77. Overpeinzingen
Ik vraag me af.
Waarom wil ieder toch de slimste zijn.
Ik
vraag me af.
Waarom wil elk dan toch de sterkste zijn.
Heb ik
ergens niet geleerd
dat alle mensen nederig moesten zijn.
Ik vraag me af.
Waarom wil elk boven de ander staan.
Ik
vraag me af.
Waarom wil ieder op de eerste plaats gaan staan.
Heb
ik ergens niet geleerd
dat alle mensen in hetzelfde schuitje
staan,
Ik vraag me af.
Waarom wil ieder de ander zijn wil
opdringen.
Ik vraag me af.
Waarom wil elk de ander zijn gedacht
opdringen.
Heb ik ergens niet geleerd
dat wij liefde moeten
geven in plaats van zich opdringen.
Ik vraag me af.
Waarom wil ieder toch zoveel eer voor zich.
Ik
vraag me af.
Waarom wil elk dan toch al die aandacht voor
zich.
Heb ik ergens niet geleerd
dat alle mensen eenvoudig
moesten zijn in zich.
Ik vraag me af.
Waarom wil elk dan toch de schoonste zijn.
Ik
vraag me af.
Waarom wil ieder de beroemdste zijn.
Heb ik ergens
niet geleerd
dat alle mensen eigenlijk maar nietig zijn.
Ik vraag me af.
waarom kunnen wij ons niet als gelijken gaan
gedragen.
Ik vraag me af.
Waarom kunnen wij ons niet als
evenmensen gaan gedragen.
We hebben allen toch geleerd
dat we
ons als broeders moeten gedragen.
Louis Victor