16. De jacht op rijkdom en macht
Mensen kijk toch om je heen.
Hoe jaagt toch iedereen.
Naar
schatten geld en macht.
Naar overheersing en naar pracht.
'T is
toch zo sterk in de mens verweven.
Dat men geen tijd heeft om te
leven.
Men kent noch rust noch duur.
Want tijd kost geld zo
zuur.
Voor blinkende dozen op wielen.
Verkopen ze hun
zielen.
Voor veel te grote huizen hoe dom
Werken ze zich
krom.
Mensen wees toch niet zo verwent.
En zijt met wat minder
kontent.
Een T.V. een auto en een huis zijn u gegund.
Koop er
echter een die ge betalen kunt.
Want al koop je een auto van vijf
miljoen
Er u mee verplaatsen is al wat ge kunt doen.
En als je
een huisje hebt waarin je knus kunt wonen.
Waarom zo dwaas om van
een villa te dromen.
Wanneer dringt het toch tot de mensen
door
Door al dat jachten gaat het geluk teloor.
Louis Victor