49. Gelukkig met kleine dingen
Welgesteld en rijk
Was een jonge sterke man
Hij was mooi en
gezond
En goed geleerd gelijk
Kon alles kopen wat hij wou
Hij
kon rond de wereld reizen
Zich rijkelijk kleden
En was geliefd
bij elke vrouw
Maar toch wou hij steeds meer
Alles wat hij had,
werd hem te min
Alles moest nieuw en beter zijn
En dat steeds
keer op keer
Gelukkig maakte dat hem niet
Nog rijker moest hij
worden
En macht moest hij verwerven
Al voelde hij zich al een
hele piet
Hoe rijker hij werd in geld hoe armer in geest
Hij
werd de slaaf van zijn eigen rijkdom
Bevreesd voor verlies
wroete
hij als een beest
Er gebeurde wat hij niet had verwacht
Een
botsing met de auto
In een razendsnelle rit
En met volle
vernietegende kracht
Zijn lichaam was gekraakt en gebroken
Hij
leed verschrikkelijke pijnen
Heeft maandenlang niet meer gezien
En
ook niet meer gesproken
Maar stilaan heelden de wonden
Hij zou
amper nog enkele stappen kunnen strompelen
Voor de rest hestelde
hij voorspoedig
Maar was voor altijd aan een rolstoel
gebonden
Zijn geest was opstandig voor jaren
Maar nu had hij de
tijd om na te denken
En alles rondom hem te bekijken
En stilaan
kwam hij tot bedaren
Hij kwam in bewondering voor de kleine dingen
om hem heen
Voor de verscheidenheid van groen en bloemen
De
vogels mooi gevederd met prachtig gezang
En hij voelde zich niet
meer alleen
Hij begon de insekten te bestuderen
Fotografeerde
elk nieuw diertje die hij zag
Verzamelde geluiden van vogels en
andere dieren
Hij was laaiend enthousiast om over dit alles te
leren
Hij vergat zijn miserie door dat alles te zien
Dagelijks
zochten natuurliefhebbers vrienden hem op
Hij trouwde met het
liefste meisje onder hen
En was gelukkiger dan voordien
Louis Victor, 1999