93. Het bos

21-08-2020

Hij wandelde op zijn gemak door het bos
Gebied
En keek dromerig naar de grote boom
Stronk
Met zijn zakdoek wreef hij over zijn bril
Glas
Toen stak hij deze weer in zijn broek
Zak
Door zijn propere bril keek hij naar het bos
Mos
Daar op die stronk zo fris en donker
Groen
Teder streelde hij er over met zijn hand
Palm
En een kleine glimlach plooide zijn mond
Hoek
Mos zo mooi, zo klein, zo zacht zo wonder
Baar
Een traan was in zijn ogen, het ontroerde hem zo
Waar
Hij zette zich voorzichtig neder en alles leek dood
Stil
Toen floot boven hem een merel zijn lied op een boom
Tak
Hoe mooi verzuchte hij, hoe prachtig die merel
Zang
Die rust, die natuur met zijn gezonde bos
Lucht
En de warme zon scheen door die boom
Kruin
Ze verwarmde fel zijn rug en zijn nek
Spieren
Toen stond hij weer op en lachte blij
Moedig
Ooit mijmerde hij stil, kom ik hier weder
Om
De boswachtersdochter ontmoette hem daar
Juist
Hun ogen ontmoetten elkaar gelijk
Tijdig
En ze werden allebei heel dol
Verliefd
Na een korte tijd trouwden ze al
Ras
En ze wonen in het bos voor vele jaren
Lang

Louis Victor

© 2018-2021 Louis Victor. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin