28. De taal
De taal is toch een raar ding he zeg
Allee zijt nui ne keer
efkens eerlijk
Laat ergens ne keer ne letter weg
'k Zal eens
een voorbeeld geven
En ne mens doet da soms ongewild
Iedereen
doet dat eens in zijn leven
Maar luister nui eens naar dat
hier
Een koe eet graag vers mals gras
In de volgende zin volgt
het plezier
Een koe eet graag vers mals gas
Allee 't is maar
een letter en toch
Heel die zin komt niet meer te pas
En als
woorden worden verdraaid
Wat een stommiteiten hoor je dan
Daar
is al om gelachen en gekraaid
De poes liep pijlsnel naar
buiten
Een onhandige typist maakt fouten
De soep liep pijlsnel
naar puiten
Lijkt overdreven, maar 't gebeurd
Dat is nu geen
doodzonde hoor
Al word dat nu niet goedgekeurd
En als het
gebeurd in eigen kring
Lacht men daar eens luchtig om
't Es
gewoon maar een lacheding
Dan is er geen poot aan gebroken
Maar
staat zoiets dan in de krant
Dan word daar wel over gesproken
En
vooral dan door de hoge baas
Maar ik verzeker u hij doet dat
ook
Hij maakt ook wel eens een blaas
Maarja! Wie reclameert op
hem?
Je lacht er binnensmonds wel om
Maar wie verheft daar zijn
stem
En als iemand zich kwaad maakt
Dan hoor je echt stomme
dingen
Iets dat noch sloot noch wal raakt
Ik geef je een kers
tegen uw peer
Of ne ferme patat tegen uw raap
Allee zeg op wat
trekt dat nu weer
Maar die dingen gebeuren echt
Ja hoor zelfs
bij geleerde mensen
Die zegt van nee is niet oprecht
Nog te dom
om te helpen donderen
Als verwijt bedoeld en de waarheid
Het
zou mij anders erg verwonderen
De ander spreekt dat nog tegen
ook
Alsof hij daar slim genoeg voor is
Maar ja zo op het punt
van de kook
En wat zegt een verliefde al niet
Ik zou je wel
kunnen opeten schat
Als je maar niet te rap verschiet
Laat een
koppensneller dat zeggen
Niet zo erg geruststellend vind ik
Je
kunt dat maar beter weerleggen
Of je bent mijn allermooiste
roosje
Hja water geven op tijd he, ja toch?
Of anders wel
drogen in een doosje
Alle gekheid op een stokje newaar
Wat is
dat nu weer voor een spreuk
Ja zeg hoe krijg je dat nu voor
mekaar
Allee gekheid op een stokje te steken
Je hoeft het niet
te proberen hoor
En zeker niet je hoofd over te breken
Ik wil
maar eens zeggen he die taal
Met al zijn rare krabbels en
kronkels
Sommigen studeren zich daarop kaal
Pannekoeken
schreven we toch altijd
En wie zei daar nu iets kwaads van
We
aten ze gretig zonder enig verwijt
Maar nu moet het pannenkoeken
zijn
Grote larriekoeken zeg ik daartegen
De oude smaken zij nog
even fijn
Hadden we dat vroeger geschreven
Zoals ze dat nu van
ons verlangen
Dan haden we wat mogen beleven
Zo van we eten
verse pannenkoeken
De meester schrok zich een ongeluk
Straf
schrijven ja, met hele boeken
Die heren van de taalgeleerden
zeg
Ze weten zelf niet hoe het juist moet
Ze geven wel een heel
geleerde uitleg
Er word ondereen ruzie over gemaakt
En volgend
jaar veranderen ze weer
't Word tijd dat dit eindelijk staakt
Maar
ik hoor ze het al zeggen hoor
Dat ik dat zeg omdat ik fouten
maak
Jaja ik heb die heertjes al lang door
Maar 't is toch
zoals ik al eerder zei
Zijzelf maken ook fouten, echt waar
Zo
groot als de koeien in de wei
Anders moesten ze niet zo
studeren
En veranderen en even later alweer
Om weer iets anders
uit te proberen
Ik zeg dat niet zo uit mezelf hoor
Ik hoor dat
allemaal van het volk
De gewone mens is daar niet voor
Een taal
is een taal en laat dat gerust
We spreken wij toch zoals wij
willen
In krullewieten hebben we geen lust
Maar nee! Dat kan
natuurlijk niet
We moeten ons aanpassen newaar
Hja dat is werk
voor ne slimme piet
Iemand moet voor de taal zorgen
Al was het
maar voor onze kinderen
We moeten toch denken aan morgen
Ja
hoor de taal is een moeilijk ding
En dan nog zoveel verschillende
he
En ook die verschillen nog onderling
Misschien had je dat
nooit gedacht
Breek er je hoofd niet over hoor
En laat er je
slaap niet voor vannacht
Louis Victor