65. Jeugdherinneringen
05-08-2020
Ik weet nog goed van in mijn jeugd.
Hoe we renden om het
hardst.
Zomaar zonder reden.
Maar toch met ziel en hart.
Alleen
maar voor de vreugd.
We plonsten vrolijk in een sloot.
Luid
roepend uit puur genot.
Spartelend en kletsend in 't lauwe
water.
Spelletjes spelend als kapitein en matroos.
Al roeiend
in het water zonder boot.
Ons hondje Molly, was onze fijnste
vriend.
Een gewone bastaard, met wit zwart en bruine kleur.
Zo
'n halfgrote goeierd met zwarte snuit.
Uren hebben we met hem
gestoeid.
En om ons te zoeken was hij uitgekiend.
We slenterden
uren langs veld en bos.
Zoekend naar vogels overal.
In tronk en
spar in haag en boom.
En toen we moe werden van 't klimmen en van
de zon.
Vleiden we ons neer op 't zachte mos.
Louis Victor