17. De zootuin
Pepéééééééé, we zijn naar de zootuin geweest.
En we
hebben daar ne fant gezien.
Mee zooooo 'n grooote oren.
En hij
had ne heeeele lange neus.
Met lange witte dikke tanden.
'T was
een heeeel,heeeel groot oliebeest.
En hij pakte koekjes van het
volk.
Mee zijnen hele lange snurf.
En raapte der aarde mee
op.
Toen niesde hij dat allemaal op zijne rug.
Der was ook ne
meneer met een groene pet.
Broertje zegt dat het ne uitlegger was,
ne tolk.
Der liep ook zo 'n klein oliebeestje bij.
Mee zo 'n
heel klein staartje.
En zijnen snurf was te kort om koekjes te
pakken.
Het kon onder dienen groten lopen.
'T was een heel lief
lief fantje.
'k zou er graag eentje hebben voor mij.
Die grote
kon maar niet stilstaan.
Hij stond altijd maar te wiebelen.
Eerst
deed hij een stapje vooruit.
En dan deed hij weer een stapje
achteruit.
Dat was toch een beetje gek hé pepee.
Zo kon hij
toch niet weggaan.
Hij stak zijnen neus zo helemaal naar
omhoog.
Dienen meneer niet zulle .
Die grote fant mee zijnen
snurf .
En deed toen toet toet zo heel luid.
En al de mensen
moesten er om lachen.
Ik denk dat hij wel honderd kilo woog.
De
mensen mochten ook geldstukjes geven.
Dan stak hij zijne snurf
helemaal vooruit.
Hij riekte er daar dan ne keer aan.
En nam
het heel voorzichtig uit hun hand.
Da was om eten te kunnen kopen
voor hem.
Want anders kan hij toch niet blijven leven.
Toen
moesten ze allebei binnen gaan staan.
Da moest je gezien hebben
pépéé.
Die kleine liep zomaar tussen die grote zijn poten.
En
vooooorzichtig dat die grote was.
We gaan volgende maand nog eens
terug.
En papa zegt dat gij en méméé, mee moet gaan.
Louis Victor