die daar stond
Ik kijk ondertussen wel gezellig een beetje naar de mensen
Ik begreep haar wel, ne kleerwinkel is al wat vrouwen wensen
Op het andere uiteinde van de bank, schoof nog iemand aan
Je mocht hier niet roken, maar daar trok hij zich niets van aan
Hoewel ik hem niets vroeg, zei hij opeens nogal bars tegen mij
Zie ne keer! Al die profiteurs! En da loopt hier zo maar vrij
Al die lelijke buitenlanders! Da komt ons hier allemaal opeten
Ik gebaarde gewoon van niets, ik moet niet van zulke taal weten
Dat leeft hier gelijk rijke mensen, en op onze kosten he man
Zie naar den dienen, ik durf wedden dat hij niet eens lezen kan
De donkere jongeman bleef staan om een reclamebord te lezen
Tja kon ik niet laten te zeggen, zo dom kan die toch niet wezen
Zijn vrouwtje kwam bij even later bij de donkere man staan
En zij spraken vloeiend nederlands je kon het goed verstaan
Halve wilden ging de ander voort en da heeft geen manieren
Ze moesten al dat gespuis meteen het land weer uitzwieren
Hij wierp zijn sigarettenpeuk op de vloer en spuwde ernaar
Spuwen kon hij alleszins goed want hij miste maar een haar
Ik keek in zijn ongeschoren gezicht, sjonge zo een vieze peer
Zei je mij daarnet niet welk werk je deed? Wat was dat weer?
Ikke! Zei hij, ik sta aan de dop jong, alleen zotten werken
Zijn brutaal antwoord deed mijn tegenzin nog versterken
Hij stond op en wandelde met neerhangende schouders heen
Ik keek hem met gemengde gevoelend na en was weer alleen
Een donker jongetje die daar zo wat aan het wandelen was
Had de handeling van de gore gezien en remde rap zijn pas
Hij raapte de sigaretten peuk op en duwde die in een asbak
Met papier veegde hij het spuw op en stak dat in de vuilbak
Hij lachte naar mij vriendelijk al zijn hagelwitte tanden bloot
Als er iemand over valt zei hij! Gaat hij misschien wel dood
En 't is ook vies he meneer, zoiets moet men toch niet doen
Zijn moeder nam hem bij de hand en hij kreeg een zoen
Gelijk heb je jongen, zei ik glimlachend, en hij lachte blij
Zijn vader knikte mij vriendelijk toe en toen waren ze voorbij
Ik bleef over het voorval nadenken, en trok mijn eigen besluit
Zwart geel wit of bruin ! Een mens is een mens en daarmee uit
Moeder de vrouw kwam aanzetten met zo ne mooie rok he man
En in afslag newaar, dat kon ze niet toch niet laten liggen dan
Natuurlijk niet vrouwtje, van zoiets moet je alleszins profiteren
Juist daarom he vent, ge weet wel mij moeten ze dat niet leren
En 't is waar hoor, ik heb het haar niet geleerd, en ze kan dat
Als we er zo ne keer op uit gaan vind ze telkens wel ergens wat
En ging ze voort 'k he hier nog twee kleine dingetjes voor mij
Maar kijk ne keer hier, der zit hier ook een lijvetje voor u bij
Zie maar ne keer, mee een zakje op en met een stevige kraag
Allee ge weet wel he, mooi he, die draagt gij toch altijd graag
Tja zeg vrouw, dat is een mooi hoor, ik benne ferm content
En goedkoop he jong, enige euro's en ja dan nog zoveel cent
En waarlijk 't was een mooi ding, en ik heb zoiets graag aan
Het zit gemakkelijk om te werken en ook zelfs om weg te gaan
Zo waren we allebei content, en 't was inmiddels al wat laat
We dachten aan naar huis gaan maar kwestie waar de zoon gaat
Die moesten nu eerst nog vinden, maar ja he zeg jong, waar!
Geloof het nu of niet, maar op hetzelfde ogenblik was hij daar
Edde gulder al gegeten, ik nog niet! En heb fermen honger hoor
Ja zei vrouwlief tegen mij met een lach, gij zijt er zeker niet voor
Och wel vrouw, die jongen kan toch niet met honger naar huis
Moeder en zoon lachten, ja voor hem zit het alleszins wel pluis
A jamaar zeg gasten ik kan toch zo zitten kijken aan die tafel
Maar ik moet wel zeggen ik heb nu geen zin in koek of wafel
Da weten we wel zulle vent zei 't vrouwtje 't is nu de tijd niet
Ha! Was mijn antwoord, dan neem ik maar stoverij met friet
Had ik het niet gedacht, lachten de anderen dan met plezier
A jamaar was mijn verweer, we komen niet alle dagen naar hier
Zoonlief koos voor puree patatten met lekkere gebakken vis
En echt het zag er smakelijk uit 'k moet 't zeggen gelijk het is
Vrouwlief koos voor een soort koude pla met beenhesp erbij
Ook lekker hoor, maar ik had toch nog liever die friet van mij
Laat maar zijn! Zo gezellig eten drinken en keuvelen aan tafel
Ha ja he zeg, 't moet ook niet altijd taart zijn he, of ne wafel
Een tafeltje verder zat een dame, en allicht haar man, een heer
Vriendelijke mensen hoor, ze lachten naar ons toch een keer
Nog een tafeltje verder zat er nog een paartje met een hond
Nou ja een hond! Zo een klein wit ding liep daar zo wat rond
Die hond dus ging plots op zijn achterpoten tegen de tafel staan
Bij het eerste paar nog wel, en die waren daar niet mee begaan
Madam zei de heer, wilt ge uwen schoteldoek eens weghalen
Ik wil gezellig eten, ik heb er tenslotte moeten voor betalen
Het paartje met de hond waren nogal in hunnen teen gebeten
Watte bracht de het vrouwtje uit, edde dat al ooit eens geweten
Haar metgezel vond dat hij nu meteen haar eer moest wreken
Hij stapte op de ander toe, durfde dat nog ne keer uitspreken
De eerste heer stelde zich nu ook recht, nou als dat echt moet
Maar de uitdrukking op het gelaat van de ander werd zoet
De eerste heer stak zo ongeveer twee koppen boven hem uit
Zijn schouders waren heel breed en hij trok een sture snuit
Och zei de ander relativerend, 't is eigenlijk de moeite niet
't Is toch maar om een klein hondje he zoals ge zelf ook ziet
De grote heer was niet zo een kwade hoor, allee goed dan
Maar hou dat ding voortaan toch maar bij u als het even kan
Natuurlijk zei de ander natuurlijk en ging vliegensvlug zitten
Het vrouwtje daarentegen bleef er maar stilletjes over vitten
Haar metgezel kwam het de oren uit en plotseling stond hij op
Gans moegetergd allicht, beschaamd en met een vuurrode kop
Hij greep de lijn van de hond en sleepte hem achter zich aan
Het beestje dweilde heel gang zonder op zijn poten te staan
De vrouw scharrelde er achteraan met veel lawaai en verwijt
Wacht maar zulle manneken! Daarvan krijgde gij nog spijt
Het etende volkje daar aanwezig begrepen niets van het geval
Een raar gezicht dat menigheen allicht niet vlug vergeten zal
Maar de heer en dame aan de tafel naast ons lachten heel stil
Ik hou niet veel van beesten aan tafel zei hij, als ik eten wil
Ik zie graag beesten hoor meneer zei hij maar niet aan tafel
En dan nog zo onverzorgd beest, hij zag maar heel erg gafel
Ja ik begreep hem wel ergens, en het was ook niet zijn hond
En in een restaurand loopt zo een beest ook best niet rond
Maar goed ik trek mij dat niet aan, en we aten rustig voort
Het smaakte heerlijk en we werden verder niet meer gestoord
Voldaan en tevreden, vingen wij tenslotte de terugweg aan
Oei ! Zei mijn vrouwtje en het liedje begon weer van vooraf aan
Pinke pinke pinke, pas op he zeg vent van dienen groten daar
Zo een monster op de baan mensenlief toch wat een gevaar
Allee steek nu toch over, ge zijt veel te traag, allee toe vooruit
En steek de wissers aan, zie je niet dat het regend op de ruit
Natuurlijk zag ik dat maar ze gaf mij niet de kans te reageren
Als ge het beter kunt vrouwtje mag je het nu gerust proberen
Nee zulle vent 't is uwen auto, rijd gij dus maar schone voort
Goed! Maar zorg dan tenminste toch dat ge mij niet zo stoord
'k En store 'k ik ui niet, ik help ui alleen maar een beetje kijken
Der zijn altijd zo van die knaspers die van hun baan afwijken
Awel vrouw ik zal dat dan zelf wel zien, laat mij maar begaan
Pas op riep ze verschrikt ziede den dienen daar geparkeerd staan
Maar natuurlijk zie ik dat ! Allee zeg mens ik ben niet blind hoor
Maar mijn lieve schat comandeerde en taterde gewoon door
Ik was dat door de jaren al gewent geworden, zo is ze nu eenmaal
En ik aanhoor het dan maar gelaten, ik ben immers haar gemaal
Maar ik hou van haar, ze is en blijft zij altijd mijn kleine schat
Ik zou haar voor niets ter wereld willen missen! En zo is dat
En dus met al de goede raad van vrouwlief kwamen we thuis
Ze was overgelukkig, ach eindelijk, ze zag weer haar eigen huis
En ze zei dan ook blij, 't spreekwoord zegd! Oost west thuis best!
Ik vervoledigde haar gezegde dan maar, ieder vogel zoekt zijn nest!Louis Victor. 25/7/2005

© 2018-2021 Louis Victor. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin