78. Poes Minoe in de sneeuw
De sneeuw dwarrelt in miljoenen witte vlokjes neer
Dat heeft
onze jonge poes nog nooit gezien
Zottig koerst zij in de
sneeuwlaag over en weer
Grijpgraag spring zij naar de vallende
vlokken
Werpt in haar wildheid sneeuw in de lucht
Onhoorbaar in
de sneeuw als liep zij op sokken
Ze weet met haar goedgemutstheid
geen blijf
Aanvallend op de witte dwarreldingen overal
Die
neerzweven op haar glanzend zwarte lijf
Ze duikt voor de aanval
helemaal in elkaar
En zoekt weer naar zo'n zwevend witte
prooi
Naar ééntje, naar twee, of een hele boel tegaar
Ze
gluurt naar links en rechts een moeilijk geval
Welke moet ze nu
precies gaan uitkiezen
Echt moeilijk ze komen waarlijk van
overal
Dan springt ze maar op en klauwt in de lucht
Naar ze
weet zelf niet welk te kiezen
Gewoon naar die dwarreldingen in hun
vlucht
Daar valt er net eentje op dat heuveltje daar
Dat heeft
ze heel duidelijk gezien hoor
Ze krimpt ineen voor een sprong
ernaar
Waarschijnlijk heeft ze de sneeuwvlok te pakken
Want ze
werpt een pootje sneeuw omhoog
En laat zich dan op haar achterwerk
zakken
Ze rekt zich langgerekt uit in de sneeuw
En krabt in
zottigheid in de dikke witte laag
Dat gaat ze weer zitten met een
geeuw
Plots heeft ze weeral een dikke vlok gezien
Ze valt
onmiddellijk aan zonder aarzelen
Snel en onverwacht snap! Ze heeft
er wel tien
Ze bijt vol ijver in haar prooi zo koud en wit
Maar
dat deert haar heel duidelijk niet
Terwijl haar snoetje vol
sneeuwvlokken zit
Ze danst en spring in haar vreugde op en
neer
Aanvallend en klauwend naar duizend vlokken
Hja! 't Es
waarschijnlijk echt kattenweer
Louis Victor, 2009