31. De val van de berg

19-07-2020

Het was nog heel vroeg in de morgen.
Zo rond elf uur ongeveer.
Welgemutst en zonder zorgen.
Mijn berghoed opzette, zonder veer.
Vlug mijn beste rubber kloefen aan.
En mijn mooiste versleten vest.
Zo kon ik de hoogste berg wel aan.
En voelde ik mij op mijn best.
Nu houd niets me nog tegen.
Ik trek de bergen in.
Langs paden en langs wegen.
Echt iets naar mijn zin.
Na een lange moeizame tocht.
Van zo een minuut of twee.
Vond ik wat ik zocht.
En ik was heel tevree.
Daar stond ik dan eindelijk in mijn tuin.
In mijn eigen tirol.
Hier werk ik me bruin.
Daaraan heb ik de handen vol.
Hier heb ik mijn eigen bergen.
En mijn eigen dal.
Straks zal het al mijn krachten vergen.
Als ik ze beklimmen zal.
Vandaag ga ik tot op de top.
Al moet ik nog zo sloven.
Ik klim er op.
Tot helemaal van boven.
Zo een kanjer van een berg.
Met een hoogte van een meter en een half.
Vind ik helemaal niet erg.
Dat beklim ik op maar een dag en een half.
Eerst alles goed verzonnen.
En dan met een piepklein krabbertje in de hand.
Aan de zware klim begonnen.
Mensen wat is dat plezant.
Na zo een paar uur klimmen.
Zag ik heel bewust.
Dat de rotsen lagen te glimmen.
En ik werd wat ongerust.
Maar ik voelde mij zo goed.
Dat ik net wauw jodelen met de handen aan de mond.
Maar juist door die overmoed.
Verloren mijn voeten vaste grond.
Met mijn stramme knoken
Op een bijzonder harde rots.
Hopelijk is ze niet gebroken.
Ik schoof en hobbelde met veel gebots
Tuimelde kantelde en gleed.
Ik rolde hotste en bolde.
Daar heel kamerbreed.
Terwijl mijn kop al redelijk tolde
Als een zak aardappelen naar beneden.
En alhoewel het de eerste keer niet is.
Was het al een goed tijdje geleden.
Het wordt toch geen gewoonte hoop ik gewis.
Terwijl ik zo gezellig aan het vallen was.
Sprak ik nog even een sempervivum aan.
Rook in het voorbij komen aan het schapegras.
En deed nog rap een dianthus aan.
Na schijnbaar een paar uur gedonder.
Kwam ik dan eindelijk echt.
Het leek haast als een wonder.
Op de begane grond terecht.
Daar lag ik op mijn rug.
En keek verwonderd naar die voeten in de lucht.
Maar ik ontdekte al vlug.
Het zijn de mijne wat een klucht.
Mijn buurman had de lawine gehoord.
Zijn verwonderde blik waarde over mijn tuin.
Hij keek bijzonder gestoord.
Eerst rechtdoor en dan heel schuin.
Ik piepte geniepig even boven mijn dalletje.
En loerde tussen twee thijmen door.
Ik laat niets merken van mijn valletje.
Of hij lacht zich krom hiervoor.
Ik veerde recht met een schok.
En zag duidelijk aan zijn snuit.
Dat hij er hevig van schrok.
Hij trad zelfs een stap achteruit.
Hij snakte even naar lucht.
En zocht verward naar een woord.
Ik dacht die slaat nog op de vlucht.
Toen hakkelde hij,'kae ui nie gezien of hoord.
En wa voor een blome zit der daar in ui ne mond.
Och zei ik een sempervivum om te verplanten.
Om eens te proberen in andere grond.
Een eindje verder bij zijn verwanten.
En diene thijm daer achter ui oor.
Voor wa zit dat daer.
En ui tote ziet zu zwart van voor.
En al da gras daer in ui haer.
Ach die thijm dat is voor straks in het eten.
Dat geeft een goede smaak en is gezond.
Gij zou dat toch moeten weten.
Moet ge soms een scheutje hebben voor in uw grond.
De man knikte verbouwereerd.
Wat is er mee ui allemaal aan de hand.
Vent toch hedde ui nie bezeerd
Ge zit helemaal onder het zand.
Nee hoor, dat is allemaal al werkende gegaan.
Ik kan me wel eens vuil maken in de hof.
Dan heb je nui wel ui best gedaan.
Want ui ne snoet hangt vol stof.
Och ik heb juist gedaan met werken.
Nu nog een verfrissend bad.
Dan de innerlijke man versterken.
En dat hebben we dan weeral gehad.
Dan de terugreis van lange duur.
En de pijn zo goed mogelijk verbeten.
Achterna gestaard door mijn gebuur.
Want dat mocht hij niet weten.
Maar ik was nog maar om de hoek.
Of ik onderzocht al mijn oude knoken.
Mijn stoere houding was zoek.
Gelukkig had ik niets gebroken.
Alleen een grote snede in mijn hand.
Van wel drie millimeter lang.
Vlug ontsmet en een verband.
Met een plakker er op van de eerste rang.
En ik laat het mijn vrouwtje een paar keer horen.
Hoeveel pijn dat allemaal wel doet.
Ik heb zeker en vast vier druppels bloed verloren.
Maar een zalig kusje maakt toch zoveel goed.

Louis Victor (Gekscheren moet ook kunnen.)

© 2018-2021 Louis Victor. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin