24. De laatste der Mohikanen
Kweet nog goed
Ik was een kind nog
En 't was kermis in het
dorp
Ik kreeg wat drinkgeld toegestopt
Hierzie jong voor de
paardemolen
Blij als een jong hondje
Koerste ik naar het blijde
gedoe
Toen ik me plots herinnerde
Hoe dikwijls ik voor dat raam
daar stond
Turend naar het stripverhaal
De laatste der
Mohikanen
Die ik toch zo mooi vond
Over al die indianen
Wat
moest ik nu doen
De paardemolen of het boek
Een meerder keus
was er niet
Die paardemolen lonkte mij zo
Ik stond daar maar te
dralen
Niet wetend wat ik kiezen moest
Hier op de kermis in het
dorp
Maar daar lag dat mooie verhaal
Ofwel ne grote zak
oliebollen
Maar als die dan op zouden zijn
Mocht ik wel naar
huis hollen
Ach mens wat roken ze toch goed
Als ze op zijn heb
ik niets meer
Maar dat boek kan ik wel houden
En blijven lezen
van die indianen
Met hun hanekam op hun kop
En de laatste der
Mohikanen
Voor de schommel was ik te klein
En de rups was veel
te snel
Ne zak frieten lustte ik ook wel
Maar ja he die
Mohikanen daar
Ik stond voor dat venster te draaien
Met het
beetje geld in de hand
Op de kermis in het dorp
Ik moest een
keus maken
De paardemolen of het boek
Ne zak oliebollen of ne
zak frieten
Ik klemde het geld hard in mijn hand
Hoe moet ik
hier uitgeraken
Twas kiezen of delen
Maar allebei kon helaas
niet
Eenmaal nog keek ik naar de molen
Toen stond ik in de
winkel
Of dat genoeg was voor dat boek
De winkelvrouw bekeek me
zo
Hier zei ze neem maar mee
Ik lei het geld op de toonbank
En
ontving het stripverhaal
Met een lach van puur geluk
Van het
ene oor tot het ander
De vrouw keek me lachend na
Ik heb echt
nooit geweten
Of ik wel genoeg geld had
Maar ik had mijn
verhaal
En sloop het luide vertier voorbij
Stilletjes weg naar
huis
In een hoekje gans alleen
Met mijn boek over de
indianen
Met hun hanekam op hun kop
En 'De laatste der
Mohikanen'
Louis Victor