22. De gedachte van sommige nieuwe jeugd
Wat zegt gij o oude man.
Denkt ge echt
dat ge mij raad geven
kan.
Wat weet jij van de wereld.
Ja wat weet gij daarvan.
Je
weet nergens van af.
Ja je leeft in een graf.
Zwijg stil en laat me gerust.
laat me mij eigen weg gaan
'K
heb al lang mijn geweten gesust.
Ga onder mijn ogen vandaan.
'K
hou van plezier en van lust.
Van u kan ik niets zeggen van lof.
Ga
naar uw graf en verga daar tot stof.
Gij mij de les lezen denk toch eens aan.
Waar haal je de lef
.
Ja waar heb je 't vandaan.
Jongens, jongens toch.
Hoor hem
nu eens aan.
Ga gij oude idioot.
Naar uw graf en wacht op de
dood.
Wat zou ik van u kunnen leren.
'K mag er niet aan denken.
'K
zou me generen.
Door naar u te luisteren
zou mijn maag niet
meer teren.
Je hebt ze zeker niet alle vijf.
Ga liggen in uw
graf en wordt stram en stijf.
Genoeg nu jij oude daar.
Uw tijd is uit.
En de onze is
klaar.
We gaan er van profiteren.
En zonder gemaar.
Want je
bent achterlijk en laf.
Duik in uw graf en wacht uw einde af.
Jij versleten gek zo stijf als een stok.
En gij wilt mij raad
geven.
Gij toch, och gij oude sok.
Ge kakeld en kakeld.
En
klept als een klok.
Ga naar uw doodse graf en wacht.
Terwijl ge
naar uw einde tracht.
Louis Victor