Het restje beeje winter
Vrijdag zesde februari tweeduizend en negen
Heel maar dan heel
erg optimistisch gezien
Heeft de winter er bijna gelegen
Al
vriest en sneeuwt het nog zo hard
Ik ben heel koppig op dat
gebied
Want de lente kriebelt al in mijn hart
Kom nu niet af
met 't is hartje winter waar
't Es kwestie van mijn verlangen naar
de zon
En kijk achter de zijkant van die wolk zit ze daar
Met
nog een beetje wringen en wat duwen
En beetje schuiven aan die
wolk
En ze zal haar stralen naar beneden stuwen
Waar zit je dan
met uw gevries en gesneeuw
Alles smelt toch als sneeuw voor de
zon
Gans de boel is weg in een gapen en een geeuw
Nee jong de
winter is er gelegen
't Heeft nu al lang genoeg geduurd he zeg
Van
mij krijgt de lende mijn zegen
Ik zag de meesjes al achter mekaar
jagen
Met fikse vleugelslag en hun kwinkend geluid
Ze komen ook
al de lente binnendragen
Haja! Eenmaal februari voorbij is het
lente voor mij
En al zit je nog zo over de winter te zagen
Ik
wil het niet horen, de winter moet nu voorbij
De maartmerelaars
beginnen dan al te wonen
De merelmannetjes maken al van ulder
kot
Ze willen zich nu van hun beste kant tonen
Zie ne keer de
eerste planten punten al uit de grond
Hohohooo mensen toch, de
lente komt eraan
Het restje sneeuw opdrogen en de zaak is
rond
Wat? Dat het nog kan sneeuwen en vriezen
En dan! De zon
vaagt dat evensnel weer weg
Ach kom! Ge kunt zo altijd zitten
kniezen
Ge zult er gij der nog om lachen jong, later!
Wat? Er
ligt nog veel sneeuw in Engeland
Ja zeg dat is toch mijn schuld
niet he jong
Heb je de spelende kinderen gezien in dat verband
Die
zitten ginder niet zo over te zagen hoor
Als de sneeuw valt dan
valt hij, zeuren of niet
Geniet er dus van, de lente komt er toch
door
Mee nog een paar dagen smelt de boel daar weg
Gedaan met
glijden en sneeuwmannen maken
En de sneeuw komt en gaat niet als
ik het zeg
Ge moet het gewoon nemen zoals het is
Ge kunt dat
toch niet tegenhouden he vent
Moest het niet winteren dan was het
ook mis
Maak er het beste van hoe moeilijk het ook kan zijn
Aan
haast alle dingen is er iets slechts en iets goeds
Zoek dan het
goede en niet naar het venijn
Dat mooie witte laken over de wereld
is toch mooi
Veel mensen reizen er de halve wereld voor rond
Al
heb ik persoonlijk liever de zomer met zijn hooi
Maar nu eerste de
lente he, 't moe niet te rap gaan
Mijn handen jeuken al naar de
ontluikende tuin
Ik zie de bloemen in mijn gedachten al staan
De
lente is in aantocht mensen, ze staat voor de deur
De winter geeft
zijn laatste krampachtige ademsnakken
Gedaan met sneeuwruimen en
smensens gezeur
De krokussen dringen al om boven te komen
Straks
zitten we van hun heerlijke geur te genieten
En gaan de schaduw
opzoeken onder de bomen
Jaja! De lente kietelt onweerstaanbaar in
mijn bloed
Heerlijk bloemetjes planten en perkjes aanleggen
Met
op de kop een brede strooien zomerhoed
Allee restje winter, haast
u toch een beetje waar
He nu al lang genoeg de plak gezwaaid
Allee
hop weg! Want de lende die is daar
Louis Victor