8. De herfst

07-07-2020

Ongemerkt, maar zeker
hebt gij o kille herfst
de zomer weer verdreven.
Met vastberadenheid
sluipt gij weer in ons leven.
Met zachte bries
en soms met woest geblaas
rukt gij de bladeren van de bomen.
Moest je, ja moest je
toch zo vroege komen.
En 's nachts en vroege morgen
wordt gij noch moe noch mat.
Maar legt uw koude witte rijmen
op land en wei.
En laat de bloemen kwijnen.
Uw natte nevel dekt de wegen.
Ontneemt ons 't zicht.
En maakt ons turens moe.
Ge duwt ons steeds weer dichter
naar de winter toe.
En al brengt gij kou
gij geeft ook schone dagen.
Gij schilderd met prachtige kleuren
de tijd van 't jaar.
In het natuurgebeuren.
Ook toch ! ben jij voor ons
een bescherming en een teken.
Een waarschuwing voor 't gure
dat nog komen moet.
In 't late winter ure.
En heerlijk lange avonden
komt gij ons brengen.
Met gezelligheid en sfeer.
Of gewoon maar samen zijn.
Wat babbelen en zo meer.
Kom toch, kom !
Ook 't volgend jare weer.
'K ben plots van jou gaan houden.
'T zou toch zo spijtig zijn
als we u missen zouden.

Louis Victor

© 2018-2021 Louis Victor. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin